A0. 1840, LEYDSCHE C 0 j] R A N Tè MAANDAG, ai SEPTEMBER. Buroemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen mits deze, ingevolge êenfc bekomene circulaire aanschrijving van den Heer Staatsraad-Gouverneur van Zuid- Holland, van den 29 Augustus jl., Próvinciaafblad N°, 90) ter kennis der belangheb benden de navölgende Koninglyke besluiten, van den io JulyN°. 130 en 142: Wij WILLEM, bij dc gratie GodsKoning der NederlandenPrins van Öranje-NassauGroot-Hertog van Luxemburgenz. enz enz Op het rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 20 Junij 1839, £3°. 117 (3de A] deeling Gelet óp Onze besluiten van den 16 Julij 1830 en a Mei 1833 CStadtsbladN°54en 15,) "bevattende voorschriftendie in acht genomen moeten worden tot het in stand honden •van, by de uitvaardiging van Ons eerstgemeld besluit, reeds bestaande, of tot het op- Tigten van nieuwe maatschappijen, genootschappen, vennootschappen of andere onderne mingen bekend onder de benaming van levensverzekeringcontracten van overlevering töntineswednweri- of weezenfondseiióf onder eenigen anderen titelwaarbij het publiek ultgenoodigd of toegelaten wordt geld in te leggenten einde aan de deelhebbers of aan derden pensioenen; lijfrenten.. Onderstanden of andere inkomsten of uickeeringen te ver zekeren, ingeval of ten gevolge van het overlijden van een of meer inleggers; Overwegende dat het, tot bereiking van het doel van Onze voorschrevene besluiten f jioodig is, om, zoo veel mogelijk, voor te komen de nadeelige gevolgen, welke, voor den bloei deroverigens op goede grondslagen rustendeinstellingen van den bedoelden aard, op onderlingen waarborg gegrond, kunnen voortvloeijen uit de afwijkingen van de algemeene sterfte-kansentot welke een te gering aantal deelnemers kan leiden Qezien het rapport van Onzen Minister van Justitievan den 18 September 1839, N°. 49 Den Raad van State gehoord (advies van den 5 November 1839, N°. 9 Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, van den fió December 1839N°. 172 (jde Afdeeling Gezien Het rapport van Onzen Minister van Buitenlandsche Zaken, vim defi 11 Janua ry 1840, N°. 10; Den Raad van State gehoord (nader advies van den 18 February 1840, N°. 4 Hebben besloten en besluiten: Art. 1. De acten van oprigting of reglementen voor dé op ouderlingen waarborg ge gronde instellingen, die vallen in de toepassing van Onze voormelde besluiten, tot welke oprigting, na de uitvaardiging van dit besluit, Onze vergunning gevraagd zal worden, zullen moeten bevatten, dat die instellingen, of iedere op zich zelve staande afdeeling derzelve, éérst gevestigd zullen zijn, of in werking gebragt mogen wordenzoodra daarin door vijf honderd personen zal zijn.deel genomen. Art. 2. De acten van oprigting of reglementen diér instellingenop onderlingen waarborg gegrond, ten aanzien van welke de verzoeken, om Onze vergunning tot oprigting bij de uitvaardiging van dit besluitbij Ons reeds in overweging zijnzullenwanneer daartoe overigens termen bestaan, worden goedgekeurd, onder de bepaling, dat die instellingen, of iedere op zich zelve staande afdeelirig derzelve, éérst zullen gevestigd zijn en in wer king gebragt mogen woedenzoodra daarin door twéé honderd vijftig personen zal zijn deel geftomen. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit •waarvan afschriften zullen worden gezonden aan Onze Ministers van Justitie en van Bui! tenlandscbe Zaken, mitsgaders aan den Raad van State, tot informatie en narist en hetwelk voofts in bet Staatsblad zal worden geplaatst. Gegeven te 's Gravcnhage, den 10 JUly des jaars 1840, van Ónze regering het zeven en twintigste00 (G«.) WILLEM. Van wege den Koning, (G<?/.) Van Doorn. Accordeert met deszelfs Origineel. j n' cAi^e. 'X. Voor eensluidend afschrift, He Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken c. Vollenhoven. Voor kopij conform, He Griffier der Staten van Holland G. J. Té z. Ganswijk, G. Wij WILLEM, bij dé gratie Gods Kotiing der NederlandenPrins van Oranje-NassauGroot-Hertog van Luxemburgenz.enz., enz Op het rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 20 Juny 1839, ii*. 117 (.7de Afdeelinghoudende verslag van de ten uitvoerlegging Onzer besluiten ian den 16 Julij 1836 en 2 Mei 1833 Staatsblad N°. 54 en 15bevattendé voorschrif ten, die in acht genomen moeten worden tot het in stand houden van, bij de uitvaardi ging van Ons eerstgemeld besluit, reeds bestaande, of tot liet oprigten van nieuwe maat schappijen genootschappen of andere ondernemingenbekend onder de benaming van levensverzekeringencontractén van overleveringtöntinesweduwe- of weézeüfondsen of onder eenigen andéren titel, waarbij het publiek uitgenoodigd of toegelaten wordt geld in te leggen, ten einde aan de deelhebbers of aan derden pensioenen, ly'frenten, onder standen of andere inkomsten of uickeeringen te verzekeren, ingeval of ten gevolge van het overlijden van een of meer inleggers: Gezien Onze onderscheidene beschikkingen op dé door de belanghebbénden gevraagde, goedkeuring voor die instellingen van den bedoelden aardin dé toepassing de rbepaüngèn van Onze opgénoemde besluiten vallende, diejreeds bestondén tijdens de uitvaardiging van dat van den 16 July 1830 Staatsblad N°. 54,) en die door de belanghebbendèn zelve «p dit oogenblik nog niet zijn ontbonden Gezien Onze besluiten, pij welke Onze vergunning is verleend tot het oprigten van tenige nog niet bestaande instellingen van dén voorbanden aardop onderlingen waarborg gegrond, en zulks, in verband tot het 2de art. van Ons besluit van heden Staatsblad iN®. 41,) onder bepaling, dat dieinstellingenof iedere op zich zelve staande afdeeling derzelveéérst zullen gevestigd zijn en in werking gebragt mogen worienzóodra daarin door twee honderd vijftig personen zal zijn deel genomen Overwegende dat, völgens art. 7 van Ons besluit van den 16 Julij 1830 Staatsblad 54*) dc daarbij vermelde naamlyst der alhier bedoelde instellingen aan het publiek zal worden inedégedéeldten einde tot inlichring, zoo veel mógelijk, van een iéder' te lunnen verstrekken; Gezien het rapport van Onzen .Minister van Justitievan den 18 September 1839', N°. 49 Den Raad van State gehoord (advies van den 5 November 1839, N°. 9;) Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, van den 2c December 1839, N°. 172 fjde Afdeeling f) Gezien het rappoft van Onzen Minister van Buitenlandsche Zaken, van den 11 Januarij 2840. N®. 10; Den Raad van State gehoord (nader advies van den 18 February 1840, N", 4;) Hebben besloten en besluiten 'Art. 1. De aan dit besluit gehechte liaamlyst zal aan het publiek worden bekend gé- maakt door plaatsing derzelve en van dit besluit in het Staatsblad Art. 2. De Gouverneurs der provinciën zullen worden aangeschrevenom dc bekend- Wording van dié lijst onder de ingezetenen te bevorderen. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast 'ïiiet de uitvoering "ttm dit besluit, waarvan afschriften zullen worden gezonden aan Onze Ministers van Justitie en vaii Bui tenlandsche Zaken, mitsgaders aan den Raad van .State, tot informatie en narigt. Gegeven te *s Gravenhdg*den 10 July des jaars 1840, van Onze regering het zeven én twintigste: (Get.) Willem. Van wege den Koning, (Ge/.) Van Doorn. Accordeert met deszelfs Origineel, He Griffie der Staats-Secretarie C&O. A G. A. van Rappard. Voor' eensluidend afschriftvoor zoo veel hét géëxrraheerde aangaat De Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Binnenlandsche Zaken C. Vollenhoven. Voor kopij conform i De Griffier der Staten van Holland Ö.'J. t, z: ganswijk G. LIJST der Instellingen vin LevensverzekeringWeduwen- en Wezen fondsenenz.bedoeld bij *s Konings besluit van den i6dén Julij 1830» (Staatsblad N®. 45)welkevolgens artikel 7 van dat besluitaan het publiek wordt medegedeeld. A. Instellingenv elke reeds vóór de uitvaardiging van het bovengemeld besluit gevestigd waren, en die thans door den Koning oorspronke lijk of nader zijn goedgekeurd. Benaming der Instellingen. Hollandsche So ciëteit van levens- Verzekering. Maatschappij ter waarborging lijfiogten. Ncderlandschc algenieenc levens verzekering com pagnie. Onderling Iyfren- tcn-fonds voor ge huwden en ongé- huwden uitdemeef- en minvermogenden stand (vróéger ge naamd Onderlnu weduwenfonds voor den burger en am bachtsman.) Algem'ëeDe maat schappij voor wee zén. Algemeen meis jes-, vrouwen- en weduwen-fonds. j Door wie de J Directie wordt I gevoerd. Plaats,waar de Instel lingen ge vestigd zijn. J. Hart sen, te Amsterdam, Amster dam. Faber van Riems dijk en II, C. Drielingte Gravenhage, *s Graven hage. II. Meijer Cl uw en en j. H. Eichhojf te Amsterdam Amster dam. C. J. van Heus- den Jzn té S Bosch, 's Herto genbosch. J. G. Arbon én P.K. Görlitz te Rotterdam, Rotterdam. Dezelfden. Idem. Dagteékening en nonnner van de be schikking des Konings. Aard van de nevens vermelde beschikking. 10 Julij 1840, N®. 131. 10 Julij 1840, N®. 132. io Julij 1840, N®. 133 10 Julij 1840, N®. 134. 10 Julij 1840, N®. I35. ^July '1840, Goedkeuring der tarieven vanjaarlijksche premiën en prijzen of inlegsommen de zer instelling, Goedkeuring, van de by denevensvérmeïde beschik king gevoegdé en gewijzig de wetten dezer instelling en der daarbij behoorende ta rieven. Goedkeuring der tarieven v?n jaarlyksche premiën en prijzen pf inlegsommen de zer instelling. .Vergunning om de instel-, liiig voortaan te beheeren o|V den voet van de, bij de hier nevens vermelde beschik king, gevoegde gewijzigde reglementen en tarieven. Vergunning ora de instel ling voortaan te beheeren op den voet van het by de hier nevens vermelde beschik* king gevoegd gewijzigd; reglement en der daarby behoorende tarieven.- Idem. B. Instellingentot de oprigting van welke door den Koning vergun ning is verleend. Benaming der. Instellingen. Door wie de matiging tot oprigting is gevraagd. Plaats, wgar de instel lingen ge vestigd zullen zijn. Dagteekening en nomther van de bér' schikking des Rollings. Aard van de nevens vermelde beschikking. Maatschappij t'ot waarborging vanfijftogten aan vrouwen en man nen. Algemeen fonds van overlevings rentenvoor het vrouwelyk ge slacht. H. IZ. Ie Sage ten Broek te Zierikzec. Algemeen' pen sioen-fonds ti Westzaati, voor den gehuwden en ongehuwden stand, onder de zinspreuk: Zon der eigenbelang. Onderlinge maatschappij onder de zin* spreukTot nut en voordeel. 1 Maatschappij vaiilevensverze- kering. D, van Schre ven en G. Luttenberg te Zwolle. van Waert c, s. te Westzaan, J, Eéhmd c. s. te Leeuwarden en elders. J. G. Arbofim P. K. Görlitz te Rotterdam pn yan Zliet, te fsGravenhage Zierikzee. io lulij 1840, N°. 136. Zwolle. Westzaan. Leeuwar den, Rotterdam en *s Gra- venhage. 10 Julij 1840, N®. 137. 10 July 1840, N®. 138^ io Julij1 1840, N°. 139, 10 July 184b, N®. 140. Vergunning tot oprigting dezer maatschappij op den vofx..van het bij de hiernevens vermelde .bescbikfelpg gevoegde reglement en,daarbij behoorende tarieven, ónder bepaling nogtans, dat ie dere bij art. 26-van dat reglement Updoelde afdeelingcefsx zal ge vestigd zijn en. in werking mag worden gebragt, Zoodra daarvoor', door 250 personen zal zijn deel genomen. Ver,gunning, tot oprigting van dit fonds pp den voet van het bij de hiernevens vermelde be schikking gevoegde reglement en daarin vervatte tarieven, onder bepaling nogtans, dat dezelve eerst zal gevestigd zyn en in werking mag worden gebragt,. zoodra daarin dóór 250 personen zal zijn deel genomen. Vergunning tot oprigting van dit fpnds op den voet van bet hij de hiernevens vermelde bc., schikking, gevoegde reglement en daarbij behoorende tarieven, onder bepaling-nogtans, dat bet- zelve eerst zal gevestigd zijn en in werking mag-worden gebragt,. zoodra daarin door 250 personen zal zijn deel genomen. Vergunning tot oprigting dezer maatschappij op den voet van bec by de hiernevens-vermelde be schikking gevoegde reglement en daarin, vervatte. tarieven, onder bépalurg-nogtansdat iedere dec bij de art. 3 en 4 van het regle ment bedoelde klasseneerst zal gevestigd zijn en in werking inagi v/orden gebragt, zoodra daarvoor door 250 personen zal zyn deel genomen. Vergunning tot oprigting dezer maatschappij op den voet van het bij de hiernevens vermelde, beschikking gevoegde reglement en daarby behoorende tarieven, ónder bepaling nogtans, dat de-- zelve eerst zal gevestigd Zijn en, in werking mag worden gebragt zoodra daarin door 250 personen zal zijn deel genomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1