BuRöfeNtEESTF.R en Wethouders DER Stad Leyden, brengen mits deze ter ken- (jisse van de belanghebbenden j dat "bij Hun F.d. Achtb. van den fleer Controleur der Directe Bejastipgen is ontvangen, het derde gedeelte van het P rum lieve Kohier der Pc- tintendieiist 1840 en 41, welke op den ?den dezer maand is executoir verklaard, en Öat dezelve aan den Heer Ontvanger is verzonden. Leyden den iaden September 1840. 'J. G. de Meï. Ter ordonnantie van dezelve, v. puttkamme p.. N N. EDERLANDE Leyden, 13 September. Gisteren morgen heeft de begrafenis van den Leidichen Hoogleeraar Jo- ianneS HENtticUs van der Palm te Katwijk plaats gehad. Ofschoon op de «Herige begeerte van den ontslapene het lijk zonder openbare plegtigheid grafwaarts moest worden gebragt, zoo gevoelden zich evenwel velen gedron. ien, om de laatste eer aan den onvergelijkelijken afgestorvene te bewijzen, [en aanzienlijk aantal .Hoogleeraren, Predikanten der Hervormde Gemeente, [weekelingen dezer Hoogeschool en Ingezetenen van Leiden bad zich naar de begraafplaats begeven, voegde zich bij de diep bedroefde bloedverwanten fn betrekkingen, en schaarde zich rondom het graf. De Hoogieeraar van Hengel stortte in aandoenlijke en krachtige taal het bedroefde Jiart uit over liet verlig», d»t de Hoogeschool, het Vaderland, de geleerde Wereld, en de Christelijke Kerk door het afsterven van van der Palm hadden geleden; vermeldde zijne nederigheid, zijn geloof en beproefde godsvrucht; en af. icheid nemende van het stoffelijk overschot, dat i.ntusschen in het graf werd redergelaten, verhief hij oog en hart naar de gewesten der onsterfelijkheid, verwaaris de zalig ontslapene was heengegaan. Nu ceekende de Leidsche Predikant Dermout op indrukmakende wijze de beminnelijkheid van den dierbaren afgestorvene; wie hij voor zijne betrekkingen, leerlingen en vrien den was geweest, en hoe nederige, onbepaalde, Christelijke welwillendheid en liefde tot de edele hoofdtrekken van zijn karakter behoorden. Diep ge* troffen verlieten allen de begraafplaats, en de teekenen van ontroering en louw bij het graf van Van Der Palm warén de aanvang van' de hulde, die de Nakomelingschap aan den grooten man zal toebrengen. Men meent grond te hebben, om te ve'Waehten, dat de levetisbijzon. derheden des beroemden mans, door zijn BehnWdkleirtzoonden Heer Nïco- isAS Beets, zullen worden te boek gesteld. In ons voorlaatste nommer hebben wij, op grond van het bërigt in de Rottcrdamschc Courantwelk blad gewoonlijk zeer goede correspondentie uit 's Gravenhage hééft, de aankomst van Z. K. H. Prins Hendrik der Neder landen té *s Gravenhage vermeld. Deze tijding blijkt echter zeer onjuist te ïijit geweest, daar de Fransche dagbladen niet alleen berigten, dat het fre gat ie Rbijn van Marseille zich naar Spanje begeven heeft, maar ook de Staatscourant niets van de aankomst van den Prins te 't Hage heeft gemeld. De Staaisbeurant van den nden dezer bevit een Köninglijk besluit van den 3isten Augbstus, waarbij aan Mr. IV. J. C. van Hasselt, te Amsterdam, de vergunning verleend wordt; om zekere wetten en besluiten, in het Staats blad voorko'ménde,' in een door hem uit te geven wérk over te nemen; Men meldt bit '«Gravenhage v.n den nden dezer: Méden thorgeft Is tin het hdtel van Z. K. H. den Erfprin» van Oranje het volgende bulletin bekend gemaakt: H. K. H. Mevrouw de Erfprimes van Oranje bevindt zich in den zélf. den gnnstlgèn toestand al» gisteren. De jonge Prins is welvarende. (Get.') Everard. Wellenbergh. Van dén iidets September. Het bulletin, omtrent de gezondheid van H. K. H. Mevrouw de Erfprlnses van Oranje, luidt heden als voigt: Hoezeer de dag van gisteren zoo goed niet gétóeest is ais de vorige, zoo li de toestsnd van H. K. H. Mevrouw de Erfprinse» van Oranje heden vol. doende. De jonge Prins bevindt zich welvarende. (Get.) Everarö. Wellenbergh. Dit bulletin is het laststehetwelk er nopens de Vorstelijke Kraamvrouw én de jonggeborene wordt uitgegeven. Nu: men verneemt, zijn de kerkbesturen dér Onderscheiden gezindhe den aangeschreveneené dankzegging te doen plaats hebben voor de geluk, kige bevalling van H. K. H. de Erfprinses van Oranje en van H. K. H. Prinses illbert Vïn Pruissen, erï tevens Hoogitderzelver spoedige herstelling van deh Almsgtige af te stBéken. Met den laatsten dezer maand zal Zijner Majs. brik Pegasus, liggende te Hellevoetsfnis en onlangs uit de West-Ifidiën terug gekomen, buiten dienst worden gesteld en Opgelegd, terwijl de bevelhebber van dezen bodem, de Kapitein-Luitenant ter zee C. J. F. Meurer, met de verdere daarop dienende officieren, alsdan op non-activiteit zullen worden gebragt. Zijne Maj. heeft bepaald, dat, ter bekoming van restitutie of afschrij. ving van plaatselijke belasting voor de te Maastricht uitgevoerd wordende wijnen en sterke dranken, de formaliteiten, voorgeschreven bij Koninglijke besluiten van 18 October i8a6, N°. 107, en 5 October 1828N°. 203, voor- SMU niet zullen behoeven In acht te worden genometi, voor zooveel de uit- yoer geschiedt naar de steden, alwaar almede eene plaatselijke belasting op deze impost subjecte spetien wordt geheven. Door Zijne Maj. zijn dezer dagen eervol nit 's Rijks dienst ontslagen: Jhr. A. L. van Heteren Gevers en Mr. Af. IVitsen Elias, Agenten van het Pomein, de eerste te Gravenhage, dé tweede te Amsterdam, en in hunne plaats zijn aangesteld tot Agent van het Domein te *s Gravenhage Mr. H. Baron Collot d'Éscury, tot dus verre Agent van het Domein te Alkmaar, en tot Agent van het Domein te Amsterdam, de heer J, M. Benteijn, Ter ver- vsoging van den heer Baron Collot d'Escury, is benoemd tot Agent van het Pomein té A'kriiaar de heer G. Berman, Oütyanger der registratie te Weesp. Zijr.e Maj. de Roning heeft aan een groot deel officieren,van hoogeren ep lageren rang,die laatstelijk op non-activiteit gesteld waren .pensioen verleend. De Provinciale Staten van Groningen zijn door Zijne Maj. aangeschre ven om tegen den isden dezer bijeen te komen, ten einde te voorzien in twee plaatsen van de ïweede Kamer der Staten-Generaal, waarvan de een Is opengevallen door het overlijden van den heer Brongers, en de andere door het benoemen van dén heer van Svinderen tot Rensuma tot lid vin de Eerste Kamer, De respective Gouverneurs zijn door den Minister van Financiën aan, geschreven, onj te zorgen, dat het werk der plomberingen ten allen tijde ónder de verantwoordelijkheid, het toezigt en ten overstaan van visiteuren, sis een gedeelte hunner bemoeijingen uitmakende, geschiede; dat deze be- imbten zich echter, wst het werktuigelijk verrigten dezer werkzaamheden belieft', rU het stellen, toeknijpen en afnemen der looden enz., kunnen doen assisteren, mits zorg dragende, dat door zoodanige assistenten slechts geene fooijen, giften alsanderzinsvan welken aard of onder welke benaming, van belanghebbende schippets of anderen worden aangenomenwaarvoor zij visiteurs, evenzeer als voor de behoorlijke en doelmatig aangelegde plom- bering en verzegeling, persoonlijk verantwoordelijk worden gesteld. Men verneemt, dat de nominatie voor Secretaris, van de kamer van Koophandel te Amsterdam, ter vervanging van Zijne Ëxc. deh heer Rochus senMinister van Financiën, bestaat uit de heeren Mr. P. P, van Bosse, J. C. s' Jacob en. Mr. Berg. Uit Utrecht wordt van den loden September gemeld: De heeren Noël Simons en J. Clifort, leden der Utrechtsche Commissie, benevens de Secretaris, de heer van IVest, zijn eergisteren van hier vertrok ken. v,Heden heeft de heer de Caille zich naar Brussel begeven. Tot de terugkomst van die heeren zijn de zittingen, gestaakt. Gisteren is de Baron van PVijkersiootBisschop van Curium, alhier aan. gekomen, om op heden de nieuwe Roomsche Augustiner-keikop de Oude Gracht, bij de Waardpoort, in te wijden. Deze inwijding was op heden be paald, den naamdag van den heiligen, aan wien de kerk is opgedragen, aan St. Nicolaas, uit Tolentino, een stadje in den Kerkelijken Staat, alwaar deze St. Nico/aas in 1239 werd geboren, als kannonik leefde, tot de Angustiner orde overging, beroemd werd om zijne deugden, en den 10 September 1310 overleed. De kerk-lnwijding heeft met veel plegtigheid plaats gehad, waar. over wij welligt een nader verslag zullen geven. De mis van Beethoven is door een wel bezet koor en orchesc, onder bestuur van den stad muzijk- directeur Kufferath, uitgevoerd. Tot het bekomen van een geheel nieuw zang-personeel had de heer va» der IVurf zich reeds ij jaar bezig gthou. den. De koren werden fiks en juist uitgevoerd, en velen der solo-stemmen voldeden inadeze zoo groote kerk zeer goed. Van den 11 September. De teregtzitting der Arrondissemeuts-Regtbank alhier van II. Dingsdag, Woensdag en Donderdag zijn aan de behandeling der, in vele opzigten belangrijke, zaak van Mevrouw van Amerongen gewijd ge, Weest. Bij de opening der debatten heeft het Publiek Ministerie, bij monde van Mr. Nepveu. tot Ameide, andermaal een kort exposé van de zaak gegeven, en. zijn.de getuigen, die velen in getal waren, aehtervolgensen zonder belangrijke incidenten, alsook laatstelijk de beklaagde gehoord. Deze lang. durige debatren werden door den waarnemenden President heere Mr. J. F, Baron van llheede van Oudshoornmet eene merkwaardige onpartijdigheid bestuurd. Hierna heeft het Publiek Ministerie een ampel gemotiveerd requi. sitoir voorgedragen, strekkende tot schuldig verklaring der beklaagde en toe, passing der art. 309 en 311 van bet strafwetboek. Daarop heeft de heer Mr. S. P. Lipman, met deszelfs gewone welsprekendheid, de verdediging der beklaagde voorgedragen. De krachtvolle en wegslepende rede van dezen geachten pleitbezorger, die zich zoo meesterlijk van zijne veelomvattende taak heeft gekweten, werd niet slechts door de regtbank met onvermoeide aandachc gehoordmaar heeft bij het talrijk publiek eene zigtbgre belang- stelling verwekt. Na repliek zoowel van het Publiek Ministerie als van den verdediger, heeft de regtfiank de uitspraak van het vonnis bepaald op aan. staanden Donderdag 17 dezer. Ilir Groninu<«} ipeldt men van den 9 September: De Arrondissements-Regtbank alhier, uitspraak doende in de zaait van Meeter, zonder beroep, J. H. Bolt, Boekdrukker, J. IV. Oving, zonder beroep, te Gioiiingen, J. A. FetzTooneelspeler, te 's Gravenhage, en A. Senilis, zonder beroep, te Groningen, heeft heden de beide eerstgenoemde beklaagden, veroordeeld tot eene gevangenisstraf van vijf jaren, solidair in eene boete van f 100, en,dén tweeden beklaagde bovendien in eene boete van ƒ50; den vierden beklaagde tot eene gevangenisstraf van twee jaren, en den vijfden tot eene gevangenisstraf van zes maanden, alle deze beklaag den in de kosten van het proces; en zulks terzake van wanbedrijven, voor, zien bij de wet van 1 Junij 1830 (Staatsblad N°. 1$), mitsgaders bij art. 222, 367, en volg., art. 43d, in verband met art. 307, art. 59 en 60, en art. 55 van het wetboek van srrafregt, eD aan de beklaagden respectlvelijk ten laste, gelegd; terwijl bij hetzelfde vonnis J. IV. Oving is vrijgesproken. Meeter en Sonius hebben in persoon hunne verdediging voorgedragen. Bolt werd ver. dedigd door Mr. A, Pdhleg, en Oving door Mr. J. L. Schaap. De beklaag, de Fetz is op de dagvaarding niet verschenen. CHINA. Brievenmalen nit Britsch-Indie aangekomen, melden, dat de uitgeruste vloqt tegen China, bestaande uit 3 linieschepen, 2 fregatten, 12 kleine, oorlogs-vaartuigen en 19 schepen mer troepen, den 20sten junij in de wa. teren van Canton was aangekomen. Men meende, dat de Engeljchen eersc de forten aan de rivier van Canton zouden vermeesteren en zich dan te Macao zouden nederzetten. In de, Times, de bovenstaande tijdingen mededeelende, leest men nog het volgend artikel: Laten, bij dit alles, de Ministers zich niet vleijendat China een vijand Is„ dien zij verachten kunnen, of dat, zoo het al te verachten waredat riik, in deszelfs strijd met ons', alleen zal staan. De middelen van een rijk, dat drie honderd millioenen eener aan hetzelve onderdanige bevolking bevat, kunnen noch weinig in getal, noch gering in omvang wezen; en Rusland, terwijl het omtrent dit onderwerp een diep stilzwijgen houdt, is niet onop- lettend op onze bewegingen, en evenmin werkeloos in zijne pogingen om dezelve te leur te stellen. Weet Lord Palmerston wel, dat tegenwoordig eene Russischeambassade van Petersburg door Tartarije naar Peking op weg iszoo zij die Keizerlijke stad niet reeds bereikt heeftmet oograerk, om den Chinezen in hunnen naderenden worstelstrijd tegen Engeland moed bij te zetten, die onbekende wereldstreken nader te onderzoeken en hec Oostelijke Azie, door tusschenkomst van deszelfs opperheer, den Keizer van China, tegen ons te organiseren, op gelijke wijs als de poging reeds ondernomen is om zulks het Westelijke Azie te doen? Een oorlog mee Chinabijaldien de tegenwoordige omstandigheden tot zulk eene gebeurte nis leiden, zal geen kinderspel zijn, en zulk een oorlog is her, welken men zich onbedachtzaam en zonder reden op den hals gehaald heeft, terwijl aan de westelijke zoowel, als aan de oostelijke grenzen van ons Indisch rijk de vrede onzeker is, en terwijl in Europa het voorkomen der zaken met eiken dag dreigender wordt. - Men meentdat de onderhandelingen met de Chinesche Regering welke nog zullen beproefd worden voor dat tot vijandelijkheden overgegaan wordt,"door Kapitein Elliott zullen gevoerd worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1