i:veert renr Unle met Ultra-Ratliolijkfii al', en wel omdat hij In het Katholicisme eene godsdienst van half bijgeloof" ziet. ne heeren van Dam en Gevers blijven bij hunne gevoelen, en ook de heer Capes van Catten'jurch. Laatsigemelde weidde er over uit, dat de leden als door eene onoverwonnen vrees schenen gedreven te worden; waardoor zij de laatste hand zullen.leggen aan èen maarregel, de scheiding van Holland, dien hij als eert slag voor het Kijk bescliouwde. De heer Luyben verklaatt in naam zijner geloofsgenooten te moeten pro* teyeeren tegen alle beschuldiging door sommige sprekers gedaanalt of-de Katholijken onriist zduden verlangen. Zoodanige beschuldiging is lasterlijk. De kerk schrijft den Katholiiken als pltgt voor: gehoorzaamheid aan den Koning, onderwerping aan de wet, liefde voor zijn evenmensch en liefde voor het vaderland. De redenaar vraagt het of de Kathol(jk wanneer hij naar dezelfde voorregten haakt als de Protestant, of hij dart zaad van rwee- dragt werpt? liidien de Katholjjk gedwee de lasten draagt; indiéd hij zwijgt, wanneer hij de Protestanten ofschoon op vele plaatsen slechts een schtste der bevolking uitmakende, voorgetrokken ziet, dan is hij een braaf én vreed- zaam burger; doch naauweltjks spreekt hij, of tnen.duwt hein de meest las. terlijke beschuldigingen toe. De Katholijk zal echter bedaard langs den grond- wettigen weg voorrgaan om zijne gelijkheid van regten te doen gelden, dcch met kracht spreken, in de hoop, dat de Regering eindelijk aan zijne wen. schen gehoor moge geven. Men heeft aangevoerd dat het gering getal Ka tholijken in aanmerking komende bij het begeven van posten, aan geringer bevolking toe te schrijven was, en dat de Katholijken naar hunne populatie bedeeld waren. Ware dit het gevaldan zou hij niet sprekendan ware art. 92 der grondwet uitgevoerd; dan waren de Katholijken nergens uitge. sloten; dan waren er Katholijke Ministers; dan was er tneef dan een Ka tholijk lid in den Raad van State; dan waren er acht Katholijke leden in de Eerste Kamer der Staten-Generaaldan zonden uit alle provinciën een geëvenredigd getal afgevaardigden in de Tweede Kamer aanwezig zijn; dan zou niet in den Hoogen Raad niet dan een Katholijke zitting heoben. Als een anderen grond waarom de Katholijken niet gelijk met de Protes tanten bedeeld waren, heeft de redenaar hooren aanvoeren dat de Katho lijken mindere kunde en beschaafdheid bezaten. Dit is een hard woord. De redenaar wil het gelooven dat vroeger, toen de Katnolijken volkomen buiten alles gesloten werden, men zich minder op de staatkundige wetenschappen toelegde, maar hij betwijfelt het ten hoogste of dit na de emancipatie het geval is geweest. Men heeft gesproken van de lafheid der Regering om de katholijken toe te geveh. De redenaar zoekt dit te vergeefsof bestaat die toegevendheid in het verleenen van gelden tot het opbouwen van kerken, tot uitoefening van de godsdienst, welke vroeger in stallen en schuren plaats had. Zoo lang men onderdrukt werd, wist men zich, even als de eerste Christenen onder de Catacombes te Rome, in die schuren of stallen te be. heipen. De grondwet geeft ons thans gelijke regten eti dan mogen wij ook ketketi bon wen. Het heeft den spreker leed gedaan dat men de teedere snaar van grondwet enz. heeft aangeroerd; maar de handschoen is geworpen en hij moet dcnzelvcn opnemen, daar hij de beschuldiging op zijne geloofsgenooten niet kan laten rusten dat er een geest van onrust onder hen zou bestaan. Omtrent de schrikbare Unie waarvan een lid uit Gelderland gesproken heeft, zal hij het stilzwijgen bewaren, daar dezelve dooreen ander lid uit die zelfde provincie meesterlijk beantwoord is. Hij voegt er alleen bjj, dat hij, om geen tweedragt in de vergadering te verwekken van de verontwaardiging zal zwijgen, welke bij hem opgewekt heeft het gezegde dat zijn godsdienst een godsdienst van bijgeloof" is. Nog spreekt de redenaar over het onderwijs. Hij wedetlegt dat in de plaatsen, waarde meerderheid uit Katholijken bestaat, onderwijzers van die belijdenis zouden aangesteld zijn. In de plaats waaruit hij afgevaardigd is, is wel het tegendeel.waar. In andere bij hem bekende plaatsen is zulks evenzeer het geval. Ten slotte toont de spreker aan, dat in Belglc de scholen door het Gouvernement opgerigt achteruit gaan, terwijl de vrije scholen meer en meer bloeijen. Hij verzaakt, namens zijne geloofs genooten, alle monopolie in het onderwijs. De beraadslagingen gesloten verklaard zijnde, ging men ter stemming over, 84 leden hebben zich verklaard voor en 22 tegen de eerste voordragtwelke derhalve is aangenomen en aan de Eerste Keamer zal worden verzonden. Tegen hebben gestemd de heeren van Lynden van Hemmen, Romme, Green van Prinsterer, Gouverneur, ThorbeckeVerwey-Mejanvan Berkcl, Anemaet, van StyrumKempenaerSchoonevctdStorm Mastboomvan Sasse van Tsctt, Bleyswyck, van Nes, van Nagelt tot IVisch, van Dam van IsseltBoer acker Copes van Cattenburch, Luyben en Luzac De beraadslagingen over de volgende ontwerpen zullen morgen ochtend ten tien ure worden voortgezet. Zijne Exc. de Minister van Buitenlandsche Zaken heeft eenige zwarlghe. den trachten op te lossen, die er over het niet vertegenwoordigen van Luxem burg en Limburg, alsmede tegen de inlijving van Limburg zijn aangevoerd. I]ij tracht daarbij te doen zien, dat de Regering geen anderen weg te dezen heeft kunnen inslaan, dan zij gedaan heeft in de moeijelijke omstandigheden, die er na den afval van Belgie zijn ontstaan. Hij doet ook zien, dat het onmogelijk was, den Staten-Generaal den afstand van een deel van Luxem. burg en Limburg te onderwerpen. Wat had men moeten doen, indien de vertegenwoordiging den afstand had geweigerd. Had dan een Nederlandsch leger moeten optrekken, om tegen geheel Europa aan, Luxemburg en Lim burg geheel te behouden. De regeling der financiële betrekkingen tuschen Luxemburg en Nederland zijn vreemd aan de thans behandeld wordende wet, doch ter overvloede legt hij de verklaring af, dat, door de aannemeng der voordragt, geene de minste inbreuk op die regeling zal worden gemaakt. De Minister merkt op, dat de splitting van Holland thans uit een ander ge. zigtspunt moer worden beschouwd. Het heeft hem niet verwonderd, dat velen den geheelen gang van het bestuur hebben afgekeurd, omdat toch, even als elders, de discussien slechts spiegelgevechten zijn,om de magt van dezen of geenen ten toon te spreiden. Nu is het eene waarheid, dat de splitsing van Holland slechts tot plaatselijke beschouwingen heeft aanleiding gegeven, en dat er zoowel vóór als tegen die splitsing aannemelijke gron den zijn bijgebragt. Nu hoopthij.dat de argumenten tegen ligter zullen wor den bevonden, wanneer men bedenkt dat het bij deze voordragt een ander hooger staatkundig vraagstuk geldt. Hij verwacht dan ook, dat men bij de beoordeeling der stem die men zal uitbrengen, wel letten zal op tijdgenoot en nakomelingschap; dat men zich zeiven gelijk zal blijven in dit gewigtige oogenblik; dat men stelselmatig handelen zal; dat men het belang van den Siaai alleen op het oog zal hebben en tevens den moed bezitten, om zijne persoonlijke gevoelens aan de algemeene belangen des lands ten offer te brengen. Zijne Exc. de Minister van Justitie heeft het wederlegd, dat er in 1813 eenige overdragc van provinciale regten zou hebben plaats gehad, of eenige overeenkomsc dienaangaande zou zijn gesloten. Ja, wat meer is, er waren in 1813, onder de Commissie tot vervaardiging der grondwet van 1814, zelfs leden, die alle provinciale instellingen geheel afgeschaft hadden gewenscht te zien, onder deze behoorde wiilen de grootelKemper. Van den isten September. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden, zijn de beraadslagingen voortgezet over de ont werpen tot herziening der grondwet. Het allereerst is in behandeling het Ilde ontwerp, van de inhuldiging des Konings. De heer van Nes spreekt nog met leedwezen over het besnoeijen van het regt der Kamer op gisteren, men men, nadat de Ministers het woord gevoerd hadden, de discussien heeft afgeu-oken, en alzoo aan sommige leden de be voegdheid heeft ontnomen tot het be-ntwoorden der Ministers. De lieer Luzac deelt dit gevoelen evmeens. Hij maakt der Kamer op. merkzaimdat het verkeerd 's de eene voorn,,met dc andere te verwar renals leidende dit tot.eene mengeling, die alleen verwarring der eenvou. digste quaestien voert. Zoo was bet gisteren mee, eene Kerk— dan eene Si3sts-vergadering. Daar het hem gebleken is, dat de Kamer geen stelsel, illatigen tegenstand wil, om iets meerders of beters te verkrijgen, zoo volgt hij zijn vroeger gevoelen, dat namelijk de nitgebragte stemming voor de eerste wet zijne stem voor de andere zou regelen. Met de onderhavige wet kan lij) zich vereerigen. Het ontwerp in omvraag gebragt zijnde wordt met 94 tegen 12 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd de heeren: Thorbecke, RemtneLuyben, van Dam van IsseltMastboom Storsn Gouverneur de Kempenaer BoerackerStoel tot Oltthuis, Nagelt tot IVisch en van Sassen van Tsselt, Alsnu komt in beraadslaging het ontwerp III v<a» den Raad der State. De heer Groen van Ptinsterer vindt het belemmerend voor Z. M.; dat dé leden van den Raad van State zoo veel mogelijk uit 4alIe de provinciën zulleri gekozen worden. Over den uitslag der stemming van gisteren sprekende vestigt hij nu zljni eenige hoop op de gewone wetgeving, en zou het betreuren wanneer ook die hoop niet 7.011 worden verwezenlijkt. Ter stemming overgegaan zijnde, is ook dit ontwerp met eene meerder heid van 94 tegen 12 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd dezelfde leden boven genoemd. j Betrekkelijk het JVde ontwerp, van de zamenstelling der Staten-Generaal, hebben de heeren Thorbecke en van i tb ar da zich over de ongelijkmatige ver. deeling van het getal der Tweede Katner beklaagd. De bevolking behoorde daarbij eenig ten grondslag te verstrekken. Men meende daarbij dat de be. paling van het getal leden niet in de grondwet te huis behoort en aan de wet behoorde te worden overgelaten. De heer van Isch van fVyck heeft het stelsel van verkiezingen hier te lande verdedigd en het ongegronde van het door de vorige sprekers aange. voerde, trachten aan te toonen. De heer de Kempenaer doet zien, dat het ontwerp op geene beginselen «teunt, en dac er, bij de bepaling van het getal leden der Tweede Kamer, geen maatstaf hoegenaamd is gevolgd. Hij bestrijdt ook de vaststelling van het gering getal leden der Eerste Kamer, hetgeen hjj strijdig oordeelt met- de belangen des Volks. De heeren Schiamelpenninck en Spandaw betuigen hunnen dank, dat giste, ren zoo vele leden der Kamer hun bijzonder gevoelen aan het algemeene belang hebben opgeofferd. De eerste spreker zal thans ook zijne bijzondere opinien, om het algemeen belang te bevorderen, opofferen. De heer Spandaw doet zien, dat de aanneming van het ontwerp op gisteren, de goedkeuring van het tegenwoordige ten gevolge moet hebben, daar anders het besluit op 1 gisteren gevallen geen gevolg zou hebben. De heer Groen van Prinsterer vermeent, dat zij, die gisteren tegen gestemd hebben, om de splitsing van Hollind, zich gelijk behooren te blijven ets ook thans tegen zullen stemmen. Het ontwerp wordt daarna aangenomen met 90 tegen 16 stemmen. Tegen hebben gestemd de heeren: Groen van Prinsterer, Thorbecke, Rommcvan Berkel, Luyben, van Dam van Isselt, Mastboom, Storm, GouverneurLuzac, Kempenaer, Boeracker, Snouck Hurgronje, Stoet tot Oldhuysvan Nagel tot IVisch en van Sassen van Tsselt. Het Vde ontwerp, nopens de vervallenverklaring van art.98der grondwet, houdende bepaling, dat de zittingen der Staten-Generaal om het jaar ook te Brussel zullen worden gehouden, ia, zonder beraadslaging, met 95 tegen 11 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd dezelfde leden, die alle de voordragten afstemmen, behalve den heer Sleet tot Oldhuis. Ontwerp VI, nopens de uitoefening van het Stemregt en de Kies-Colle. gien, werd na eenige discussie, met 89 tegen 17 stemmen aangenomen. Ontwerp VII, van het inkomen der Kroon, werd, mede na eenige discus, sie, met 93 tegen 13 stemmen goedgekeurd. Ontwerp VIII nopens art. 60 der grondwet, betrekkelijk de Oost, gaf tot' eene vrij levendige discussie aanleiding, waarin, onder anderen, de heer, Luzac eene belangrijke rede uitsprak tegen de wet, als geene waarborgen opleverende voor het rigtige beheer onzer koloniën. Dat bestuur mag niet aan de Volksvertegenwoordiging ontrokken worden. Zelfs in de staatsrege. ling, welke Lodewijk Napoleon van zijn* despotieken broeder medebragt, be. Stond zoodanige bepaling, Ten slotte werd het ontwerp met 86 tegen 20 stemmen aangenomen. De vergadering ging daarna uiteen tot morgen ochtend ten 10 nre. Den 3osten is per telegraaph te '1 Grtvenhage het berigt ontvangendat H. K. H. Prinses Albert van Pruissen den 27 Augustus te Camenz van eene Prinses bevallen is. De moeder en jonggeborene bevonden zich in goeden welstand. De 2j pCt. Werk. Schuld, waren aan de Beurs te Amsterdam tien 3isten Augustus 5li; de 5 pCt. 99}; Ksnsb. 22{; Hand.-Mants. 4} 168J; I laar!. Spoorw. 98 J; dito Rhljn 97}. Spaansche Ard. 5 pCt. 22 j 5 Ard. Coup. 17/,. Rusl. 5 pCt. 105. Wegens de uitvoerigheid der binnenlandsche berigten, zijn wij genood zaakt de buitenlandsche, die evenwel van weinig belang zijn, thans weg te laten. 181ste Koninklijke Nederlandsche Loterij. Trekking der Derde Klasse. tste Lijst. N°. 17714 eene premie van ƒ1000. N". 10408 een prijs van :ooo. 2de N°. 7364 een prfis van f 1500. N°. 8676 een prijs van f 1000. 3de N°. 15240 een prijs van 1500. N°. iiötven 2613 iedereen prijs van 1000. 4de N°. 14119 een prijs van f 1000. Heden overleed, ten huize van zijnen Broeder, F. W. van Andel Wkijers, Predikant alhier, de oudste mijner gelteftje TweelingzonenPIE- TER JAN HENDRIK, Student aan de Leydsche Moogeschootin den ouder, dotn van ruim twintig Jaren. Zijn leven is voor mij en de mijnen een gedu rige vreugde geweest: zijn dood is voor ons allen eene harde beproeving. Spyk, bij Gorinchem, A. P. VERMOOTEN, 25 Augustus 1840. Weduwe J. H. Weijers. Eenige Kennisgeving. OPENBARE VERKOOPING. Op Zaturdag den ipden September 1840, des avonds ten zes ure, zal men in het Heeren-Logement aan den Burg binnen Leyden, publiek doen Veilen, Afslaan en Verkoopen: N°. 1. Eene van ouds gerenomeerde en onlangs veel1 verbeterde GRIJN- en MANUFACTUUR-VERWERIJmet vier Blauw kuipen, negen zoo groote als kleine koperen en tinnen Ketels en hetgeen verder tot eene welingerigte Verwerij is behoorende, met een daaraan verheeld HUIS efi ERVE, voorzien van verscheidene zoo behangen als onbehsngen Kamers, meest alle met Stookplaatsen, Keuken, Kelder, twee Binnenplaatsen, drie Droogzolders, Meidenkimer en groote Tuin; stiande en gelegen binnen Ltyden, aan den Rhijn of het zoogenaamde Galgewater, Wijk V. N*. 288 en 288 A; Kadaster Sectie B, N°. 103 en 104. En N°. 2. Een HUIS, KOETSHUIS en STAL, staande en gelegen als voren aai den Rhijn of het zoogenaamde Galgewater, Wijk V.N°.289 A en B; Kadaster Sectie B, N°. 106. Zullende de voorschreve Perceelen door een ieder kunnen worden bezig- tigd des Dingsdags en Vrijdags van iedere week, des voormiddags vsn 10 tot 12 Uren. Breeder hij Billetten omschreven en inmiddels nadere Informatiën te bekomen ten Kantore van den Notaris A. ZUURDEEG, te Leyden voornoemd. Bij dc Wed. ANTHONY de KLOPPER em ZOON, te Leydea.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2