onvoorzigtig genoeg tot op de srr:at uitgestald. Eenige kinderen vermaalden zich in de buurt met het afsteken van krappers en zwertne;r3 vu de?er laatste vloog in den winkel van den heer JJvelin. De vonken deelden zich mede aan bet zich aldaar bevindend vuurwerk. De uitbarsting was geweldig en het huis in een oogenblik met rook en vlammen vervuld. De schok was zoo hevig dat de zoldering bezweek en de brand zich dadelijk tot de tweede verdieping verspreidde. Daar lag mevrouw JJvelin in gevorderde zwanger schap en ongesteld te bed. In een ander vertrek bevonden zich haar negen jarig zoontje en het zoontje van een der buren. Twee jongere kindeten waren gelukkig uit wandelen. Dadelijk na de uitbarsting vloog de heer JJvelin het brandende huis bin nen, om te trachten zijne vrouw en kinderen, die hij allen bijeen dacht te vinden, te redden; maar het was Item onmogelijk door de vlammen heen te dringen. Nu vloog hij naar den zolder van een der belendende huizen ea het gelukte hem, zich langs het dak te laten glijden tot aan het raam van het vertrekwaar de beide kinderen zicb bevonden. Door den rook half verblind greep hij er evenwel een, het was het kind zijns buurmans; deze op eeae veilige plaats gezet hebbende, stak hij den arm andermaal door het raam, zijnen zoon roepende; deze verscheen, maar reeds half bedwelmd, hij greep hem bij het hoofd maar de enkele mttts bleef hem in de hand en het kind zelf storte achterover in de vlammen, tot Iaatsten kreet uitroe, pende, O mijn Vader! De heer JJvelin wilde nog eene poging wagen, maar de brand nam zoo geweldig toé, dat de omstanders het niictelooze en roekelooze hiervan in ziende, hem met geweld van daar scheurden. Uitgeput en der wanhoop ten prooi, verviel hij eerst in eenen staat van woede, maar weldra stortte hij magt- en bewusteloos op den grond. Intusschen waren de brandgasten met hunne spuiten toegesneld, maar het was te laat, het huis was niet meer dan eene felle vlam, waarin het onmogelijk was in te dringen. De brand was reeds tot het belendend hnis overgeslagen, maar hier gelukte het nog denzeivenna eenen arbeid van drie urente vermeesteren. Toen later het vuur geheel gebluscht was, doorzocht men de pumen tot opspo. ring der lijken van de beide slagcoffers. Men vond ook werkelijk het lijk of beter gezegd het sehelet van mevrouw JJvelinwant al het vieesch was verbrand en er was niets meer overig dan het zwart verbrande gebeente. Eerst na herhaalde opgravingen vond men ook het lijkje van het kindniet minder misvormd dan dat der moeder. De heer JJvelin is, in eenen toestand, die aan het behouden van zijn leven doet wanhoopen. Een bediende van den heer IJvelin zou door een noodlottig misverstand bijna op eenë vreeselijke wijze mede het slagtoffer zijn geworden van zijnen ijver om zijne meesteres en de beide knaapjes, zoo mogelijk te redden. Er was een ladder geplaatst tegen een der ramen van de derde verdieping waar men hoopte dat mevrouw IJvelin hare toevlugt zou hebben kunnen nemen. De bediende, met name Legoufil vliegt dien ladder op en klimt het raam in, maar hij vindt niets dan eene koffer, die bij het raam uit werpt. Het niet langer in het huis kunnende uithouden wil hij weder afklimmen; maar het beneden staande volk zich verbeeldende, dat hij, zonder zich aan de personen te bekreunen, er enkel op bedacht was geweest, om de koffer, die het zijn eigendom waande, en die dit evenwel niet was, te redden, trekt den ladder van het raam terugzoo dat hetp geen ander redmiddel ovetschoot, dan uit het raam op een zich lager bevindend afdak te springen. Gelukkig is hij onbezeerd gebleven, T U R K Y E. Uit Konstantinopel schrijft men van den 22sten Julij, dat in die stad onder de Grieken, die onderdanen van^Koning Qtho zijn, de grootste verwarring heerschte, daar hun aangezegd was, om óf het Turksche Rijk te verlaten, óf onderdanen van den Sultan te worden. Wat de oorzaak van dezen maat regel is, weet men niet, daar sommigen het daaraan toeschrijven, dat het handels-tractaac niet door den Koning van Griekenland geratificeerd is, ande ren, aan de gehechtheid der Grietten jegens den afgezetten Groot-Vizier Chosrew-Pacha. Al de winkels der Grieken zijn gesloten en verzegeld. Andere berigten uit Konstantinopel ontvangen, van den 22sten des avonds, melden nog hoofdzakelijk het volgende: Voor het vertrek van den zendeling van Mehemei-Ali, had niet alleen deze maar ook de Fransche Afgezant, de Graaf Pontois, ingevolge nieuwelings van zijn Gouvernement ontvangen depêches, de Porie aangezocht om in onmiddellijke onderhande ling met Mehemed-Ali te treden, doch daarop had Resckid-Picha wederom verklaard, daarin niet te kunnen treden. Uit Aiexandrie verneemt men van den 27 Julij, dat de Fransche Zaak gelastigde, de heer Perier, die de last had Mehemed-Ali tot eene wijziging zijner vorderingen over te halen, daarin niet is geslaagd, daar Mehemed on. verzettelijk bij zijne eischen bleef en alleen met de Porte wilde onder handelen. Men heeft over Aiexandrie berigten omtrent de bewoners der binnen landen van Afrika, in de nabijheid der Bahr-el-Abiad of Witte Rivier, een der verst zich uitstrekkende boven-armen van den Nyl; betrekkelijk welke inlanders de jongste expeditie van Mehemed-Ali verscheidene bijzonderheden heeft doen kennen. Ofschoon menschen en dieren er in groocen overvloed waren, zag men er geen spoor van woning. Het volk was in kabylen of stammen verdeeld, van welke elke eene verschillende taal sprak, van de overige volkomen onafhankelijk was en door eenen Vorst geregeerd werd, die als onderscheidingsteeken een hembd droeg, cerwtjl al zijDe onderdanen raakt gingen. Om warm te liggen (wam in de keerkringlanden zijn de nach. ten koud) gaan zij in de heete asch slapen. In het begin weigerden zij de expeditie van voorraad te voorzien, maar toen men uit de booten op ben vuurde, en er eenige sneuvelden, begonnen zij allen die in de schuiten waren als zonen der godheid te beschouwen, hen te aanbinden, en hun met eer. biedige onderwerping alles te brengen, wat zij bezaten. RUSLAND. In de oostelijke streken van Polen zijn er groote troepen-bewegingen naar het zuiden, |alsook uit Podolie, Volhynie en Litthauen; welke de bestem, tning dier troepen was, was onzeker. Twee derden der Russische magt was nu reeds in de gewesten, aan de Zwarte zee grenzende, bijeengetrokken. De nieuwe wet tegen de Poolsche deserteurs is zeer streng, maar schijnt noodzakelijk geworden te zijn door de menigvuldige desertien onder de Po. len, die bij het leger aan den Kaukasus zijn ingelijfd. Voor iederen deser. teur moet de gemeente, waaruit hij afkomstig is, eenen nieuwen rekruut in de plaats stellen, die zelfs dan in dienst bljjven moet, wanneer de eerste van zelf terugkeert of opgevangen wordt. De'Russische Minister van Binnenlandsche Zaken, de Graaf Stroganoff, is den 4den dezer van zijne zending naar de met misgewas bedreigd wor dende Gouvernementen, Kaluga, Tula, Rjasan en Tamboff in Petersburg ternggekeerd. Iets naders dien betreffende wordt niet gemeld. Uit Petersburg meldt men van den 5 Julij, dat volgens de berigten uit het binnenland, het gewas van Maart een vrij goeden oogst beloofde, doch dac hetzelve slechts gedeeltelijk of te laat in de behoefcen der gewesten, die gebrek lijdenzou kunnen voorzien. SPANJE. Volgens een bevel der Koningingeteekend Barcelona 30 Julijis er eene buitengewone oorlogsbelasting uitgeschreven voor dit jaar, van 180,000,000 realen (de reaal is 17JC. Hollandsch,) waarvan 130 millioen op den grond, eigendom en den landbouw en 50 millioen op den handel en nijverheid zullen geheven worden. De Prins Erwt van Saksen-Koburg was den 3isten Jnlij te Barcelona aangekomen had met de beide Koninginnen eene wapenschouwing over de troepen gehouden, en was den 4<ien Augustus naar Marseille vertrokken, waar hij sedeit. aangekomen is. Men heelc berigten nit Madrid van den4den, welke niets belangrijks aanbrengen. Van Sevilla had men vernomen, dat aldaar een soort van opstand geweest was, waarbij de persen van een aldaar uitkomend dagblad door liet gemeen wa en vernietigd geworden. De stad Murcia was ook wegens oproe. -rige tooneelen .welke in dezelve hadden plaats gehad, in staat van beleg gesteld. De Engelschen hebben de haven van Los Passages nietalleen niet ver laten, maar zij zijn in de laatste dagen zelfs aan het versterken van dat punt begonnen; de hevelhebber van het Fransche fregat, Uermionc, dat aldaar gestationeerd was, heeft tegen die handelwijs geprotesteerd. Ofschoon de voornaamste Carlistische legerhoofden Spanje verlaten hebben, zoo zwerven nog onderscheiden kleinere of grootere Carlistische benden rond; een van dezelve heeft een convooi van Mauresa naar Ignalda in Arragon aangevallen, doch is met verlies teruggeslagen. Het Carlistische legerhoofd Tristany is nog niet uit Spanje verwijderd; hij wil, volgens zijn zeggen, de laatste zijn, die Spanje verlaat; ook Tallada bezet nog het lort Collada van Alpuente. De troepen der Koningin hebben te Puycerda 8000 geweren gevonden, welke belangrijke vond 00 een millioen realen begroot wordt. DUITSCHLAND. Uit Berlijn meldt men van den 9 Augustns: Naar men verneemt, zullen HH. MM. de Koning en Koningin den iaden dezer van hier naar Dresden op reis gaan, aldaar twee dagen aan het Sak. sische hof doorbrengen en zich van daar naar Erdmansdorff en Fiscbbactl begeven, alwaar Hoogstdezelve de Keizerin van Rusland met de Grootvor stin Olga en Prinses Maria van Darmstadt, alsmede den Hertog en Hertogin van Leuchtenbergwelke Iaatsten uit Petersburg derwaarts zouden komen, zullen aantreffen. Den 25sten zouden HH. MM. over Landsberg en Ma. rienburg, de reis naar Koningsbergen voortzetten, om den29Sten aldaar aan te komen. HH. MM. zouden dan de veldmanoeuvres van het aldaar vereenigde iste legercorps bijwonen en, na de huldiging op 10 September, den i2den over Dantzig, Stargard en Stettin naar deze hoofdstad terugkeeren, om al. daar den 20 September hunnen plegtigen intogt te houden. Deo 24sten dier maand beginnen alhier de herfstmanoenvres der garde. Uit Frankfort meldt men van den 9 Augustus Heden zijn H. M. de Keizerin van Rusland, de Grootvorstin Olga en de Prinses Maria van Darmstadc, de verloofde van den Russischen Grootvorst- Troonopvolger, uit laatstgenoemde plaats haar Petersburg vertrokken. Hoogst, dezelve zullen beden te Fulda overnachten, en van daar naar het slot Fisch. bach In Silezie voortreizen, aldaar eenige weken vertoeven, en zich alsdan naar Petersburg begeven. Hartroerende was het afscheid der Prinses Maria van hare Dourluchcige ouders. GROOT-BR IT ANNIE. Londen den 11 Augustus. Heden namiddag heeft Hare Maj., vergezeld van haren gemaal, het Parlement met de volgende aanspraak gesloten: „Mylords en Heeren! 35 De staat der openbare aangelegenheden maakt het my mogelijk deze zitting van het Parlement te sluiten, en terwijl ik u van uwe tegenwoordigheid ontsla, moet ik u mijnen dank betuigen voor de zorg en den ijver, waarmede gij u van uwe gewigtige pligcen gekweten hebt. lk ontvang bij voortduring van (volgens het Journal de la Hayezou deze uit drukking gelijk staan met van de) vreemde Mogendheden verzekeringen van derzelver vriendschappelijke gezindheid en van haren vurigen wenschdat de vrede bewaard moge worden. 3, lk wensch u geluk met het einde van den burgeroorlog in Spanje. Daar het doel, waarmede de viervoudige overeenkomst in 1834 gesloten was, thans bereikt is, l>en ik in onderhandeling met de Koningin van Spanje, ten einde de scheepsmagt terug re roe pen, welke ik, ten gevolge van die overeenkomst, tot hiertoe aan de noordelijke kust van Spanje had doen verblijven. „Met genoegen berigt ik u, dat de geschillen met de Regering van Napels, waarvan de grond en de oorzaken aan u bekend zijn gemaakt, door de yriendschappelijke bemid deling van den Koning der Franschen, op den weg der vereffening gebragt zijn. „Évenzeer verheugt bet mij ter uwer kennis te brengen, dat de Regering van Portu gal schikkingen getroffen heeft ter voldoening aan zekere billijke vorderingen van eenigen mijner onderdanen, en ter betaling van eene som, welke volgens de bepalingen der over eenkomst van 1827 aan dit land verschuldigd is. I11 overieg mét den Keizer van Oostenrijk, den Koning van Pruissen, den Keizer van Rusland en den Sultan, heb ik niaatiegelen beraamd, berekend om de duurzame bevredi ging van de Levant te bewerken, de ongeschondenheid en onafhankelijkheid van het Ot- tomannische Rijk te handhavenen daarenboven nieuwe zekerheid te verschaffen aan den vrede van Europa. De gewelddadige beleediging van eenigen mijner onderdanen door de ambtenaren des Keizers van China en de onwaardige bejegening eenen agent mijner kroon aldaar aange daan, hebben mij genoodzaakt eene land- en scheepsmagt naar de kust van China te zen den, ten einde schadevergoeding en voldoening te eischen. Met genoegen heb ik mijne goedkeuring gehecht aan de wet tot regeling der munici» pale corporatien in Ierland. Ik vertrouw dat de wet, die gij daargesteld hebt, ter verdere uitvoering van de rap porten der Commissie voor de kerkelijke aangelegenheden, de heilzame uitwerking zal "hebben van de kracht der gevestigde kerk te verhoogen, en beter te voorzien in net godsdienstig onderwijs van mijn volk. lk heb met voldoening den uitslag opgemerkt van uwe beraadslagingen omtrent Canada- Het zal mijn pligt zijn de door u aangenomen maatregelen in dier voege in werking te brengen, dat, zonder het gezag der uitvoerende magt te benndeelcn, aan d: wenschen mijner onderdanen voldaan en in de duurzame welvaart en veiligheid van mijne Noord-Aiiierikaansche provinciën voorzien worde. De wetgevende vergaderingen van Jamaica hebben zich bezig gehouden met de voor bereiding van wetten welke noodzakelijk of nuttig geworden zijnten gevolge van den veranderden staat der maatschappij. Eenige dezer wetten behoeven herziening en verbe tering maar ik het> alle reden om welmeenende medewerking der wetgevende vergadering van Jamaica te verwachten in de heilzame pogingen tot verbetering van den ligchamelij- ken en zedelijken toestand van de bewoners dier kolonie. Het gedrag der vrijgelaten negers in geheel West-Indië heeft zich onderscheiden dooi de onderworpen gehoorzaamheid aan de wet en door ceiie vreedzame houding in alle de betrekkingen van liet maatschappelijke leven. „Mijne Heeren van het Huis der Gemeenten! 3, Ik dank u voor de middelenwelke gij toegestaan hebt voor de dienst van het jaar. 3, lk betreur liet, dat er noodzakelijkheid bestaan heeft om meerdere lasten aan mijn volk op te leggenmaar ik vertrouw dat de middelenwelke gij aangenomen hebtom in de behoeften der openbare dienst te voorzien, berekend zijn om zoo weinig mogelijk op de verschillende klassen der maatschappy te drukken. Mylords en Heeren! „Naar uwe haardsteden terugkeerendezult gij daar de taak wederom opvatten, die gij zoo zeer ten algemeenen nutte en voordeele vervult. Het is mijn vurige wensch de rust zoo wel binnen- als buiten 's lands te handhaven. Mijne pogingen zullen opregtelijk en onveranderlijk gerigt zijn op de verwezenlijking van dat voor de belangen van dit land en voor het algemeene welzijn des mensclidoins zoo gewigtige doel, en. verzekerd van uwe medewerking en ondersteuning, vertrouw ik nederig op de vaderlijke zorg en voortdurende bescherming der Goddelijke Voorzienigheid." Onder de personen, die de plegcigheid hebben bijgewoond, telde men ook den Koning en Koningin der Belgen, Na het eindigen der troonrede heeft de Lord Kanselier, uit mam van Hare Maj., het Parlement tot 8 October geprorogeerd. In het Huis des Lords heeft den dag voor de sluiting de Bisschop van Londen bewerkstelligd, dat de stukken betrekkelijk de afgodsdienst in Indie, welke de Bisschop beweerde, dac door de Engelsche Regering te sterk on- dersceund werd, aan het Huis zouden worden overgelegd. Berigten van de Kaap de Goede Hoop van den 22 Mei melden, dac de in de Kaapstad heerschende kinderziekte eenigzins tot staan scheen te komen. De Kaffers gingen aan de grenzen der kolonie voort met vee te rooven, hetgeen zelden terug bekomen werd, daar hun spoor zich weldra in de bosschen verloor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 3