Men verzeketa,,. Jat J'iijne Exc. Je Minister van Financiën zich reeds ernstig bezig houdt meüïïet ontwerpen van middelenom zijn zoo vee! oin. vattend en belangrijk departement, met slie de ambtenarendie, wat de inning der belastingen betreft, to: hetzelve behooren,op eene kleinere schaal in te rigten en daarbij die vereenvoudigingen en bezuinigingen in te voeren, waarvoor hetzelve maar eenigzins vatbaar is. Men ui! darde Minister daarbij van het denkbeeld zou uitgaan, om het getal ambtenaren zoo veel mogelijk te beperken, en in het bijzonder er zicti op toe zou leggen, weinige., maar ijverige en bekwame ambtenaren re verkrijgen, die dan ook goede bezdldin. gen zouden genieten. Men verneemt voorts, dat Zijne Exc. zich ijverig bezig houdt met bet ontwerpen van een aantal voorstellen omtrent's Rijks geldmiddelendie in de aanstaande gewone zitting der Staten-Generaal aan de Kamers zonden wor. den aangeboden en die ook ten doel zouden hebben, om des Ministers plan nen tot vereenvoudiging, te verwezenlijken. Men rekent algemeen op den ijver, de werkzaamheid en de minzasmheid van den nieuwen Minister. Men verneemt, dat het bekende voorstel tot wijziging van het regie, ment van orde, in het committé-generaal van jl. Zatutdag ter tafel gebragt, op gisteren door de vier geëerde voorstellers, ten gevolge der bedenkingen van de afdeelingen, is ingetrokken. De afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal hebben heden derzelver eerste vergadering gehouden over de aan dezelve voorgedragene 13 ontwerpen van wet tot wijziging der grondwet. Derzelver bijeenkomst heeft vrij lang geduurd. Morgen zullen zij daarmede voortgaan. Het Journol de la Huye bevat het volgende: Wij hebben voor ons het geschrift, waarvan aan de Staten-Generaal een exemplaar is aangebodenen dat eenige gedachten behelst over het middel om in de behoeften van den Staat te voorzienen dat over het tot dus verre gevolgde belastings-stelsei handelt. Dit geschrift, in het Hollandsch en Fransch opgesteld, en dat uitgegeven wordt bij den heer A. Zweesaardt te Amsterdam, is vervaardigd door den heer J. Stuartverificateur van de registratie enz. te Velsen, en schijnt ons toe, uit verschillende oogpunten, de aandacht van het publiek te verdienen. Door Mr. Dirk Graaf van Hcgendorp, Raad in het Provinciaal Reregts- hof van Holland is eene wederlegging uitgegeven van de uitspraak in de dubbele1 vergadering van de Tweede Kacner der Staten-Generaal, op den 6den dezer, ten zijnen aanzien gevallen. Naar men verneemt, wordt Zijne Exc. Sir E. C. Disbrowe, Britsch Gezant bij ons Hof, eerstdaags nit Londen in deze Residentie terugverwacht. Gisteren zijn in eene algemeene vergadering van het 's Gravenhaagsch departement der maatschappij ter bevordering van nijverheid, gevestigd te Haarlem, aan de heeren J. M. Boom en l'. Pynaker, beide alhier woonach. tig, op eene plegtige wijs uitgereikt aan elk de gouden medaille der maat schappij, met bijvoeging voor den laatstgetnelde eener premie in geld, hun in de laatstgehouden algemeene vergadering der maatschappij toegewezen; als aan den eerstgenoemde, voor de uitvinding van een werktuig om het jjs in bevrozen kanalen en vaarten te verbreken, en uit den weg te ruimen; aan den laatste, voor het vervaardigen van Oost-Indisch lakwerk. Tegen den aanstaanden winter-cursus kunnen er voor rekening van het fonds voor den landbouw in 's Rijks veeartsenijschool te Utrecht geplaatst worden, uit Noord-Braband, Holland, Vriesland, Overrijssel, Groningen en Drenthe één en uit Gelderland twee kweekeiingen. Zij moeten boven de 16 en beneden de 20 jaren wezen. Men schrijft oit Scheveningendat in den laatsten tijd het gebruik der zeebaden dagelijks aanmerkelijk is toegenomen. Het getal personen, dat er zich bevindt om de zeebaden te gebruiken, is zeer aanzienlijk. Al de vertrekken, die bij particulieren in gereedheid waren gebragt, om de bad. gasten te huisvesten, zijn bijna alle bezet geworden; ook zeer velen hebben op het Badhuis hun intrek genomen, waardoor de grootste levendigheid in het dorp heerscht, en wordt het vooral iederen Zondag door zoo vele per sonen bezocht, dat het steeds naar eene kermis of volksfeest gelijkt. fan den Igden Augustus. Zijne Maj. heeft aan den heer T. de IVirte Rotterdam, vergunning verleend tot het aanleggen van eene stoombootenmenst msschen de steden Gouda en Rotterdam, zoowel tot het overbrengen van personen als van goederen. Heden hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal derzelver onderzoek voorcgezet over de ontwerpen tot wijziging der grondwet. Bij die gelegenheid hebben vele leden op nieuw hun leedwezen te kennen ge geven, dct er geene meerdere wijzigingen in de grondwet waren voorgedragen. Eenige leden zouden gaarne de bepalingen der grondwet, omtrent de za. menstelling der Provinciale Staten, die der standen, enz., aan eene herziening onderworpen gewenscht zien. In onderscheidene sectien hebben zich leden tegen alle de ontwerpen verklaard, wanneer er thans geene meerdere wijzi gingen in de grondwet gebragt wierden. Anderen hebben dat denkbeeld be streden, omdat de ontwerpen, wanneer zij, zoo als zij voorgesteld zijn. nut tig en noodzakelijk Waren, ook behoorden te worden aangenomen. Voorts is er geredentwist over de bevoegdheid van de dubbele Kamer en heeft men op het voorgevallene in 1815 gewezen, toen de dubbele vergadering der Staten-Generaal van de vereenigde Nederlanden, in plaats van zich slechts tot eenige weinige veranderingen te bepalen, die in de wet van den 23 Maart 1815, welke aan de Provinciale Sraten werd toegezonden, waren omschreven en aangeduid, eenparig eene geheel nieuwe grondwet hebben aangenomen, welke aan de enkele Staten-Generaal nooit te voren was onderworpen. Men meen. de, dat, indien men toen het regt der dubbele Kamer zoo verre uitstrekte, om eene geheel nieuwe grondwet aan te nemen, men thans haar wel de be. voegdheid mogt toekennendat zij eenige meerderer wijzigingen in de be staande daarstelde. Wat overigens de aanhangige wetsontwerpen betreft, heeft men dezelve, over het algemeen, aannemelijk geoordeeld; die, welke in verband staan tot de zaménstelling enz. der Provinciale Staten, hebben eehter meerder tegen stand ondervonden. Het groote struikelblok was echter de scheiding van Holland, en het waren weder voornamelijk de Hoilandsche Afgevaardigden zeiven, die over dat vraagstuk het meeste verdeeld waren. Aanstaanden Maandag zullen de overwegingen over deze gewigtige aan gelegenheid worden voortgezet. Thans zijn aan de leden vandejTweede Kamer rondgedeeld de processen- verbaal van het verhandelde in de afdeelingen, ter gelegenheid van het on- derzoek van het voorstel van vier buitengewone leden, tot verandering van het reglement van orde der Kamer. Daaruit blijkt, dat onderscheiden leden zich ten gunste van het gedane voorstel hebben verklaard. Zij hadden in de bestaande wijze van behandeling der zaken bij de gewone Kamer zoo vele gebreken gevonden, bepaaldelijk misten zij zoozeer alle duidelijkheid en bestendigheid in de voorstelling der uitkomsten van de beraadslaging, niet slechts in de verbalen der sectien, maar vooral ook in het centraal rapport, hetwelk geene der vereischten van zoodanig stuk bevat, dat zij eene verandering van het reglement, bijzonder voor de dubbele Kamer, aliezins wenscheliik keurden. Daartoe kwam aan hen dit voorgedragene zeer dienstig voor. Dat deze nieuwe wijze van han delen eenigen meerderen tijd zal vorderen, mogt de invoering daarvan niet terug houden, indien de nuttigheid wierd erkend. Zij wachtten daarvan de beste uitkomsten. De overgroote meerderheid der leden konde zich echter met het gedane voorstel niet vereenigen. Eenigen vonden geene de minste noodzakelijkheid, om voor deze dubbele vergadering van het bestaande af te wijken en, zoo als de geëerde voorstellers hun ontwerp beschouwen, „de herovering tijde, lijk van tenen anderen weg" minder raadzaam. Andere leden erkenden ge breken in de bestaande behandeling der zaken in de afdeelingenen vooraf in het centraal rapport, zoo ais dit in de laatste jaren is opgemaakt, doch meendendat dit niet zoo zeer aan het thans werkende reglement is toe te schrijven, maar veeleer aan de afwijking van deszelfs voorschriften, en dat dus eene verandering van dat reglement volstrekt niet tvordt gevorderd. Men erkende wel dat eenige vermeerdering van omslag of tijdsaanwending niet van dit nieuwe plan zou mogen terug houdenindien daaruit wezenlijke verbe. teringen ontstonden, doch dit juist zien deze leden niet te gemoet bij de naleving van het voorstel. Integendeel kwam het hun voor, dat daaruit, met meerdere bezwaren, verdubbeling van werkzaamheid en moeijelijkheden zal geboren worden, en dat daarenboven dit voorstel bepalingen medebrengt, waartoe zij niet wel hunne toestemming zouden kunnen geven. Ten voor- beelde en tot aanarang van dit een en ander werd, ondermeerder, aange. voerddat indien, door de opvolging van het eerste artikel van het voorstel, Zonder officieel schriftelijk verbaal, de Voorzitters der afdeelingen tot de werkzaamheden der centrale sfdeeling zullen toetreden, daaruit voor deze Voorzitters eene te onbeperkte vrijheid en te groote. verantwoordelijkheid zal ontstaan, die niet zal medewerken om den waren geest der seccien in de Centrale zamenkotnst ca doen kennen, en waaruit menige wederspraak, on. aangenaam in gevolgen, zal geboren worden. Ten aanzien van het 2de artikel van het voorstel, kon men volstrekt niec deeien in het denkbeeldombij de overweging van het op te maken ver baalvan de eigen verrigtingen der Kamer, in één woord van het centraal rapport, 's Konings Ministers reeds te roepen. Men ziet niet wat deze (gesteld dat die roep'ng met gevolg zal kunnen geschieden) daarmede reeds te doen zullen hebben, daar zij bij de deliberatie over de wetten zelve tegenwoordig zullen kunnen zijn; terwijl die tegenwoordigheid reeds in het comité generaal, over de opmaking van het rapport, vooral zoo als men dac wil in het voorstelde vrijheid der beraadslaging dreigt te belemmeren. Het schijnt dat zélfs deze nienwe wijze van handelen het gemeen overleg met de Regering eer zal beperken en moeije'ijker maken, dan uitbreiden of bevor deren. De door den druk openbaarmaking reeds van het ontwerp van het centraal rapporten de riiscussien daarover, zoo als die bij dit art. worden aangewezen, vreest men, aai tor taliooze verwikkelingen leiden zal, en de vergadering stellig brengen zal tot eene dubbele beraadslaging over elk onder, werp, terwijl eene enkele tot hiertoe slechts heeft plaats gevonden, en van hare ongenoegzaamheid niet is gebleken. En wat het 3de art. van het voorstel betreft, oordeelde men het ook zeer bedenkelijk in de uitvoering, om aan de orde, in het centraal rapport opge nomen, de beraadslaging te binden, en men mogt de vrees niet verbergen, dat de uitkomst daarvan zijn zon eene belemmering van de vrijheid in opinie en voordragt, welke thans bestaaten die men wenschen zou behouden te zien. Ook is de opmerking gemaakt, dat de klagten tegen de thans plaats heb. bende behandeling van zaken in de Tweede Kamer, voornamelijk daarop neder komen, dat de verbalen der sectien meer de indivuele begrippen bevat ten, dan het gevoelen der meerderheid en dus eenheid missen, en dat het centraal rapport gewoonlijk bestaat in de aaneenhechting van de laatste ver balen der atdeelingen, die niet zelden eigenlijk zich tot eene aanneming voor kennisgeving bepalen. Beide nu meent men, dat door de toepassing van het bestaande te verhelpen is. Het vierde art. van het Reglement wil, dat de Voorzitter eener afdeeling het besluit der meerderheid opmake, en art. 5 wil iets meer zeker in het centraal rapport, dan eene eenvoudige overschrijving alleen van de laatste verbalen. Waarom, vroegen onderscheidene leden nu, indien gebreken zijn ingeslopen, deze niet hersteld door de voorschriften van het reglement ie volgen. Op dat laatste werd aangedrongen en de slot som van de overwegingen is dan Ook geweest, dat, indien dit plaats vond, en op die wijze de ware strekking aan de verbalen der afdeelingen en vooral aan het centraal rapport wierd gegeven, zelfs eenige leden, die zich voor het voorstel verklaard hebben, geene noodzakelijkheid of nuttigheid van eenige veranderingen meer zouden zien. In eene der afdeeling is zelfs de wensch geuit, dat het eventueel op te maken algemeen verslag nu niet worde geredigeerd op de veelal gebruike lijke wijze van eene evenredige opeenvolging der verschillende verbalen der afdeelingen, maar dit ook nu weder geschiede in den wel eens meer toe- gepasten en evenzeer met dat reglement overeenkomenden vorm van bijeen, verzameling in één rapport, met ineensmelting of bijeenvoeging der in de verschillende afdeelingen geuitte gevoelens. In eene der afdeelingen heeft men het voorstel beschouwt in strijd met de grondwet, met het tegenwoordig mandaat der vergadering en uit dien hoofde eene reden te meer, om het te verwerpen. Art. 229 toch, zeide men,zegt met zoo vele woorden, dat de noodzakelijkheid tot veranderingen of bijvoe gingen in de grondwet, bij eene wet worde verklaard, en dat de verande ring of bijvoeging zelve in die wet duidelijk moet worden aangewezen en uitgedrukt; art. 230, dat deze wet, met oie duidelijk daarin aangewezen en uitgedrukte, dus niet met daarin niet duidelijk uitgedrukte en aangewezen veranderingen of bijvoegingen, zal worden gezonden aan de Staten der Pro. vincien, ten einde de noodige leden te kiezen, voor de dubbele Kamer der Staten-Generaal, déar bedoeld. Terwijl iedere wet, verklarende de noodza- kelijkheid tot verandering of bijvoeging en bevattende de duidelijke aanwij. zing en uitdrukking van die verandering of bijvoeging, inhoudt een slotarti kel, hetwelk, in overeenstemming met die artikelen der grondwet, bepaalt, dat de wet zal worden verzonden aan de Staten der Provinciën, welke aan de Tweede Kamer zullen toevoegen een gelijk getal buitengewone leden, ten einde de Staten-Generaal, Tweede Kamer in dubbelen getale, zouden bijeenkomen, om te beraadslagen over de veranderingen, in die wet ver. meid, en dus geenszins over meerdere, mindere of andere niet in de wet omschrevene veranderingen of bijvoegingen. Men meende alzoo, dat de dubbele Tweede Kamer heeft een speciaal mandaat, een mandaat ad hoe en men konde zich niet voorstellen dat er eenige praejudiciele quaestie, de zaak zelve, waarvan hier de rede, zoude zijn, betreffende, door haar kan of mag werden behandeld, even weinig als het aan den Koning zoude vrijstaan, daarin eenige verandering of bijvoeging te brengen, noch toe te laten. Ook in andete afdeelingen heeft men het gevoelen aan den dag gelegd, dat het voorstel te minder te pas kwam, omdat naar het oordeel van eenige leden, in de 13 wetsontwerpen, aan de Kamer ingezonden, geene verande- ringen of wijzigingen door de Regering kunnen noch mogen gebragt worden. Andere leden waren van een tegengesteld begrip. Eindelijk verdient opmerking, dat de vier voorstellers in hunne afdeelingen het voorstel hebben toegelicht en verdedigd. Gelijk men weet, hebben zij het, ten gevolge van het verlangen van de meerderheid der Kamer, ingetrokken. Anna van der Stylen, te 's Hertogenboschdie in het begin van dit jaar haren man Francis van den Bosch, een aan den drank verslaafd man, in een oogenblik van drift zoodanig met een mes had verwond, dat hij aan de ge volgen overleden is, is door het Provinciaal Geregtshof van Noord-Braband, laatstleden Dingsdag veroordeeld tot de straf van het zwaaijen van het zwaatd over het hoofd en 15 jaren gevangenis. AMERIKA. Te New-York is een zeer droevig geval gebeurd, bij gelegenheid, dat den 4den Julij het verjaarfeest van de Amerikaansche onafhankelijkheid ge vierd werd. Het dagblad, de Courier, van de Vereenigde Staten verhaalt hetzelve op deze wijze: De heer Uyacinte IJvelin, een Franschman, had eenen aanzienlijken voor raad vuurwerken aau zijn magazijn ontvangen. Die gevaarlijke waren lagen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2