t Y D S 0 H E
'0 0 U R A N
MAANDAG,
JO AUGUSTUS,
R E N N
S C E V I N G.
B URCT. ME EST I R EN WF.TH OUDERS DER S T A D LF.YDEN,
Gelet hebbende op liet ,2de en 3de Hoofdstuk van het Reglement "vporjiet Bestuur dezer
j Stadgearresteerd bij Zijner Majcsieits besluit v.;n den 4dcii Jahuarij 1824, 'N°. 108
alsmede op de dispösiue van: H. II, Gedèpuucrde State,u van Zuid-Mullandvan dén 8sien
Januarij '1830, Waarbij is medegedeeld Konings besluit van den 24Sten December 1829,
,N°, 123, houdende bepalingen omtrent Üe j aarlijksche vérvulling der buitengewone vaca
ttires in de Kies-Collegicn
Brengen bij deze tey kennis van derzelver Ingezetenen, dat, teil einde het Kies-Coile-
gie, op den posten September aanstaandey voor de daarin veroorzaakte ouitengewone va-
icatures-# Weder aan te vullen, op'dentisten Augustus aanstaande9 aan de stemgeregtig-
den, Biljetten ter invulling zullen worden rondgezonden, benevens^eene Naamlijst van de
personen, die de vereischten bezitten om tot Kiezers re kunnen worden benoemd; welke
Stembiljettenna behoorlijk te zijn ingevuldeigenhandig .geteekend en geslotenop den
yierdén dc.g 11a de roniJz'endingi-ai\ Wege dit 'Qöflegie, 'door de Stads Boden;, aan de
huizen zullen worden opgeliaÜ'd in eene geslotehe kist; terwijl de geen, welke zijn Biljet
hiet gereed ter afgifte zal hebben, gehouden wordt ditmaal té hébben afgezien van de uit
oefening van zijn stemregt.
Dat gemelde Naamlijst, zoowel als die der stemgeregtigden, van heden tor den losten
Augustus aanstaandeae bondagen uitgezonderd, des morgens van 10 tot i uurter
visie van het Publiek zal leggen ter Secretarie dezer Stadten einde aan een ieder, vyeike
.vermeenen mogt ten onregte daarvan te zijn afgelatengelegenheid tot doleantie te geven,
en alzoo zijrien naam nog op dezelve, of op eeiie van beide zoude kunnen worden geplaatst,
doch welke lijsten op den gemelden 20sten Augustus finaal zullen worden gesloten.
En opdat niemand ónwetend zoude zijn.,, zoo van hetgeen vereischt wordt om sremge*
fegtigd te zijn,.als om tót Kiezer 'benoemd te kunnen worden, wordt bq dezen herinnerd
•aan de navolgende artikelen van liet meergenoemd Regiement:
Art. 2. Voor sterhgefegtigdën wórden gehouden zijdie ten minste gedurende Hét laatst
verloopene jaar Ingezetenen der Stad of van derzélver grondgebied geweestcn nog wer
kelijk op het oogenblik zelve Ingezetepen daarvan zijnde,, den ouderdom van 23 jaren
lebben vefviildjaarlijks in de verponding en verdere beschrevene Rijksmiddelen, buiten
'iret Patentregt j betalen niet benedén de zeven en twintig guldensaan de wettelijke ver-
Dligiingen aangaande de Nationale Militie, naar aanicidinc der Grondwet, op hun gelegd,
:ot Qp Het oogenblik toe, hébben voldaan, en niet vailen in dc termen van uitsluiting,
ijq het volgende Urtik'el bepaald.
Art. 3.. Van rie ijitoefening van.het steinregt zijn uitgesloten zij, die in dienst zijn,
♦f pensioen genieten van eenige vreemde Mogendheid, buiten autorisatie desKonings; die
;ich in staat van geregtelijke interdictie bevinden, alsmede die, aan welke geregtelijk een
raadsman is toegevoed; die in staat vhn faillissement zqn;<iie cessie van hunne goederen
gedaan hebbéhdie een crimineel vom'us hebben óndergaan, door geene fftfdere 111 tspi.iia.lt
jf,beslissing krachteloos gemaakt; die ten tijde van de stemopneming nog in staat van
criminele beschuldiging zijn.
Art. 4. In de béoorHeeling dér al'óf niet bevóegdheid tot uitoefening van het stemregt,
naar gelang der betaald wordende jaarlijkscbe som ip de bovengemelde 'belastihgénzal
alleen in aaitlnerking 'worden genomen het mont'aht, waarop men m clie belastingen is aan
geslagen, onverschillig of de goederen in de Stad zelve, of elders binnen het Rijk gele
gen zijn, en of de daarvoor te betale'ije belastingen al of niet in eene andere gemeente
wordt voldaan; zullende echter die genen, welke derzelver belasting-betaling in eene an
dere gemeente ten déze zullen wülen doen géiden1, vérplïgt zijnom daarvan voorat aan
het Stedelijk Bestuur kennis te geven, en des gevorderd aan dat Bestuur dc bewijzen van
'die betaling te ver odnén.
Art. 5, De bekisting wegens panden, in compagnieschap bezeten, opgebragt wordende,
zal aan ieder eigenaar vuur zijn .aandeel worden toegerekend, mits de personen, welke
daaruit hunne si'euigcrc^tigheia of bevoegdheid tot liet kiezerschap zouden willen ontlee
henWerkelijk als mede-eigcfinars van zoodanige panden op de Tegisiers der Ontvangers
van de Directe Belastingen bekciid staan.
Art. 6. Wat aangaat het bedrag van belastingen wegens- vërluumi wófcfi^td.e huizen of
andere eigendommenw;s»rvoor de eigenaars zijn aangeslagendoch door dc luuiïdcrs aan
liun restitutie geschiedt, zal dit bedrag onder den opbféngst der eigenaren blijven, als
'alleen daarvoor bij de 'Ontvangers bekend staande.
Art. 7. Zij-, weïke gehuwd zijn, hetzij tn gemeenschap van goederen of Iaarbüben
met vrouwen, die de bepaalde souime in de bovengemelde belastingen opbrengen, ziillen,
ofschoon ter z*ke van hunnen eigen aanslag niet bevoegdniettemin ter uitoefening van
het stemregt "tvorden toegelaten, wanneer zij de 0 veria e vereisenten in zich vei;eenigen;
zoo ook de vader van eën minderjarig'kiifdhetwelk de bepaalde s'ómme in de belastingen
opbréngt, wanneer hq uit eigen aaPslag Wiet reeds tot ire: stemregt mogt bevoegd zijn,
tot dé Tlitoèfeuing van hetzelve zal toegelaten worden, indien bij de overige véreisclrten
bezit, hetgeen evei zeer het geval zal zijn ten opzigte van een meerderjarigen zoon of
tenen der meerderjarige zoons van eene moeder-weduwe, welke zich in gelijk geval be
vinden mogt.
Art. 8. Zoodanige móéders-weduwenwelke verlangen zouden, dat die uitoefening
geschiede, zullen vrrpfigt 7. ij tv dengenen van derzélver zoons, dóór wién zij, bq \oor-
Vomende gelegenheden, de uitoefening tot wedér opzeggings toe zouden begeeren verrigt
,te hebben, aan het Stedelijk Bestuur ke.jbaar te maken, om daarvan de noodice a.nuec-
kening te kunnen houden tpt narigtterwijl het voorschreven Bestuur de móéders wedu
wen, voor zoo vérre die aa> hetzelve mogten bekend zijn. óf door hetzelve ondersteld
worden in de tërinén ten dezen te verkeerenmét de vorenstaande Sepalingéu zal bekend
maken.
Art. 9. Het Zal onverschillig zijn, of de opaegevene zoon gehuwd óf ongehuwd is en
al of niet bij de moeder-wedmye inwone, mits bij den ouderdom van 23 jaren vervuld
liebbe en alfe verdere vereischten (dat omtrent de belactings-.be aling alleen uitgezonderd)
in de stemgeregtigden gevorderd wordende, bezitte, voor zoo verre hij namelijk niét
reeds uit éigeii hoofde het stemregt uitoefent daar er door eenèn persoon niet meer dan
'éene stetn kan worden uitgebragt
Art. 10. Dé zes voorgaande artikelen zijn ook tot de bevoegdheid, om tot het kie
zerschap te wordeYi be.nnemd, toepasselijkbehoudens de verdere vereisenten der Kiezers,
volgens de bepaling van art. 23 van dit Reglement.
Art. 20. Indien er, tér geiegènhêid der stemming voor Kiezers, ter vervanging van
liet gevyone aftredende een derde, ook tevens voor de vervulling van buitengewone vac;\-
Wès in hét Kièzers-Collégie wordt gestemd, en er d:;s wordt gestemd voor een geial
kiezers-plaatsendat der gewone aftreding ie boven gaande, zullen de personen, ten ge-
talle als de gewone vacatures bedragen, welke de meeste stemmen zullen hebben bekomen,
beschouwd wórden ajs ter vervulling der gewone vacatures te zijn benoemd, pn diegenen,
welke op dezelve personen irt 'betrekkelijke meerderheid van stemmen zullen volgen, ten
getallè als de buitengewone vacatures bedragen, worden beschouwd ter vervulling van die
'buitengewone vacatures te 'zijn benoemd, met dien verstande, dar wanneer de nog over
geblevene termqn van zitting van de gewe/.ene Kie/ers, door wier gemis de buitengewone
Vacatures zyn ontstaan, verschillend mout zijnalsdan diegeen der benoemden voor deze
buitengewone vacatures, wélke liet eerst invoëge vorengéineld de betrekkelijke meerder-
.heid zal hebben bekomen, geacht zal worden verkozen te zijn ter vervulling van de bui
tengewone vAcature, waaraan nog de langste termijn is verknocht, en z'oö vervolgens bij
ifdaling.
Art. 22. Een derde deel der Kiezers zal om de drie jaren naaf toerbeurten aftreden
de aftredende zijn echter weder verkiesbaar, enz.
Art. 23. Niemand kan binnen dé Stad Kiezer zijn, ten zij hij den ouderdom van 25
jaren beeft vervuld, biniien liet Rijk of dèszelfs koloniën geboren is, of brieven van
naturalisatie bekomen heeft, of wel bij wetduiding voor Nederlander gehouden wotdt,
binnen de Stad stemgeregtigd is, en voor een inboorling der Stad, of met eene burger
dochter gehuwd zijnde', gfe'durende de laatste drie jaren,, eii voor een inboorling van het
Rijk of gehaturaliseerdengedurende de laatste zes jaren., Stads Ingezeten is geweest
(zonder dat éebter afw'ezendheid ^tën gevolge van bedi'eningen, door of van wëge den Ko
ning opgedragen, in deze hinderlijk zal kunnen zijn) en voorts jaarlijks in de verponding
tn verdere beschrevene Rijksmiddelenbuiten het Fatëmregt,. op den voet der stemgereg
tigden, betaalt eene sntn van ten minste honderd en vijf guldens.
Toi Kiezers zullen daarenboven niet kunnen worden benoemd zij, die van eenig ambt,
post of bedieningdoor den Koning mógten zijn ontzetof wel ontslagen, anders, dan
tnet vei inèldingdat zoodanig ontslag op huil verzoek of honorabel is gegevenzoo lang
fcij door den Koning van de onbevoegdheid om benoemd te worden, niet zullen zijn ont
heven.
Ook zal tot Kiezer niet kunnenibenoemd worden hij, die aan eenen reeds benoemden
kiëzér tik dén ècfstéh óf tweeden graad van bloedverwantschap of zwagerschap bestaat'.
Twee personen, zich ióoda'iiig kës'raande, te gclijkcr tijd ivordende bènoenidzal het Iet
tussclien luiii 'btsi >sen terwijl voorts de bepalingen van art. 48 49 en 50, ook in deze
zullen toepasselijk zijn. 1
Art, 48. Voor nnu elkander verzwagerden zulten ten deze opzigte.niet gehouden wor
den zij, wier huisvrouwen .elkander in'een der gemélde graden bestaan, enz.
Ar: 49 Opkomende vef^wagërjng gedurende h^t zitting hébbenzal van het gevolg zijn,
dat hij, d'e'de erzwïgering veroorzaakt, zal móeten ophóuden verdere zitting te hebben.
Art $0. Indien de vrouwdoor Welke de verzwagering'is ontstaan, overleden is, zal
de zwagerschap $.eivkeiid worden op te houden.
EXTRACT uit het Koninglij'k besluit van den 24 December 1829,
N<\ 123.
De buitengewone vacatures welke hetzij door oyerlqden, vertrek, of andere omstan
digheden, in de Stedelqke, Kics-'Colfegijen niogten' ontstaantelken Jare in, dêiV loop der
maand September, gériocgzV.aiu tijdig' 'vóór liet tijdstip bij art. 26 dér Stedelijke Regle
menten tot de biieenrocping-der-Kiezers bepaald-en alzoo vóór de eerste ivcck van'dc
maand October zullen moeten worden vervuld, op dc wijze, voorgeschreven bij art. 12
en volgt ode v«»r die Reglementen. -
Aldus gedaan en gepubliceerd,, bij H H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leydén, op dcu 3den Augustus 18)40.
J. G. DE ME*.
Ter ordonnantie van dezelve,.
V- PUTTKAMMEl.
B y.R G R'M EEST E R EN WETHOUDERS DER STAD LEYDEN, V
Ontvangen .hebneude eene circulaire aanschrijving van den Heer StaatsraadGouverneur
van zi.id-ilollind, van den 17 iulij jli, Provinciaal Blad N°. 72), betrcfiende hét aan-
koopen van ccnige binnen lands geteelde en aangekweekte Remontpaardenteil dienste
vah het wapen der Kavallerusp
Brengen bq deze ter kennis der belanghebbenden, dat bq Zqner. Majesteits besluit van
.dcu 31 Deccmo.er. 1839N". 105, magtiging is verleend, om andermaal ten dienste van
het wapen der Kavallerie een zeker getal binnen lands geteelde eii aangekweekte Paar
den onmiddellijk van de Eigenaars aan te koopen, en dat zulks, overeenkomstig dc yrófc-
ger ge^eveiie voorschrifienzal plaats hebben-door de daartoe in te stellen Gommissiën
bij de'Dépóts vin iedere Afdeeling aan.wie. de Paarden, gedurende de laatste zes maan
den dezes niii'iter keurhigr.kunnen worden aangeboden.
Leyden den 6dèn Augustus..1840^
'Burgemeester en Wethouders voornoemd
JG. DE M E Y,
Ter ordonnantie van dezelve
V. PUTTKAMMSV-
NEDERLANDEN.
Leyden, 9 Augustus.
In ors vorig nommer van den ^Jen dezer, deelden, wrlj ónder dagteekening
van dei. dden, het verhandelde in de zitting van de Tweede Kamer der Sta.
'ten-Gene.aal van dien'dag 111 het kort mede; het volgende ia een meer uit
voerig éfiiag. De beraadslagingen liepen over het al of niet toelaten van
den G aal' 'D 'vin HógeriJmp.
|'e heeren Luybén, Tromp, van /Ilier dade Jongt van Campem Nieuviland,
van Lijnden en de Kempenaer hebben tegen de toelating het woord gevoerd,
liet deed'hun allen leed, dat de zoon van den edelman, die in 1815 zoq.
vee! tot bevestiging van onze onafhankelijkheid heeft bijgedragen, en die
ais het ware de grondlegger geweest is van de Staatsregeling, over welker
wijziging thans moet gehandeld worden, aan de werkzaamheden dezer Ka.
nier niet zon hunnen deelnemen; fnaar men begreep, dat hier alle redenerin.
gen moesten zwichten voor de stellige bepaling van art. 81 der grondwer,
waarbij bepaald wordt, dat Zwagers, uit hetzelfde gewest verkozen worden,
de. geen leden der verga'der'og mogten zijn. Nti is het wel waar, dat de
echtgenoot van den heer Warinzuster van het benoemde buitengewone
Ha, reeds overleden is en er geen kinderen uit het gesloten geweest-zijnde
huwelijk zijn nagelaten, maar art. 354 van het burgerlijk wetboek bepaalt
daarentegen, dat door de ontbinding des huwelijks de zwagerschap tusschen
den eehen echtgenoot en de bloedverwanten van den anderen niet wordt op.
geheven. Tegen deze stellige bepalingen zou nu wei kunnen Sapgevoerd
worden, dat het httweltlk reeds onder dé werking der voofmklige Fransehe
wetgeving ontbonden was, en dat die wetgeving geenszins bepaalde, of het
zwagerschap, door het opgevolgde overlijden van een der echtgenooten,
'pn-.'bonden werd, maar men voerde daartegen weder aan, dSt het Franschè
'Code dienaangaande het stilzwijgen bewaarde, en dat de regten van persoe
nen behooren geregeld te wordën naar de wetten, die, op het oogenblik zelf
dac deswege geschil ontstaat, van kracht zijn. De heer van Alberda meende
bovendien ook een gtond tegen de toelating vaii den Graaf te vinden daarin;
dat in de verschillende reglementen voor het bestuur der steden ten platten
lande, die èene grondwettelijke kracht hebben, wel uitdrukkelijk bepaald is;
dat het Zwagerschap géene zwarigheid oplevert, om aan de besturen deel
te nemen, wanneer het vroeger huwelijk, waardoor het was ontstaan, door
den dood was verb oken. Dit is alzoo eene uitzondering van den algemee.
nen regel, bij de grondwet aangenomen.
De heeren Beelaerts van Blokland en van Dam van hielt deden voorname,
lijk zien, dat er zich een soortgelijk geval, als het tegenwoordige, vroeger
bij de gewone Kamer had opgedaan, en- dat men toen tot de coelating van
het laatst gekozen lid had besloreh. Zij erkenden echter, dat de Kamer
thans geenszins door dit antecedent gebonden was.
De heer van Dam van hiel't beschouwde het als eeh gevaarlijk beginsel;
dat steeds op den voorgrond werd geplaatst, om zich op antecedenten te
beroepen. De Kamer is bevoegd, op dit oogenblik zoodanig besluit te ne.
men als zij vermeenen zal te behooren, zonder gebonden te zijn door het.
gene vroeger gebeuld moge wezen.
De heeren Groen ran Prinsterer, Snonck Hurgronje en van llphen hebben
voor de toelating gesproken. Zij hebben vermeend, dat het Fransehe Code
Napoleon het stilzwijgen bewaarde nopens de vraag, of zwagerschap door
overlijden van een der echtgenooten verviel; dat er verschillende arresten
van het hof van cassatie bestonden, welke deze vraag in dien zin beslisten;
en dat er g«ene atèllige bepaling bestond; ten gevolgé waarvan de Graaf
van Hog'ndorp geene zitting in de Kamer zou kunnen nemen.
De heer Snouck Hurgronje meende, dat het aan de Staten van Holland ge.
staan h d, om uit punt tut te 'maken, en deze te regt hebben bealist, dat
zwagerschap, na overlijdenophield te bestaan.
De heeren Kniphont en van Alphen hebben betoogd, dat de grondwet hare
eigendommelijke bepalingen bevatte, en dat de regelen van het gewone
fegt, bij de beoordeeling van hare artikelen, niet in aanmerking kwamen.
Bij hoofdelijke stemming wordt beslist, dat de Graaf van Hogendorp niet
ais lid der Kamer zal worden toegelaten. n
Voor zijne toelating hebben geitemd de heeren Smits,, van Lijnden.yan,
Hemmen, Frets, Blijsvti/k, Rau, van StyrumSnouck Hurgronje, de Vries,