{neen, %t de 'bliksem in de kerk, of in den toren was geslagen, Eenige der_.jm>etiigsten beklommen, met wateremmers beladen, den toren, terwijl ^"affdêren de kerk in alle rigtingen doorzochten. Dit onderzoek was in den beginne vruchteloos; men begon dus een weinig van zijne vrees te beko men, een gedeelte van het volk kwam in de kerk terug, en de Pastoor be. klom andermaal de kansel, om zijne predikatie te hervatten, en maande de geioovigen aan, om zich behoorlijk op hunne plaats te begeven. Doch naauwelijks hiermede een begin gemaakt hebbende, verspreidde zich op nieuw een algemeene schrik; men begon de brandklok te luiden, en op het akelig geroep van brand! stoof men nu andermaal de kerk uit, en wilde men zich over stoelen en banken en over menigen onder den voet geraakten grijsaard, een doortogt banen; door dien geweldigen aandrang werd de uit. togt niet weinig belemmerd, en deze verloor zijne schoenen, gene het kerk- boek, terwijl sommigen overhoop geraakten, en min cf meer kneuzingen hebben bekomen. Men had nu ontdekt, dat de bliksem, boven in den toren geslagen, reeds eene plank aan het branden geraakc, en eenig lood gesmol ten was, doch waarvan de voortgang door geweldigen stortregen, en door de spoedig aangebragte hulp nog bij tijds is gestuit. Toen men zich nu volkomen overtuigd had, dot het gevaar was geweken, vervolgde onze eerw. heer Pastoor de H. Misse, die nu 6lecbts lezende werd ten einde gebragt, en waaraan, door den algemeenen schrik bevangen, maar weinige menschen meer konden deel nemen. Ter voorkoming van alle onheilen, bleef er geheel den dag door eene wacht op den toren geplaatst, die ook gedurende den nacht nog aldaar zal verblijven. T U R K Y E, In den Echo de F Orient leest men onder dagteekening van 27 Junij het volgende: Zijne Hoogheid, de Sultan, aan Z. K. H. den Prins Hendrik der Neder, landen, het genoegen wenschende te betuigen, dat hij ondervonden heeft door hem in zijne Staten te zienheeft voor Z. K. H. door den Zaakgelastigde der Nederlanden doen overhandigen een zarf met edelgesteenten rijk bezet tweeTnrksche pijpen en een sabei met goud gemonteerd, waarvan het hands, vat ook met brtllanten omzet is. Een sabel met goud gemonteerd is insgelijks van den kant van Zijne Hoog. heid aan den Gouverneur van Z. K. H. gezonden. Door een Parijsch dagblad is het berigt aangebragt, dat Z. K. H. den '27 Junij te Malta is gearriveerd, komende van Tunis. SPANJE. In de zitting der Cortes van den 9 Jnlij heeft de Minister van Justitie het spreekgestoelte beklommen en de depêche van den Consul van Hare Maj. te Bayonne voorgelezen, waarbij berigt wordt, dat Cabrera in Frankrijk was overgegaan. Deze tijding verwekte bij allen groote vreugde en vele leden gaven openlijk lof aan de dapperheid en bekwame krijgsbewegingen van het nationale leger. In die zelfde vergadering is door den beer Alvaro een wetsontwerp voor. gesteld, waarvan de inhoud is, dat alle certificaten van niet rentegevende schuld, zoowel wat de gevolgen als innerlijke waarde aangaat, welke ook de dagteekening der uitgifte zij, gelijk worden gesteld. De consolidatie, bij Koningiijk besluit van 28 Februarij 1836 vastgesteld, zou geschorst blij. ven en de bepalingen ter voldoening der nationale goederen zouden geene verandering ondergaan, dan na het nemen van een ander besluit. Er zijn nog eenige Carilstische legerhoofden in Spanje, zoo als Rot d'Erotes en Tristan]welke den guerilla's oorlog blijven voortzetten. ITALIË. Vóór weinige dagen is te Rome in het licht verschenen, een woordeboek ever de geschiedkundige kerkelijke aangelegenheid van St. Pieter tot aan omtn tijd, van den Kamerdienaar des tegenwoordigen Paus, Castano Maroni, Dat werk zal volgens alphabetische orde alles aanroeren, wat betrekking sdienst, dekerkpiegtigheden en de kerkelijke geschiedenis, eerste deel is reeds uitgegeven. De Pruissische Staats-courant maakt eenen bijzonderen brief uit Weenen bekend, waarin het volgende gemeld wordt: Bijzondere brieven uit Napels maken gewag van een allerakeligst ongeval, hetwelk den 2Ósten Junijop den tnsschen de stad en Portici aangelegden spoorweg plaats gehad heeft. Ofschoon deze weg nog niet geheel voltooid is, werd er echter een rid aangekondigd, welke natuurlijk slechts op het reeds gereed zijnde deel der baan ondernomen kon worden. De toeloop van het publiek was ontzettend, en in evenredigheid van denzelven kon men slechts aan weinige personen kaartjes afgeven, welke personen bijna alle tot de hoogste klassen der maatschappij behoorden. Ook hunne Majesteiten en geheel de Koninglijke familie wilden den rid mede doen, hetgeen echter om toevallige redenen niet gebeurde. De Primes van Palermo werd een uur vóór het vertrek door eene ligte onpasselijkheid aangetaatdit bewoog den Prins, baren gemaal, te huis te blijven. De opgaven betrekkelijk het getal der passagiers verschillen tnsschen de 100 en 300; al de voor mij liggende brieveD stemmen er in overeen, dat van dezen niemand er onbezeerd is af gekomen. De zaak had namelijk, op de volgende wijze plaats: terstond na het vertrek kreeg de machinist, die de locomotief bestuurde, plotseling eene beroerte. De stoomwagen, van leider beroofdstoomde onopgehouden voor. waarts. Met ontzetting werden de personen, die in de rijtuigen zaten, ge waar, dat zij pijlsnel het punt naderdenwaar de rails of ijzerschenen op. bielden, want, gelijk wij reeds aangemerkt hebben, de baan was nog niet geheel gereed. Op korten afstand van daar voerde eene ter dienst der baan nieuw gebouwde, maar ongelukkiglijk nog slechts half gedekte brug over een der vele, gedurende den zomer waterlooze stroombeddenwelke den weg van Napels naar Portici en Castellamare doorsnijden en zich daarna onmiddelijk in zee werpen. Het konvooi, door de locomotief, welker stoomkracht door niets gematigd werd, in ijlenden vlugt voortgerukt, bereikte weldra de noodlottige plaats der brug, waar de palen nog ongedekt waren, en stortte met al de personen, die zich in de wagens bevonden, in den af. grond. Twintig menschen moeten op de plaats zelve het leven verloren hebben, en al de overige meer of minder zwaar gekwetst zijn. De Koning heeft oogenblikkelijk eene estafette herwaarts dus naar Weenengezonden, om zijnen doorluchtigen schoonvader over het lot van de Koningin en der gchcele Koninglijke familie gerust te stellen. Meer bijzondere berigten ont breken tot heden, en zelfs die, welke hier boven medegedeeld zijn, zullen misschien nog eenige verbetering behoeven, alzoo het, behalve den genoem den brief aan Z. Keiz. Hoogheid, den Aartshertog Karei, aan alle officiële berigten ontbreekt. DUITSCHLAND, Wijlen Zijne Maj. de Koning van Pruissen heeft ten behoeve van de wel dadigheids-gestichten te Potsdam en Breslau, 10,000 thl. vermaakt, Zijne Maj. de Koning van Pruissen heeft aan den Aartsbisschop van Keulen, die zich in ballingschap te Darfeld bevindt, toegestaan om zijn ver. blijf te Munster te gaan vestigen, tot herstel zijner gezondheid. Op last van Zijne Maj. zal er een straatweg naar Holland, over Bnrg. steinftirt, Ochtrup en Glanerbrucke van Munster, gelegd worden. Eenige fabrijkanten van beetwortelsuiker hebben zich tot Zijne Maj. gewendom vrijdom van belasting te vragen. De stoombooten Prinses Marianne en de Stad Manheimde eene van Mainz, de andere van Keulen komende, zijn op den middag te Andernach den 15 Jnlij, zoodanig tegen elkander aangevaren, dat de Prinses Marianne gezonken is en de passagiers ter naauwer nood op eene plaat in de rivier gered zijn, waarvan zij door eene andere stoomboot later zijn afgehaald; een later berigt echter meldt, dat de schok slechts ligt is geweest en beide stoombooten hunnen togt hebben kunnen vervolgen. Uit Pesthin Hongarije, geeft men berigt van eene door een inwoner dier stad, den heer van Kieg/eruitgevonden zet-machine, welke zoo toe het zamenstelienof zetten, ais tot het uit eikander nemen, of distribueren, van drukwerken moet dienen. Eene soort van instrument als een piano brengt door de drukking der klavieren, met eene ongeloofeiijke snelheid, deletters en hetgeen verder tot vorming der bladzijden noodlg is, op de vereischte plaatsen, en eene tegenovergestelde werking brengt ze in de letterkas terug. In anderhalf uur wordtalthans zoo zegt het berigt, het grootste vel druks, met hulp dezer machine, door een eenig man gezet en in ruim een half uur gedestrueerd. De daadzaakdat de machine uitgevonden is en zoodanig werkt, zou reeds door het rapport eener wetenschappelijke Commissie der Hoogeschool van Pesth bevestigd zijn, maar de uitvinder geloofde, dat zijn werktuig nog voor veel verbetering vatbaar zou wezen. Een Duitsch blad bevat het volgend uitvoerig berigt van de Commissi rissen des handels te Heilbronn: Sinds lang had de handel dezer stad behoefte aan eene rCgtstreeksche rivier, gemeenschap met Holland, en werd dien ten gevolge de schipper F. Heust uitgenoodigd tot het ondernemen eencr proefreize, welke schipper daaraait voldaan hebbende, wij den 5 Julij iets mogten zien, waarvan de geschiede nis van den handel onzer stad geen voorbeeld aanbiedt; wij verheugden on»; namelijk, In ons Willenis Kanaal, de eerste koopgoederen regestreeks uit Holland te ontvangen. Op een souper op het kaoaal door een talrijk gezel, schap, aan boord van een versierd vaartuig, gegeven, en door onderschei, dene Autoriteiten bijgewoond, werd met de levendigste erkentelijkheid ge. sproken van de bijzondere zórg des Konings tot begunstiging dezer onderne ming. Een tweede schipper, H. Staab, heeft bereids zijne lading voltooid: een derde schipper, G. A. Kuhnleis den isten van hiernaar Holland ver trokken; den iyden zal de vierde schipper, L. Heuss, volgen. Wij zijti voornemen dit jaar maatregel te nemen, dat een onzer vaartuigen gestadig te Rotterdam in lading ligt, ten einde daar zoowel de uit zee als uit Amsterdam aangevoerde goederen in te nemen. Wij twijfelen niet, dat aldus deze diensc al meer en meer door inlanders en vreemdelingen zal gebruikt worden, om. dat eene regtstreeksche gemeenschap tusscheu Holland en hier eene belang rijke besparing van tijd en kosten oplevert; de eerste reis is in den tijd van 2: dagen volbragt. Zijne Maj. de Keizer van Rusland heeft werkelijk onder dagteekening van 21 Junij, eene ukase afgevaardigd, waarbij de havens van de Oostzee voor rogge, tarwe, haver, garst en boekweit tot vrijen invoer worden opengezet. GROOT-BR ITANNIE. Londen den 15 Julij. Gisteren avond om zes ure zijn HH. KK. HH. de Hertog en Hertogin van Nemours te Londen aangekomen, om bij de Koningin en Prins Albertmet wie de Hertogin geparenteerd is, een bezoek af te leggen. Zij waren den igden reeds met de Franiche stoomboot de Courier uit Boulogne te Dover aangekomen, doch bij het binnenkomen der haven geraakte de stoombooc aan den grond, zoodat de boot op hoog water moest wachten. Den zelfden avond van hunne aankomst hebben zij bij de Hertogin van Kent een bezoek afgelegd. In de beide Huizen is eene Koninglijke boodschap gelezen, over de benoeming van een Regentschap, van den volgenden inhoud: De onzekerheid van het menschelijk leven en een diep gevoel van mijne verpligting jegens mijn volks, maken het mij tot pligt, gebeurtenissen welke eerlang plaats konden grijpen uwer overwegingen aan te bevelen, en zooda. nige voorzieningen te maken, waardoor, in elk geval, de uitoefening van het Koningiijk gezag zal gewaarborgd zijn. Ik ben bereid om met u toe zoodanige maatregelen mede te werken als het beste zijn om de kroon on. geschonden te bewaren, en tevens die waarborgen te verstrekken, waardoor de resten en vrijheden van mijn volk versterkt worden. n» hl. uuvger-riuio - - -•- j„ hoewel sommige leden en ook Lord Wellington zich er zeer tegen verzec hebben, voor de derde maai gelezen. ~r In het Lager-Huis heeft den I3den eene zeer belangrijke discussie plaat» gehad over het voortdurend bezetten van de vrije stad Cracau door de troe. pen van de drie beschermende Mogendheden, Rusland, Oostenrijk en Pruis sen. Eenige leden gaven de onbillijkheid daarvan te kennen, daar zulk eene handelwijs geheel met de bepalingen van het Weener-tractaat streed, en er voor dat bezetten thans geene voldoende reden kon aangevoerd worden. Door Lord Palmerston is hierop hoofdzakelijk geantwoord: De gronden, waarop de drie Mogendheden Cracau bezet honden, zijn van dien aard, dat ze met den inhoud van het Weener-verdrag niet overeen gebragt kunnen worden. Van deze zijde is dit in der tijd aan de Mogendheden te kennen gegeven. Het Gouvernement van Hare Maj. oordeelt de bezetting van Cracau eene schennis van het genoemde verdrag, en heeft er als zoodanig tegen ge. protesteerddoch eene opinie te hebben, of dezelve aan andere Mogend, heden op te dringen, zijn twee verschillende zaken. Er bestaan bijzondere plaatselijke omstandigheden, welke het in dit geval moeijelijk maken, bij verschil van inzigten de wapenen op te vatten, om anderen te dwingen, het tractaat van Weenen meer getrouw na te komen. Ook moet men, om billijk te zijn, den toestand in aanmerking nemen waarin Europa vóór de bezetting was, en welke aanleiding tot dezelve gegeven heeft; men denke aan de be. wegingen in Frankrijk, Belgie en Polen, welke de Mogendheden ongerust gemaakt hebben. Nu alles tot de rust wedergekeerd is, is het te verwach. ten, dat zij ook weder tot andere inzigten zullen komen. Het nadeel, dat de Britsche handel door deze bezetting lijdt, wordt te hoog opgegeven. De Staat Cracau heeft slechts 110,000 inwoners, en de tijd is voorbij, dat der. zeiver handel-betrekkingen met het overige vaste land van zoo veel belang waren. De geheele uitvoer van Groot-Britannie naar Duitschland en Holland, bedroeg in 1835 7,439,000 st, in 1836 7,134,000 St., in 1837 8,069,000 sc en in 1838 8,639,000 st. De handel met Duitschland is dus van wege de bezetting van Cracau niet verminderd, maar in weêrwil van dezelve toegC- nomen. Deze bezetting, ofschoon ook de twee andere Mogendheden dezelve wettigen, wordt hoofdzakelijk door Oostenrijk uitgeoefend. Het Britscli Gouvernement heeft nog niet lang geleden van nieuws bij Oostenrijk aange- houden om terug te trekken, en het antwoord is geweest, dat men zulks voornemens is, en alleen maar wachcte naar bet voltooijen van sommige mili taire plannen en het afdoen van zekere regtsgedingen. Oostenrijk heeft du» de verzekering gegeven, dat het oogmerk niet is Cracau voor altijd bezet te houden; de eenige quaestie betreft nn nog maar den tijd. Het zoude voorts in de gegeven omstandigheden eene Mogendheid als Groot-Britannie weinig gevoegd hebben eenen Consul te zenden naar een land door vreemde militai. ren bezet. Door middel van de dagbladen heeft de Generaal Evans, die de Engel» sche hulptroepen in Spanje gecommandeerd heeft, afgekondigd, dat hij met het Spaansch Gouvernement was overeengekomen, dat de Spaansche schuld aan het voormalig Engelsch legioen, ten bedrage van 300,000 st.in zes termijnen, elk van 50,000 st.,zal betaald worden, waarvan de eerste ter. mijn reeds naar Londen was verzonden. De vijf anderen zullen zes maanden na elkander, beginnende met November aanstaande, betaald en dus de ge. heele schuld in drie jaren afgelost zijn. Een niet onbelangrijk vraagstuk uit het staatsregt en het regt der volken is voorzeker dat, hetwelk de regten der onzijdigen, in eenen oorlog, tus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2