A\ 18^0.
L E Y D S C I! E
COURANT.
WOENSDAG,
3 J U L tji
"Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden,
Gezien de missive van den Heer Staatsraad, Gouverneur Van Zuid-Holland, van den
%den dezer maand, N°. tVsVV» daarby inzendende afschrift van Zijner Mnjesteits besluit
"ven den aasten Junij 1840, N°. 60, houdende vergunning aan de Hollandsche IJzeren
Spoorweg-Maatschappijgevestigd te Amsterdamtot het verlengen van den bestaanden
ijzeren Spoorweg tusschen Amsterdam en Haarlemte rekenen van de laatstgenoemde
stad tot Rotterdamlangs en over Leyden9s Grayenhage en Delftaanvankelijk ten
Ititvocr te leggen tusschen Haarlem en 'j Grayenhageen voorbehoudens Hoogstdeszelfs
nadere beslissing omtrent het tijdstip, waarop de verlenging tusschen de laatstgenoemde
plaats en Rotterdam zal kunnen worden tot stand gebragt;
Brengen by deze, naar aanleiding van den verderen inhoud der gemelde missive, ter
kennis der belanghebbenden, dat het aanleggen van den Spoorweg tusschen Haarlem en
Rotterdambij art. 4 van het bovenaangehaald Koninklijk besluit is verklaard te zijn
een werk yen algemeen nutdat de gronden, gebouwen en getimmerten voor dèn aanleg
van dien weg en deszelfs aanhoorigheden benoodigd, derhalve ten algemeenen nutte zul
len worden in bezit genomen, hetzij in der minne, hetzy volgens de bestaande wettelijke
bepalingenen dat de daaruit voortvloeiende schadeloosstellingen of kostenop de ont
eigening vallende, dadelyk moeten worden voldaan uit het 'fonds, waaruit de aanleg des
wfegs wordt bekostigd.
Wordende wyders de Ingezetenen verzocht, om aan de beambten van den Raad van
Administratie der genoemde Spoorweg-Maatschappydie zich daartoe zullen aanmelden,
den vryen toegang te verschaffen tot alle punten, alwaar het onvermijdelijk .is de noodige
bakens en afpalingen van den ontworpen weg te stellen; terwijl Hun Ed. Achtb. gemag-
tigd zyn daarby de verzekering te geven, dat wanneer hierdoor onverhoopt eemge schade
aan een byzonder eigendom mogt worden veroorzaakt, zulks door de Maatschappij aan
de eigenaren zal vergoed worden.
Leyden den 6den July 1840.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
j. G. de Me*.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. PuTtkamhie.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen mits deze ter kennis
der belanghebbenden#dat het Kohier der Grondbelastingvan het dienstjaar 1840, by
dispositie van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, van den 17 Junij jl.,
N°. VsV D* B* voor de tweede helft van dat Jaar is executoir verklaard en invorder
baar gesteld.
Leyden den öden July 1840.
j. G. de Met,
Ter ordonnantie van dezelve,
v. pu tt rammer.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen mits deze ter kennisse
van de belanghebbenden, dat bij Hun Ed. Achtb. van den Heer Controleur der Directe
Belastingen is ontvangen, het Primitief Kohier der Personeele Belastingdienst 1840en41,
van de eerste vier Wijken dezer Stad, welke op den 30sten Juny ji. is executoir verklaard,
en dat dezelve aan den Heer Ontvanger is verzonden.
Leyden den 6den July 1840.
J. G. de Me r.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. puttkammer.
NEDERLANDEN.
Letden, 7 julïj.
Men meldt ui! Gr»venh»ge van den 6den dezer:
Er zijn weder geruchten in omloop nopens eenige ministeriele veranderin.
gen. Onder anderen verzekert men, dat de Staatsraad Baud, belast ad inte.
rim met de directie van het Departement voor de koloniën, wederom toe
Gouverneor-Getieraal van Nederlandsch-Indiê zou worden benoemd, ter
vervanging van den Luitenint-Generaal D. J. de Eerensdat de Luitenant-
Generaal H. Baron Mcrkus de Keek, in de plaats van den heer Baud, met
de portefeuille van het Departement voor de koloniën zou worden belast,
en dat Jhr. Mr. IV, de Jonge van Campem Nieuw/and tot Minister van Bin.
nenlandsche Zaken zou worden benoemd, in de plaats van den Luitenant-
Generaal de Koek. Wat er van deze geruchten, waaraan men algemeen veel
geloof hecht, zij, zal we! spoedig blijken.
Naar men verneemt heeft Zijne Maj. dezer dagen den heer J. J. van
Stralen, Secretaris van het Kabinet des Konings, belast met de werkzaam,
heden van den Directeur van dat Kabinet, welke betrekking met den isden
dezer, ten gevolge van het aan den heer F. ffHofman verleend eervol
ontslag, is opengevallen. Even zoo ia de heer Saume, Secretaris van het
bureau voor de Duitsche zaken, waarvan de heer Hofman de chef was,
om dezelfde reden, tijdelijk belsst met de werkzaamheden als zoodanig.
Men meldt dat Zijne Majesteit de heeren Fabricius, Raad van legatie,
J, iP Olieslager, vroeger lid van den Raad van State, en Mr. C. Hunghe de
Peutevin, vroeger Referendaris bij den Raad van State, heeft benoemd tot
Staatsraden in buitengewone dienst.
Aan den heer N. B, Groen, is, naar men verneemt, op zijn daartoe
gedaan verzoek, een eervol ontslag verleend als Resident ter kuste vanGui.
nei, onder toekenning aan denzelven van pensioen. De heer E. Pignari,
Adsistent ter gemelde kuste, is tot Resident aldaar bevorderd, en in diens
plaats benoemd de heer H. S. Pel, Praeparator bij 's Rijks Museum van Na.
(uurlijke Historie te Leyden, onder voorwsarde van zich op de gemelde kust
Onledig te houden met natuurkundige onderzoekingen.
Zijne Maj. heeft bewilligd, dat de abonnementen met de aardappel.
stokers, gedurende de eerste zes maanden van dit jaar aangegaan, met op.
zigt tot den door hen te verantwoorden trek, alsnog tot en met den 15 Oc.
tober zal worden verlengd.
Aan de leveranciers van wollen stoffen ter dienste van het corps mari.
niera Is, even als aan die der andere corpsen, over 1839 eene tijdelijke ver.
hooging van hunne standprijzen toegekend, over de hoeveelheid stoffen,
welke door hen gedurende dat jaar aan het corps is geleverd.
Aan de Protestantsche gemeente te Roermond is, tot herstel van haar
kerkgebouw, eene Rijks subsidie verleend.
Door Zijne Exc. den Minister van BinnenlandsChe Zaken is, namens
Zijne Maj., aan de heeren Gouverneurs der onderscheiden provinciën te
kennen gegeven, dat de agenten van het domein moeten worden beschouwd
als personen, bedoeld bij art. 91 der grondwet, en dat zij alzoo niet kunnen
optreden als leden van de Tweede Kamer der Ststen-Generaal.
Men verneemt, dat P. van der Loo, wonende te 's Hage in de Lom.
bardstraat, B, N°. 15, een model heeft vervaardigd op 1/20 van de ware
giootte der nieuwe en verbeterde wijze van beheijing van gronden voor ge.
bouwen, spoorwegen, sleephellingen enz., met de daartoe behoorende hei.
michines, welke dagelijks voor de belanghebbenden aldaar is te bezigtigen,
en wasrvoor Zijne Maj., volgens besluit van den 3den Maart II., aan den
uitvinder een octrooi heeft verleend voor den tijd van tien jaren.
Van den 7 Julijr. Heden is de gewone jasrlijksche vergadering der
Staten vao de onderscheidene gewesten, in de hoofdplaatsen der provinciën
geopend en hebben Gedeputeerde Staten aan de Staten, het verslag vaö
den tots and der provinciën aangeboden.
Het eerste Badberigt van Schevcningenvan 5 Julij, is het volgende:
Het schoone en warme weder, dat de Commissie van directie tot de vröe.
gere opening van liet Badjaisoen voor dit jaar had doen besluiten^ werd reeds
in de eerste dagen na de opening door guur, winderig en regenachtig weder
achtervolgd, hetgeen, ofschoon niet geheel en al ongeschikt voor het baden,
echter niet aanmoedigend was voor diegenen, welke dachten zich herwaarts
te begeven, en de vertraging van het vertrek van vele derzelven ten gevolge
had. Wegens het gering getal der hier aangekomen vreemdelingen heeft men
dan ook tot nu toe uitgesteld, wekelijks de lijsten derzelve te geven, waar.
mede eerst heden een begin gemaakt wordt, nu hun getal in de laatste dagen
is toegenomen, en vele bestellingen eene spoedige vermeerdering van het.
zelve doen verwachten.
Ofschoon het Badhuis tot nu toe nog niet vele bezoekers heeft gehad, als
Inrigting van gezondheid, is hetzelve echter zoo wel op de Pinkster- als
indere dagen veel menigvuldiger dan gewoonlijk bezocht, door enkele per.
sonen en groote partijen, die er de vreugde der gezelligheid en der tafel
genieten wilden; en wij kunnen met genoegen zeggen, dat men een' alge.
meenen kreet van goedkeuring hoort opgaan, zoo over de voortreffelijkheid
der spijzen en ververschingen, als over den goeden smaak, orde en bedle.
ning, welke by die partijen hebben geheerscht.
CHINA.
Men heeft ce Londen berigten uit Canton ontvangen tot 27 Maart loopen
de. In die stad werden duizenden rekruten in den wapenhandel geoefend
en zoo als de Couverneur Lin bepaald had, 3000 man moesten het behande
len van twee Zwaarden leeren en het klinken met dezelve tegen elkander,
om daardoor alleen de barbaren te verschrikken. Er werden branders gereed
gemaakt, om de Engelsche schepen te vernielen.
Genoemde Gouverneur had den handel der Portugezen te Macao met Can
ton weder vrij gesteld, doch de Engelschen beschouwden dit als eene list
om hen te gemakkelijker te kunnen misleiden en Mscao te bemagtigen.
Onderscheiden Amerikaansche kooplieden waren uit Canton verhuisd.
De Engelsche scheepsmagt nabij Macao was met een fregat van 44 stuk.
ken vermeerderd.
De geliefde Gemalin des Keizers van China was overleden.
Ten aanzien van de opening van den handel met Macao heeft de Gou.
verneur Lin, de volgende afkondiging gedaan:
Lin, onder-Koning van Canton en Kwangen enz.; E. Fooyne van Canton
en I/u Hoppo van Canton, doen bij deze gezanieiijk de volgende afkondiging,
opdat een ieder zulks zoude mogen weten en verstaan.
Nademaal de Engelsche vreemdelingen zich bij eene vroegere gelegen,
heid.te Mscao zijn blijven oponthouden en zich niet van daar hebben willen
laten verdrijvennademaal de Portugesche vreemdelingen de gezegde Engel-
sclien eigenmatig en in weerwil van ons uitdrukkelijk verbod huisvesting
zijn blijven verleenenzoo is het om die reden geweest, dat wij de plaats
gesloten verklaard en derzelver handel gestremd hebben.
Thans echter hebben de burgerlijke en militaire Mandarijnen van Macao
zich tot ons gewend, verklarende, dat de Portugesche vreemdelingen, op
het ontvangen van onze voormelde proclamatie, met rouw en schrik gesla.
gen warén geweest en dat op dit oogenblik reeds alle Engelschen uit Macao
verdreven waren. Blijkende het voorts, dat de Portugesche Weidote (het
Barbaarsche oog, dat is de zaakgelastigdeaan de Mandarijnen van aangezigt
tot aangezigt heeft verklaard, dat de Portugezen nimmer meer na dezen zul.
len gedoogen, dat de Engelschen te Macao komen, en dat zij dezelve nim
mer meer, met vertreding onzer wetten, aldaar zullen huisvesten.
Dit nu aan bovengenoemden onder-Koning, Fooyne en Hoppo voorgelegd
en door ons onderzocht zijnde, zoo is het ons uit hetgene de burgerlijke en
militaire lands overheden aan ons voorgedragen hebben gebleken, dat de
handelwijze en gedragingen van deze Portugezen doen zién, dat hun hart
nog eenigen eerbied voor de wetten voedt, waarom wij hun dan ook mogen
vergunnen, hunne vroegere handelsbetrekkingen met ons te hervatten en hun
eene hemelsche barmhartigheid te doen blijken; dien ten gevolge doen wij
thins gezamentlijk deze onze afkondiging, gerigt tot al de winkeliers van
Macao, kooplieden en bevolkingen der andere provinciën en tot al dezulken,
die tot den handel in of het vervoeren van waren gebezigd worden, opdat
zij mogen weten en verstaan, dat het aan u allen, wier beroep het is de
ladingen of waren van de Portugesche vreemdelingen, hetzij ten in- of uit
voer, te vervoeren, dat het u, na het in het licht verschijnen van deze af
kondiging, veroorloofd is, uw beroep weder als vroeger uit te oefenenonder
inachtneming der gezette bepalingen, volgens welke de vermelde waren naar
's rijks stapelhuis moeten worden opgezonden, om aldaar behoorlijk onder,
zocht en voor de regten gewaardeerd te worden, waarna zij ten verbruike
mogen worden opgezonden; inaar het is u niet veroorloofd, heimelijk eenige
aan de Engelsche vreemdelingen toebehoorende goederen of koopwaren te
vervoeren, of dezelve, strijdig met de wet, ten in- of uitvoer met andere
goederen te vermengen, pogende ons aldus te misleiden, hetgene een ge.
streng onderzoek ten gevolge zoude hebben.
Dat een ieder beve en gehoorzame. Verzet u niet tegen deze uicdrukke.
ïyke afkondiging.
A E G Y P T E.
De Allg. Zeitung behelst het volgend berigt uit Alexandrie van den Junijd
De Kapudan-Pacha heeft heden aan de bevelhebbers der Turksche schepen
de openlijke verzekering gegeven, dat de vloot zich bereid moest houden,
om binnen korten tijd naar Konstintinopel weder te keeren. Hij heeft hurt
ook gezegd verw in voorraad te moeten hebben, om de schepen op te schil,
derenten einde met pracht de haven van Konstantinopel te kunnen binnen
zeilen. De berigtgever echter voegt hierbij
Wij gelooven evenwel niet aan de verwezenlijking van deze verzekering,
wij houden dezelve alleen voor een middel om de Turken, die bijna tot het
uiterste gebragt zijn, in rUst te houden, daar van hen na het eindigen der
quarantaine velen in den zin hebben naar Konstantinopel t» deserteren. Vóór
acht dagen is de Schatmeester der Turksche vloot met alle onder zijn bevel
ztunde beambten heimelijk van hier naar Konstantinopel gereisd.
Met het bovenstaande berigt komt een ander overeen door Pransche bla.
den medegedeeld; het is het volgende van 20 Junij gedagteekend:
Zoodra Mehemed-Ali dezen hinderpaal (Cbosrew's daarzijn in de Turksche
regering), die tot nog toe aan zijne eerlijke pogingen, om zijn geschil met