1 E YD S C H E
T4 Mwi
0 U R A N f
A\ 1840.
V R IJ D A G,
19 JUNIJ.
K E N N I S E V I. N G.
Burgemeester en 'Wethouders der Stad Leyden,
Gelet hebbende op de "circülaife missive van Mijnlieer den Staatsraad, Gouverneur van
^uid-Hollandvan den sisten Augustus 1831, Provinciaalblad N°. 110);
herinneren bij deze elk en een iegelijk, dat Zijne Majesteit de Koning, bij besluit van
'den tisten Augustus bevorens, N®. 72, bepaald hebbende, dat de Dankdag of Godsdien
stige Viering der Overwinning van Waterloo, voortaan alwjd op den derden Zondag der
maand Junij van ieder jaar zal plaats hebben, dezelve alzoo ditmaal Op "Zondag den
'listen 'dezer maand. Godsdienstig zal worden gevierd.
Aldus gedaan en afgelezenbij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den 15de 11 Juny 1840.
j. g* de me y.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. pu tt ka mm er.
K E N N I S G E V I N G.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden,
Ontvangen hebbende eene circulaire aanschrijving van Mijnheer den StaatsraadGou
verneur van Zuid-Holland, in dato den i2den February jl.Provinciaalblad N®. 27),
"houdende, om, door het aansporen der Ingezetenen tot milddadigheid, zoo veel mogelijk
mede te werken tot het wel doen slagen der Jaarlijksche Collecte, welke, ten gevolge
van Zijner Majesteits dispositie van den ióden November 1820, N°. 81, door de Dis-
'trlctS'Commissie tot aanmoediging en ondersteuning van dén Gewapendcii Dienst in de Ne
derlanden zal worden gehouden;
'Brengen bij deze tér kennis van de Ingezetenen dezer Stad, dat, ingevolge het ver
langen van gemelde Commissie, de genoemde Collecte zal geschieden, door daartoe ge
kwalificeerde personenin geslotene bussenop Maandag en Dingsdagdie zijn zull?n
'den listen en lasten Junij aanstaandeaanvangende des morgens ten negen ure, aan de
huizen der Ingezetenen, die verzocht worden op de uitreiking hunner liefdegiften order
te stellen. Burgemeester en Wethouders, gaarne Voldoende aan het verlangen in g'é-
melde circulaire vervat, noodigen bij déze uit de Ingezetenen dezer Stad, om, jjvolgens
hunne bekende liefdadigheid, ook in deze Collecte rijkelijk van het hunne bij te dragen,
cn raeenen hierop bijzonder te mogen aandringenuit hoofde eene milde bijdrage voor
deze Instelling hoogst belangrijk is. - De opbrengst clerzelven immers strekt eerst pil
vooral ter ondërsteuirng van de zoodanigen, die in vroegere oorlogen verminkt zijnter
wijl bet overschietende'ten behoeve van de dcelgeregtigden «01813 en voor de slagtofcrs
'uit den strijd tegen oproer en geweld wordt gebruikt. Vermits de uitgaven, zoowel van
het primitive fonds, als van dat voor de slagtoffets uit den strijd met Belgie, door de
inkomsten niet meer kunnen worden bestreden, niettegenstaande de vele beperkingen, di?
jn het opnemen van deelgeregtigden zijn ingevoerd, zoo volgt daaruit van zelf, daj.het
kapitaal jaarlijks vermindert; weshalve het fonds de raifde bijdragen der Ingezetenen bij
Voortduring dringend blijft behoevenen Burgemeester en Wethouders zich alzoo. om
'derzelver bekende liefdadigheid, van den goeden uitslag dezer inzameling verzekerd houden,
Aldus gedaan en gepubliceerd, by H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den isden Junij 1840.
j. G. de me y.
Ter ordonnantie van dezelve,
v. puttkammer.
NEDERLANDEN.
Letdrn, 18 Junij.
Wjj vernemen, «fat heden, den 25sten verjaardag van den tlag van Water,
too de Invaliden op eene feestelijke wijze in het gebouw, dat zij bewo
nen, onthaald worden. Nadere bijzonderheden hieromtrent vernemende, zul.
len wij ilie in ons volgend nommer mededeelen.
Men meldt uit 's Gravenhage van den i8den dezer:
Naar men verneemt, heeft Zijne Maj. den heer E. W. HofmanDirecteur
van het Kabinet dei Koningi, op het daartoe door denzelven, wegens ver
zwakte gezondheid, gedane verzoek, eervol uit die betrekking ontslagen,
onder dankbetuiging voor aan den Koning en aan den lande bewezene ge
trouwe diensten, onder toekenning van pensioen, met verlof om hetzelve
buiten lands te verteeren.
Mes verneemt, dat het dezer dagen Zijne Maj. heeft behaagd, aan P.
A. Koningi en J. van Herwaarden, vergunning te verleenen tot den aanleg
eener-stoombootdiensc tot het overbrengen van personen en goederen vau
ïleusden naar Rotterdam en vice versa.
Nog verneemt men, dat aan de Chriitelijke afgeicheidenen te Schiedam
VefgUnnihg verleend is tot het nichten eener afzonderlijke gemeente aldaar.
Verder vermeent men, dat de Hamburgsche Overheid bij onze Regering
aanzoek heeft gedaan, om eenen kundigen waterstaats-beambte te mogen raad.
plegen over het daarstellen van belangrijke werdenwairtoe dan ook dezerzijds
de Inspecteur D. Ment* ia aangewezen, die zich naar Hamburg zal begeven,
Met genoegen verneemt meti, dat onze Regering eene der eerste ge.
weest is om alle de stippen te doen en alle maatregelen te nemen, geschikt
om de Israëlitische bevolking in de Levant, die in den laatsten tijd zoo on.
gelukkig mishandeld en het slagtoffer van godsdiensthaat geworden iste
ondersteunen en te beschermen. Zijne Maj. bewogen met de droevige voor.
vallen in de stad Damascus, heeft onmidaelgk de Ministeriële Departementen,
welke de zaak aangaat, gelast, alle hunne zorg op deze zaak te vestigen.
Dientengevolge zijn het Nederlandsche Gezantschap te Konstantinopelalt-
mede de Consulaire Agenten van Nederland in de Levanc, uitgenoodigdom
aan de Israëliten, die Nederlandsche onderdanen zijn, en die aan onregtvaar.
dige of schadelijke vervolgingen mogten blootgesteld zijn, zoo het gevorderd
wierd, alle mogelijken bijstand en bescherming te verleenen. Het blijkt
derhalve hieruit, dat de Nederlandsche Regering niet bij andere Europesche
Mogendheden ten achteren gebleven is bij een vrsagstuk, waarbij de ware
beperking en de menschheid het grootste beting hebben.
Te 's Gravenhsge is onlangs uit Petersburg aangekomen. Zijner Majs.
gevolmagtigd Minister bij het Russische Hof, de Graaf Schimmelpenninck.
Te Rotterdam is in den namiddag van den i4den dezer, omstreeks 2 ure,
het onlangs aldaar van *s Rijks werf te water gelaten fregat de IVaal, van
daar naar Vlissingen vertrokken, gesleept wordende dobr Zijner Majs. stoom.
Schepen de Cerberus en de Leeuw.
Op den isden dezer is te Leymuiden, door den Burgemeestèr aldaar,
sin den heer J. J. A. Luchtmans, Med. Chir. et Art. Obst. Doctor binnen
genoemde gemeente, op eene voor Zijn Ed. vereerende wijze, ter hand ge.
steld eene gouden medaille, welke bij Zijner Majs. besluit in dato 21 Decem
ber 1839, N°. 186, aan genoemden heer Luchtmans is toegekend, als heb
bende zich ter bevordering der koepok-inenting in den jare 1838 bijzonder
verdienstelijk gemaakt.
Uit Amsterdam wordt gemeld, dat het pracht-exemplaar der Nederland,
sehe wetgeving, door Mr. C. J. de Martini, bestemd tot een geschenk voor
Zijne Maj. den Koning, uiterlijk tot aanstaanden Vrijdag ter bezigtiging zal
blijven aan het Typografische etablissement van de heeren Eiix en Ch. aldaar.
Men verzekert, dat noch moeite, noch kosten gespaard zijn, om hierdoor een
waardig en blijvend gedenkteeken daar te stellen van de Hollands. Typographic.
Uit Apeldoorn wordt van den isden dezer het volgende gemeld:
De valkenjagt, die dit jaar in onze omstreken weder, even als verleden
jaar, bjjna dagelijks plaats heeft, wordt mede door Z. K. H. Prins Alexan
der der Nederlanden, üie iot dat einde lieden op het Loo is aangekomen,
bijgewoond. Pe valkeniers zijn allen gekleed in het kostuum van den tijd
van Willem lil, den stichter van her Lof. Dit jagtvermaak, gevoegd b(j
onze schoone omstreken en heerlijk jaargetijde lokt dah ook vele vreemde,
liijgen herwaarts.
Men verneemt, dat de onderneming van ae Maatschappij tot invoering
der zijdeteelt in de provincie Noord-Braband overal meer en ineer aanmóedi-
ging en ondersteuning ondervindt. Daar er reeds voor eene aanmerkelijkër
som meer was deel genomen dan voor het primitief kapitaal was bepaald,
zoo is door de deelgenomen, onder Koninglijke goedkeuring (bij besluit van
Zijne Maj. in dato 4 Junij, N°. 84), besloten, tot de uitgifte eener tweede
serie van aandeelen ten gelijke bedrage van een kapitaal vany"35,óoo, waar.
vkn reeds een derde gedeelte geplaatst is. Mot genoegen mag men opmer
ken, dat in deze tweede serie al dadelijk door Zijne Maj. den Koning óp
nieuw voor eene somme van f 2500 is deel genomen, terwijl op Hoogstdes-
zelfs last dit voor eene gelijke som door de Administratie der fjacionale Nij
verheid Is geschied. Verder mag men ook onder de aanzienlijke handelhui
zen, welke in onze twee groote koopsteden hebben deel genomen de Neder
landsche Maatschappij te Amsterdam en derzelver agenten te Rotterdam cellen.
T U R K Y E.
Tijdingen u,it Konstantinopel tot den 27 Mei melden, dat werkelijk de
Groot-Vizier Chosrew-Pacha af is gezet, hoewel het berigt van zjjne vervan -
ging te voorbarig is geweest, daar men reden had, om te geloóven, dat
deze waardigheid van Groot-Vizier wederom zou afgeschaft worden, en er,
op de wijze van de Europesche Hovenslechts een eerste Minister zou zijn.
Algemeen wordt de val van Chosrew aan den invloed van de Sultane-moeder
toegeschreven.
Voor eenige weken is het nieuwe Turksche strafwetboekwaarbij alle
strafoefeningen, zonder voorafgaand geregtelijk onderzoek, ten strengste wor
den verboden, ingevoerd.
Berigten uit Alexandrie melden, dat de pest aldaar nog bij voortduring
woedt, en er in de stad dagelijks tusschende de 30 en 40 inenschen stierven
hoe groot de sterfte op de vloot was, wist men niec, daar de dooden van de
schepen in zee werden geworpen.
De 'Onderkoning had 132,000 centenaars katoen laten verkoopen en met
de opbrengst daarvan onder anderen zes maanden achterstallige soldij aan de
ttoepen en de matrozen betaald.
Te Malta had men het berigt ontvangen, dac de Arabieren te Tripóli
al de Turken vermoord hadden; men vreesde, dac hetzelfde ook tè Tunis
gebeuren zou.
SPANJE.
Madrid den 9 JunH. Hare Maj. heeft aan Espartero de orde van het Gul.
den Vlies en den titel van: Hertog van Morella verleend.
In de Cortes is door den eersten Minister officieel aangekondigddac
de Koningin en hare dochter Isabella II door het binnenste des lands eene
reis zouden doen. HH. MM. zouden den nden vertrekkenden eerste nacht
te Alcala doorbrengen en zich vervolgens naar Saragossa begeven.
Wat de reden aangaat, waarom dc Koninginnen die reis ondernemen, is
geheel onzeker. Het hoewel ongelöofelijk gerucht is zeer in omloop, dat
de Regentes zich naar eene zeehaven zou begeven, om alzoo Spanje tè
verlaten, Italië te bezoeken én het Rijk ssn Espartero als Regent over te laten.
Anderen willen, dat de Cortes bij het afwezen van de Koninginnen zouden
ontbonden en hevige wetten tegen de losbandigheid dér drukpers afgevaar
digd worden.
De stedelijke Regering van Madrid had in massa haar ontslag gevraagd.
De Hertog van Morella heeft den óden Alcoriza verlaten ën zich naar
Catalonie hegeven; hij zal de Koninginnen op haren togt vergezellen.
Er zijn nu nog twee Catlistischen opperhoofden, die min of meer te
vreezen zijn, namenlijk Balmaseda en Polodeze laatsiè staat met 2000 man
in Catalonie op den weg naar Arragon; van den eerste wordt in eene tele,
graphische depêche gemeld, dat de Onderkoning van Navarre hem bij Sona
aangetast en geheel geslagen heeft.
De beide zusters van Cabrera hebben Spanje verlaten en zijn op Franscli
grondgebied getrokken, uit vrees van dóór Espartero genoméh en Onwaardig
behandeld te woidem
DUITSCHLAND.
In den avond van den iiden is het lijk van wijlen Z. M. den Koning vart
Pruissen, van de Domkerk, waar het voor den middag was bijgezet, naar
Charlottenburg overgebragc, waar het in den Koninglijken grafkelder zal
begraven worden. Over deze plegcigheid wordt het volgende uit Berlijn
gemeld
Ten 11 ure des avonds stelde de optogt zich in beweging, in de volgende
orde: twee stalbedienden te paard met fakkels; eene compagnie lijfgarde van
het iste garde-regiment, te voet; twee stalbedienden te paard met fakkels;
een rijtuig mee 4 paarden, waarin zich Z. D. H. Vorst Wittgensteinen de
Koninglijke Hofmaarschalk von Massow bevonden; onmiddellijk daarop de
lijkwagen, door 8 paarden getrokkengeheel eenvoudig met zwartlaken
bekleed; twee stalbedienden te paard met fakkels; en eindelijk 6 hofrijtui-
gen, waarin de Adjudanten-Generaals, fle Vlengel-Adjudanten en de Kamer
dienaren van Z. M. warëh gezeten.
Het weder was stil, de gaz-lantaarns waren niet ontstoken, slechts de
rilaan verspreidde haar indrukwekkend licht. Niettegenstaande de ontelbare
menigte, beerschte eene diepe eerbiedige stilte.
Even na middernacht naderde de statige lijkstoet Charlottenburg. Reeds
van hec vallen van den avond af stonden op beide zijden van den straatweg
de inwoners van Charlottenburg en omstreken geschaard; op aller gelaat was
diepe smart te lezen. Zwijgend en met ontdekten hoofde volgden allen dëh
lijkstoet tot aan het hek van den slottuin, alwaar een sterk bezet mannenkoor
het koraai: Jesus mijn toeverlaat en opstaan, ja opstaan aanhief. Volgens den
Uitersten wil van Z. M., hadden er nu geene verdere plegtigheden plaats
Den iaden hebben HH. MM. de Keizer en Keizerin van Rusland,
benevens hunne kinderenden Grootvorst-Troonopvolger en de Grootvorstin
OlgaBerlijn verlaten en ziéh naar Weimar begeven. Hare Maj; de Keizerin
zal van daar over Frankfort naar Ems vertrekken om de baden te gebruiken.
Op de vesting Marienburg is den nden een hevige brand, men weet
niet door welke oorzaak, uitgebarsten, welke alles scheen te zullen ver
teren door bijgebragte hulp heeft de brand zich tot 6 huizen eh eenen
der hoofdcoorns bepaald.