a Burgemeester f.h Wethouders dfr Stad T.eydf.n, hrenj-en bij de7e ter kennis belaiiirhtb .eiulendat op Donderdag den iftden Jumj aanstaandedes middags téfï ■itwaaif urein liei openbaar op het Raadhuis zal plaats hebben ile (Jhlootini; v..n zoo- Xrelc OMiyatiEn der gevestigde Schuld ten lasten dezer Stad, als het bedrag der voor de vverevening en aflossing dier Schuld in dit |:mr beschikbare som zal toelaten; alles in Wereenstcmmjng met het daartoe betrekkelijk Plan, gearresteerd bij den llaad op den '13de» f tin ij 1839 en nader gewijzigd op den tfden Maart 1840. Ley den den ruien Ju» ij 1840 Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. DE MEY, Ter ordonnantie van deze've, V. PüTTKAMMER. NEDERLANDEN. LEtce», 14 Junij. Gisteren i« atliier op de gewone wijze de 20ste verjaardag gevierd van Z. K. H. Prins Willem Frederik Hendrik, derden Zoon van Z. K. H. den Prina van Oranje. Men meldt uit 's Gravenhage van den inden dezer: De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft, In hare zitting van heden, aangenomen de twaalf ontwerpen van wet tot wijziging van de grordwet, ■welke van Regeringswege aan de Tweede Kamer waren aangeboden en door dezelve waren aangenomen, alsmede het voorstel der Tweede Kamer toe aanvulling van art. 130 dér grondwet. j)e Staten der provinciën, die Dingsdag den 7 Jttlij aanstaande in de "hoofdplaatsen der gewesten bijeenkomen, zullen, onder anderen, te voor. lien hebben in de plaatsen der volgende leden van de Tweede Kamer der 'Staten-Generaal, die dit jaar aftreden, als voor: Noord-Braband: D. Baron van Tuyil van Serooskerken van Heexe en Leende, Mr. R. P. Romme. Gelderland: IV. A. Baron Sehimmelpenninck van der Oye 'van de PolI en J, A. C. Baron van Nagelt tot Ampsen. Holland: Jhr. D. F. van Alphen, Mr. G. Verwey-MejanMr. L. C. Luide Mr. J. Corver Hooft, Baron IV. Roèll van HaxerswoudeJhr. J. C. R. van Hoorn van Burgh, M. A. Wijnaendts, Jhr. Mr. D. T. Gevers. Zeeland: Jhr. Mr. P. J. Boüdaert. Utrecht: fV. R. Baron van Tuyll van Serooskerken van Coelhorst. Vrieilatta: Mr. van Weideren Baron T&nfceH en Mr. T. S. Tromp. Overijssel: Mr. R. T. van der Gronden. Groningen: MrJ. Gockinga, Mr. Hagenouv Brongers. Tezamen negen tien leden. Men verzekert echter, dat de heer Mr. J. Cats Epx., Afgevaardigde uit Vriesland, die in 1841 moest aftreden, als zoodanig reeds dit jaar zijn ont slag zou nemen, in welk geval ae Staten van dat gewest, in Jullj aanstaan, de, ook in die vacature zouden moeien voorzien. Daar de Eerste Kamer nn de voorstellen rot wijziging der grondwet «ah. genomen heeft, zuilen de Staten 55 nieuwe leder der Tweede Kamer moe- ,CZI benoemendie met de tegenwoordige 55 leden 'der Kamer, de dubbele Vergadering der Tweede Kamet zullen Uitmaken, die uusluuend oeiast zijn knet de overweging der bedoelde voorstellen tot wijziging der grondwet. Nur men verneemt, zijn in de laatst alhier gehouden algemeene ver gadering der Maatschappij van Weldadigheid tot honoraire leden dier Maat aehappij benoemd de heeren: A. van Hoboken van Rhoon en Pendreeht, te RotterdamGraaf van Rechteren, Gouverneur der provfneie DrentheTJ. Kuypers Can., Inspecteur der belastingen te Hoorn; Mr. IV. IJ. Cramer, burgemeester 'der stsd Amsterdam; en Mr. A. A. Reaal, Wethouder aldaar. Nog ia"in diezelfde vergadering het lid der Commissie van Weldadigheid, ijlt. J. G. van Nes, hetwelk in dit jaar als zoodanig móest aftreden, weder in. gekozen. Van den 13 Junij. be respective arrondissements-ykers der maten en gewigten zijn door Zijne Maj. gemagtigd, om jaarlijks ten dienste der irregti. liere turf-veenderijeh te ij'keh de meetlatien in gebruik bij de betrokken be- ambten der directe belastingen en accijnsen. Heden is de 20ste verjaardag van Z. K. H. Prins Willem Frederik den- drik, met de gebruikelijke plegtighedenin deze Residentie gevierd! Om- streeks den middag werd er eene groote parade van de bezetting gehouden, het klokkenspel deed zich bij afwisseling hoóren en van vele gebouwen wa'p perde *s lands vlag. Naar men verneemt zal de gewone vergadering der Staten-Generaal aanstaanden Maandag, In eene vereenigde zitting der beide Kamers, door Z. Exc. den Minister van Binnenlandrche Zaken namens den Koning wor. den gesloten. Uit Amsterdam schrijft men van den nden Junij': De gewone jaatlijksche vergaderihg van den Raad der Nederiatidsche Han- del-Maatschappij is op gisteren Woensdag den lojunij binnen deze stad gen. pend. Bij die gelegenheid heefc de President, dé heer Staatsraad van Her Henvenals naar gewoonte, een overzigt geleverd van de geschiedenis en den jang der werkzaamheden van de gemelde Maatsfchappijgedurende haar mee ultimo December 1839 verstreken vijftiende boekjaar, èh tót op den laatsten ifer vorige maand toe. Het bleek uit de gedane mededèelingen, dat deze Nationale inrigting gelukkig voortgaat met te beantwoorden aan de bedoelin gen van haren Koninglijken stichter, en, in steeds toenétrié'nde mate, den voordeeligaten invloed uit te oefenen op de algemeene belangen van onzen Bandel, onze scheepvaart en nijverheid; terwijl de aafi heeren Commissaris sen, ter goedkeuring, voorgelegde balans, over genoemd boekjaar, zou doen tien, dat de werkzaamheden der Maatschappij, op nieuw, ook voor hare deelhebbers, eene gunstige uitkomst'hebben gehad. Naar jaarlijksch gebruik, legde de President, in eenige Hoofdtrekken, dé verrigtingenbetrekkingen en aangelegenbeden der Maatschappij, en alzoo den voornamen inhoud van hare jongste geschiedenis, open, en vermits in den laatsten tijd meermaleti van deze inrigting in het openbkaf de rede ts geweest, zoo werd in deze aanspraak, ter plaatie, alwaar vin de aanra. kingen der Maatschappij met het Gouvernement wotdt gewaagd, door den President aangetoond, dat zij den haar wel eens opgeiegden blaam geenszins heeft verdiend; van onmatige voordeden, ten koste van 's Rijks Schatkist, te hebben genoten, en dat de commissie-loonendoor haar verdiend, over de kapitalen, in het belang des Gouvernemencs gebezigd, ten gevolge.der doelmatige besteding dier kapitalen, geacht moeten worden verdubbeld in die zelfde Schatkist terug gevloeid te zijn; terwijl het Gouvernement van dezelve, bjj de uitbreiding van handel en nijverheid, de aangenaamste vruch. ten gepinkt heeft, in He toenemende verspreiding van bloei en welviarr in Kec Moederland., e;: in de medewerking ter verzekering van de voordeelen uit hec i jeuwe sceisei van cultuur voortvloeiendeterwijl bovendien .op den reeds vdót.aug ingeslagen weg van besparing op onkosten, met beleid en vasten tredwerd en wordt voortgegaan. Onder die bezuinigingen van de premien van verzekering sprekende, toonde de President aan, hoe het. assu rantie— vak altijd en niet minder dan andere geacht moet, worden, aanspraak te hebben op handhaving en ondersteuning, al? eenen allezins nuttigen en vjlstrett ncodzakelijlten tak. van handel uitmakende, én dat aan hetzelve ook een aandeel toekomt in de voordeelen, welke de gevolgen zij.n, van het nietuve stelsel van cultuur in Indiê; terwijl men zich van het voordeel der in hare gevolgen altyd bedenkelijke besparing der assuraniie-premiën al ligt overdreven denkbeelden zon kunnen vormen. Voorts ontleenen wij aan de rede van den President hoofdzakelijk nog de volgende opmerkingen: Voorzeker behoeft de Directie zich niet aan iedere beoordeeling der Maat. schappij te. iaten gelegen liggen, en niets kan tninder bevreemden, dan dit eene fftrigiing als deze bestendig door goed en kwaad geruchte gaat; zelfs laat hét zich verklarendat uit den zegen, welke zooblijltbaar op haar bestuur 411 werken rust; eene sanleiding te meer tot hare miskenning wordt ontleend. Maar, wanneer nu evenwel van deze Nationale instelling, -in het openbaar, op éetie aldus inisitennende. wijze de rede is, dan ontstaat toch de vraag, of de Maatschappij in hare bestuurders ook niet hare verdedigers behoort te vinden? Het tvas toch, volgens den President, onbekendheid met of mis. duidend van de ware toedragt en gesteldheid der zaak toen men hec als eene bewezene daadzaak deed voorkomen, dat de Maatschappij, een koste van de Schaikis1-, buitensporige voordeelen had genoten, welker inkorting! geen uitstel gedoogde, en meu stelde meer dan men bewees, toen men de onmatig genoemde dividenten aanvoerde, als de alles afdoende bewijzen voor het oueretize der met het Gouvernement geslotene overeenkomsten. Aan het onbevangen oordeel van deskundigen mag net, met volle gerustheid worden overgelaten, of ir. die overeenkomsten onmatige voordeelen werden bedongen, strijdig met de gewone bepalingen bij dergelijke verbindtenissen van commercielen aardmits men zich verplaatse in den tijd en onder de omstandigheden van het aangaan dier overeenkomsten, en niet de uitkomsc, welke van voren niet kon worden gekend, van achteren neme tot den maacT stat eener onbillijke en ondoordacht berispende beoordeeling, in plaats van aan die uitkomsc de stof te ontleènen tot hec dankbaar erkennen en waarde, ren van onbedachte zegeningen. Van den weg fangs welken, en de midde. len waardoor die voordeelen verkregen zijn, wordt in die, op den toon der beslissing voórgedragene uitspraken, niet gewaagd. Dakrvan moet nogtins de kennis ondersteld, maar daarvan moge dan ook niet gezwegen worden," indien mè;i de zaken, in derzelver waren aard en stand had willen voorteel ten. Men had dan moeten melding maken van de risico's, onafscheidelijk verbonden aan het verleenen van zoo aanztenlijke voorschotten, als die over. eenkomsten mét zich bragten, en in dat liéht de toegekende voordeelen plaatsen; daar men toch wel niet vermeenén zal, deze, in billijkheid, re kunnen vergelijken met die, verhonden aan consignatien zonder voorschot, ten, waarbij men slechts de opbrengst der producten lieefc uit te keeren, nédat men die in kas ontvangen heeft. En waar men schermt met het in de laatste jaren uitgekeerde dividend, daar is men doorgaans gewoon uit hec oog te verliezen, dat hei werkend kapitaal der Maatschappfl het dubbel be. draagt van dat, over hetwelk dit dividend werd uitgedeeld, en dat de deel hebbers der Maatschappijniet dan in het uitzigt op de bestendiging van een matig voordeel, hun kapitaal van drie en twintig miliioenen guidens, ter ver. wezenlijkirg vati de bedoelingen des Gouvernementsvoor een kapitaal van drié en twintig miliioenen guldens hebben zién verpanden, nadat vroeger hunne aindeelen tot op drie vierden van het uitgeschotene kapitaal vermin, dei'd waren geweest. Ook vergeet mert, dat de uitbreiding der cultuur nog niet in hare ohcwiitkeling daar was, toen de eerste contracten werden aangègaai), maar eerst gedurende den ldop van dezen zich in haren gehee. len ontvang kennen deed, als aller verwachting overtreffendewaardoor de bedongene voordeelen der Maatschappij hooger klommen dan vóóruit te be rekenen was; en zoodra was die uitbreiding dan ook niet bekend, of men is tot de vermindering dier voordeelen overgegaan; hetwelk alléén genoeg is, om de geuitte oordeelvellingen ook nog ais ontijdig en voorbarig te doen kennen. Elk bevoegd neoordeelaarmaar ook deze alléén moge uitspraak doen. of menvan hec standpunt der welhegrepene belangen vin het algemeen., redenen hebbe, om zich over het bestaan en dé werking dezer Maatschappij te beklagen cf zich deswege te verblijden, en of het al dan niet voor die belangen, als raadzaam te beschouwen zij, dat men den vrucht- en schaduw, rijken boom ontw.ortele, mee welken al ligt zeer veel zou kunnen gaan weg. kwijnen, hetwelk thans, met en door denzelven, in eènen gewensehcen staat van bloei verkeeriNiemand zoo oordeelde al verder de President kon de Maacschappij met de omtrent haar nu en dan betoonde onverschillig, heid bejegenen, dan die niet of onvolledig bekend is met den aard enden invloed harer #erkzaamhedenen met hare pogingen om aan de algemeené wélvaart bevorderlijk te zijn; terwijl men, bjj die kennis wel niét, gelijk Hog onlangs geschiedde, het als Iets wenscheiijks zou kunnen voordragen, dat zij mogt ophouden zich met den verkoop der producten te bemoeijenj Beschouwlngèn van dezen aard kunnen niet anders worden aangemerkt dan als gevolgen en bewijzen tevéns van onbekendheid met de Maatsdhappij,' zoo als zij is en werkt. Zij wensèht en poogc aan het oogmerk harer oprig. ting getrouwelijk en ten algemeene nutte te beantwoorden, maar verlangt niet, dat hare welvaart ten koste van de schatkist worde genoten. Het war hare taak, de betrekkingen met de Oost-Indische koloniën te verlevendigen, den scheepsbouw op té beürèn, hief te lande de markt voor koloniale pro. dticten te vestigen, en eene nijverheid te ontwikkelen om in eene bestaande behoefte in die koloniën té voorzién; en nu moge eik, dié den staat vat» zaken, in deze opzigten, ten jare 1824 kende en thans onpirtfldtg rond. ziet, beoordeeleti, of en hoe zij zich.onder begunstiging van eenen gewensch- ten loop der omstandigheden, en vooral van den gelukkigen uicalag der in voering van het tegenwoordig stelsel van cultuur, van deze taak gBkwéfen heeft, en welke de vruchten zijn en, bij bestendiging van den tegenwoor- digen gang van zakén kunnen blijvén, van die eenheid en vastheid, door Bare tcisschenkomst aan denzelvén gegeven. En gelijk zij zich voorstelt op den ingéslagenen weg met moed en vertrouwen voort te gaan, zoo durft zij ook hopen voortdurend aan vele clkken van ons volksbestaan eenen zeer, gewigtigen «teiin te zullen kunnen blijven bieden en alzoo haren stichter ett beschermer steeds tot eere te verstrekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1