T U R K Y E.
Er heeft te Konstantinopel eene merkwaardige verandering in het Minis
terie plaats.gehad. De Minister namenlijk van Oorlog Ha/il-Pschabehutyd-
broeder van den Sultan, is afgezet geworden, omdat hij steeds van gevoelen
bleef, en waarschijnlijk ook in dien zin handelde, dat de Oostersche quaes
tie alleen tusschen uen Sultan en Mehemed-Ali tnoest worden afgemaakt,
daar bekend is, dat de Sultan en de Groot-Vizier, C&srag-Pachade be-
'moeijingen van de Europesche Mogendheden billijken. Men schrijft dus niet
zonder reden zijnen val aan den invloed der Europesche Gezanten toe.
De twee vrouwen van den Sultan, die in de eerste week van Mei
'bevallen waren, zijn kort naderzeiver verlossing overleden, welk overlijden
'men aan vergift toeschrijft, haar toegediend op last van de Sultane Valide
'moeder van den Sultan, welke, wegens haar moederschap, veel invloed op
de staatsaangelegenheden uitoefenende, dien invloed moest verliezen en den»
aelven doen overgaan op de bevallene vrouwen des Sultans. j,
De beide vreemde Vorsten, die zich thans ce Konstantinopel bevinden, -
'namenlijk de Aartshertog van Oostenrijk Frederik en Prins Hendrik der Neder
landen worden te Konstantinopel met vele eerbewijzen behandeld.
De spanning die in Turkije tusschen de Mahomedaansche en Christelijke
!bevolking sedert eenigen tijd bestond, wegens het Hatti-Scberif van den
Sultin, waardoor aan de laatsten gelijke regten met de eersten gegeven zijn
geworden, moet zeer veel verminderd zijn.
Nog schrijft men uit Konstantinopel van 12 Meis
Gisteren is Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden bij Z. H. den Sultan
afscheid gaan nemen. De Prins heeft hem zijne erkentelijkheid betoond voor
de bewijzen van Oplettendheid, waarmede hij gedurende zijn verblijf te Kon.
stantinopel overladen is. Z. H., na zijne smart over deszelfs spoedig vertrek
uitgedrukt te hebben, heeft hem onderscheiden vragen gedaan over de plaac.
aen, die hy nog voornemens was te bezoeken, vóór naar Holland terug
te keeren.
Den vorigen dag had Z. K. H. op het fregat te dineren Z. K. H. den
Aartshertog Frederikals ook eenige leden van het Corps Diplomatique; de
Prina had Woensdag te voren bij den Aartshertog gedineerd.
Z. K. H. vertrekt morgen en begeeft zich naar Athene en van daar naar
Alexindrie; maar waarschijnlijk zal de pest, die in Egypte heerscht, hem
verhinderen ain land te gaan.
Men verzekert, dat Z. H. de Saltan hem,vóór zijn vertrek, rpe geschen.
leen zal doen.
Donderdag II. heeft Zijne Emin. de Internuntius vin Oostenrijk een bal
gegeven, bij gelegenheid van de aankomsc van Z. K. H. den Aartshertog
Frederik. Z. K. H. Prins Hendrik was er bij tegenwoordig, als ook de
inêesten van de hooge Ottomannische Overheden.
HH. HH. Halil-Pacha Ahmet-Fethi-Pscbs en Zijne Exc. Reschid-Pichs
zijn 11. Vrijdag hun afscheidsbezoek by den Prins gaan afleggen.
SPANJE.
De zaken der Cirilsten gaan meer en meer achteruit. Den 24 Mei wis
de magt van Espartero, onder aanvoering van O'Donneil, voor de laatste
doch sterkste Carlistische vesting Morella gekomen; omtrent het gebeurde
met dezelve heeft men de 2 volgende telegraphische depeches:
Bayonne, 31 Mei,
Den 2SSten is het buitenforc van San Pedro, bij Morella, in de magt van
de troepen der Koningin gevallen, met 12 officieren, 264 soldaten en 4
stukken kanon.
Andere kleine forten zijn door den vijand verlaten, die geenen grooten
wederstand meer bieden zal.
Bayonne, 3 Junij.
De vesting Morella heeft zich den 29Sten Mei overgegeven. De bezetting
uit 5 k 6 bataljons bestaande is krijgsgevangen gemaakr.
De bekendmaking van die tijding had te Madrid groote vreugde ver.
wekt. De consticutionnele bladen meenen, dat door de inneming van deze
laatste Carlistische vesting in Arragon, aan het despotismus en de inquisitie
een einde gemaakt is; anderen echter meenen, dat, het karakter van de
Spanjaarden in aanmerking genomen, het nog jaren zal kunnen duren, eer
Spanje bevredigd is.
De Cortes hadden al de artikelen van het wetsontwerp omtrent de uit.
gifte van nieuwe schuldbrieven voor 600,000,000 realen aangenomen.
DUITSCHLAND.
Ujl Weenen meldt men van den ïösten Meidat de zoon van den Neder,
lindschen Gezant Mollerus, als renbode naar Konstantinopel was vertrokken,
om ïan den Vertegenwoordiger van Nederland aldaar de ratificatie over te
brengen van het onlangs tusschen Nederland en de Porte gesloten handels-
tractaat.
Uit Berlijb wordt van den a Janij gemelddat de toestand des Konings
zich al meer en meer beterde, Z. M. had na eene zware krisii te hebben
doorgestaan, gedurende welke hij meer dan 4 uren in eenen staat van bewus
teloosheid verkeerd had, hetgeen aanleiding tot het gerucht van zijnen dood
had gegeven, zich veel beter bevonden, en de ziekte had eenen gunstigen
keer genomen. Ondertusschen blijft de Kroonprins met het bestuur der zaken
belast en onderteekent de staatsstukken in naam van den Koning.
Volgens de laatste berigten evenwel zou de toestand des Konings weder
minder gunstig zijn, daar de zwakte zoo zeer was toegenomen, dac Z. M.
zijn bed niet meer kon verlaten.
HH. KK. HH. Prins en Prinses Frederik der Nederlandenwaren den
josten Mei te Berlijn aangekomen.
Er'was een Adjudant van Z. M. naar Warschau gezonden, om H. M.
■de Keizerin van Rusland naar Berlijn te vergezellen.
Z. K. H. de Grootvorst Troonopvolger van Rusland, was den isten
Junjj te Berlijn van Darmstadt aangekomen.
Den isten Junij is te Berlijn in tegenwoordigheid van al de Koninglijke
PrinsenPrins Frederik der Nederlanden en den Grootvorst van Rusland
den dag van de honderdste verjaring van de troonsbeklimming van Frederik
tien Groote, met groote plegtigheid de eerste steen voor een op te rigten
gedenkteeken gelegd.
Bij aanhoudendheid hoort men nog van branden. In Silezie zijn den
sisten Mei, bij een zweren stormwind twee dorpen afgebrand, waardoor alle
bezittingen verloren zijn en 16 menschen het leven hebben verloren.
Uit Frankfort schrijft men, dat men aldaar van alle kanten de tijding
ontving, dat men eenen goeden oogst verwachtte.
Uit Napeli wordt van den bisten Mei gemeld, dat de door de Engel,
achen genomen schepen nog niet waren terug gegeven. HH. MM. de Koning
en Koningin waren van Palermo en Messina den 2osten te Napels terug
gekomen,
GROOT-BRITANNIE.
Londen den 3 Jnnij. Z. K. H. Prins Albert, Gemaal der Koningin heeft
den isten de openlijke vergadering van het genootschap tot afschaffing van
«len slavenhandel en ter bevordering der beschaving in Afrika bijgewoond;
hij is namenlijk tot beschermheer van dat genootschap benoemd.
In de zitting van Set Lager-Huis van den 2den heeft Lord Palmerston
te kennen gegeven, dat, welk verschil van gevoelens ook omtrent het
Oostersche vraagstuk onder de Europesche Mogendheden moge bestaan,
hetzelve niet van dien aard was, om tot eenen oorlog aanleiding te geven.
Berigren van de Kaap de Goede Hoop, tot 8 April, zijn voor de
Hollanders van Port-Natal zeer gunstig, daar door hun bondgenoot I'anda
aan hunnen vijand bingaan slag wis geleverd, mer dat gelukkig gevolg
dat hij geheel overwonnen, van zijn gezag vervallen en Panda in zijne plaats
benoemd is geworden.; .met dezen hadden de Hollanders een of- en defensief
verbond gesloten 36,000 stnks vee was hun teruggekomen.
H. M. de Koningin,van Portugal heeft den 25 Mei de Cortes met
eene aanspraak geopend, waarin zij onder anderen zegt, hoop te voeden,
dat de vriendschaps-betrekkingen met Rome weldra zullen hersteld worden,
als ook, dat de onderhandelingen met Engeland over financiële zaken en
die, welke den slavenhandel betreffen, ver gevorderd waren; ook zoo het
handelsverkeer tnet 'Brazilië weldra hersteld worden. Omtrent de schuld
merkte H. M. san, dat daarin, wat het vroeger plan betrof, zoodanige
wijzigingen gemaakt waren, als noodig was, om het te kort te dekken en
een bewijs te geven, dat de Fortugesche Regering gaarne hare schuld af
wilde doen.
F R A N K R IJ K„
Parijs den 5 Junfj. Eindelijk is het zoo zeer verlangde verslag van deft
Maarschalk VaUée, omtrent den volbragten veldtogt tegen Abdel-Kaderdoor
Ue Fransche Regering bekend gemaakt. Hetzelve bevat, zoo als te ver»
wachten was, eene uitbreiding van die tijdingendie door de telegraphische
depeches en bijzondeTe berigten waren aangebragt. Dit verslag tnpet den
ongunstigen indruk welke men door dien veldtogt tegen den Maarschalk
had opgevat, niet weggenomen hebben en werd meer en meer gesproken,
dat hij zou vervangen worden. Het juiste getal gesneuvelden wordt in het
verslag niet opgegeven; aan de beide Prinsen wordt veel lof toegezwaaid.,
Ook worden door eene telegraphische depeche uitTouloh van den^den
eenige berigten medegedeeld, omtrent gevechten in Afrika in het begin van
Mei tegen de Arabieren geleverd. Dezelve hadden plaats ten gevolge van
onderscheiden aanvallen der Arabieren op sommige door de Franschen be
zette kampen; zij zijn echter gedurig met een groot verlies teruggeslagen.
MENGELINGEN.
AANKONDIGINGEN, ADVERTENTIEN en AANPLAK
BILJETTEN, in PARTS.
In weerwil der magtige en veel gebruikte woorden: vooruitgang en ver»
betering, is men thans meer dan ooit van het gestadige doel aller streven,
namelijk van het geluk, verwijderd. Immers, wanneer zag men ooit zoo vele
Duitschers naar Amerika trekken; een der drie Rijken van Grooc-Britapnie
bij de beide anderen om brood bedelen; Spanje en Portugal deszelfs eigen
ongeluk bewerken, en verscheidene andere Staten onder zware belastingen
gebukt gaan.
Het is in deze algemeene schipbreuk moeijeiijk te ontdekken, waar dan
eigenlijk het geluk iawij zullen dus daarvan afzien en ons alleen tot
Frankrijk bepalen. In dit land heeft de woede om rijk te worden eenen
nooit gekenden hoogen graad bereikt, en, zoo het ons toeschijnt, is die
verschijnsel ook zeer gemakkelijk te verklaren; wanneer men op eenen spoor,
weg in het uur vijf mijlen aflegt, dan wil men natuurlijk ook geld mee ge
lijke snelheid verdienen. Daar zich nu de mensch niet door kolen en ijzer
mag laten overtreffen, heeft hij een middel uitgevonden, dat [men in ver.
scheiden opzigten met stoom vergelijken kan. Dit middel was den Grieken
en Romeinen, ja zelfs den Chinezen onbekend, hoewel een ieder weet, dac
de laatsten alles zonder uitzondering reeds lang ontdekt hebben, zelfs dat,
wac anderen nog zullen moeten ontdekken.
Dit middel is de advertentie. Onder advertentie verstaat men een aantal
regels, waardoor de tandmeesters, kappers, likdoornsnijders enz, hunne ta.
lencen, winkeliers, makelaars, tijdelijk uitgepakte commis-voyageurs enz.
hunne waren, minnen, koetsiers en anderen, hunne eerlijkheid en goed
gedrag, boekverkoopers en commissionnairs hunne artikelen met 10 to,t
fib ten honderd rabar, aanprijzen. Als naauw daaraan verwant, noemt men
het aatiplakkings-biljec, een vierkant stuk gedrukt papier, van de grootte
van een visite-kaartje af, tot aan de hoogte eener verdieping, ja daar zijn
er reeds van twee verdiepingen hoog, met opengelaten ruimte voor deuren
en vensters, te voorschijn gekomen. Uit deze omstandigheid kan men op
maken, dac deze soort van industrie, voor eene ontwikkeling vatbaar is,
welke alleen door de ruimte der aarde kan worden beperkt.
Wij hebben ons echter in de definitie der adverfentien vergist, door te
zeggen, dat alles op eigen lof nederkomt. Voorzeker heeft een ieder van
zich en de zijnen de beste opinie der wereld, maar niec iedereen verstaac
het, zich naar verdienste te prijzen, waarvan deels verzuimde opvoeding,
deels de vrees van te nederig te zullen zijn, schuld is; in beide gevallen
wendt men zich daarom toe zekere personen, die dan in plaats der lastgevers
moeten blozen. Zoo stelt bij voorb. de muzijkale feuilleton-schrijver eener
courant zich in relatie ffiec alle talenten, prijst onbeschaamd eenen of inde.
ren stiefzoon van Apollo, waarover het regtschapen publiek een afkeurend
vonnis heeft geveld, omdat deze hem goed betaalt, of ooit wel, in geval
vin afkeuring, met een pak slaag bedreigt, en laakt den talentvollen vir
tuoos, die verzuimd heeft of weigert zijne diensc in te roepen. Zoo vindt
Uien, zich teekenende onpartijdige liefhebbers, die den lof eener reizende
troep tooneellisten, paardenrijders of wat al meer, tot in het bespottelijke
uitbazuinen; re'censié'n, waarin prullige werken, wier plaats reeds vooruit
in den kotniftenijs-winlcel is aangewezen, hemelhoog worden verheven; dit
alles wordt geredelijk tegen betaling opgemaakt.
Als voorbeeld der wonderbare magt van advertentiën kan het volgende te
Parijs gebeurde dienen. Onder de nog levende schrijvers is er een, die,
wel is .waar zeer bekend, doch op eene ongewone wijze aan deze bekend,
heid gekomen is. Hij gaat vertrouwelijk om met de Ministers, die hem
voor eenen letterkundige houden, en de letterkundigen, die gelooven, dat
hij minst genomen, zoo veel ais een Miniscer is, behandelt hij met minach.
ting. Dit aanzien heeft hij echter op de volgende wijze verworven. Hij
bezocht eens eenen welbekenden boekhandelaar, en zeide hem met een
veelbeteekenend gezigc: „Hoor eens, Heerhoe zoude het zijn, zoo
gij de uitgave van een werk overnaamt, dat ik echter nog niet geëindigd
heb?" „Wat is dac voor wérk?" „Een voortreffelijk werk." „Dac
is mogelijk, maar welken titel voert het?" „Geschiedenis der restauratie
wtt zege gij daarvan?" „Ik zeg, dat, zoo bet boek goed geschreven is,
en nieUwe oplossingen bevat, hetzelve tegenwoordig goeden aftrek zou
viDden. Brengt het mij eens hier." „Ik zal het u brengen; kondig on.
dertussbhen maar aandat de Geschiedenis der restauratie in den loop dezer
maand verschijnen zal."
De boekhandelaar verzuimde niet in tlie dagbladen de geschiedenis der re.
stauraiie met luister aan te kondigen, om dezelve bij de uitgave eene goede
ontvangst voor te bereiden.
Naauweiijks vernam men in zekere hooge kringen, dat weldra eene ge
schiedenis der restauratie verschijnen zoude, of men geraakte in beweging,,
vreesde ontdekkingen en sprak van zekere stukken, welke men voor verbor
gen hield, wier openbaarmaking men echter vreesde. Men kwam daarom ia
aanraking met den auteur, won hem door vleierijen en beloften, en gat' h jta
eindelijk eenen poat van 6 h 8000 francs.
Niettemin herinnert de boekhandelaar, na verloop van een jaar, nogmaals
aan de ge chiedenïs der restauratie. Met nieuwe schrikken komen ook groo.
tere beioontngen, en de schadeloosstelling stijgt tot op 12,000 francs jaar.
lijks; dit is echter nog niet alles. Het gernchc van dat onzigtbaar werk had
zich in de salons verspreid, en zoo dikwijls de genoemde schrijver zich