als zij de "splitsing van Holland kunnen roestertimen, ook in die verregen, woordiging niet konnen bewilligen. Zoo wel de heeren Corver Hooft als l.uzac zouden liet wenschelijk beschouwd hebben, dar de Eerste Kamer ware afgeschaft. De heer Luzac meende voorts, dat het getal vertegenwoordigers raar geen maatstaf hoegenaamd werd omgeslagen. De heer van Akerlaken, hoezeer tegen de scheiding van Holland gestemd hebbende, zal,, nu de meerderheid zich met dat voorstel vereenigd heeft, 2ich daartégen ook niet langer verzetten en het ontwerp, dat thans aanhan. gig, en er een Uitvloeisel van is, aannemen. De heer van de Poll meent ook, dat, nu de meerderheid de splitsing heeft aangenomen, de minderheid zich aan die meening der meerderheid behoort te onderwerpen. Ter stemming ovè'rgegaan zijlïde, is het ontwerp dan ook met eene meer derheid van 45 tegen 8 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd de heeren LuybenVerwey-MejanGouverneur, van Asch van iVyck, dEscury van Tuyl van Ileeze Knip horst en Luzac, Kindeljjk is ook het Vijfde ontwerp nopens het vervallen van art. 98 der grondwet, houdende beschikkingen aan de beide Kamers gemeen, zonder beraadslaging nier aigemeene stemmen aangenomen. De beraadslagingen geopend zijnde over het zesde ontwerp, nopens het stemregt enz., heeft de heer van Dam van Isselt verklaarddat de wijzi gingen, in die art. vervat, van luttel beteekenis waren, indiende art. 129 en 130 der grondwet onveranderd blijven. De heer de Jonge had ook gaarne gewenschc, dat de zamenstelling van de Staten der provinciën, enz. geheel aan de wet ware overgelaten geworden. Hij meent ook, dat er in verschillende provinciën meerdere evenredigheid tusschen de ridderschap en den landelijken stand kon worden daargesteld. Hij is geen groot bewonderaar van den adel, de Ridderschappen en de Aristocratie. Hij meent zelfs, dat de stand der Ridderschap bjj eene ge heele omwerking der grondwet wel had kunnen wegvallen. Overigens ver meent hij, dat, bij verantwoordelijke Ministers, het regl tot ontbinding der Tweede Kamer niet behoeft daargesteld te worden. De heer Luzac heeft op de herziening der art. 129 130 en 132 der grond, wet aangedrongen, zonder welke de geheéle, thans voorgestelde verbete- ring niets beduidt. Hij zal dan ook tegen dit ontwerp stemmen. Nu toch is het nog tijd, dat de Regering aan den wensch der Kamer te dezen vol. doet, terwijl bij het houden van de Tweede Kamer in dubbele getale, het daartoe te laat zal zijn. Overigens moet hij verklaren zich zijne in die vergaderingen uit te brengen stem geheel en al voor te behouden. Die Item zal toch afhangen van de omstandigheden en van den tijd. In Junij kan men niet verklaren, veelmin zich verbinden, wat men In Augustus zal of moet doen. De heer Corver Hooft heeft het ontwerp, zoo als hetzelve ligt, goedge keurd, doch had ook gaarne nog meerdere verbeteringen te dezen verlangd. Daar hij echter vreesde dat, bij eene verwerping van dit voorstel, daarop niet zon worden teruggekomenzoo zal hij hetzelve aannemen. De heer van Asch van tVijck heeft zich voor het voorstel verklaard en het stelsel om hier te lande regtstreeksche verkiezingen in te voeren, be. streden. Hij zon gaarne bepaald wenschen te zien, dat alle de veranderingen in de provinciale reglementen bij de wet worden daargesteld. Hij beschouwc dezelve voor groote verbetering vatbaar. Die reglementen vorderen allezins herziening. De heer Beelaerts bragt nog eenige bedenkingen tegen het voorstel in het midden. Ter stemming overgegaan zijnde, is ook dit ontwerp met eene meer. derheid van 44 tegen 10 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd de heeren: Luyben, Gouverneur, van Nagelt, Brongers, van Sytzamavan AkerlakenKnip horst, Luzac, Romme en Beelaerts. Ten 10 ure wordt de vergadering gescheiden. Morgen ochtend ten elf ure zullen de beraadslagingen over de verdere ontwerpen, ten getale van zeven, worden hervat, het eefste alsdan te be. handelen ontwerp betreft het bepalen van 's Konings inkomen. Heden den 4 Juni) rijn bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal de beraadslagen over de ontwerpen tot herziening der grondwet voortgezet. Xegau Wet cweode ontwerp nopen# 'a Konings inkomen hetwelk op ij millioen bepaald wordthebben gesproken de heeren van Dam van Isselt, LuzacVerwey Mejan en Luyben. De heeren van Dam van Isselt en Luyben wenschten de som op een millioen gebragt te zien, terwijl de heeren Mejan en Luzac meenden dat deze som bij elke Regering op nieuw moest worden bepaald, daar het onmogelqk was, dezelve voor alle gevallen en in alle omstandigheden vast te stellen. Zijne Exc. de Minister van Justitie beeft de voordragt verdedigd en aange. toonddat zij alleen tot oormerk heeft, het inkomen des Konings, naar de verkleining des Rijks, te regulariseren. Zijne Exc. heeft voorts doen zien, dat eigenlijk het Inkomen slechts op een millioen nederkwam, omdat er vroeger zoo vele lands-domeinen waren afgestaan, dat het half millioen ver. zekerd was en door de maatschappij tot begunstiging van de volksvlijt werd uitbetaald. Na deze uitlegging heeft de heer Luyben verklaard voor het ontwerp te zullen stemmen. In omvrage gebragt zijnde, is het ontwerp met eene meerderheid van 47 tegen 8 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd de heeren: Verwey- Mejan, Bruce, iVeynands, Gouverneur, Romme, van Dam van Isselt, Warin en Luzac. Voorts wordt beraadslaagd over het derde ontwerp, nopens het beschik, baar stellen van het batig saldo van den Oost. De heer Luzac heeft met de bijvoeging van art. 60 geen genoegen geno® men, omdat daardoor de twijfel, betrekkelijk het uitsluitend opperbestuur der koloniën, niet worden opgeheven, en de mededeeling van de stukken nopens het beneer der Oost-Indien, geen regt tot beoordeeling vin alle die staten geeft. Hij doet daarbij zien, dat van 1795 tot 1810, de koloniën altijd, door wetten, hier te lande vastgesteld, werden bestuurd. Hij vraagt, of het dan eene onmogelijkheid weren zou, hier in te voeren, wat in Engeland eu Frankrijk voorvalt. Nog onlangs heeft zich het Parlement met eene bill voor de Manadas bezig gehouaen. Hij herinnert daarbij ook, dat bij art. 12 der constitutionele bepalingen, welke Koning Lodewi/k herwaarts medehrigi, bepaald werd, dat de Regering over de Hollandsche koloniën door bijzondere wetten wier. den bepaald, en dat de ontvangsten en uitgaven der koloniën zouden wor den beschouwd als een deel van de geldmiddelen en de wetgevende Kamer deswege zou oordeelen. Velen zijn uit Oost-Iodie terug gekeerd, die daar veel kennis van zaken hebben opgegaard, en die hierover deswege zeer goed zouden kunnen oordeelen. De heer de Jonge heeft breedvoerig aangetoond, dat het gevaarlijk zou zijn, het uitsluitend opperbestuur over de koloniën, aan de Regering te onttrekken, vooral op grond, dat men hier te lande deswege met geene kennis van zaken kon beoordeelen. De heer Luzac heeft zijn genoegen betuigd, dat de heer de Jonge onbe. wimpeid voor zijn gevoelen is uitgekomen en heeft daarin eene reden temeer gevonden, om tegen het ontwerp te stemmen. De heer van Alphen heeft zich tegen het ontwerp verklaard, omdat het woord uitsluitend opperbestuur in art. 60 zal blijven staan. De heer Schimmclpenninck neeft zich met de denkwijze van den heer Luzac vereenigd en het gevoelen van den heer de Jonge bestreden. De heer van Sytzama heelt verklaard na de uitgewerkte en alles afdoende rede van den heer Luzac, tegen het ontwerp te zullen stemmen. De heer van Asch van TVyck verklaart, dat hij door de aanneming van dit ontwerp, niet geacht wil tvorden de denkbeelden, door sommige spre. kers voorgedragen, toe te juichen. De heer Kniphorst zal tegen dit ontwerp stemmen. Al wat in hetzelve bepaald wordt, is, volgens den spreker, reeds in de grondwet vastgesteld. Door de aanneming van deze wet, zou men aan art. 60 eene uitlegging geven welke daaraan niet gegeven kan worden. De lieer Beelaerts spreekt in den geest van den heer van Asch van fVycit wat echter de denkbeelden omtrent het nut van een beheer van de kolomen door het Hoofd van den Staat betreft, deelt hij het gevoelen van den heer de Jonge. Men vertegenwoordigt in de Kamer geenszins de koloniën. Dc heer Tromp verklaart tegen het ontwerp te zullen stemmen, omdat dé Regering niet voldaan heeft aan het verlangen, om de bepaling in de grond* wet op te nemen, dat de afgesloten rekeningen der Oost-Indische geldmid. delen, na zeker getal jaren, aan de Kamers zullen worden medegedeeld. De heer Bruce verklaart zich tegen het ontwerp, omdat de Regering het woord uitsluitend niet uit art. 60 heeft gelaten. De heer Gevers zal de voordragt aannemen, omdat, door eene verwerping der wet, men meer verlieren dm winnen zal. De heer van Dan van Isselt zal, ten gevolge van den loop der dilcüsatê, tegen dat ontwerp stemmen. Zijne Exc. de Minister van Justitie heeft geoordeeld, dat, door de aanhë. ming van het wets-ontwerp, alle de principes, omtrent het uitsluitend opperbestisus der koloniën in het midden worden gelatenen dat het wets, ontwerp alleen voorgesteld is, ten gevolge van het verlangen der Kamer. Ter stemming overgegaan zijnde, is het ontwerp met eene meerderheid van 41 tegen 14 stemmen, naar het oordcel der Kameraangenomen. Tegen hebben gestemd de heeren: Luyben, SchimmelpenninckBruce, Sandberg Tromp, Brongers, GouverneurRommevan Dam van Isselt, Knip. horst, II'arinLuzac, van Alphen en van Sytzama. Het derde ontwetp, nopens ae vaststelling der staatsbegrooting voor twee jaren, werd bestreden door de heeren van de Poll ert Beelaerts, die verlangs den, dat de begtooting in gewone en buitengewone wierde gesplist. Zij von den er groot bezwaar in, om telken twee jaren alle uitgaven en ontvangsten op losse schroeven te stellen. Het is van belang, dat er vele uitgaven voor langeren tijd wierden vastgesteld. De heer Luzac had gaarne de jaarlyksche behandeling van de begrooting verlangd en zou gewensCht hebben, dat het jaarlyksche verslag van den staat der geldmiddelen aan de goedkeuring der Kamers zou worden onderworpen. In omvrage gebragc zijnde is ook dit ontwerp aangenomen met eene meer. derheid van 51 tegen 4 stemmen, de heeren: Warin, Luzac, Beelaerts en van de Poll. Wit aangaat het vijfde ontwerp, nopens de leden van den stedelijken raad, enz., hetzelve werd door den heer van Asch van IVijck bestreden, en den heer Luyben goedgekeurd. Bij hoofdelijke stemming wordt hetzelve aangenomen met 46 tegen 9 stemmen. Het zesde ontwerp betrekkelijke de Rekenkamer wordt, zonder discussie, met aigemeene stemmen aangenomen, Over het zevende ontwerp, nopens de Defensie, heeft de heer Schimmel peninck het woord gevoerd en zich ten voordeele van hetzelve verklaard. Het vervolg der beraadslagingen is bepaald op heden avond ten 7 ure. 5de Lijst. 6de 7de 8ste i8oste Koninklijke Nederlandsche Loterij. Trekking der Rijfde Klasse. N6. 22197, s^975, 6519. 7784 en 2126, ieder een prys van 1000. N®. 6261 en 758, ieder een prijs van 1000. N®. 14404 en 1x075, ieder een prijs van 1000. N®. 160 een prys van 20,000. N®. 8578 een premie van f 1500. CIRQUE ROYAL. Onder Directie van F. E. B L O N D I Ni- In het groote Gebouw op de Ruine. Op Heden Donderdag den gden, Vrijdag den sden, Zaturdag den ödesi Zondag den pden en Maandag den 'Asten Junijtot Finale slui- ting, alle avonden ten half Negen Ure9 GROOTE BRILLANTE VOORSTELLINGEN, volgens Programma van het Aanplakbillet. SALON DES VARIÉTÉS VAN AMSTERDAM, Onder Direcjie van P. BOAS en G. A. AMÉLUNG. Staande met hunne welingerigte Tent op de Ruine. Vrijdag den ^den Junij 1840: De TWEE EDMONDS, of Het BOOG® SCHUTTERSFEEST, Nieuwe Vaudeville, in 2 Bedrijven, waarin de Roi van Edmond, noor den Heer Judels za! vervuld worden. Na hetzelve: De HEER LUSTIG DEURWAARDER LIEDJESZANGER, Vrolijke Vaude. villein 2 Bedrijven, waarin de Heer Judels de Rol van Lustig zal vervullen. De Aanvang ten HALF NEGEN URE. Verwacht op Zaturdag op vereerend verzoek: De Barbier van Seville beroemd Zangspel, in 4 Bedrijven, muzijk van Rossini. Na hetzelve: ie Reizende Studenten of de Koning van GisterenVrolijke Vaudevillein een Bedrijf. Getrouwd: Leyden, den 29 Mei 1840. Getrouwd! Amsterdam den 4 Junij 1840. J. van HALTEREN, Weduwnaar EN E LI 2! A BET SOLLIÈ. C. K. BIÏGMAN, van Leyden, en A. A. DROST. Mijne geliefde Echtgenoot ANNA MARIA ELISABETH Ü6L- SCHER eindigde heden haar godvreezend en werkzaam leven, ruim 81 Jaren oud, in het 58ste onzer zoozeer gelukkige Echtverèenigingmede diep betreurd door Kinderen, Behnwd-Kinderen en verdere Betrekkingen. Böchold, 29 Mei 1840. PETER DRIESS'EN. Voor de hartelijke deelneming bij het afsterven van mijne geliefde Echtgetoote, MARGARETHA DÉE, betuig ik, mede uit naam mijner Kinderen en Behuwd-Kinderen, bij deze mijnen hartelflken dank. Levden D. van W IJ K, den 4 Junij 1840. Binnevader in het Minnenhuis. GEOCTROIJEERD VERNIS. Uitgevonden door de Gezusters R. en J. MORESCO, is te bekomen bij J. II. NOORTVEEN, Apotheker, Nieuwe Rrjn Wijk 7 N°. 38, te Leiden zijnde dit hetzelfde Vernis dat door den Reiziger in deze stad is verkocht. NB. Iedere blikken Doos zal de handteekening dragen van de Geoctrooi. jeerden, ten einde het namaken te beletten en te kennen, omd'ac er véél van ééne kleur bestaat. Terstond wordt gevraagd: IEMAND van onbesproken gedrag en goede afkomst, om tegen een redelijk loon dagelijks eenig Kantoorwerk te verrigten. Adre» bij Mejufvrouw H. H. SCHREUDER, in het Muziek en Papier-Magazijn, op de Botermarkt te Leyden. Bij de Wed. ANTHONY de KLOPPER em ZOON, teLeydert.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2