Art. 5. Vreemde troepen «oorden niet dan met gemeen overleg des Ko.
nings en der Staten-Generaf 1 in dienst genomen.
Art. 6. Behalve de vaste zee-,en landmagt, is er steeds eene Nationale
Militie in dienst en bovendien eene Schutterij.
Art. 7, De Militie, voor zoo verre dezelve tot de dienst te lande b|j de
wet bestemd wordt zal nimmer en in geen geval naar de Koloniën worden
gezonden.
Art. 8. Afzonderlijke wetten zullen alles regelen, hetwelk betrekking
heeft tot de dienst der Nationale Militie en Schutterijen.
Uit Amsterdam meldt men vin den 14 Mei:
Op heden is hier ter stede gehouden de jaarlijksche algemeene vergade
ring van het Ncderlandsch genootschap: Tot zedelijke verbetering der Gevan
genen, onder voorzitting van den wel-ed. groot achtb. heer Mr. J. J. jjjjt-
v/erf Sterling.
Uit het algemeen verslag, omtrent de werkzaamheden des genootschaps,
over den jare «839, opgemaakt door den eersten Secretaris, den W. E. G.
heer fK 11. IVarnsinckBsx., in gezegde vergadering ter tafel gebragt, is
gebleken, dat-, in gezegd jaar, de bemoeijing des genootschaps zich, of
regtstreeksch of zijdelingsch over een aantal van vierendertighonderd en iin,
zoo wel crimineel als correctioneel veroordeelden heeft uitgestrekt; en zulks
door bet houden van gepaste toespraken, als ook door het verspreiden van
nuttige en stichtelijke geschriften.
Acht honderd en vijftig personen deelden in het godsdienstig onderwijs,
door en voor rekening van het genootschap geschonken, in die gevangenis,
sen, waarin dat onderwijs van Gouvernementswege, volgens de bestaande
verordeningenniet wordt toegediend.
Op gelijke wijze hebben vier honderd en zestig personen gedeeld in het
onderrigt in het lezen, schrijven en rekenen.
Aan twee honderden zeven en veertig personen Is, op denzelfden voet,
arbeid verschaft.
Een getal van drie honderd zes en zeventig ontslagenen hebben eene tijde,
lijke voorziening in derzelver behoeften genoten; terwijl honderd en zes aan
een middel van bestaan zijn geholpen. Van deze laatstbedoelden heeft een
twaalftal zich, door verkeerde gedragingen, deze hulpbewijzen onwaardig
getoond. Ten aanzien der overigen luiden de getuigenissen gunstig, of heeft
men, voor het minst, niets nadeeligs vernomen.
Onder de bovenvermelde getalen zijn begrepen de tweehonderd acht en
dertig jeugdige veroordeelden van allerlei kunne, voor wie de zorg aan be-
stuurdcrs der afdeelingen Amsterdam en Rotterdam is toevertrouwd, en die
dezelve ii) het afgeloopen jaar mogten ondervinden.
Het getal van de leden des genootschaps bedroeg, op den 31 December
1839, drie duizend, zes honderd en vier en twintig.
Te Amsterdam is tot Consul van Zweden en Noorwegen benoemd
de heer C. Egidius van Drammen.
Uit Groningen schrijft men van den I4den, dat aldaar I. 1. Maandag
de tentoonstelling van voorwerpen van Provinciale Nijverheid aangevangen
is, die, ofschoon niet zoo uitgebreid als vóór twee jaren, echter zeer vele
nieuwe en belangrijke stukken oplevert.
Door eenige aanzienlijken in genoemde stad is, onder nadere goedkeuring
des Konings, eene naamlooze maatschappij opgerigt, ten doel hebbende de
oprlgting van eene machinale vlasspinnerij in die plaats.
Naar de provincie Groningen zijn uit Gelderland en Overijssel 2 esca.
drons van het regiment ligte dragonders N". 5 opgerukt, zoo als men ver.
neemt, om eene uitbarsting van onvergenoegaheid onder de veenwerkers te
voorkomen of te stillenandere berigten weêrspreken dit laatste geheel.
Door de Burgemeester en Wethouders van de stad Groningen worden aan de
ingezetenen stallen in huur gevraagd, om de paarden te bergen,
Te Koudum, provincie Vriesland, hebben Zatnrdag jl. eenige ongere
geldheden plaats gehad onder de veenwerkliedendie van hunne bazen meer
geld vorderden, Dien ten gevolge is nog dien zelfden dag, des avonds ten
10 ure, een detachement van een officier en 30 manschappen van de 8ste
afdeeling infanterie Uit Leeuwarden derwaarts gemarcheerd, om de rust te
herstellen.
Uit Heusden, in Noord-Brabandmeldt men van den isden, dat aldaar
den dag te voren in den namiddag te 4 ure alleronverwachts een hevig onwe.
der Is losgebarsten, vergezeld van eene geweldige hagelbui, die 10 minu.
ten aanhield en aldaar alle tuin- en boomvruchten vernielde. De hagel was
op sommige plaatsen 15 Nederl. duimen hoog gevallen en den volgenden
morgen om 8 ure wss dezelve nog in massa aanwezig; gelukkig was de bui
met geenen wind gepaard, anders zou de verwoesting nog grooter geweest
zijn. Als eene merkwaardigheid meldt men nog, dat de hagelbui zich al
leen tot genoemde gemeente |over eene uitgestrektheid van 56 bunders be.
paald heeft en de omliggende plaatsen geen nadeel hebben ondervonden.
Uit Maastricht meldt men van den 12 Mei:
Ter uitvoering van eene ordonnantie op den 8sten der loopende maand
gegeven door de Raadkamer der Arrondissements-Regtbank te Leydenis
heden alhier in hechtenis genomen,de persoon sznH.lV., geboren te Coe.
vorden, oud 46 jaren, gepensioneerd officier, laatst gewoond hebbende te
Oegstgeest, en thans te Maastricht verblijf houdende, als verdacht gehouden
van diefstal van houtwaren en van eene somme geids in coupons en bank.
papieren, gepleegd aan zijnen meester, bij wien hij in dienst wis; zijnde
bij die ordonnantie de zaak tevens verwezen naar den Procureur-Generaal
bj) bet Provinciaal Geregtshof te 's Gravenhage.
DUITSCHLAND.
Uit Berlijn schrijft men van den 5 Mei:
Men meldt uit Warschau, dat de Aartsbisschop van Podlachiertwelke
sedert langen tijd met de wereldlijke Overheid in twist wasvan zijne dioe.
cese verwijderd geworden en hem in Rusland eene plaats voor zjjn toekom
stig verblijf is aangewezen. Deze zaak zou hi Polen veel opzien baren.
Men berigt weder van twee zware branden, die in Duitschland hebben
plaats gehad. Den isten Mei nsmenlijk zijn In het marktvlek Baja in Hon.
garije 1000 huizen, waaronder het kasteel, onderscheiden kerken, en veel
voorraadschuren afgebrand; alleen het verlies van het graan wordt op een
half millioen golden berekend. Den aden dezer is het stadje Cremmen b(j
Berlijn afgebrand, waardoor 1200 menschen zonder huisvesting zijn.
t Nog wordt uit Romberg van 2 Mei gemeld, dat deze oude stad ook door
een zwaren brand is geteisterd, waardoor 250 woningen verwoest zijn en
150 huisgezinnen alles, wat zij bezaten, verloren hebben; ook een groot
aantal vee was omgekomen en men had den dood van 5 menschen te betreuren.
Verder verneemt men nogdat genoemde brand te Cremmen met voorbe
dachtheid in eenen stal aangestoken is door eenen rijarigen knaap, die zich
aldus heeft willen wreken over mishandelinghem door zijnen vader aange
daan. De Ijzelijke gevolgen van zijne boosheid ziende, heeft hij zich zei.
ven bjj het geregt aangegeven.
In het begin van dit jaar bestonden er in Rutland 140 beetwortel-tui.
ker-fabrjjken.
Er zijn te Andrtanopel zware onlusten tnsschen de Turksche en Chris
telijke bevolking ontstaanover den doodslag aan eenen Muselman gepleegd,
welkende Turken aan de Christenen ten laste legden, en daarop de wapenen
hebben opgevat. De laatste berigten melden echter) nog niet, dat het tot
dadelijkheden gekomen was.
GROOT-BR ITANNIE.
Londen den 13 Mei. Eergisteren heeft de Koningin, voor de eerste
maal na haar huwelijk, een luisterrijk statie-bal gegeven, hetwelk Zjj mee
Prins George van Cambridge geopend heeft.
De broeder van den Gemaal der Koningin, de Groothertog van Saksen.
Coburg-Gotha, heeft zich uit Londen naar Lissabon begeven, ten einde
aldaar een bezoek bij zijne Vorstelijke bloedverwanten af te leggen.
In het Hooger-I-Iuis heeft de Graaf Stanhope gisteren eane motie Inge
diend, ten doel hebbende, om van het huis te verkrijgen, dat aan de Ko.
ningin een adres werd ingediend, ten einde de smart der Lords uit te druk.
ken over de afbreking der goede verstandhouding tusschen Engeland eti
China, wegens de opium-quaestié. Deze motie is echter niet doorgegaan,
maar bijna met algemeene stemmen ter zijde gelegd. De Graaf laakte het
gedrag van den Kapitein Elliot ten hoogste en meende, dat de Ministers zich
kan groote verantwoordelijkheid hadden schuldig gemaakt, door den Kapiteiri
In dienst te laten en zelfs nustregelen te nemen om aan de Chinezen deri
oorlog aan re doen. Hij schetste met kracht het verderfelijke eh onzedelijke
van den opium-handelhet eenige middel daartegen was het volslagen verbod
van handel in dat artikel. Men zeide wel: dit is niet mogelijk! Doch meri
had zulks ook gezegd, met opzigt tot den slavenhandelen deze was, althans
door de Engelschen, wel degelijk afgeschaft. De gevolgen van den oorlog
met China waren niet te berekenen. Al dadelijk had men het verlies van 4
millioen aan regten op de thee. Daarbij kwam dat wij in botsing metNoord-
Araerika konden geraken; zou die republiek onze blokkade erkenneo, ter-'
wijl zij zelve zoo groot belang bij den Chinahandel heeft.
De Miuister Melbourne heeft den Graaf beantwoord en gezegd, dat ei
Zoowel in het gedrag van Elliot als van de Ministers niets berispenswaardlg
was, daar alle zachte middelen eerst door hen beproefd waren geworden
en niet, dan toen het ten hoogste noodig was, maatregelen tot zelfsverde.
diging genomen.
De Hertog van fPellingtoh voerde daarop het woord. Na aangedrongen te
hebben dat de Kamer eenen handel, welkers bestaan zij meermalen erkend
en tot het onderwerp van wets-beschikklngen gemaakt had, thans niet plot.
seling tot nadeel van hen, wejke dien gedreven hadden, als onwettige slui.
kerij kon behandelen, verklaarde hij dat het voor zjjn gevoel als Engelsch-
man, die 30 jaren in de dienst zijns lands had doorgebragt, onverdrageljjk
zijn zou dat een beambte van zijnen Souverein met zoo onverantwoordelijke
taal aangevallen, en hij op éene zoo schandelijke wjjs tot uitlevering van
Britsch eigendom gedwongen zou kunnen worden.
Zijne taal werkte vooral uit, dat de motie ter zijde werd gelegd.
Door den Bisschop van Londen is aan den Aartsbisschop van Canter,
bury een uitvoerig plan medegedeeld, om een fonds daar te stellen, ten
einde in de Engelsche koloniën nieuwe Bisdommen op te rigten.
Men is nog altijd in het onzekere omtrent den moord aan Lord Russell
gepleegd, ofschoon men zijn huisbediende, een Zwitser, die eenige jaren by
hem geweest is, van denzelven verdacht houdt, hoewel deze nog niets be-
kend heeft.
Brieven van de Kaap de Goede Hoop behelzen het gerucht, dat Panda,
het opperhoofd der Zoola's, die door de uitgeweken Boeren als hun Bond.
genoot werd aangemerkt, hen verraden zou hebben, en dat hunne geheele
expeditie tegen het opperhoofd Dingaan in de pan was gehakt. Een en an.
deJ verelschte echter nog bevestiging.
FRANKRIJK.
Pakijs den 13 Mei. Terwijl de Kamer van Afgevaardigden In de zitting
van den igden de wet op de suiker beraadslaagde, beklom de heer Remusat,
Minister van Binnenlandsche Zaken, ten 3 ure het spreekgestoelte en gaf
het volgende te kennen:
Mijne heeren! de Koning heeft aan zijnen zoon, den Prins de Joinville
last gegevenom op het fregat la Belle-Poule het stoffelijk overschot van
Keizer Napoleon van St. Helena af te halen (beweging in de vergadering; zot
uit de Kamer als. van de tribunes ging een luid gejuich opj.
Wij hebben aan Engeland de teruggave van dezen kostbaren schat gevraagd;
het antwoord heeft zich niet doen wachten. Engeland heeft dadelijk er in
toegestemd, dat Frankrijk zou terugbekomen wat het alleen regt heeft te
bezitten. Engeland verlangt, dat Frankrijk deszelfs ijver zie; om aan de
begeerte van Frankrijk te voldoenen dat de laatste herinnering der ver.
deeldheden, welke langen tijd de beide natiën gescheiden hebben, ten eeu*
wigen dage in het graf van den grooten Veldheer begraven worde.
Napoleon is de wettige Souverein van Frankrijk geweest toejuiching
zijne plaats zou moeten zijn in de graven der Koningen, maar het is mis
schien voegzaam, dat hQ eene afzonderlijke grafstede hebbe, eene grafstede,
welke zjjn' roem herinnert, en den volken eerbied inboezemt. De Regering
heeft vermeend, dat de rnstplaats, welke aan Napoleon wettig toekomt, is,
te midden der dapperen, te weten, het hotel der invaliden.
Bij het ontwerp wordt een millioen gevraagd voor kosten van overbren
ging voor het graf en de plegtighedenwelke bij die gelegenheid zullen
plaats hebben."
De geestdrift na de lezing van deze voordragt was algemeen. Een der
laden wilde dadelijk bij acclamatie de gelden toegestaan hebben. Niet dan
met moeite heeft het den Voorzitter mogen gelukken aan te-toonen, dac
zulks strijdig was met het reglement der Kamer, en dat et ten minste 24
uren na de aanbieding van een voorstel moesten verloopen, om dezelve in
discussie te kunnen brengen.
De Afgevaardigden van allerlei kleur hebben zich naar de bank der Minis,
ters begeven, om dezelve in de warmste bewoordingen geluk te wenschert
over den spoedigen en gewenschten uitslag der onderhandelingen met Engeland,
Het schijnt, dat onze Gezant te Londen, de heer Guizoteen voornaam
deel aan dezelve gehad heeft.
Dit ontwerp van wet is dadelijk in de afdeelingen der Kamer begonnen
onderzocht te worden en vindt er den meesten bijval.
In een bijzonder berigt leest men hieromtrent nog het volgende:
De Prins de Joinville moet voor het einde dezer maand naar Toulon ver.
trekken, ten einde de edele zending te gaan vervullen, welke aan hem is
opgedragen. Hij wacht slechts op de hem te geven instructien, ten einde
zijne reis te aanvaarden. Men zegtdat het Britsche Gouvernement eenea
hoogen Commissaris zal benoemen, speciaal gelast om den Prins te verge.
Zeilen en bij de uitlevering van Napoleons asch tegenwoordig te zijn.
De Prins zal ook worden begeleid door de heeren Bernard, Las Cases et»
Gourgaud. Al de oud Officieren-Generaal, die onder het Keizerrijk hebben'
uitgemunt, moeten het voornemen hebben om verlof te vragen, ten einde
zich naar St. Helena te begeven.
Het ware te wenschen, dat de plegtigheid konde plaats hebben op bee
tijdstip der Julij-feestenmaar de Belle-Poule kan onmogelijk tegen dien ijjif
in Frankrijk terug wezen. Intusschen gelooft men dat het schip in het laatsC
ven September te Havre kan arriveren, zoodat de lijkplegtigheid in den loop
van October zal kunnen plaats hebben. Zoo men meent, zal het Gemeenebest
der Vereenigde Staten eene groote bezending afvaardigen om by de plegtig
heid tegenwoordig te zijn.
De onderscheiden dagbladen redeneeren alle, naar gelang der partij,
welke zij zijn toegedaan, over het besluit der Regering verschillend. Ter.
wijl anderen over hetzelve juichen, laken anderen het ten hoogste, en mee.
nen nog anderen, dat er niet genoeg gedaan is. Wat deze laatsten betreft:
zij misprijzen het, dat het lijk aan den mond der Seine zal worden ontscheept,
en te water naar Parijs worden gevoerd. Zij verlangen, dat het vervoer te