roëdedeelen zoo daarvan'eenig nut kon worden getrokken ter bepaling van het beschikbaar saldo, ™»arvan het gebruik bij de wet zal worden geregeld. Maar dit is het geval'gèérsz ras» gelijk hieronder naoe bli.ken z Als een gevolg van de bijzondere ligging der Indische h.'zjctmgen op hon derden mijlen afstands van elkander, zijn allen gedurende meerdere maanden van het jaar onderhevig aan periodieke stilstanden van gemeenschap mei Java; en voorts naar aanleiding van de omstandigheid, dai vele belangrijke data voor de boekhouding te Batavia uit het moederland moeten komen (dit ziet vooral op de afrekeningen der producten en de betaling van legatien, pen jioenen, verlof, tractememen, ênz.), kunnen de compiable snikken, tot hei afsluiten der rekeningen gevorderd, niet vroeger bi.i het algemeen finan cieel bestuur te Batavia worden verzameld, dan wanneer het tijdvak, waar over dezelven loopen, sedert lang is verstreken. Neemt men nu nog hierbij in aanmerking den tijd, gevorderd voor het opnemen en «luiten bij de Algemeene Rekenkamer van Nederlandse!] lndie van elke afzonderlijke rekening, en de bijzonderheid, dat daaronder vele zijn van eenen commercieien en ingewikkelden aard, dan wordt het begrij pelijk dat liet afsluiten der algemeene staat-rekening van Nederlandsen Indte eerst lang na ommekomsc van het jaar plaats vindt. - Op dit oogenblik is het Departement van Koloniën nog niet in het bezit van eene latere staat-rekening, dan die van het jaar 1837. De inzage van een zoodanig stukof zelfs die der staats-rekenmg van 1838, zou, bij voorbeeld, geen licht hoegenaamd verspreiden over defibe- ratien, ten doel hebbende om het cijfer, of de bestemming te regelen van het batig slot, dat bier te lande in 1841 zal beschikbaar zijn. Daartoe worden stukken van latere dagteekening gevorderd, dan de atge- slocen rekeningen van vroegere jaren, en bepaaldelijk de laatst ontvangene begroocingen en derzelver rectificatien. De kennis van den wezenlijken oogst van het loopende jaar, die van de restanten en waarschijnlijke prijzen, en eindelijk de opsomming der op den staat van ontvangsten en uitgaven ten laste der remise kas voorkomende be talingen, ziet dasr de gegevens, die vereischt worden ter bepaling van hec batig slot. Dat slot zal dan ook jaarlijks bij het Departement van Kolomen naar deze grondslagendoch buiten alle verband tot de laatst in lndie afgcslotene staats rekening, worden opgemaakt, en kan in geen geval door die rekening, als over een vroeger tijdvak loopende, worden toegelicht. Overigens heeft de Regering in het ontwerp van wet het woord staten gebezigdomdu dit sedert verscheiden jaren de officiële benaming is van de jaarlijks door den Gouverneur-Generaal over Nederiandsch lndie gearresteerd wordende begrootingen van ontvangsten en uitgaven. a°. De uitdrukking: batig slot ten behoeve van het Moederlanddoet denken, aan een ander niet beschikbaar slot. 9°. Zoo als de algemeene staat van ontvangsten en uitgaven over Neder- landsch lndie is ingerigt, en waarvan, zoo als gezegd, een afschrift, loo. pende over het jaar 1839, bij de Kamer is berustende, bestiat werkelijk het geval, dat het excedent van den Staac op verre na niet is een beschikbaar batig slot. Eenige uitweiding is noodig om dit begrijpelijk te maken. Uit de organieke bepalingen van den Commissaris-Generaal var. den Bosch, vloeit als eene aansporing tot spaarzaamheid en orde voort, dat bei excedent van den algemcenen staat van ontvangsten en uitgaven over geheel Nederiandsch lndiebestaat nit het voordeelig verschil tusschen die bijzondere soorten van ontvangsten en uitgaven, over welke de Gouverneur-Generail eenen onmid. dellijken invloed oefent, en welker cijfer in vele opzigten van zijne goede administratie afhankelijk is. Dat excedent bestemd zijnde, om ce worden een in het oog vallende maatstaf der financiële handelingen van het Indisch Be stuur, zoo moesten daarop geen invloed kunnen hebben de uitgavenwelker vermindering of vermeerdering niet van dat bestuur afhangt, maar die door het land aan de Indische financien worden opgelegd. Van dezen aard zijn de kosten van het Nederlansch auxilair eskader, welks sterkte niet door den Gouverneur-Generaalmaar door den Koning wordt wetten aan de Indische geldmiddelen opgelegd. Van het excedent moeten ook nog afgetrokken worden eenige buitengewone uitgaven, die in 1833 geacht werden na eenige jaren geheel te zullen op houden, zoo als de kosten der groote verdedigings-werken, eenige wacht, gelden en personele toelagen, en eenige sommen, die in 1833 nog niet vat baar schenen voor eene vaste regeling; zoo alt een gedeelte der kosten van het leger, eene som voor aanbouw van vaartuigen en eene som voor onvoor. xsene tegenspoeden. Dit alles nu moest blijkbaar van het excedent worden afgetrokken, om te komen tot de kennis vtn het batig slotbeschikbaar voor het moederland. Maar dit zijn nog niet alle verrekeningen, die het excedent tot dat einde ondergaan moer. Voor het gemak der vergelijkingen is bepaald, dat de waarde der Gouver. nements-producten steeds bij den algemeenen staat van ontvangsten en uitga ven zal berekend worden tot vaste prijzen, die wel in 1833, toen zij voor het eerst geregeld werden in verhouding stonden tot de marktwaardemaar die thans, immers voor zoo veel de stapelproaucten van koffij en suiker be treft ver daarboven staan. Die producten worden bij voorbeeld steeds op de bedoelde staten in om- vangst gebragt voor f 33 en 14 de pikol, doch zijn thans slechts netto waard ongeveer f 24 en f 8.50. De specerijen en de indigo leveren gewoonlijk iets meer op dandebegroo. tlngsprijzen, doch de slotsom blijft altijd, dat te dezer zake eene aanzienlijke deductie van het excedent moet plaats hebben, om de waarschijnlijke hoe. grootheid van het batig slot te kunnen bepalen. Uit dit een en ander blijkt derhalve dat het Indisch excedent niet is het beschikbaar batig slot, bedoeld bij de slotbepaling der nieuwe redactie van art. 60, moetende dat excedentom eenig denkbeeld te geven van het waar schijnlijk beschikbaar batig slotvooraf worden ontdaan van een aamal daarop klevende lasten, en van de te hooge aantekening van sommige producten. 30. Naar welke regelen en door wien za! het batig slotbij de wet beschikbaar, worden bepaald. 30. De bepaling der hoegrootheid van het beschikbaar batig slot is, zoo als uit de beantwoording der vorige vraag blijkt, geene willekeurige opera, tie, maar de oitkomst eener optelling en aftrekking van gegevens, die uit den Indlschen staat van ontvangsten en uitgaven getrokken worden in ver. band tot de later inkomende berigten van den Gouverneur-Generaal, wegens het mede- of tegenvallen der inzamelingen en ontvangsten, en tot den°be. kenden staat der markt. Die operatie moet noodwendig wo'rden verrigt bij het Departement van Koloniën, alwaar de stnkken berusten die den grondslag daarvan uitmaken. 40. Denkbeeld om de koloniale begrooting van ontvangsten en uitga ven bij de wet te doen vaststellen, e» op dezelfde wijze te doen behan delen als in het moederland. 40. Het is ten eeneninale ondoenlijk, om hec arresteren der. begrootingen te ontnemen aan de koloniale besturen, eensdeels, omdat hün alleen een aan- tal omstandigheden bekend zijn, die op hec cijfer dier begrootingen eenen beslissenden invloed oefenen; anderdeelsomdat de groote afstanden cus. scheti het moederland en die bezittingen in het onderstelde geval slechts de keuze zouden laten msschen twee even bedenkelijke alternativennamelijk het volgen door den Gouverneur-Generaal van eene lang te voren in Neder land gearresteerde en op de omstandigheden van het oogenblik niet meer passende begrooting, of wei het geheele gemis van eene begrooting; daap toch die van eik loopend jaar eerst lang na de ommekomst van hetzelve in lndie ontvangen, en daardoor geheel nutteloos worden zou. In beide gevallen zon er eene verwarring en onzekerheid ontstaan, waar. van de gevolgen moeijelijk te berekenen zijn. Volgens de door den Commissaris-Generaal van den Bosch gemaakte en door den Koning bekrachtigde bepalingen, worden de begrootings-stacen jaarlijks door den Gouverneur-Generaal omstreeks de maand Januanj gearres. teert! en executoir verklaard, en vervolgens herwaarts gezonden. Gewoon, lijk ontvangt het Departement van koloniën die staten in Jiinij of Julij, en is in Augustus of September gereed met het gewone onderzoek in hoeverre, bij de opmaking derzelven, de bestaande verordeningen zijn betracht gewor. den. Het Departement kan in den aanvang van elke gewone zitting der Staten-Generaal gereed zijn met de ter mededeeling aan Hun Edel Mogen, den bestemde opgaven, en die opgaven kunnen alsdan de laatst bekenOe in. formatien omtrenc de koloniale opbrengsten bevatten. Deze gang van zaken is de eenige die als doelmatig kan worden be. schouwd, terwijl voorts in de boven vermelde verordeningen, en in derze'. ver naanwgezetce bewaking bij het Departement van koloniën, de Vaairto.g opgesloten ligt, dat de jaarlijksche begrooting naar behooren opgemaakt, en r.iet overschreden wordt. De dagelijksche bewerking der uitgaven, en de verantwoording der reken, pligiigen zijn opgedragen aan inrigtmgen van controle, overeenstemmende met die van het Moederland, en die nog onlangs het voorwerp zijn geweest van voorstellen van den Gouverneur-Generaal, ten doel hebbende bespoedi ging en vereenvoudiging. Geene uitgaaf wordt in lndie door den Gouverneur-Generaal toegestaan, voordat de genoegzaamheid van den eigenaardigen post der begrooting op eene voldoende wijze gebleken zij. 5°. Welke zijn de ontvangsten en uitgaven, hier te lande ten behoeve der Overzeesche Bezittingen te doen? 5°. Deze ontvangsten en uitgaven zullen duidelijk blijken, gedeeltelijk uic den jaarlijks over te leggen staat van ontvangsten en uitgaven, gedeeicelijk uit de stukken, die zullen strekken tot berekening van het waarschijnlijk batig slot. 6". Door welke handteekeningen zullen de over ce leggen staten wor. den bekrachtigd? 6". De uit Nederiandsch lndie ontvangen staten zijn bekrachtigd door de handteekening van den Gouverneur-Generaal over Nederiandsch lndie en van den Directeur-Generaal van Financien, terwijl de afschriften gewaarmerkt zijn door den algemeenen Secretaris van hec Gouvernement. De stukken, welke eigenaardiglijk bij het Departement van Koloniën zul. len worden opgemaakt, zullen worden bekrachtigd üoor de handteekening van het hoofd van het Departement. 70. Mededeelingeu omtrent den gelijken toestand der Overzeesche Bezittingen. 7°. De geldelijke toestand der Overzeesche Bezittingen zal duidelijk blij ken uic den algemeenen staat van ontvangsten en uitgaveu, en uit de opga ven die daarbij gevoegd zullen wordenter aanwijzing van het vermoedelijk beschikbaar batig slot. 8°. De wenschelijkheid van grondwettige bepalingen, opzigcelijk de wetgeving in de koloniën, in verband tot de onbestaanbaarheid der ver. eeniging van de wetgevende met de uitvoerende inagt, en tot de eigeD. dommen der ingezetenen, die in de koloniën zouden bestaan. 8°. De strekking der gemaakte aanmerking omtrent de vereeniging der wet gevende en uitvoerende magten in de koloniën, is niet duidelijk voorge komen. Verstaat men daardoor, dat er in die koloniën, behjlve de uitvoerende magr (waarmede waarschijnlijk bedoeld wordt de Gouverneur-Generaal) be hoorde te bestaan een van hem onafhankelijk weigevend ligchaain, dan moet een zoodanig beginsel verklaard worden ten eenenmale onbestaanbaar met het hoog belang, om de zedelijke overmagt, die de volitrekite vcor. waarde is der voortduring van ens gezagniet te verlammen door de ver. rl»-ir(iied<-n en belem-nerincen onafscheidelijk van de wriivinc van onderling onat hankelijke scaatsmagten. De in lndie zoo gewigtige eenheid van inzig. cen en snelheid van uitvoering kan alleen worden bewaard door bet thans bestaande stelsel, betwelk dan ook trouwens dat is van alle volken, die derzelver koloniale belangen goed verstaan, en niet aan afgetrokken theoriett opofferen. Verstaat men door de gemaakte aanmerking, dat er in het moederland eene wetgevende magc voor de koloniën behootde te bestaan, opdat de Gouver. neur-Generaal blooceiijk zij de uitvoerder der van daar ontvangene wetten, dan is het antwoord, dat dit werkelijk nu her geval is; niet in eenen vol strekten zin, want dit zon even onbestaanbaar zijn, als het aanwezen eener van deD Gouverneur-Generaal onafhankelijke wetgevende magt in de kolo. nien, maar behoudens de uitzonderingen, gebiedend door de omstandigheden gevorderd. De Gouverneur-Generaals zijn in de uitoefening hunnen magt gebonden aan reglementen op het beleid der Regering, door den Koning gearresteerd. Dat hetwelk voor Nederiandsch lndie is vastgesteld, en aan hetwelk de overigen zoo veel mogelijk gelijkvormig zijn, rnst, ten opzigte van hec punt waarvan hier rede is, op het beginsel, dat de algemeene wetten en de verordeningen door den Koning worden vastgesteld; dat de Gouverneur-Ge. neraal, wanneer er pericuium in mora is, bevoegd is, om, behoudens zijne persoonlijke verantwoordelijkheid, van die verordeningen af te gaan, maar dat, wanneer die voorwaarde niet aanwezig is, hij zich stiptelijk aan die verordeningen houden, en zich bepalen moet tot het maken van bedenkingen en het doen van voorstellen aan het Opperbestuur alhier. Op dezen regel maken uitzondering, zoo als trouwens wel van zelf spre ken zal, alle wettelyke bepalingen van eenen ondergeschikten en dagelijk. schen aard, waarmede geenè beginselen gemoeid zijn; en ook die welke dringend gevorderd worden door onverwachte gebeurtenissen. In die ge. val en kan de Gouverneur-Generaal onder s Konings nadere goedkeuring al zolke wetten, algemeene verordeningen en bepalingen vaststellen en voor. loopig in werking brengen, als in overeenstemming met de algemeene gron. den van het Regerings-reglemenc noodig worden geacht. De zaak komt derhalve hierop neder, dat de wetgevende magt in de ko. Ion en, in den regel, berust bij den Koning, die zich daaromtrent doet voor lichten door den Raad van State en het Departement van Koloniën, mltsga. deis door zoodanige andere Departementen van algemeen Bestuur, als eigen aardig in de in overweging komende onderwerpen zijn betrokken, en dat aan dit beginsel niet verder wordt gederogeerd, dan volstrekt noodig is door den afstand waarop de koloniën van het Moederland zijn gelegen. Eene vrijmagtige beschikking over herleven, de vrijheid en de bezittingen der ingezetenen is Diet in den Gouverneur-Generaal gevestigd, en zou trouwens weinig overeenkomsrig zijn zelfs mee de meest bekrompens denk beelden van maatschappelijke orde en vrijheid. Een aantal uitdrukkelijke bepalingen, in het Regerings-reglement opgeno men, wederspreken dan ook op het stelligste dit vermoeden. De burgerlijke en lijfstraffelijke regtspleging kan alleenlijk worden uitge. oelend door regtbanken, daargesreld ingevolge de algemeene bepalingen en regiementen, op des Konings last in werking gebragt. Niemand mag in de koloniën wegens misdaden in regten betrokken worden dan uit krachte der wetten, en op de wijze daarbij vastgesteld. Alle tus- scbenkomst der Regering in zaken van Justitie is verbonden. De wet ein delek, beschermt een ieder, die zich ais een goed en rustig bnrgcr gedraagt. Op dit oogenblik hondt eene speciale Commissie, door den Koning daartoe benoemd, zich bezig met het voorbereiden van de invoering der Nederland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2