zullen worden geconstateerd (bij processen-verbaaldóór de beambten op te mak eb.» 'eft <>i> s r.iii'e vin» nietigheid, binnen vier en twintig uren, voor den Kantor-Regter of zijnen plaatsvervanger te beëedigen. Aan deze processen-verbaal zal in regten geloof worden gegeven, behoudens bewijzen van bet tegendeel. Alle zaken, betrekkelijk tot fraudes, poging tot fraudes of overtredingenzullen, naar den aard der gevallen, worden gebragt ter cognitie en decisie van de legtbanken van enkele of correctionele I'olicie, ach ter volgens de wet van 29 April 1819. Art. 109. Transactie Het Stadsbestuur ofwel Moeren Burgemeester en Wethouders uit deszeifs naam, zullen met de bekeurden, wegens begane fraudes, poging tot fraudes en overtredingen, daartoe door luin aangezocht, kunnen transigeren en in minnelijke schikkingen treden; tfe gefraudeerde regten zullen in alle gevallen moeten betaald worden. I«gevalle diergelijke 'schikkingen geen plaats hebbenzullen de proceseen-verbaaldoor het Stadsbestuur ik Burgemeester en Wethouders aan liec Openbaar Ministerie worden overgegeven, ten einde tegen de bekeurden ex officio te wordtn geprocedeerd, behoudens de vrijheid aan dezelve, om hunne belangen voor den regter te doen verdedigen. Art. 110. Bevoegdheid 'tot aangifte van fraude en contravention. Tot het aangeven van gepleegde sluikerijen en andere overtredingen tegen dit algemeen Reglement en de speciale ordonnantiën voor de invordering der stedelijke accijnsen, be reids geëmaneerd of nog te emaneren, wordt elk en een iegelijk mits dezen, gekwali ficeerd, en worden in het algemeen, tot het naauwkeurig handhaven dezer wettenexpres- selijk geautoriseerd en gelast alle ambtenaren der stedelijke accijnsen en belastingen, de ambtenaars en bedienden van de Justitie en Policie, nachtvvachtspoortiers, pachters, boomsluiters, aanieekenaars van veeren, bestelders, waagdragers, wegers, meters, wijn werkers turfconsters en dragers korenmeters en in het generaalalle stedelijke ambtenaren» TWAALFDE HOOFDSTUK. Algemeene bepalingen. Art. ui. Tarief der zegel- en expeditie-gelden. De zegel- en expeditie-gelden zullen worden betaaldovereenkomstig het hierna volgende tarief* te weten: Voor kwitantie» van betaalde accijnsbeneden de 20 cents impost gratis Van 20 cents, tot en met ƒ5,00 ingesloten 0,07*. boven de 5,00als voorzien met 's Rijks zegel - 0,27. ieder consent-biljet °>°5- (Zullende evenwel sommige consent-biljettengratis worden afgegeven en meer omstandig vermeld, wordenbij de speciale ordonnantiën.) Ieder doorvoer biljet gratis Het prolongeren van doorvoer-biljettcn met het op nieuw af te geven consent-biljet0,05. Het afgeven van renversalen- 0,05. Waakloonen Voor icderé bewaking begeleiding of transport bij dagper uur - 0,30. Idem, bij nacht, of na zonsondergang - 0,40. Voor een geheele dag- 1,50. SJ nacht Plombering of verzegeling vool* ieder lood of zegel - Oji5* Aldus gearresteerd bij den Raad der Stad Leydenop den 23 December 1839. Geteekendj. g. de Mey. Ter ordonnantië van dezelve, Geteekendv. Puttkammer. Goedgekeurd door ons Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, bij dispositie vaii den 24 Maart 1840, N°. 29. GeteekendVan der. Duyn. Ter ordonnantie van dezelve, (1GeteekendJ. v. d. Sleyden^ Ten overstaan van H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, afgekondigd, 0111] op den istéii Mei 1840 te woreen in werking gebragt, op heden den 30 Maart 1840. Bij mij, V. PUTTKAMMER. REGLEMENT foor de INVORDERING der STEDELIJKE BELASTING op het GEMAAL Binnen de STAD L ETDÉN, Art. 1. Intrekking der bestaande Reglementenen invoering van dit Reglement Met den isten Mei 1840, worden de Reglementen, betrekkelijk de heffing der opcenten of stedelijke verhooging op 's Ryks accijns op het gemaal, goedgekeurd bij Zijner Majs. besluiten van den 23 Maart 1823, N°. 86, en 17 December 1826, N®. 62, alsmede het Reglement, betrekkelijk de heffing eener stedelijke belasting op het gemaal, goedgekeurd bij dispositie van H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van den 24 April 1832* N°. 2, ingetrokken, en zullen dezelve opcenten en belasting gelleven worden, ingevolge de voorschriften van dit Reglement, en tot zoodanig bedrag, als bij een, door ZyneMaj. den Koning goedgekeurd tarief, is of bij vervolg zal worden bepaald. Art. 2. Waarvan en wanneer de opcenten in de Stedelijke belasting verschuldigd zijn. De stedelijke opcenten op den Rijks accijns zullen worden geheven van het graan, hetwelk alhier wordt aangegeven om gemalen of gebroken te worden, en moeten worden voldaan bij de betaling van den Ryks accijns. Art. 3. Wijze van heffing. De heffing der opcenten zal geschieden, op den voet der wet voor de heffing van den Rijks accijns op het gemaal, van den 29 Maart 1833, Staatsblad N°. 3), door de amb tenaren der stedelijke belastingen, aan welke ook de invordering van den Rijks accijns, ingevolge art. 56 derzelve wet, is opgedragen bij Zijner Maj, besluit van den 31 Maart 1833, N°. 15. De heffing der stedelijke belasting zal geschieden door dezelfde ambtenaren, op den voet van dit Reglement en van dat op de invordering der stedelijke belastingen, welks algemeene bepalingen ten dezen in allen opzigte toepasselijk en verbindende gemaakt worden, voor zoo verre bij dit Reglement op geene bijzondere wijze voorzien is. Art. 4. Over de aangifte. Alle invoerders van gemalene graanspecien, afkomstig van of vermengd met tarwe,; speld of rogge* mitsgaders van week of hard brood, beschuit, koek of ander gebak, zijn verpligt, op den voet en de boeten bij het algemeen Reglement op de invordering vast gesteld, aan de stedelijke beambten, geplaatst aan de poort, door of langs welke men voornemens is hetzelve in te voeren, voor en aleer de poort of boom te passeren, te declareren met opgave van de hoeveelheid en soort, den naam en woonplaats des persoons, aan wien hetzelve is geadresseerd, mitsgaders de plaats der lossing. Alle valsche aangifte daaromtrent, hetzij wat het gewigt of de soort betreft, zal als fraude aangemerkt en als zoodanig gestraft worden. Art. 5. Verificatie en betaling der Stedelijke belasting. Wanneer de voorwerpen, in het vqrige artikel vermeld, aan de kantoren van aangifte, behoorlijk nagezien en gewogen kunnen worden, zal de verificatie en de verimposcing aldaar geschieden; doch wanneer de ambtenaren oordeelen, dat bet onderzoek aldaar niet voegzaam kan plaats hebben, hetzij om de grootte der partijen, hetzij om andere rede nen, zullen de invoerders de goederen moeten brengen naar de Stads Waag, ten einde aldaar te worden gewogen en geverifieerd; zullende de verimposting of betaling der stedelijke opcenten alsdan geschieden aan het hoofdkantoor. Art. 6. Voorzieningen voor de rigtige opbrengst der Stedelijke opcenten Boven en behalve de verordeningen in de Rijks wet op het gemaal vervat, wordt, ter bevordering van de rigtige opbrengst der stedelijke opcenten, bepaald het navolgende: a. De brood- of koekbakkers en de ingezetenen, verkiezende hunne granen ter bemaling te zenden naar molens buiten de Stad gelegen, zullen verpligt zijnna de stedelijke opcenten met de Rijks .accijns te hebben voldaan, en alvorens de verzending kan plaats hebben, ten kantore van den Ontvanger te ligtcn een consent- biljet, houdende den datum en liet uur van vervoer naar buiten de Gemeente, en welk consent-biljet, even gelijk de accijns-kwitantie, de granen binnen de limiten der Stad zal moeten vergezellen, en door den vervoerder aan de beambten, ge plaatst aan de post van uitvoer, zal moeten worden afgegeven. De vervoer echter zal niet mogen plaats hebben dan op de uren, bij artikel 7 van dit Reglement, voor alle vervoer naar of van de molens bepaald. b. Bij de wederinvoering van het gemalen graan, zal de invoerder, van de aan de post van invoer gestationeerde beambten, terugvragen het te voren bij den uitvoer nfgegevene consent-biljet, met vermelding door de ambtenaren van den datum cn het uur des invoers; welke invoer mede alleen op de bij het hiernavolgende artikel 7 bepaalde uren zal mogen plaats hebben c. Van die partijen granen, welke door personen buiten de Stad woonachtig, op een der molensbinnen dezelve gelegenter maling worden gezonden en waarvan des Rijks accijns, ten kantore van den Ontvanger binnen derzei ver Gemeente, is voldaan, zal door den molenaar of vervoerdervoor en aleer dezelve aan de molen gebragt mogen worden, een consent-biljet, ten kantore van den Ontvanger binnen deze Stad worden geligt, en hij aldaar de stedelijke verhooging of opcenten con signeren of behoorlijke borg stellen; zullende, vóór den uitvoer der gemalen granen, hetzelve consent-biljet ten kantore van den Ontvanger alhier moeten wor den vertoond, die daarop indorso van hetzelve zal vermelden den datum en het: uur van den afvoer van de molen(en zulks in overeenstemming met den tijd van aflevering door den molenaar), en verders de tijd van vervoer naar buiten de Gemeente, welk bedoeld consent-biljet alsdan binnen den daarin bepaalden tijd aan de bij de post van uitvoer gestationeerde beambten zal moeten worden vertoond en afgeschreven, op welke afschrijving de belanghebbende het geconsigneerde ten kantore zal kunnen terug bekomen, of oe daarvoor gestelde borg kan worden ontslagen. De vervoer dezer gemalen of ongemalen granen is mede onderworpen aan den tijd, bij artikel 7 hierna voor de vervoer bepaald. Al'te Vëfvoet, 'zonder nakoming van de in dit artikel voot-geschrevene bepalingen, q|' «iet bi mien den bepaalden tijd, zal als fraude worden gestraft. Art. 7. Verbod van vervoer van granen naar of van de molens dan op bepaalde uren. Alle vervoer van graan, naar of van de molenszal niet mogen geschieden dan des voormiddags, tusschen 7 en 12 ure voor de gemalene van de molens, en des namiddags van 2 tot 6 ure voor harde graan naar de molens, gedurende de maanden April, Alei, Junij-, July, Augustus en September; zullende d.zelve vervoer, gedurende de overig 'zes maanden, alleen mogen plaats hebben van 8 tot 12 ure des voormiddagsvoor h«t gemalene van de molens, en van 1 tot 4 ure des namiddags, voor het harde j^raan naaf oe molens. Alles op eene b-ete van 25,00, ingeval van overtreding re verbeuren behoudens nogcans, dat in buitengewone gevallenmet toestemming van den Ow.van^ en onder geleide van een ambtenaar, van aeze bepalingen zal mogen worden afgeweken, Vervoer van graan of meel, naar of van de molens, op Zon- en Feestdagen, ïs ten eenetnale verboden, op eene boete van ƒ50,00. Ook ml geen vervoer per as met meerdei dan 20 zakken mogen geschieden op liet. zelfde voertuig, de inhouds-kwanriteit van elke zak berekend op hoogstens 75 ponden- op «cue boete van 25,00. Art. 3 Vervolg van 'r vóórgaande. Boven en behalve deze bepaalde vervoer, zullen de molenaars of vervoerders geen; gemalen of ongemalen granen naar of van de molens mogen vervoeren, dan op consent, biljetten, houdende den datum en het uur der vervoer, welk consent-biljet niet zal worde: afgegeven, dan op vertoon der accijns-kwitantie van die partij harde graan, welke met verlangt naar de molen te er/uerenen op hetwelk daarvan in dorso zal worden melding gemaakt; terwijl vóór de aflevering der gemalen granen, het daarbij behoorende consent, tiiijec aan de ondervermelde poonkantoren andermaal zal moeten worden vertoond, opdat 'a daar het uur-des vervoers op hetzelfde consent-biljet zal kunnen wordten gesteld, en zulks in overeenstemming inet den tjjd, door den Ontvanger verleenden met de aft cc. kening van den molenaar, op de Rijks-accijns-duplicaat-kwitantie. Zullende ten gericvt der belanghebbenden en ter voorkoming van alle oponthoud, de gaarders, aan de kanto ren der zes hoofdpoorten geplaatst, gemagtigd worden tot het afgeven dezer consent- biljetten, waartoe aan hun de noodige registers zullen worden ter hand gesteld. Vervolg van Art. 8. Houdende bepalingenalwaar en voor welke molens die consent-biljetten zullen voorden ajgegeven, BENAMING KANTOREN. der MOLENS. Zijl-poort voor den korenmolen De Stier. Koe poort -Oranjeboom, Witte-poort Lel ij. Rijnsburgsche-poort Valk en Eendracht Marc-poort Het Lam. terwijl aan het bureau ter recherche cn surveillance een register voorhanden zal zijn, voor die belanghebbenden, dewelke buiten de bepaalde uren, in artikel 7 vermeld, eeuiu granen of meel, naar of van de molens, met toestemming van den Ontvanger, cn oudci geleide van een ambtenaar, zoude willen vervoeren. Alle overtredingen dieaangaande, of alle vervoer zonder een zoodanig consent-biljet, zullen worden aangemerkt als fraude en overeenkomstig dien worden gestraft. Art. 9. Over het afgeven der consent-biljetten en de verpligtingen det molenaars aangaande dezelven. De consent-biljetten, bedoeld bij artikel 6 en 8 van dit Reglement moeten gratis wor den afgegeven; de molenaars of belanghebbenden zullen echter gehouden zijn te zorgen, dat de aan hun afgegevene consent-biljetten in goede orde worden gehouden. Het onbruikbaarmaken door de molenaars, vervoerders of andere belanghebbenden, va. deze consent-bil jetten, waardoor belet zoude kunnen worden, dat daarop nader behoorliji de aflevering kon worden gesteld, zal eene boete van 25,00 voor ieder zoodanig onbruii baar gemaakt biljet, teil gevolge hebben, ten ware dat de molenaar of vervoerder mot kunnen doen blijkendat zulks bij ongeluk veroorzaakt wasalS wanneer aan hem eo duplicaat, tegen betaling van 25 cents per stuk, zal worden afgegeven. Indien evenwel bevonden mogt worden, dat door den molenaar of vervoerder eenisi verandering of verbroddeling, hetzij van den datum, het uur, de kwantiteit of kwaliteit of welke verandering ook, aan het op het consent-biljet vermelde, ware toegebragt, zs dit als fraude worden gestraft, behoudens in alle gevallen de vervolging tegen verval sching bij de wet bepaald. Art. 10. Verificatie Het zal den stedelijke beambten, met de surveillance belast, vrijstaan, ten einde zie te verzekerendat er geenè grootere hoeveelheid graan of meelbeschuitkoek of broo enz. worde vervoerd, dan op de biljetten ten geleide daarvan vermeld staat, om hetzelv graan of meel en verdere aan deze accijns onderworpen speciën, ter Stads Waag te doe wegen, welke weging kosteloos geschieden zal. Zullende de eigenaar of vervoerder, ze wei bij het af- en opladen als anderzins verpligt zijn tot dat geene, wat van een billijk uitvoering van deze maatregel onafscheidelijk is. Diegenen, welke zich tegen deze weging mogt verzetten, of weigeren de op- en alls ding te verrigten, zal verbeuren eene boete van 25,00, boven en behalve de straft incurreren op de weigering van visitatie, indien daartoe termen bestaan. Art. 11. Verbod tot invoer van gemalen onbelaste graanspecienzonder consent. Geene erwten, boonen, wikken, zemelen, kort of andere dergelijke onbelaste speciSi welke alleen geschikt zijnom tot beestenvoerder of mesting te kunnen worden gebfute zullen gemalen van buiten de Stad binnen dezelve mogen worden -dan na aV rens bij den Ontvanger van dit middel, een consent-biljet daarvan te hebben gevraagd bekomen, hetwelk echter door hem niet zal worden verleend, dan nadat de stedelijl beambten voorschreven het voeder behoorlijk zullen hebben gezand. Hiertegen gehandeld wordende, zal boven de verbeurte der speciën en zakken, dt invoerder beboet worden met 10,00, voor ieder mud of zak, aldus zonder èonsen; biljet ingevoerd. Art. 12. Bakkers mogen aan elkander niet overdoennoch inslaan zemelen Of eenig ander afval. Geene bakkers, slijters of meelverkoopersvermogen aan elkander overdoen, not van elkander of van anderen, in te slaan, zemelen Of eenig ander afval, op eene boe: van 25,00 en verbeurte der speciën, ten ware zulks in buitengewone omstandighedt door den Ontvanger mogt worden verleend; welk inslag dan nog alleen, onder behoorli toevoorzigt van de zijde der administratie, zal kunnen plaats hebben. Aft. 13. Geen vervoer van de molens van onbelaste graanspecienbestemd tot beestenvoeder zal mogen geschiedenten zij dezelve door de Stedelijke ambtenaren gezand zijn Geen vervoer van dè molens van gemalen onbelaste graanspecien, alleen geschikt: bestemd tot beestenvoerderzal mogen plaats hebben, dan nadat door de amb.tenare dezelve speciën zullen zijn gezand, en daarvan op het consent-biljetin dorso zulli hebben melding gemaakt. Deze zandingen en die bij art. 11 vermeld worden gesteld op twee ponden voor icd: mud of zak, en zullen voor rekening van de stedelijke administratie verrigt worden,t waarvan alle de bij artikel 8 vermelde poonkantoren behoorlijk zullen worden voorzie Vervoer van deze speciën, zonder blijk dat deze zandingen zijn verrigt, zal eene boe van 10,00 voor ieder mud of zak ten gevolge hebben. Art. 14. Peilingen op de molens, bij bakkers en meelverkoopers. Ten einde de peilingen, voorgeschreven bij artikel 25 en 48 der Rijks wet op I» Gemaal, van den 29 Maart 1833, N°. 3, niet nutteloos en onvoldoende te maken, zu len de ambtenaren met de peiling op de molens en bij de bakkers belast, steeds ven zeld moeten zijn van e'enen stedelijken beëedigden meter of weger, aan wien zal wordi opgedragen de werkzaamheden, die tot het verrigten van eene behoorlijke peiling 1100: zakelyk zijn. De molenaars, bakkers of meelverkoopers, zullen verpligt zijn* hetzij in persoon door een hunner knechts, dien meter of weger in alle metingen of wegingen de b'ehuli zame band te biedenalsmede hunne schalen 9 zakken en andere voorwerpenwelke het verrigten dezer peilingen onmisbaar zijnaan de ambtenaren met die peiling bete in gebruik te geven. Degenen der molenaars, bakkers of meelverkoopers, welke hierin nalatig zijn of w geren mogten de noodige hulp te verschaffen, of door ongeoorloofde middelen die peil» gen lastig maken, dezelve vertragen of tegen werken, zullen verbeuren eene boete v. 50,co, boven en behalve de straf op resistentie gesteld, en vermeld bij artikel 3231 324 van de algemeene wet van den 26 Augustus 1822, Staatsblad N°. 38), indien da toe termen bestaan. Art; 15. Bakkers en molenaars mogen niets onredelijks cisclicn van de ambtenaren. De molenaars, bakkers en meelverkoopers zullen, bij voorschreven peilingen van ambtenaren, niets onredelijks mogen vergen, zoo als het ontbloten der voeten of and: nuttelooze ontkleedingen. Alle ongeoorloofde eischen van dergelijke nuttelooze of onnoodige ontblotingen* zuil worden gelijk gesteld met weigering van visie of toegang, en worden vervolgd overci komstig artikel 324 der algemeene wet, bij artikel 14 omschreven. Art. 16. Van heimelijke bergplaatsen op de molens. Heimelijke bergplaatsen, waaronder verstaan worden de zoodanige, die door kunst': het oog eener opéne visitatie zijn onttrokken, door verdubbeling van zolder, muur: door het ontoegangelijk maken voor de beambtenzonder daarin iangs de gewone we® te kunnen ingaan, zijn volstrekt verboden, op de boeten van'ƒ100,00, bij bevinding v' derzelver aanwezen, (ten ware de molenaar of eigenaar van den molen van bet best:: dier verholen plaatsen aan de administratie had kennis gegeven)en zoo daarin eea graan of meel bij de ontdekking bevonden wordt, zal, boven en behalve de verbeur van bet graan of meel ért dë toepassing der boete bij de wet bepaalddit eene boete do: incurreren tot 500,00 toe. Art. 17. Verbod van het koken van rogge of andere granenom nader daarvan brood te bakkenof onder benaming tot het opmaken van brood gebruikt te worden. Eene boete van ƒ100,00 zal verbeuren die bakker, bij welke zal bevonden word' gekookte rogge of ander graan, ten einde deze speciën met ander gemalen meel hckvvai:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2