91 In die zitting is nog wet gropte meerderheid, tegen den wensch der Re. gering besloten, om eene Commissie te benoemen, ten einde de geldigheid «Ier verkiezingen van hen, die slechts door de minderheid der kies-collegien gekozen waren, te onderzoeken. De Eerste Kamer had die Verkiezingen reeds voorioopig als niet geldig verklaard, doch was echter overgehaald geworden, 0111 de nadere nitspraak deswege van de Tweede Kamer af te wachten. De ïïongaarsche Rijksdag heeft dezer dagen een besluie genomen, 'waarbij aan de Israëliten, in de plaatsen, waar zij mogen wonen, (zij zijn slechts uit de zoogenaamde berg-steden uitgesloten) vergund wordt, grond eigendommen te hcbDen, en aan dezelve dezelfde regten en bevoegdheid tor het hekieerfen van openbare betrekkingen, als de tiiet-adelijke ingezetenen hebbentoegestaan worden. Er zou tusschen de Napelsche Regering en die van Engeland eene groote spanning bestaan, ten aanzien van het monopolium van den zwavel door eerstgenoemde Regering uitgeoefend. De Koning van Napels zou eene nota, dienaangaande door den Britschen Gezant hem in naam van het Ministerie overhandigd verscheurd hebben. Bij Serviglione, in het Toskaanschezijn rijke kwikzilvermijnen ontdekt. De nieuwe Regent van Servie, de jeugdige Vorsr Michaëlis den I3den dezer in de hoofdstad Belgrado aangekomen, en met luister omvangen. Een paar honderd soldaten, welke door het voorloopige Bewind bijeengebragt waren, om den nieuwen Vorst, bij deszeifs aankomst, te verrassen met een nieuw corps geregelde troepen, zijn vóór de aankomst van den Vorst, hei. melijk met hunne geheele uitrusting en wapenen uit de stad huiewzarts gekeerd. GROOT-BR ITANNIE. Ronden den 29 Maart. Den 27sten hadden H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Albert, de cooneelvertooning in den schouwburg van Covent Garden bijgewoond. De aandrang om de Vorstelijke personen te zien was zoo groot, dat er voor een loge tegen over de Koningin 10 guinjes (f 125) en voor enkele plaatsen 15 tot 21 shil. betaald is. Door Hare Maj. is tot Britsch Consul te Amsterdam aangesteld de heer J. S. Penleaze. De heer Hume heeft in het Lager-Hnis den 27sten op nieuw een voor. stel gedaan, ten einde de 21,000 st., welke aan den Koning van Hanover als Hertog van Cumberland tot jaargeld gegeven werden, te doen ophouden, daar de betrekking, waarin voornoemde Koning zich eertijds ten aanzien van Engeland bevond, thans had opgehouden. Het voorstel is echter met 76 tegen 63 stemmen afgekeurd, vooral uit aanmerking, dat die 21,000 St. niet door den Koning buiten Engeland werden verteerd, maar in het land zeive werdeii aangewend tot het afdoen van vroegere schulden en het onder* houd van gewezene dienaars. Het montant der som, die thans jaarlijks aan de leden van het Koningiijk Huis betaald wordt, bedraagt 720,000 at. of 8,640,000. In dezelfde zitting heeft het lid Colquhoun aan Lord Palmer Aon gevraagd of de Java-regten thans op dien voet gevestigd waren, als overeenkwam met het rractaat tusschen Engeland en Holland gesloten, e» of de Regering eenige stappen gedaan had met opzigt tot het nieuw etablissement op Su. matra. De Minister heeft daarop geantwoord: dat een der onderwerpen van discussie tusschen beide Regeringen het verschil van regten betrof, op Britscbe en Nederlandsche invoeren gelegd; ons Kabinet beweerde, dat het bestaande tarief niet strookte met het hieromtrent gesloten tractaat. Ten gevolge dezer discussie is een nieuw tarief door de Nederlandsche Overhe. den uitgevaardigd, hetwelk geheel voldoende was met opzigt tot het ver schil van regten, want het bepaalde de regten juist in die evenredigheid waarin deze volgens het tractaat staan moesten. De thans nog overblijvende questie was, of, volgens de naauwkeurige uitlegging vin dat tractaat, het verschil van regten zou afhangen van den oorsprong der waar, dan wel van de vlag. Wij hebben deze zwarigheid door eene uitlegging van het tractaat pogen weg te nemen; wij hebben echter bevonden dat de Oost-Indische Compagnie naar dezelfde uitlegging van het tractaat handelde als die, welke door de Nederlandsche Regering was aangenomen. De Oost-Indische Com. pagnie was niet geneigd eenige verandering in haar gedrag ten dezen te ma ken en het was daarom niet billijk bij de Nederlandsche Regering er op aan te hondendat zij onze uitlegging des tractaats zon aannemen, terwijl de Oost-Indische Compagnie juist de Nederlandsche uitlegging volgde. Men heeft dus de zaak in dien staat gelaten, waarin zij zich bevond. Wat het andere onderwerp, door den vorigen spreker aangevoerd, betrof, Hr. Ms. bewind had zich tot dat te 's Gravenhage gewend, ten einde zich te verze keren of de handelingen der plaatselijke Overheden op Java, nopens het nieuwe etablissement, met de goedkeuring van het Bewind des Moederlands hadden plaats gehad. Het antwoord was hierop bevestigend geweest, en dienvolgens was er geen grond tot eenige tusschenkomst onzerzijds, ten aan zien der Overheden van Java, noch was er reden om te veronderstellen, dat de Nederlandsche Overheden den Britschen handel zouden schaden; wes. halve de Briische onderdanen op dezelfde voorwaarden met die etablissemen ten als met de reeds bestaande zullen kunnen handel drijven. Nog heeft in die zitting de heer Humt voorgesteld, 010 aan Hare Maj. een adres op re maken, ten einde de briefwisseling, welke tusschen den Engelschen Gezant te Konstantinopel en het Ministerie gehouden was, omtrent den toestand van het Oostersche vraagstuk, ter tafel te brengen, om daardoor over die zaak juist te kunnen oordeelen. Lord Palmerston heeft daarop aangemerkt, dat dit niet welvoegelijk kon geschieden, omdat de onderhandelingen over die zaak nog niet waren ren einde geloopen. In zijne redegewaagde hij van het overgaan der Turksche vloot, en verzekerde, dat hij van een oogetuige, in wien bij het grootste vertrouwen stelde, had vernomen, dat geen der Turksche officiers kennis droeg van den stap, dien hun Admiraal deed, en zij zoo zeker dachten, dat hij de ./Egyptische sche. pen zou aanvallen dat zij hunne bodems reeds tot den strijd gereeds maak ten. Hij, Minister, bleef steeds de zelfstandigheid van Turkije als van groot belang voor dit Rijk beschouwen en zonder zich thans te kunnen uitlaten over de onderhandelingen, die tusschen de vijf Mogendheden gevoerd worden, zou hij na den afloop daarvan het rigtsnoer van zijn gedrag volkomen blootleggen, en, zoo hij vertrouwde, allezius kunnen wettigen. De quaestie is geëindigd door dien de heer Hume zijn vooratel heeft Inge- trokken. FRANKRIJK. Parijs den 29 Maart. Nadat de Kamer van Afgevaardigden de wet op de geheime fondsen had aangenomen, heeft zij ook met eene overgroote meerderheid van stemmen een wetsontwerp goedgekeurd, waarbij een sup* plementair-crediet van 650,000 fr. voor pensioenen werd aangevraagd. Omtrent het bcrigtdat de Keizer van Marokko aan Frankrijk den oorlog zou verklaard hebben, leest men in een bijzonderen brief uit Toulon van 21 Maarc het volgende; Het bestuur van het zeewezen alhier is gisteren met een nieuws van over groot gewigt bekend geworden, en heeft zich zeker beijverd, om de Rege ring door den telegraaph daarvan kennis te doen dragen. De Fransche stoom boot le Sphinxdie alhier is aangekomen, heeft den i4den Algiers verlaten en den itfden Mahon aangedaan. In die laatste zeehaven had men toen pas vernomen, dat de Keizer van Marokko aan Frankrijk den oorlog verklaard had. Dat nieuws, na aan den Amerikaanschen Consul door zijnen ambtge noot'te Tanger te zijn overgebriefd was algemeen op de Balearische eilanden verspreid en de commandant van een Franseh oorlogsvaartuig te Mahon heefc den Sphinx gelast, om het aan den Franschen Zeeprefect te Toulon over te brengen. De Keizer vsn Marokko, niet tevreden met troepen en krijgsbe hoeften aan Abdcl-Kader te doen toekomen, heeft aan de zendeliugen van dezen laatste vergund om in de moskeen zijner Staten den heiligen oorlog te prediken, en toen onze Consul, ten gevolge der van zijne Regering ont* vangene voorschriften, hem vertoogen gedaan en van hem gevergd heefr, om regtstreeks voor of tegen den Emir partij te kiezen heeft hij eerst ont wijkend geantwoord en geëindigd met te verklaren, dat hij, in overeenkomsc met de wenschen der ware geloovigen, zich in de noodzakelijkheid zag, om den heiligen oorlog voor te staan, en gemeenschappelijk met Abdel-Itader en met den Bey van Tunis te handelen, opdat de ongeloovigen cot het ver laten van het noorden van Afrika gedwongen mogten worden. Deze gebeur tenis is onder de tegenwoordige omscandigheden van belang, maar Frankrijk is voorzeker magtig genoeg, 0111 de Barbarijsche Staten spoedig tot reden te brengen. Ondertusschen verzekert de Moniteur Parisien van den 28sten, dat de Regering nog geenerlëi berigt van die oorlogsverklaring had oncvangeu, en de tijding daarvan onwaar rekende. ZEE. TIJDING. In Tessel binnengekomen J. Budd, van New-York, K. Zwanenburg, van Smirna, P. G. Smit van BordeauxH. Iversen, van HolmstrandE. P. Johnson, J. H. Smith, S. BakuumJ. L. Hoist, T. YVIiigt, T. Veght, H. Eckersberg en A. Lund, van Dram men15. 11. Plukkervan Ostrisoer, en H. H. Christensenvan Krageroe. tn het Vlie binnengekomen B. II. Schuur, van Kiel, tv. H. Bakker, 11. D. de Groot, en B. 1). d? Groot, van Christiaansand, en J. Houtsaagervan Hamburg. Te Terschelling binnengekomen J. D. Masonvan Bremenbestemd naar de KaapVer- disebe Eilandenals bijleggerwegens overgeworpen ballast en onklare pompendezelve is door de loodsboot binnengebragt. Het schip AngeliqncKapt. N. R. Brewer, van Amsterdam naar New-York, was den 20 Maart op de hoogte van Plymouth. De schepen Saracen, Kapt. Puckey, en RachelKapt. Rollings, hadden den 21 Maart de lading van het te Terbey afgekeurde schip de VerwachtingKapt. N. M. Lindegaard, van Havana, ingenomen, en waren gereed om daarmede naar Amsterdam te vertrekken. Het schip Grimas, wijlen Kapt. J. J. van Driester, van Glasgow naar Rotterdam, is den 19 Maart, wegens overlijden van den Kapitein, te Campbeltown binnengeioopen. Het schip iVilliamvan Venetien naar Rotterdam, is den 5 Maart gepraaid op 50° N. breedte, 40° \V. lengte, Arrivementen: Te Bordeaux Kapt. O. Hansens, van Amsterdam; te Havre M. Con- tard, en te Londonderry W. van Alewyn, beide van Rotterdamte Belfast B. R. Berg, van Dordrecht, L. Schaap, van Rotterdam; te Drogheda B. J. Zoetekerk, van Rot terdam te Cardiff J. de Jong, van Amsterdamte Hastings È.Skninner en G. Sisley, en te Gravesend J. Boxer, alle van Rotterdem. PRIJS-COUR ANT Amsterdam Nederlanden. Werkel. Schuld 2,pC. 52}* 52' Dito 5 98 J4 98 Uitg. 4 Kans-Biljetten23^4 24 Amort.Syndic. 91J4 92 3|75T4 7S' Hand.-Maats. 4J179^180^ Nieuwe dito4} 4 Aandl.H.Spoorw. I09J4110J Rijn-Spoorw. 4^ 99 4 99! Frankrijk. Inschr. Grb. 3 pCt. 4 Rusland. Gb.//.&C°.i798 5pCt.lo5plo6 18JJ 5 iospioój Ins. en Certif. 6 69J4 69' 18Ü 598 '4 99 Gebl. 52® 98" 75s '79a 110 991 io5j 105? 69' van EFFECTEN. Maart 1840. Pruissen. Geldl. te Lond. 4pCc. Aandeelen van dito.. i Spanje# Nieuwe 1835 85 5pCt. 25J425} Ditoonbep.st...4 Dito passive4— Dito uitgest4 Coupons Ard...... I9r<*'9{ Oostenrijk. ObiGeil C°. s pCt. 4 Certificaten.21 4 Neg. Metaliek 2' 4 Idemy 105 4105J Dito in Lond. 5 4 Bank-Aktien.3 4 Napels, Certificaten... 5 pCt. 4 Dito in Napels. 5 4 Gebl. ti ■STV i°5t LEYDSCHE SCHOUWBURG. Donderdag 2 April 1840, op vereerend verlangen, ter Beneficie van den Heer W. A. BINGLEY: EPICHARIS en NEROTreurspel in 5 Be- drijven; in vele jaren niet vertoond. Na hetzelve: RATAPLAN, Bli/spet met Zang, in dén Bedrijf. De Aanvang ten half zeven ure. Heden beviel voorspoedig van eene DOCHTER, HÉLÉNA ELI SABETH ENSCHEDÉ, geliefde Echtgenoote van Ley den, 29 Maart 1840. Mr. P. BUYSKES. Gevoelig voor de menigvuldige bewijzen van deelneming, ons bij' het overlijden van onze waarde Zuster en Tante betoond, betuigen wjj daarvoor bij deze onzen welmeenenden dank. S. J. van de WIJNPERSSE, E. van de WIJNPERSSE, geb. van R everhor st. H. F. van DOEVEREN. UIT de HAND te KOOP: Een ROSMOLEN voor twee Paarden, benevens het GAANDE WERK eener HOUTZAGERIJ en daarbij behoorende GEREEDSCHAPPEN, PAARDEN, enz. Te bevragen bij C. B LANS JA AR, te Leyden. Brieven Franco. Op Donderdag den 2 April 1840 en twee volgende dagen, zal men ten huize van den Boekverkooper C. G. MENZEL alhier, Verkoopen: Eene Fraaije VERZAMELING van BOEKEN, benevens eenige PLATEN en RARITEITEN. Daags vóór de Verkooping is alles te zien. De Ca. taiogus is bij bovengemelden te bekomen. Op Zaturdag den 11 April 1840, des avonds ten 6 ure, zal men in j het Heeren-Logement aan den Burg binnen Leyden, publiek Veilen en Ver- koopen: Een hecht, sterk en zeer weldoortimmerd HUIS en ERVE, waarin sedert onheugelijke Jaren de Brood- en Beschuitbakkerij met veel succes is gedaan en nog wordt gecontinueerd, voorzien van verscheidene zoo Boven- als Beneden-Kamers, Binnenplaats, Droog- en Turfzolder en verdere Com- mooiteiteu, met een daaraan verheeld Pakhuis, hebbende twee ruime Graan' zolders; staande en gelegen op het Plein der Beestenmarkt te Leyden. Breeder bij Billetten gespecificeerd. Zijnde de voorscbrevene Percelen te zien daags vóór den Verkoopdsg van 9 tot 12 en van 2 tot 5 ure, en is nadere Informatie te bekomen ten Kantore van den Notaris H. ROSKES te Leyden. By H. W. HAZENBERG en COMP., Boekhandelaars te Leyden, zijn uitgegeven en alom verzonden: I. STUDENTEN-TIJPEN door KLIKSPAAN, N°. 3, de Klaplooper. asCts, II. -,N°.4, de Diplomaat. 25 III. C. S. BEVEL, Handleiding bij het gebruik derNederlandsche HTsse. 25 - IV. P. H. PEERLKAMP, de principibus ex genie Arausiaca Leidensis Academiae Alumnisf 1.80. V. ASTLEY COOPER, Theoretische en Practische Voorlezingen over de Heelkundedoor A. LEE, uit het Engelsch door Dr. W. M. S. JUNIUS, Derde Stuk-1.50. VI. J. R. THORBECKE, Brief aan een Lid der Staten-Ceneraal over Art. 60 en 128 der Grondwet. - 0.40. Bij de Wed. ANTHONY de KLOPPERen ZOON, te Leyden-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2