A\ 1840. LEYDSCHE WOENSDAG, li MAARTj »1tfTEVyi> COURANT. KENNIS GE VIN Gi Burgemeester en Wethouders der Stad Levden, geven bij deze kennis aan de Burgers en Ingezetenen dezer Stad, dat, ter vervulling der openstaande Wethouders plaats, nij besluit van Zijne Majesteit den Koning, van den 20 Februarij 1840, N°. 126-, tot Wethouder dezer Stad is benoemd: De Heer ABRAHAM HARTEVELT, Jz., Lid van den Raad welke op heden als zoodanig, in de Vergadering van den Raad, is beëedigd en geïn stalleerd. Aldus gedaan en gepubliceerd, by H. H. Burgemeester éh Wethouders der Stad Leyden, op den oden Maart 1840. J. G. de MEY. Ter ordonnantie van dezelve, v. puttkammek. NEDERLANDEN. Leyden, io Maart. Gisteren morgen te half elf ore is Z. k. H. Prins Alexander der Neder, landen uil Amsterdam ilhier teruggekeerd. Bil Zijner Msjs. besluiten vsn den 29 November 1839, N". 96, den 30 Januarij 1840, N°. 109 en den 31 Januaiij 1840, N°. 128, zijn tot 2de Luitenants nu de dienstdoende Schutterij dezer Stad benoemd de Heerenr Jan Scheltema, David Louis van Marle, Jhr. Ewoud Julius van der Goes, Piete" Isaïcus de Fremery, Mr Herman Obreen, Mr. Henricus Petmo Jacobus Tollens, Jnr. Mr. Daniel Franjois van Alphen en Jo hannes Henricus Jacobus Groothols. Men nteidt uit 's Gravenhage van den 9den Maart t De gezamenlijke Komnglijke famielje is in den loop van dezen dag uit Amsterdam in deze Residentie teruggekomen, Bij Koningtijk besluit is toegestaan de heffing van één buitengewonen opcent op de hoofdsom oer belasting wegens de gebouwde en ongebouwde eigendommen en het personeel in de provincie Holland, over de dienstjaren 1840en 1840—41, en zulks tot bestrijding der bijdrage, van wege dar gewest, in de kusten der droogmaking van het Haarlemmer Meer te leveren. Ten gevolge van dat besluit zijn de oncvangers aangeschreven om zich, bij de opmaking der kohieren voor her personeel over het aanstaande dienstjaar, daarnaar ie gedragen in voege als zij den bedoelden opcent reeds op de ko hieren voor de grondlssten zullen uitgetrokken vinden. De Staats-Courant v,n den 9den dezer bevat een Koningtijk besluit van den 27 Februarij II., waarbij aan Mr. G. J. Je Martini vergund wordt, zekere officiële siukken ie laten drukken, Dezer dagen is de heer L. van MetritxInspecteur bij het Departement van Financiën, uit Brussel, in deze Residentie teruggekeerd. Gelijk men weet, was hij door de Nederlandsche Regering belast met de ontvangst van het Belgische aandeel in de Nederlandsche schuld over het halfjaar, ver. schenen op den 3isten December 1839. Door Gedepuieerde Siaten der provincie Holland, zuidelijk gedeelte, la vastgesteld: 1". dat de herijk van alle te voren bereids geijkte lengte- en inhoudsmaten van drooge en natte waren en gewigten, voor dit jaar, in de steden en gemeenten van Zuid Holland, een aanvang zal nemen op den isten April en geëindigd moeten zijn op den isten Augustus daaraanvolgende; 3°. dat, met uitzondering der hierboven voorkomende bepalingen en van die, vervat in art. 19 van het reglement op de herijking der maten en gewigten In Zuid Holland, door Gedepuieerde Siaten voornoemd op den i8Januari) 1822 gearresteerd, hetzelve reglement overigens in volle kracht blijft; 30. dat de handel- en neringdoende ingezetenen van Zuid-Holland en verdere belang, hebbenden aangemaand woiden, om, ter voorkoming van meerdere kosten, en ten einde, bij verder verzuim, buiten bekeuring te blijven, zich de hier. boven vermelde tijdsbepaling, omtrent den herijk hunner lengte- en inhoudt, maten van drooge en natte waren en gewigten, ren nutte te makrn; zijnde, eindelijk, ier kennis van de belanghebbende gebragt, dat tot jaarletter, ge durende 1840, voor den ijk der maten en gewigten, bepaald is de letter V. Men zegt, Hat het Rijk in twee militaire divisien of commando'a zal verdeeld worden, waaraan groore bezuinigingen zullen vergezeld zjjn, als: vermindering der militaire Intendanten, en wat dies meer zij. Zoo uien wil, zou Z. K. H. de Erfprins van Oranje Bevelhebber der 2de divisie worden, in plaats van den met groot verlof vertrekkenden Luitenant- Generaal, Z. D. H. den Hertog Bernard van Sakten-Weimar. Eerstdaaga ziet men eene lijst te gemoet van gepensioneerde Generaals; ook verwacht men eerstdaaga de onderscheidene overplaatsingen, penaione- ringen als snderzins der heeren officieren van de geneeskundige dienst. De bevolking der stad Gouda bestond op den isten Januarij dezes jaara uit 14,451 personen, waarvan tot het mannelijk geslacht behoorden 3987 on- gehnwoen, 2447 gehuwden en 207 weduwenaar», te zamen 6641, en tot het vrouwelijk gealacht 4540 ongehnwden, 2528 gehuwden en 742 wednwen, te zamen 7810. Her getal Protestanten bedroeg 96(3, Roomich-Katholijken 4472 en Iiraëliten 316. Het Konirgliik Gezin heeft laatstleden Zaturdsg avond den Franschen schouwburg met Hoogstdeszelfs tegenwoordigheid vereerd en Is aldaar mee vele blijken van gehechtheid ontvangen. Zondag morgen beeft hetzelve de godsdienstoefening in de Nienwe Kerk aldaar, onder het gehoor van Ds. van Meeleren, bijgewoond. Ziine M»j. heeft, bij Hoogstdeaz.lfa vertrek uit Amsterdam, den Burge meester Hoogstdeszelfs tevredenheid en bijzonder genoegen betuiRd over de ontvangst, die hem te Amsterdam is te beurt gevallen. Zjjne Maj. ia Maan dag onder het gejuich der menigte vertrokken. Uit Viissingen wordt van den 7 Maart het volgende gemeld: Zijner Majs. stoomboot Cerkerut, Luitenant ter zee der rate klasse Courtxen kwam heden van Texel alhier ter reede, aan boord hebbende 150 mattozen, 100 voor de bemanning van de alhier In dienst gesrelde brik Je Courier, als voor de nog in dienst zijnde kanonneerbootenhet Érat-Major van genoemde brik is, naar men verneemt, aldot zamcngesteld: Commandant, Kapitein- Luitenant Willinkf rate officier, Luitenant ter zee der rste klasse van der Harten de Luiiensnts ter zee Hardy Muller en ralentini; schrijver en vicnialie-meester Brenneradjunct-schrijver Eeiasier; klerk Daum. Men verneemt wijuers, dat het getal maniehappen, hetwelk zich vrijwillig tot de zeedienst verbindt, dagelijks aanmerkelijk toeneemt, hetwelk men toe. schrijft aan de aanzienlijke vermindering van het leger, waardoor vele man, schappen, die geschiktheid voorRijks Marine hebber, de zeedienst vooe hun be«a«nmidde| kiezen. Volgers berigteh van de Boveh-Schelde bh Antwerpen, werd het aarko» men van schepen, door de aanhoudende vorst, aldaar zeer bemoeijelijkt gisteren zijn er echter weder schepen van Antwerpen afgekomen, hetwelk doet vermoeden, dat er geen genoegzaam ijs is om de vaart ce belemmeren. Te Vliasingin bedroeg de bevolking op den isten Januarij 1840, met inbegrip van het militair garnizoen, destijds bestaande uit 1256 man, 8981 personen; van dezen behoorden 4655 tot het manne ijk en 4326 tot het vtou. welijk geslacht; het mannelijk geslacht bestond uit: ongehuwden 3242, ge huwden 1273, weduwnaars 140 Het vrouwelijk geslacht bestond uit: onge» huwden 2650, gehuwden 1275, weduwen 401. Ten aanzien der godsdiens, tige gezindheden besrond deze bevolking uit: Protestanten 6890, Roomsch- Kartiolijken 2042, Israëliien 49. Bij de gedane volkstelling is levens geble ken, dst oe ie Vlissingen bestasnde woonhuizen, ten getale van 1092, door t727 huisgezinnen worden bewoond. Op den isten Janusrij 1840, bestond de bevolking der stad Zierikzee, uit 6890 zielen, ie weten: van het minnelijk geslacht 3141, waaronder 1906 ongehuwden, 1115 gehuwden en 120 weduwenaars; van het vrouwelijk ge. slacht 3749, waaronder 1292 ongehuwden, nnogehuwden en 337 weduwen; de bevolking is verdeeld in 5143 Protestanten, 1681 Roomsch-Katbolijken 53 Israëliien en 13 van nier genoemde gezindheden. Te Goei bedroeg het getal inwonen op 1 January 1840, 5,425 (zijnde 714 meer dan in 1830); dat der woonhuizen 911 en dar der Huisgezinnen 1,150; onder de inwoners telde men 2,525 van hei mannelijk geslacht, zijnde 844 gehuwden, 119 weduwenaars en 1.562 jongmans en kinderen; en 2,900 van het vrouwelijke genacht, zijnde 850 gehuwden, 257 weduwen en 1,793 jonge dochten en kinderen; de bevolking beiiond uit 4,062 Protestanten. 1,235 Roomsch-Katholijiten, 50 Israëliien en 78 van niet genoemde ge zindheden. Te Axel btdroeg de bevolking op den isten Januarij 1840, 2275 per sonen, waaronder begrepen zijn 25 militairen, deityds aldaar gedetacheerd, en wel van het mannelijk geslacht 40a gehuwden, 35 weduwenaars en 700 ongehnwden; van het vrouwelijk geslacht 403 gehuwden, 88 weduwen en 647 ongehuwden. Het getal der Procciiantcn bedroeg 2103 en Roomsch- Katholqken 172; het aantal huizen 407 en dat der huisgezinnen 479. Te Oosterhout, in Noord-Brabandis den sden dezer de boereowoning afgebrand van den landbouwer A, van Bavalde oorzaak van denzelven ia onbekend. RUSLAND. In een berigt van een Russisch officier, die aan den togt naar Chiwa deel neemt, vindt men onder anderen het volgende: Het levert een vreemd schouwspel op, deze massa op eenen afstand of in de ochtendschemering ie zien voorttrekkengewoonlijk worden zes of acht kameelen met een lang touwdat hun door den neus getrokken woidt, aan elkander gebonden. De verpleging van deze nuttige dieren is eene van onze vournaamate zorgen. Eken namiddag ten 2 ure wordt halt gemaakt, dm de kameelen en paarden onder goede bedekking te doen grazen, waarbij zij tot hiertoe, ondanks den diepen ineeuw, nog vrij wat voedsel gevonden hebben. Nadat de kameelen weder terug gedreven zijn, moeien de Kirgizen den sneeuw rondom hunne huiten wegruimen, rot dat de grond zigtnaar wordt, waarop dan kleeden gespreid worden 10c ligplaats voor deze dieren, vermits een enkele op de aneeuw doorgebragte nacht ze geheel onbruikbaar zou maken. Gedurende dien tijd zoekt een gedeelte der manachappen riet, hetwelk eene goede brandstof oplevert; kunnen zij dit niet vinden, dan moe* ten zij zich met het voor de keuken geleverde hout vergenoegen en de lange nachten zonder vuur doorbrengen. De verpleging en kleeding der troepen kan onder deze omstandigheden voortreffelijk genoemd worden. Des morgens en des avonds krijgt de soldaat zijne vleeschsoep, en op zeer koude dagen eene soort van drank, die uit honig, peper en andere specerijen gemaakt wordt. Aan brandewijn hebben zij mede geen gebrek. Buiten de uniform en den mantel heeft ieder soldaat een gewatteerd buis, een korten schapen, pels, warme laarzen en overschoenen. Eene warme muts bedekt het hoofd en den hals; voorts heeft de zorg zich zoo ver uitgestrekt, dat men aan de manschappen, om het gezigt tegen de scherpe winden te behoeden, laken, sche masker» gegeven heeft, waarvan de ooggaten van een paardenharen netweik voorzien zijn, om de oogen tegen de verblindende uitweikiag van de sneeuw te beveiligen. Behalve den genoemden rusttijd wordt geen halt gemaakt; maar de solda ten rijden om benrten op de kameelen, hetgeen een zonderling schouwspel oplevert. Desniettemin zijn de moeijelijkheden, welke onze troepen te over. winnen hebben, onbeschrijfelijk. Men bedenke het moeijelijke marcheren in eene lastige kleeding en op ongebaande met diepe sneeuw bedekte wegen. Daarbij komt nog het vroeg opstaan (gewoonlijk eiken nacht ten twee ure) en het bij de strenge koude schier ondragelijke op- en afpakken der kamee len. Voorts bedenke men de vreesseljjke koude, welke gedurende de laatste dagen tot 34 graden Reaumur klom, en niet beneden 12 graden naaide. Maar bovenal zijn de aneeuwjagten vreesselijk, die hier met eene kracht woeden, welke men in Europa niet kent; zij waaijen met eene hevigheid, als of zij de onbekende vreemdelingen wilden wegblazen, om honne heerschappij in dit doodscbe rijk onverdeeld te handhaven. SPANJE. De door de telegraphische dépêche medegedeelde berigte»omtrent het voortduren der rust te Madrid en de heropening van de zitting der Cortes worden door de gewone berigtan tot den 29 Februarij bevestigd. Onder, tnsschen blijft de stad in atait van beleg, daar in de gemoederen der inwoner» een hevige gisting blijft heerschen. De militairen, met den Generaal Balbao aan het hoofd, reden geduring de straten door; alle wachtposten waren ver. dubbeld en voor het gebouw, waar de Cortea vergaderd waren, was eene genoegzame kriigsmagt aanwezig, om alle gevaar van aanranding weg te nemen; niemand mogt voor het gebouw blijven staan en op de tribunen werd niemand toegelatendie met een mantel gekleed was. De Regering der stad is ondertusschen met htc in siaar van beleg stellen der stad niet te vreden, daar volgens een artikel der grondwet, wanneer de Cortes bijeen zijndeze voorsf diaromirem moeien geraadpleegd worden. Zij heeft zich over deze zaak per request atn Hare Maj. de Koningin gewend. Er schijnen voor het overige nog weinig schuldigen aan de laataie poging tot opstand gevangen genomen te t|jo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1