Hfl wies- «p de vermeerderingen vin uitgaven, die voor het leger plaits hadden;Jè" 1835 bedroegen die nj, thans ver over de 13J mlllioen. Waar Wat-4«'cïServulIing der beloften van het bewind, dat het de uitgaven zou be snoeijen, vrede en ontzag voor Engeland behouden, handel en nijverheid opbeuren, hervormingen trapsgewijze invoeren zou? Men zou zeggen, dat veel daarvan niet was verwezenlijkt, uit hoofde van de weerstreving der tegenpartijen! Maar is die weerstreving zoo krachtig, dan bezit het bewind geene msgt, geen vertrouwen. En dit was het geval. Trouwens het was onderworpen aan eene anti-Engelsche partij. Hoe kon het anders, dan 's lands vertrouwen missen, daar het de wet niet vertnogt te handhaven, en de veiligheid van personen en goederen het grootste gevaar liep. Hij noemde de Katholijke emancipatie-bill een gefaalde maatregel, want zij had Ierland geen rust verschaft. Het was nogtans onwaar, dat hij de intrekking daar. van verlangde. Hij moest echter ook zeggen, dat hij zich met de meeste kracht zou aankanten tegen de pogingen, die mogten worden aangewend, om deze vrije, getemperde monarchie io eene volslagen volksheerschappij te veranderen. Hij raadde, als van ter zijde, de Ministers aan, om hunne posten neder te leggen, met te zeggen, dat hij altijd getoond had niet zoo hunkerend naar het gezag te zijn, om er zich aan vast te klemmen, wat wederstand hij ook ontmoette. Over het geheel straalde in zijne rede de gedachten door, van het bestuur te zullen opvolgen. Ook de redevoering van den heer Colquhcun heeft de aandacht tot zich getrokken. Een punt van groot belang, dat hij aanroerdewas de Engel, sche handel met Java. Java, zeide hij, is In dat gedeelte der wereld de vierde en meest belangrijke haven voor onze manufacturen, waarin een kapi taal van 200,000 at., voor zoo veel dat land aangaat, jaarlijks op het spel ataat. Bij de tractaten is bepaald, dat het inkomend regt aldaar nimmer 6pCt. overschrijden zal, en in weêrwil van dat hebben alle de onderbande, lingen van onzen bekwamen Minister van Buitenlandsche Zaken alleen daartoe gestrekt, dat hetzelve nu tot 25 pCt. aangegroeid is. Jaar op jaar wordt de Minister in het Parlement daarover onderhoudenmaar zijn antwoord is altijd hetzelfde, uitstel, geduld, hoopmaar nooit verandering. Het gevolg is, dat het bedrag van den invoer van katoenen stoffen, door de Hollanders aldaar ingevoerd, hetwelk in 1834 33>000 st* was129,300 st. is, en dat het bedrag van den invoer van vreemde manufacturen in het algemeen, waar. onder de Engelsche begrepen zijn, hetwelk 4,119,000 st. geweest is, nu 2,462,000 st. is, Dezelfde heer bragt nog vele dergelijke beschuldigingen tegen het Ministerie in. Onder anderen sprak hij van Algiers, met hetwelk Engeland te voren zoo veel handel dreef, en waar nu, zelde hij, in weérwil van onze vriendschappelijke betrekkingen met Frankrijk, hetwelk ons overal afbreuk doet, alle vreemde manufacturen verboden zijn. De Minister J. Russell heeft in den vroegen morgen van den 31ste* Ja. nuarij, nog kortelijk de redevoering van Sir R. Peel beantwoord, en gezegd, dat de korte inhoud van diens redevoering was, dat Engeland zich op den oever van deszelfs ondergang bevond en alle andere zaken in den grootst mogelijken staat van verwarring waren; doch dat Sir R. Peel alleen in staat was Engeland te redden en alles weder in rust en eensgezindheid te doen wederkeeren; zoodat het Ministerie genoodzaakt zou zijn, zijn ontslag te nemen. De Minister merkte aan, dat hij er niets tegen bad gehad, dat men zoo vroeg in het zittingjaar met zulk een geduchten aanval tegen her Be- stuur was opgetreden; maar hij had het toch weinig Parlementair gekeurd, dit zelfs niet door de gewone vormen, van het vragen van bescheiden enz., te doen voorafgaan. Hij had het weinig vaderlandslievend geoordeeld in het stelsel der tegenpartij, de bestaande verwarring, onrust en nood te vermeer, deren door vlammende redevoeringen, door niets-ontziende aantijgingen door tafereelendie heinde en ver voor Engeland zouden moeten doen sidderen als zij het merk der overdrevenheid niet voor het oog der wereld droegen. Cijfers hadden bewezen hoe de handel was toegenomen; de vrede was be. houden; Engelands vriendschap werd om strijd gezocht, betwist; de kracht van deszelfs arm werd in het verre Oosten gevoeldtijdelijke geldelijke ongelegenheden waren niet aan de Bewindslieden te wijtentegen de wan orden van woelzieken had men de Justitie haren loop gelaten; de tegen, woordige bewindslieden hadden niet behoefd de toevlugt te nemen tot die uiterste middelen waartoe de staatkundige meesters van den vorlgen rede naar in 1794, in 1817, en nogmaals, in 1819 waren overgegaan, en die ieder mildgezinde Brit nog afkeurt. Wat van opene quaestien was gezegd, sedert vjjftig jaren, door Ministerien van alle zijden uit het Huis, was het. zelfde gedaan als door het Bewind van Lord Melbourne: eenige vraagstukken aan de beslissing van den tijd overgelaten. De Minister wilde geenerlei staatsveranderingen buiten de hervormingswet; schetste de zwarigheden, waarin zich een Tory-bewind zou gewikkeld zien, vooral met opzigt tot Ierland, en verklaarde zich onbekommerd, wegens den uitslag van de stem. ming over het voorstel van Sir J. Ruller. F R A N K R IJ K. Parijs den aden Februarij. De bureaux der Kamer zijn goed gezind om trent de dotatie van Z. K. H. den Hertog van Nemours en zijne aanstaande Gemalin. Alle de leden der Commissie in wier handen het voorstel gesteld was, hebben zich, twee uitgezonderd, voor hetzelve verklaard. Z. M. heeft de doodstraf, waartoe Blanquieen der hoofdaanvoerders van den aanslag in Mei 1. 1., veroordeeld was, in die van deportatie veranderd, In den storm van den 24 en 25Sten Januaryhebben onderscheiden schepen op de kust tusschen St. Trojan en St. Denis schipbreuk geleden en avarij bekomen. Het regt getal der vergane schepen kan nog niet worden opgegeven^ -—»p— aws'"" was, volgens tijding van den i8dem January, 25,000 man. hetgeen sedert nog meteen ioootal vermeer derd is. In Oran meent men, hoewel er nog geene berigten van zijn, dat in de laatste dagen onderscheiden gevechten geleverd zullen wezen, B E L G I E. Onder het bulderen van het kanon, is den isten Februarij te Brussel aangekomen Prins Albert van Saksen-Koborgaanstaande Gemaal van Ko ningin Victoria, vergezeld van zijnen vader, den regerenden Hertog van Saksen-Kobnrg en zijnen broeder, den Erfgroot-Hertog. Daar de Prinses van Saksen-Koburg, dochter van den Oosterschen Veldmaarschalk, Prins Ferdinandaanstaande Gemalin van den Hertog van Nemours, te Brussel verwacht wordt, zoo bevindt zich de Baron de Bussière aldaar, om dat hu. welijk nader te regelen. ZEE'T/J DING. In Tessel binnengekomen J. Meyer, van Batavia. B. J. Wygers, K. de Groot en K. 1. Haasnoot, van Suriname, H. Klein, van Bordeaux, D. Charrosln, van Londen. In het Vlie en Terschelling niets gepasseerd. Kapt. J. Meyer, bovengemeld, rapporteert, dat in de maand November op Ascension is gezonken het schip de SchildeKapt. van Dycke, van Batavia naar Rotterdam. Het schip Jujfvr. StijntjeKapt. H. E. Boll, van Rotterdam naar Dublin, is den 25 Januarij. met verlies van de Giek, te Yarmouth (Eiland Wight) binnengeloopen. Het schip LouiseKapt, W. Snow, van Amsterdam naar Cadix, is den 23 Januarij, te Plymouth, met gesprongen groote mast, verlies van de Bezaanmast, de groote steng- bootenzeilenverschansingen enz. binnengeloopenvijf man der Equipage waren door het storten van het tuigzwaar gekwest. Het schip de Hoop, Kapt. A. Hoogendijk, van Vlaardingen naar Lissabon, is den 23 Januarij te Falmouth binnengeloopen. Aangaande het schip de VcrvagtingKapt. M. N, Lindegaardvan Havana naar Amsterdam en Tersbymet schade binnen (bevorens gemeld)wordt vandaar van den 23 lanusrij gemeld, dat hetzelve in zinkenden staat was en alles verloren had wat zich op het dek bevondmoest tossen. ArrivementcnTe Sourabaija Kant. H. L. Kavser, voor E. C. Claus, van Batavia, dezelve is den 13 October naat Tvbdj-p en Amsterdam vertrokken; te Messina D. van der Valk, van Vlaardingen; te Marseille J. Middel, en te St. lilies, H. Gals, beide van Amsterdam. PRIJS-COURANT van EFFECTEN. Amsterdam, 3 Februari 1840. Nederlanden. Werkel. Schuld 2ypC. 52!* 53 Dito 5 98'h 99 Uiig. i i M Kans-Bitjeccen23jk 24 Amort.Syndic. 4J92,2 934 3} 7677, Hand.-Maats. 4J 174^176^ Nieuwe dito..4J k Aandl.H.Spoorw. 99{klooV Rijn-Spoorw. 4} 98 98 J- Frankrijk. Inschr. Grb. 3 pCt. k Rusland. Gb.//.&C°.i798 5pCt.io5 kiosi i8j; 5 lo5(iio5j lm. en Certtf. 669 k 65»J 18}} 5984k 984 Gebl. 52t. 925 76! "75 984 '°5ï J9\ 9«i 23rï Pruijsen. Gebl, Geldl. te Lond. 4pCt. k Vandeelen van dito k Spanje. Nieuwe 1835 <t 85 5pCt. 23jkJ4 Dito onbep. st.k— Dito passivek— Dito uitgestk— Coupons 1 Nov... k— Oostenrijk. Obi. Coll C°. 5 pCt. io3{kl03^ 103J- Certificaten.2 jk Neg. Metaliek 2} i Idem5 1044U054 105 Dito in Lond. 5 k Bank-Aktien.3 k Napels. [Certificaten.5 pCt. k Dito in Napels. 5 i 179STE Koninklijke Nederlandsche Loterij. Trekking der Vijfde Klasse. tste Lijst. N°. 5451 een premie van f 1000. N®. 122x6 een prjjs van f 1000. 2de N'. 248792423414755 en «3193 icdar een prijs van 1000. 3de Geene. 4de NB. 15323 een prijs van ƒ1000. in de maand Januarij 1840, zijn binnen de Stad Leyden overleden 82 Personen, als: 26 Mannen, 23 Vrouwen, 21 Zoons en 12 Dochters. In diezelfde maand zijn aldaar geboren 112 Kinderen, als: 55 Zoons en 57 Dochters. Doodgeboren 10. De Rector Magnificus der Lcydsche Hoogcschoolde Hoog-Geleerde Heer C. PRUYS van der HOEVEN, zal aanstaanden Zaturdag den 8 Februarijdes middags ten 12 ure, zijne waardigheid met het houden van eene plegtige Redevoering nederleggen. Leyden, i Februarij 1840. P. HOFMAN PEERLKAMP, Secretaris van den Academischen Senaat. Bij Brieven vzn Meerderjirig-Verklariug door den Hoogen Raad der Nederlanden, op den 27 December 1839 verleend, goedgekeurd bij Konink lijk besluit van den 18 Januarij 1840 en geregistreerd te 's Gravenhige den 31 Januarij daaraanvolgende, zijn aan JOSIAS JOHAN HUBRECHT, Sur- numerair bij de Registratie in Zuid-HollandZoon van PAUL FRANCO IS HUBRECHT, Lid van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollanden van SOPHIA MARIA HENRIETTA de VEER, Echtelieden, wonende te Leyden, gegeven alle de Regten bij de Wet aan Meerderjarigen toegekend, behoudens de bepaling van Art. 478 van bet Burgerlijk Wetboek. Geschiedende hiervan openbare aankondiging, ter voldoening aan Artikel 486 van hetzelve Wetboek. 's GravenhageC L A N T, den 3 Februari/ 1840. Procureur bij den Hoogen Raad. LEYDSCHE SCHOUWBURG. Donderdag 6 Februarij 1840. De KONING van 15 JAREN, Blijspel met Zang, in 2 Bedrijven. Nooit alhier vertoond. Na hetzelve: De VER WARRING, Blijspel in 5 Bedrijven. De Aanvang ten zes ure. Voor de veelvuldige blijken van deelnemende en vertroostende be- langstellingen, bij het overlijden van ons geliefd jongste Kind ondervonden, betuigen wij onzen hartciyksten dank. Leiden, J. van der HOEVEN, den 4 Februarij 1840. A. van der HOEVEN, geb. van STOLK. Aan de CHOCOLADE FABRIEK van L. BRANDLIGT, op de Papegrachi, bij de Langebrug, zijn te bekomen: ZUIVERE CHO COLADE AB k 2, AC k f 1.60, AD k 1.25, AAAA k 1., AAA k 80 Cts., AA k 70 Ces., A k 60 Cts., B k 50 Cts., *AE Gezondheid-Chocolade k 80 Cents. Men verlangt voor het aanstaande Zomer-saisoenin een farsoenliïk Huis, binnen deze Stad, als Huisbewaarders, GEHUWDE LIEDEN zonder Kinderen, waarvan de Man zijn beroep buitenshuis uitoelent. Adres in persoon bij A. van BENTEN, Boekverkooper op de Mare. OPENBARE VERKOOPING van eene partij ESSEN- en ELSEN- HAKHOUT, staande op de beplante Vestwal of de Wandelplaats aan de Hoogewoerdspoort der Stad Leyden, op Vrijdag den 7den Februarij 1840, des voormiddags ten tien ure. In te gaan door het Hek aan de Hooge woerdspoort. VERKOOPING van PAARDEN. Men is van meening op Zaturdag den 8scen Februarij 1840, des middsgs ten 12 ure, in de Stads-Doelen te Leyden, publiek, om contant geld, te Verkoopen: Ongeveer 30 Stuks overkomplete en nog bruikbare PAARDEN, be. hoorenae rot de Afdeeling Kurassiers N°. 3. Een half uur vóór de Verkooping eer voorsz. plaatse voor een ieder te zien. BOELHUIS, om contant geld, op Donderdag den 13 Febrnarij 1840, des voormiddags ten 10 ure, ten huize van JACOBUS HQOGEVEEN, in de Weipoort, onder Soeterwoude, van circa 55,000 Nederlandsche Ponden welgewonnen HOOT, voorts RIJTUIG, VAARTUIG. BOUWGEREED. SCHAPPEN, MEUBILAIRE en andere GOEDEREN. ONMISBAAR zijn voor degenen, welke de Maskerade zullen zien: De OPHELDERINGEN omtrent den INTOGT van HERTOG JAN VAN BEI/EREN, in Leiden, op den 18den Augustus 1420, uitgegeven van vege de Commissie tot regeling der Maskerade van den listen Februarij 1840J bevatiende niet alleen een kort en duidelijk Verslag van de gebeurtenissen, die de belegering van Leiden in 1420 voorafgingen, maar tevens een kort Verhaal van het beleg zelve; alsmede de naauwkeurigste ophelderingen om trent de Personen, welke bij den Intogt tegenwoordig waren, en alzoo in den trein der aanstaande Maskerade zullen voorkomen; waarbij nog om de#» zelfs belangrijkheid, als Bijlage, is afgedrukt en toegevoegd: De ZOEN» BRIEF van HER TOG JAN VAN BEIJERENin zijnen Oud-Hollandschen Stijl en Spelling, inhoudende de algemeene bepalingen van het Verdrag, enz.; naar de oorspronkelijke Oorkonde, berustende op het Raadhuis te Leiden. Te bekomen bij P. H. van den HEUVELL, Breedestraat, over de Vrou. wensteeg, en verder bij alle Boekhandelaren alhier. Prijs 40 Cents. By de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOON, teLeytka.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2