bij afwezigheid van den reeds lang'te vergeefs verwachtten Gezant, Hertog
van Mmtcbtllohier als Zaakgelastigde aangesteld zijnde, vermijdt alle gezel,
schappen, waar hij den Bourbonschen Prins zou kunnen ontmoeten.
DUITSCHLAND.
Te Berlijn heeft de heer Galte, adsistent bij het Koninglijk Observatorium
den 25Sten dezer, eene tweede komeet ontdekt in het scerrebeeld van den
Draak, in de nabijheid der ster E. De kotneet is echter alleen door den
teleskoop zigtbaar.
Professor J. F. Blumenbach, die beroemde natuurkundige, de oudste
der Hoogleeraren te Göttingen, is aldaar, in den ouderdom van SS jaren,
den 22Sten Januarij overleden.
Uit Hanover meldt men van den 28 Januarij, dat de Universiteit te
Göttingen geweigerd heeft, een nieuw lid voot de Stendenvergadering te
benoemen.
Ten gevolge der zuidweste stormen van den 21 en 22 Januarij is de
stad Embden grootendeels onder water gezet, terwijl ijsschotsen van een
voet dikte in de straten geworpen en de dijken zeer zwaar bescnadigd
werden.
GROOT-BRITANNIE,
Londen 29 Januarij. Naar men verzekertzou er tusschen den buiten,
gewonen Russischen Gezant de Brunow en Lord l'almertton eene overeen,
komst gesloten zijn, die op de Oostersche zaken betrekking heeft; de daar.
stelling van dat tractaat zou aan instructien, uit Petersburg ontvangen, wor.
den toegeschreven.
In de zitting van het Lager-Huis van den 28sten was de aanvraag der
Ministers van 50,000 st. voor Prins Albert aan de orde van den dag. De
heer Hume was het eerste, die zijne stem daartegen verhief, de som veel
te groot noemende, daar duizenden en tien duizenden in Engeland broods,
gebrek leden; terwijl ook de Ptins zich geene paleizen, dienstboden, paar.
den enz. behoefde aan te schaffen, daar zijne aanstaande gemalin met dat
alles overvloedig bedeeld was. Het Ministerieel voorstel is daarop met de
groote meerderheid van 305 tegen 38 stemmen verworpen. Daarna is echter
hei voorstel van den Colonel Sibthorp, welke 30,000 st. of 360,000 voor»
stelde, met 262 tegen 158 stemmen aangenomen.
In aai Huis heeft daarop Sir huilereetl man van vermogen en karakter,
zijne motte ontwikkeld, bevattende, dat het tegenwoordig Ministerie het
vertrouwen van het Huis met meer bezat. Hij plaatste op den voorgrond
dat er veel onrust en misnoegen in den lande bestond. Hij schreef dit vooral
daaraan toe, dat het Bewind in de laatste jaren de gemoederen tot een staat
van opgewondenheid had gebragt door maatregelen te willen doordrijven, bij
middel van volksvertoon en zich aan overdrevenen aan te sluiten. Dit was
strijdig met de taak van alle Bewind, dat er toch op uit moet zijn om rust
en orde en vrede aan te kweeken. Hadden de Ministers dien weg ingeslagen,
men zou van de oproerigheden te Birmingham, te Newport en elders waar.
schijnltjk niet vernomen heboen. Het stelsel des Bewinds was vooral ten
behoeve van Ierland gevolgd, en nu bevond hetze've zich onderworpen aan
een of twee volksmenners aldaar. Een dier menners dreef niet langer lerlands
afscheurig van Engeland, omdat die overbodig was geworden; hjj toch
regeerae Engeland.
Na hem hebben nog andere sprekers het woord gevoerd, zoowel vóór als
tegen het Ministerie; de beraadslagingen zijn echter toen niet ten einde ge
bragt, doch men meent dat met eene kleine meerderheid ten voordeele van
het Ministerie zou besloten worden.
Door Lord Brougham is in het Hooger-Huis op nieuw eene petitie van
den heer R. Owen ter tafel gebragt, waarin deze er op aandringt, dat de
grondstellingen der Socialisten door eene Commissie uit dat Huis onderzocht
zullen worden. Zijn Lordschap zelf zag ecitter het nut van zoodanig onder
zoek niet inwaarover de Bisschop van Exeter zijn leedwezen betuigde,
die aan de redewisseling over deze zaak een einde maakte, door aan te kon
digen dat hij den 3den Februarij eene motie doen zou, om de Hooge Rege
ring te verzoeken, dat zijj de wet tegen de verspreiding van godslasterlijke
leerstellingen mogt handhaven, en dej zedelijkheid en godsdienstigen zin
der ingezetenen beschermen.
Er zijn in dat Hult vervolgens weder klagten ingeleverd, omtrent het
voortdurend blokkeren van Buenot-Ayres door de Franschen ten nadeele van
den Engelschen koophandel. De Minister Melbourne verklaarde, dat het
Gouvernement geene middelen onbeproefd had gelaten, om de zaak un den
weg te helpen, doch tot hiertoe daarin niet geslaagd was.
Toen vervolgens de tweede lezing van de wet op de naturalisatie van Prins
Albert zou plaats hebben, werd dezelve uitgesteld, daar de Hertog van
Wellington en Lord Brougham zich tegen de onmiddelijke afdoening der zaak
verzetteden, daar hun gebleken was,dat het ontwerp eene bepaling behelsde
die een nader onderzoek vereischte, namelijk, dat Hare Maj. zou gemagtigd
worden, om dien Prins, levenslang, zoodanigen rang na haren eigen persoon,
'in het Parlement en elders, te geven, als haar goed zou dunken. Lord
Brougham merkte, onder anderen aan, dat, bijaldien een mannelijk erfgenaam
der kroon geboren mogt worden, een vreemde Prins, in het Parlement of
den Raad, ten gevolge dezer bepaling, welligt den voorrang boven dien
aanstaanden Koning zou bekleeden. De verdere behandeling is nu eeDige
dagen verschoven.
Er zijn te Glasgow en in andere voorname plaatsen bijeenkomsten
gehouden van aanzienlijke burgers, waarin verklaard werd, dat het tegen,
woordig Ministerie het vertrouwen der natie niet langer verdiende.
De Koninglijke Britsche mariniers bevinden zich thans op hunne terug,
reis van Spanje naar Engeland.
Het volgende treurige geval wordt door de Engelsche bladen medegedeeld
De stoomboot William Huskinsonvarende tusschen Dublin en Liverpool,"
vertrok den i8den dezer met 120 passagiers van Dublin. Den geheelen avond
woedde een hevige storm uit het Z. Z. W., en tegen middernacht ontdekte
men, dat de boot lek bekomen had, hetwelk zoo toenam, dat, niettegen-
ataande de onvermoeide pogingen van de equipage en passagiers, de boot bij
den ochtendstond half onder water lag en de reis dien ten gevolge niet kon
voortzetten. In dezen vreesselijken toestand, daar men alle oogenblikken
verwachtte het schip te zien zinken, verkeerden de ongelukkige schipbreu
kelingen tot den volgenden avond, toen zij, tot aller vreugde, het schip
HuddersfieldKapitein Cleggvan Liverpool, zagen opdagen. Kapitein Cleg
stuurde op het hooren der noodkreten dadelijk naar de stoomboot, echter
wegens de holle zee en den vreeselijk woedenden storm, was het'hem on!
mogelijk op zijde aan boord te komen, en de uitgezette booten dadelijk ver
brijzeld zijndewas hij genoodzaakt de boegspriet in het want van de boot
te zeilendit gelukteen na drie gedane pogingen had Kapitein Clegg 03
personen, benevens 15 vrouwen en kinderen, gered; nu bleven echter nog
Ï2 menschen in den wanhopigsten toestand op het wrak over, welke hoe
zeer Kapitein Clegg alle moeite inspande, moesten achterblijven, doordien
de Huddersfield bijna geheel ontramponneerd en de storm steeds heviger werd
echter bereikte hij gelukkig met de geredde personen Liverpool. Omtrent
de op het wrak overgebleven personen heeft men nog geen nader berigt.
In een der Engelsche bladen leest men het volgende:
In den avond van den 24 December lj., werden de bewoners van het kust.
gedeelte van Lyme Regis, in Dorsetshire, tot Seaton toe, door eene aard.
beving in groote on steltenis gebragt. Des anderen daags vond men, dat een
gedeelte lands, op eene Engelsche mijl van de zee gelegen, met de daarop
staarde huizen, tuinen, enz., in de aarde verzonken was, zoodat nog slechts
de osken van de huizen zigtbaar waren, terwijl over eene lengte van vier
Engelsche mijlen, evenwijdig met de zee loopende, hier en daar groote
kloven enz., in den grond gekomen en andere verwoestingen aangerigt waten.
De schokken vart aardbeving duurden van 24 tot 27 December; een bijzonder
verschijnsel daarbij was, dat plotseling op een vierde Engelsche mijl afstands
ongeveer van de plaatswaar op de kust de grootste verwoestingen waren
aangerigt, eene rots ter hoogte van 50 voeten in zee was opgerezen, terwijl
men aan de klippen op de kust niet de minste verandering ontdekt. Bij deze
gelegenheid wordt gemeld dat natuurkundigenonder anderen de bekende
Buckingham, reeds vóór Jaren op eene langzame afneming van de Britsche
kust langs het kanaal, bijzonder aan de zuidwestelijke zijde, opmerkzaam
hebben gemaakt.
Berigten van de Kaap de Goede Hoop loopen tot 5 December. Uit
dezelve verneemt men dat de 'Hollandscne boeren van Port—Natal zich zoo
goed als geheel onafhankelijk van Engeland zouden hebben verklaard, daar
zij tot het besluit gekomen waren, om zich tegen de inbezitneming van door
hun bezette plaatsen, door troepen van het Engelsche Gouvernement, mee
alle in hunne magt staande middelen te zullen verzetten. Dit besluit schijnt
het gevolg te zijn van eene aankondiging, dat het Britsche Bewind een ge.
deelte van het door hen bezette land aan Engelsche kolonisten verkocht had
en deze eerlang van die landeD bezit zouden nemen,
FRANKRIJK.
Parijs den 31 Januarij. Door den Moniteur wordt gemeld, dat de Fran-
sche Ambassade in Zwitserland de nieuwe Regering van het kanton Tessin
officieel erkend heeft.
Er zijn wederom geruchten In omloop van eene geheele aftreding van
het Ministerie, hetgeen echter niet eer zou gebeuren, dan nadat de door de
Ministers aangevraagde sommen voor den Hertog van Nemours zouden toe
gestemd zijn.
Het voorschot, hetwelk de Fransche bank voor eenige maanden aan de
Engelsche bank heeft verstrekt, is niet verlengd, maar wordt dezer dagen
door de laatste terugbetaald. Uit Dover schrijft men, dat van daar oen
27sten Januarij voor eene waarde van 550,000 st. aan gouden en zilveren
staven naar Calais is overgescheept.
Men heeft het berigt, dac onze beide ontdekkings-schepen F Astrolabe en
la Zilte, zich in het begin van |Augusius 1. 1. te Batavia bevonden. Ieder
een aan boord was gezond. De expeditie dacht zich naar Nieuw-Holland,
vervolgens naar Nieuw-Zeeland te begeven, en van daar, de Zuidzee door
en Kaap Horn omstevenendena het aandoen van Rio-Janeiro, omstreeks
Augustus van het tegenwoordig jaar, dus knog een jaar uitblijvende, te
Toulon terug te komen.
MENGELINGEN.
De WARE MANIER van STUDEREN naar
SDCHU-HI CO-
De mensch, die zich aan de studie wijdt, moet een volkomen rustig ge
moed hebben.
Het tweede vereischte is: Onderzoek u zeiven, alvorens gij uwe navor.
schingen op het uitwendige toepast, anders gelijkt uw geest aan een hollend
ptani; hij spoedt zich zonder doel voort, en weet weldra zelf niet meer
waar hij is.
Onderzoek alle zaken grondig en tot dat gij alle daarin voorkomende zwa.
righeden overwonnen hebt.
Ontzeg u de genietingen der wetenschap, tot dat gij u zeiven zeggen
kunt: „ik heb dapper gestreden en ben geslaagd." Streef altoos daarheen,
de hoogste wjjsheid te erlangen, en denk nooit, dat gij daartoe onbekwaam
of slechts tot kleine dingen geschikt zijt, anders rigt gij u ontwijfelbaar te
gronde.
Waarom raken de aangelegenheden der menschen zoo dikwijls in verwar,
ring? Antwoord: Omdat de mensch niet over zich verkrijgen kan, met
rust te denken. Het geneesmiddel voor deze ziekte ligt in de woorden:
Bestudeer en bedwing uw eigen hartI
Hoe onderscheidt zich de echte wetenschap van het hedendaagsche veel.
weten? Wie het eerste nastreeft, is het om het wezentlijke van elke zaak
te doen; wie het echter met het laatste houdt, heeft alleen bevrediging
zijner nieuwsgierigheid tot doel; hij vraagt niet naar het ware van de zaak,
naar waarheid of valschheid. Onze geest wordt des te helderder, naar mate
dezelve meer in de donkere diepte dringt.
Het boekenlezen is een middel tot onderzoek der dingen, maar niet het
eenige.
Hoed u den zin op het papier te zoeken; keer liever in u zeiven terug
en overdenk zorgvuldig. De regel van het lezen bestaat daarin, dat gij
trapsgewijze voortgaat en alles scherp overdenkt. Onderzoek elk woord;
doorgrond den zin van elke stelling. Ga niet tot Iets anders over, bevo
rens gij het voorgaande goed begrepen hebt.
Laat de gedachten des schrijvers zoo rjjp in u worden, dat het als uwe
eigene gedachten zijn.
Zit, terwijl gij leest, In eene waardige en gepaste houding, als waart gij
tegenover den wijze, die het boek geschreven heeft. Zoo zal uw geest
de noodige ernstige rigting bekomen, en de opvatting van den zin u ge.
makkelijker zijn.
De hedendaagsche lezers f2) laten den inhoud van een boek niet in zich
rijp worden; zij lezen in groote haast of met een brein vol ijdele gedach
ten; hoe is bet dan mogelijk, dat de stof langzaam en zeker in hunne geesc
dringe?
Wie bij het lezen niet duldt, dat eene enkele zinsnede voor hem verloren
ga, die alleen leest met waar nut.
De geleerden klagen dikwijls daarover, dat zij den inhoud van een boek
niet onthouden kunnen. Ik weet voor dit ongemak een goed geneesmiddel:
lees minder en denk meer over het gelezene na, dan zal het ongemerkt in
uwen geest wortel schieten.
Handel bij de studie van een moeijelijk werk, als een ervaren veldheer,
die den vijand geene rust laat, tot dat hij hem vernietigd heeft; of als een
streng magistraat, die onophoudelijk met vragen in bet gemoed van den mis
dadiger dringt en geen ontijdig mededoogen gevoelt.
(1) Uit eene verhandeling van dezen, in China zeer geachten Wijsgeer, welke zich
onder het opschrift: Dsehi Dsehi (hoe men tot het weten geraaktjin deszetfis
werken bevindt.
(N. B. Dit stuk slechts in eenige weinige afdrukken van N°. 9 van den 20Sten
Januarij geplaatst geweest zijnde en daaruit door de Provinciale Groninger Courant
overgenomendeelen wij bij vernieuwing mede.)
Ca) De schryver leefde omstreeks de twaalfde eeuw onzer jaartelling.