A\ 1810, L E Y D S 0 Si E MAANDAG* "i 0 0 sn 5j li A A ^Lm.r v 2 FEBRUARIJ* REGLEMENT op het BUKKEN en FEU KOOP EN van BROOD binnen de Stad L ET DEN. Aft. x. Er zal geen ander Brood mogen worden gebakken of verkocht, dan de vol gende, aan de Zetting onderworpene soorten, te weten: Tarwe Broodbeste soort. Krop uil de Zak. a*. Fransch brood. £0 Roóeebrood 3®. Huisbakken Brood. 5 «-o0geoiooa. Echter zullen nog, ten gerieve der Ingezetenen, welke zulks zouden moïren verkiezen, andere soorten van Brood, van rondom gekorst of dubbele! gebakken, mogen verkocht worden, welke echter aan geen bepaald gCWigt of zetting zullen onderhevig Zijn. T>e zaïnenstelling daarvan zal evenwel verschillende moeten zijn van die, bij het volgend artikel voorgeschreven. Art. i. Het Tarwe Brood zal moeten zamengesteld en gebakken worden van gebuild tarwemeel-, waar alle afval, als zemelen, kort en grint, is uitgehuild, zonder eenige vermenging, hetzij tot verbetering, veelmin tot vermindering van het Brood, en voorts worden verkocht niet broóden van één Nederlandsch pond en van vijf Nederlandsche oneen. Het Fransch Brood zal op gelijke wijze moeten zamengesteld en gebakken worden, als het Tarwe Bróóddoch"' rondom gebakken zijn, en mede worden verkocht met brooden van één Nederlandsch pond en van vijf Nederlandsche oneen. Het Huisbakken Brood zal moeten zijn zamengesteld en gebakken van wit tarwemeel en wel zoodanig, dat van elk mud tarwe, twaalf ponden afval zal moeten worden uitge huild; zullende om geene reden, meerdere of mindere afval mogen worden uitgehuild, veelm'in tot vermindering van het Brood, en voorts worden verkocht met brooden van één Nederlandsch pond en van vijf Nederlandsche oneen Het Krop uit de Zak zal zamengesteld en gebakken moeten worden van ongebuild wit tarwemeel, zoo als hetzelve van den molen komt, zonder eenige vermenging, hetzij zulks zoude strekken tot verbetering, veelmin tot vermindering van het Brood, en van de beste, zuivere, gezonde en daartoe bekwame tarwe. Hetzelve Zal mede worden ver kocht met brooden van één Nederlandsch pond en van vijf Nederlandsche oneen. Het Rogge Brood zal moeten worden zamengesteld en gebakken van de beste, zuivere en gezonde rogge, zoo als dezelve van den molen komt, zondtr eenige vermenging, en voorts worden verkocht inet brooden van drie Nederlandsche ponden en van één Neder- landsch pond en vijf oneen. Art. s. Behalve de bij de vorige artikels vermelde Broodsoorten, zullen geene andere 'mogen worden verkocht of gebakken. Alleen zal een minder of tweede soort van rogge mogen worden gebakkenzamengesteld van een vierde tarwe grint en drie vierde rogge mits hetzelve op bet boven en het beneden einde gemerkt zij met de letter G. Art. 4. Voor het verschil in het gewigt, zal; zoo hetzelve niet meerder bedraagt'dan vier looden per pondgeene boete verbeurd zijn. Het verschil *g rooter wordende bevondenvan vier tot zes looden per pond zal dc bakker bf verkooper verbeuren eene boete van vijf en twintig guldenseh voor elk lood, dat het verschil grooter zal Werden bevonden dan zes looden, zal dc boete met vijj gul dens venneerdereiialles onverminderd de verbeurte van het Brood. Art. 5. De bakkers en broodslijters zullen de vastgestelde zetting-prijs niet mogen te bovengaanop eene boete van tien guldens. Art. 6. Ten geneve der Ingezetenen, zal ieder bakker en broodslijter verpligt zijn, om bestendig buiten zijn winkel een kennelijk teeken yan zijn beroep te plaatsen, cu bovendien een zwart bord op te hangen, waarop de prijzen, tegen welke hij zijne aan de zetting onderworpene broodsoorten verkoopt, duidelijk en van de straat leesbaar zul len zijn opgerekend, op eene boete, by nalatigheid of hierin tegenstrijdig handelende, ■yan tien guldens Art. 7. Ten einde men steeds zoude kunnen weten van welke bakkerij het Brood her komstig is» zullen van Stadswege aan de belanghebbenden, ten hunnen koste, de noo- cliuv incrk«« cijfers worden ter hand gesteld, waarmede de bakkers verpligt zijn dé te"vervaardigen soorten van Brood, die aan de zetting onderworpen zijn-, met uitzonde ring van de tweede soort of liet Fransch Broodmet een bijzonder teeken te merken. Dit teeken zal duidelijk en goed zigtbaar in het midden van het Brood moeien inge drukt zijn, niet alleen om den bakker of verkooper te kennen, maar tevens om den ver vaardiger te onderwerpen, aan eene goede behandeling van het deeg, en zal mitsdien het Brood, hetwelk niet goed of onduidelijk gemerkt zal worden bevonden, verbeurd zijn, en bovendien de bakker of verkooper vervallen in eene boete van vijf guldens. Op straffe van gelijke boete, zullen de bakkers en broodslijters mede vtrpligt zijn, hunne wagens en manden, waarmede zij het Brood vervoeren of rondbrengenmee hunne ramen en het cijfer hunner brooden leesbaar te mérken. Art. 8. De winkel van lederen bakker of broodslijter zal steeds moeten voorzien zijn van eene schaal en de noodige gewigten, ten einde, zoodra zuiks door of vrfu wege de daartoe geregtigde Ambtenaren, of door de belanghebbende verbruikers gevorderd wordt, het gewigc van het Brood dadelijk zoude kunnen worden onderzocht, bij nalatigheid op «ene boete van vijf guldens. Art. 9. Het Brood, dat niet genoegzaam doorbakken, tctsig of niet goed gaar zal worden bevonden, zal verbeurd zijn, en de bakker of verkooper bovendien vervallen id eene boete van tien guldensindien echter mogt blijken, dat het Brood opzettelijk ongaar is gebakken, om het te zwaarder te doen voorkomen, zal de boete verdubbeld worden; terwijl daarentegen in gunstige aanmerking zal genomen worden, wanneer on gunstig weder tot zoodanige omstandigheid aanleiding mogt gegeven hebben. Art. 10. Opdat er een aanhoudend en gestreng toezigt omtrent hei bakken en verkno pen van bet Brood zoude bestaan, zullen door H. H. Burgemeester en Wethouders worden aangesteld viér k zes Broodkeurders, ivelke met bijstand van de Policie, zoo dikwijls zij zulk* noodig oordeelen of daartoe den last bekomen, in dc winkels der bakkers en brood slijters zullen komen, als wanneer zij met alle zorg zullen onderzoeken, of al hec.een, wat aangaande de soort, zaraenstellinggewigt, prijs, merk en hoedanigheid ven liet Brood bij dit Reglement is voorgeschreven, naauwkeurig wordt nagekomen; te gtlijker tyd zullen zij by de Bakkers de aanwezige voorraad meel en graan schouwen en zich verzekeren, of dezelve al dan niet van eene goede hoedanigheid'zijn. Indien het meel slecht, min of meer bedorvenvervalscht'of vermengd is, zal hetzelve verbeurd zijn, en de bakker vervallen in eene boete van vijf en twintig pul dens. In betrekking tot het gewigt, den prijs en het merk van het Broodzullen de Ambte naren van Policie en der Stedelijke middelen, tot het onderzoek der, zoo in de winkels als op de openbare straat zich bevindende wagens en mai.dens, bevoegd en ge'regtigd zijn, ook buiten de adsistentie der Keurmeesters. Art. 11. Tot bevordering der weging en keuring vzh het Brood, zullen de bakkers en broodslijters verpligt zijn, op aanvrage der in het vorige aTtikel vermelde Keurmees ters en Ambtenaren, dadelijk al het gebakken en bij hen aanwezig brood in hun \yinkel te brengen, op eene boete van vijl guldens. Bij vermoeden van kwade trouw, blijven ook de woningen en gebouwendoor bakkers en broodslijrers in gebruikaan het onder zoek der daartoe bevoegden onderworpen, voor wie alle sluitingen, op hunne aanvrage, moeten ontsloten worden, alles rchter ouder behoorlijk toezigt der Policie. Wanneer Keurmeesters noodig oordeelen, om ter^betere schouwing het Brood door te snijden of te breken, zullen de bakkers en broodslyters bun dit niet'mogen verhinderen of weigeren 'alles op dezelfde boete. Art. 12. Het brood, buiten deze stad gebakken, om alhier te worden verkocht, is bij den invoer onderworpen aan het onderzoek van Keurmeesters; de slijters van hetzelve zijn mede aan de bepalingen van dit Reglement, opzigtelijk de soortzamenstellingprijs, 'gewigt, merk en hoedanigheid als anderzins onderworpen, en zoo hetzelve Brood dair- mfede strijdig mogt bevonden wordenzal de boete van den invoerder gevorderd worden onverminderd de verbeurte van het Brood en der betaalde stedelijke belasting. Art. 13. Het z» 1 aan niemand geoorloofd zijn, om brood, met vreemde merken voor zien, langs de straten of huizen rond te venten, zonder behoorlijk bewijs der gedane keuring van hetzelve over te leggen, op verbeurte van het Brood, en eene boete van tien guldens voor diegenenwelke hiertegen strijdig zullen handelen. Art. 14. De bakkers en broodslijters worden verantwoordelijk gesteld voor hunne be dienden, indien door deze, strijdig met dit Reglement, mogt worden gehandeld. Art. 15. Ingevolge art. 14 van Z. M. Besluit van den 25$ten januarij 1826 Staatsblad N*. 5), zullen die verordeningen, waarbij de zetting wordt bepaald of waarbij bijzondere \erpiigtingen aan de bakkers en broodslijters worden opgelegd, door hun aangeplakt wor den, en zoolang dezelve van kracht zijn, aangeplakt blijven binnen derzelver winkels zoodanig, dat een iegelijk van die verordeningen gemakkelijk kennis kan nemen op eene boete van vijf guldens Art. 16 Onverminderd de bepalingen van dit Reglement, zullen de bakkers verpligt 7.\jn tot de opvolging van die verordeningen, welke bij de Ryks Wetten en Stedelijke Reglementeni voor de heffing van betastingen, zyn voorgeschreven. Art. 17. De bepalingen van het Reglement, waarnaar de brood-, beschuit- en I;oef- bakkers enz.binnen deze Stad zich zuilen hebben ie gedragen goedgekeurd bij dispo sitie van H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid Holland, van den nden Mei 1819. f- >3 zullen, bij de in roering van het tegenwoordig Reglement, voorde bakKtrs en slija; van brood niet nfée'r verbindende zijn. Art. 18 L»e Beambten van Policie en van de Stedelijke Belastingen, alsmede de Keur meesters, zijn belast met de handhaving van het tegenwoordig Reglement; deovertrcdiii gen zullen worden geconstateerd bij Processen Verbaal, om voor de bevoegde Regtbdr.k te worden vervolgd, terwijl de boeten in de Stedelijke kas zullen worden gestortcn het verbeurd veiklaarde brood, ten behoeVe van de gesubsidieerden Arm gestichten z;.t komen; voor zoo veel de overtreders onvermogend tnogten zijn, tot de betaling eer bij dit Reglement bepaalde boeten, zullen dezelve gestraft w.ordcn met eene .gevangenis van één tax drie dagen. Art. 19. Het tegenwoordig Reglement zal op den isten Februarij 1840 in werking komen. Art. 20. Afschrift dezes, zal, ingevolge art, 70 van liet Reglement voor het Bestuur dezer Stad, worden gezonden aan H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Aldus gearresteerd by den Raad der Stad Leyden, op den 20. January 1840, J. G. de MEY. Ter ordonnantie van dezelve V. P T T K A 31 M E R. PUBLICATIE. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kemi: van elk 'en een iegelijkwien zulks zoude mogen aangaan i°. Dat door den Ed. Achtb. Raad, op den 20 Januarij jl.is gearresteerd een nieuw Reglement op het Bakken en Verkoopen van Broodbinnen deze Stadwelk Reglement voor een ieder verkrijgbaar wordt gesteld ter Rekenkamer dezer Stad, tegen betaling van vijftien cents. 2°. Dat, ten gevolge van Art. 17 van hetzelve Reglement, met den eersten Februarij aanstaandeonder anderen is afgeschaft de betaling van twee cents voor iedere, zak tarwe of rogge, die ten Kantore van den Hoofd-Ontvanger der Stedelijke Belastingen wordt veraccijnsd, zoodanig als. zulks, bij Art. 39 van een door H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandbij dispositie Van den 11 Maart 1839, N°. 13, goedgekeurd Reglement was bepaald. 3". Dat wijders voorloopig, en tot dat daatoratrent nadere bepalingen zijn gemaakt het Roggebroodhetwelk ingevolge Art. 3 van het nieuw gearresteerd Reglement, m«t de jetter G behoort te zijn gemerkt, niet onder de aan de Zetting onderwor pene soorten zal begrepen worden. 4®. Dat de Bakkers; krachtens Art. 7 van hetzelve Reglement, van de daarbij voor- geschrevene cijfermerlcen vóór den 15 Februarij aanstaande, zullen moeten voor zien zijn en zich daartoe by de aangestelde Brood-Keurders bij tijds behoorert aan te melden. 5®. Dat tot Brood-Keurders_ zijn^ benoemd en aangesneld NICOLA AS HF ND RIK VLEK. TACOBUS JOSEPHUS VERDONK. 'BAREND van DORSTEN. Burgemeester en Wethouders der St; HENDRIK. HOOGENSTRATEN, FRANS CAPTEITN. AREND ESSINGH. Aldus gedaan en gearresteerdbij H. H, Leyden, op den 27Sten January 1840. j. g. de m e y. Ter ordonnantie van dezelve, v. PUTTKAMMER, kenn isgevin g. Eerste Zitting van den Militie-Raadover het Kanton Leyden, N®. 15. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, geven bij deze kennis a.m de dicnstpligtige Lotelingen dezer Stad, van de klassen der Jaren 1836, 1837, 1838 er 1839, die in het vorige jaar voor een jaar zijn vrijgesteld, en als nog regt op vrijs tel'iiu vermeenen te hebben, dat de Eerste Zitting van den Militie-Raadvoor deze Stad zal plaats hebbeu op het Raadhuis te LETDÈNóp DonderdagFrijdag en Zaturda r den 67 en 8 Februarij aanstaandedes morgens ten 10 uremet vermaning, om op dit dagen voor bovengemelden Militie Raad te verschijnen, ten einde zulks op nieuw te be wijzen; terwijl zij, by gebreken hiervan, ai ware het, dat het biljet tot oproeping van ieder derzelvcn in het bijzonder, niet behoorlijk aan hen mogt zijn bezorgd, ingevolge art. 38 der wet, van den 27 April 1820, zullen geacht worden geeilerhande reden tot vrijstelling te hebben, en voor den dienst tinaal worden gedesigneerd. Aldus gedaan en gepubliceerd, oij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 27Sten Januarij 1840. J. G. de M e y. Ter ordonnantie van dezelve, v. Püttkammer, NEDERLANDEN. Leyden» 2 Februarij. Gisteren is alhier met de gebruikelijke plegtigheden gevierd, de 32ste verjaardag van H. K. H. MevrouvV de Prinses Frederik der Nederlanden, géboren Prinses van Prnissen, In de voorledene week is eene Commissie van wege H. H. Studenten van onze Hoogeschool aan Z. K. H. Prins Alexander afgevaardigd, ora Z. K. H., bij gelegenheid van de vestiging van Hoogstdeszeïfs verblijf bt nen deze s:ad, te verwelkomen. Die Commissie is door Z. K. H. zn. vriendelijk ontvangen. Van wege de 11. H. Commissarissen der Maskerade vernemen wij, cf de trein omstreeks te half acht ure van de Akademre zal vertrekken. Eergisteren is alnier binnengekomen een escadron van het isre regim kurassiers, om alhier bij het 3de regiment te worden ingedeeld. Men meldt Uit 's Gravenhage van den isten Februarij: Men spreekt van nog meerdere bezuinigingen en vereenvoudigingen. we; binnen kort in het Nederlandsche krijgswezen zoudeo'plaats heböen. Een:; hoofd-officieren zouden het tractement van non-activiteit bekomen; de vn'j willige werving, welke reeds tot de afdeeling grenadiers was beperkt, ook bij dat corps worden ingekrompen; enz. Men verzekerc mede, dat tti mnzijk-corpsen der onderscheidene afdeeiingen zouden worden ingetrokk.::) behalve bij de afdeeling grenadiers. Dien ten gevolge zijn, naar men verzekert, de volgende beschikkingen genomen Aan den Generaal Majoor C. .7. J. Baron de Posion is eervol ontslag u!r zijne betrekkingen van Commandant uer brigade iigte cavallerie verleend en gesteld ter dispositie van het Departement van Oorlog. Gesteld op het tractement van non activiteit, in afwachting van pensioen, de Colonels der cavallerie G. L. C. Souwens van der Boijen, van de afdeeling kurassiers N°. 3; 0. J. R. Baron van lus 11 van Serooskerkenthans 2/3 acti. viceits-tractement genietende; L. Ni/pels, van de afdeeling kurassiers N°. p; .7. A. van Sails Soglio idem; D. C. Suno, van het regiment Iigte dragonders N°. 4; T. H. van Schaeck, van de gesupprimeerde afdeeling kurassiers N°. 1. Gesteld op non-activitéit, in afwachting vin nidere beschikking, de Lui. tenant-Coionels der cirallerie F. van Borsele, van het regiment husaren N'. 6\ W. S. Ramhonnetvan het regiment Iigte dragonders N°. 4. Benoemd tot Commandant der brigade iigte cavallerie, de Colonel J. F. Graaf Dumonceau, van het regiment Iigte dragonders N°. 5; tot Commas.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1