Te "s Gravenhage worilt eetle Maatschappij opgerigt, onder den titel vsn: Maatschappij voor de verfraaiing en verbetering der gebouwen, straten er, wegen in Nederlandhebbende hoofdzakelijk ten doel: i". Om onze steile, gevaarlijke, kostbare en zoo veel plaat» verliezende daken te vervangen door vlakke of flaauw hellende, fraai e, gemakkelijke, goedkoope en voor minder prijs eene bewoonbare verdieping meer gevende daken. i°. Om onze vochtige, hobbelige en ateedj reparatie behoevende straten te vervangen door drooge, voor alle vocht ondoordringbare, effen, tegen de 2-.vaarste vrachten bestaanbare en nimmer reparatie behoevende straten, van geprepareerde en daardoor tegen alle bederf bestaande houten keijen. 33. Om onze fraaije, effen, doch zwaartrekkende, en vooral zoo veel on derbotid vorderende klinkerwegen zoodanig te modifiëren, dat dezelve voor taan aan geene of onbeduidende reparatie onderhevig zijn, en bovendien de rijtuigen zoo zacht en zoo gemakkelijk doen voortrollen, dat die, waar thans drie of vier paarden voor noodig zijn, met meer spoed door een eenig paard zullen kunnen worden voortgetrokken. Er wordt tot het vervaardigen van bovengenoemde daken, straten en we. gei-, mei* tian bekende inlandsche materialen, en dus geen asphaitegebezigd. Naar me» verzekert, zouden er ontwerpen bestsan, om in het volgende j»ar de veifraaijingen in het flaagsche Bosch voort te zetten en den ichoo. ncn aanleg aldaar uit re breiden. In het Algemeen Handelsblad van den i8den dezer leest men: Naar men verneemt, zoude Zijne Maj. de Koning van Hanover, op Hoogst, deszeifs reis vaar Londen, ter bijwoning der huwelijksplegtigheid van de Koningin Victoriavoornemens zijn, den weg over ous land te nemen, en zich welligi eerie korte poos te 's Gravenhage op te houden. Uit Rotterdam wordt van den 17 Januarij gemeld: Naar men vermeent, is aan de policie kenbaar gemaakt de omloop van valsche gouden tien guldenstukken; dezelve zijn echter duidelijk te onder, scheiden van de echten, doordien dezelven iets grooter en dikker zijn, en bovendien aanmerkelijk verschillen in de wigt; ook de stempel schijnt niet met zorg te zijn vervaardigd, althans én karakters én eiSgie dragen het ken. merk van eene ongeoefende hand. Uit Dordrecht meldt men van den 17 Januarij: Ten gevolge van den aanhoudenden dooi beginnen de schietschouwen aan het veer vso Papendrechc door het ijs te vallen, en bespeurt men heden, bn eb en vloed, aan bet beneden-einde dezer stad, min of meer verzetting in bet ijs. Overigens blijft het, zoo voor deze stad als in den Noord en in de Kil nog vast zitten; ook is achter dit eiland steeds veel drjjf-ijs, waar. dour de van Breda komende diligence heden morgen nog drie uren tot den overiog: van den Moei dijk naar Wiliemsdorp noodig heeft gehad. U;t Utrecht meldt men van den 16 Januarij: He: water in de Lek staar 2 el 75 duim onder nul; in de laatite 24 nren gevalle:; 23 duim. Volgens berigt van Culenburg en Wijk, zoude voor de beide steden schoon water zijn, zoodam'g, dat men, als nair gewoonte, overvaart', dewijl van hier naar Culenburg en boven Culemburg tot onder Wijk de rivier overal vast zit, Uit Nijmegen schrijft men van den 17 Januarij: Hei drpfijs op onze rivjer is minder, hoewel nog menigvuldig. De over. vaart is thans gemakkelijker doch was zeer moeijelijk, hoewel de gemeen, schap met de overzijde, door de zorg ran de ijverige en ervaren veerlieden steeds geregeld is onderhouden. Op de rivier de Beneden-Rijn heeft zich sedert onze laatste het ijs bijna ailerwege vastgezet: II. Dingsdag avond bjj Wagenlngen, en den volgenden morgen ten 7 ure bij Arnhem, waarna hetzelve is aangedreven tot aan Pan. netder. Op de Boven-Rijn is het ijs overal nog drijvende. De rivier de AÏaas heef; zich overal gezet, hier en daar een vak open latende. Te Nijmegen zün in het afgeloopen jaar geboren 307 kinderen van het mannelijke en 365 van het vrouwelijke geslacht, te zamen 672. Overleden 276 personen van het mannelijke, en 267 van bet vrouwelijke geslacht, te zamen 543, dus meer geboren dan overleden 129. Onder de overledenen bereikten 53 personen den ouderdom van 80 tot 90, en 11 dien van 90 tot 100 jaren. Gehuwd zijn er 152 psren. Sedert de openstelling der vrije vaart met België, zijn aan het kantoor van in- en uitklaring alhier, derwaarts geexpedieerd: 821 schepen, waarvan Ö13 onder Nederlandsche en 208 onder Belgische vlag; en van daar ingekomen: 691 schepen, waarvan 488 onder Nederlandsche en 203 onder Belgische vlag, te zamen 1512 schepen, waarvan nol onder Nederlandsche en 411 onder Belgische vlag; terwijl dit aantal, met bijvoeging van alle de in- en uitge. varen vischsloepenventjagers en schokkerschepen, een totaal heeft bedra. gen van 4341 schepen, allen te zamen inhoudende aan scheepsruimte 170,915 binr.eiitonnen. AMERIKA. Men heeft berigten uit Canada tot het midden van Decemberwelke meiden, dat de Gouverneur-Generaal de zitting van het gewestelijk Parle ment van Opper-Canada met eene redevoering geopend hadwaarin hij het besluit van de Engelsche Regering io het Moederland had bekend gemaakt, dat de beide Canada's voortaan onder één bestuur zouden vereenigd worden. Uit Texas meldt mendat de betrekkingen tnsschen dien nieuwen Staat en de Vereenigde Staten en Engeland op eenen zeer goeden voet stonden. Het krijgswezen van denzelven was zeer veel verbeterd, de vloot zou weldra in goede orde zijn. De stad Matamoras, op Mexikaansch grondgebied gele gen, was door die van Texas ingenomen. De jongste tijdingen uit de West-Indische koloniën luiden over het algemeen iets gunstiger, omtrent de Negers. Zij betoonden meer werkzaam, beid, naar het scheen, ten einde eenige gelden te verzamelen tegen het Kersfeest. Op Jamaica schijnt steeds eene voldoende eensgezindheid tusschen den nieuwen Gouverneur en de Wetgevende Vergadering en kolonisten te bestaan, Te New-York had een hevige brand gewoed, welke een half millicsu guldens aan scnade veroorzaakt bad. T U R K Y E. Uii Konstantinopel schrijft men, dat in den Divan zeer hevige beraadsia. gingen plaais hadden gehad over het bekende Hatti-Scheriif van den Sultan, en liet gevolg geweest was, dat, door zamenwerking vin ChosrewRedschid en fijlit-Vichibesloten was om zich in het uitvoeren van het bevelschrift vooreerst alleen tot de twee eerste puncen te bepalen, welke de noodige •raarborgen daarstellen voor het leven, de eer en de bezittingen der onder danen; bij deze punten loopt, wanneer zij aangenomen worden, de magtder geestelijkheid het meest gevaar verminderd te zullen worden. De andere punten omtrent de geiijkmstige verdeeling en heffing der belastingen en de vaststelling van eene wet op de krijgsdienst zouden tot nader order worden uitgesteld. PORTUGAL. Lissabon den 3 Januarij. Den aden heeft H. M. de Koningin in persoon de Cortes geopend. De aanspraak, bij die gelegenheid door baar gehouden, wordt niet als-zeer belangriik beschouwd, doch het tafereel, dat zij omtrent den toesiand des lands opgehangen heeft, heeft eenen onaangenamer indruk ge:naskt en de schuldbrieven 2 pCt. doen dalen. In het begin van de troon- rede merkt men het volgende op: De noodzakelnkheidvan verschillende maatregelen Hoor de wetgevende rnagt daar ie stellen, neemt dagelijks toe; en het zal, zonder uwe werk- dadige en verlichte medewerking bezwaarlijk voor het land vallen, om zich op een behoorlijk standpunt te plaatsen, en die voordeden te genieten welke het vertegenwoordigend stelsel oplevert." Verder koint nog in dezelve voor: „Het doet mij leed, niet in staat te zijn, u te kunnen aankondigen, gelijk ik gewenscht had znlks te doen, dat er met Groot-Britannie een tractaat tot het te keer gaan van den barbaarscben handel in aiaven gesloten is. „De Regering van Hare Britsche Majesteit had van het Parlement eene wetgevende acte erlangd, om hare kruisen te magtlgen tot het nemen, en hire regrbanken tot het voor goeden prijs verklaren van alle schepen, Portu- gesche vlag voerende en len zuiden van de evenachts-Iijn gevonden, onder verdenking van zich met den slavenhandel bezig te houden. Deze acte werd door een protest van den kant mijner Regering gevolgd. Eene overeenkomst, welke middelerwijl door den Gouverneur-Generaal van Angola met den be velhebber der Britsche zeemagt tot wering van dien handel gesloten was, werd door Hirer Britsche Majesteits Regering niet bekrachtigd, „Hst meer dan vijandelijk gedrag van eenen Britschen zee-officier jegena eenige Portngesche schepen in de zeeën van Angola, gedurende de maand September It. een gedrag, hetwelk geen uitweiksel dier wetgevende acte kon geweest zijn noodzaakte mijn Gouvernement om oogenblikkeiijk aan dat Hater Britsche Majesteit eene krachtdadige voorstelling tegen die belee- diging ie doen, in de hoop, dat het Gouvernement Harer Britsche Majesteit zich iroosten zal, voor dezelve de verschuldigde voldoening te leveren, „Eene andere quaestie is tusschen mijne Regering en die van Spanje ont* staan, betrekkelijk het regt van bezit op een eilandje aan den mond der Guardiana. Er zijn bevelen gegeven om eene topographische kaart der plaats te vervaardigen en bet naauwkeurigste onderzoek omtrent het onderwerp te doen; zullende de uitslag van hetzelve ingeleverd worden aan een comitté, hetwelk door de beide Regeringen gezamenlijk benoemd zai worden, om hec geschil te beslissen. „Diplomatieke betrekkingen zijn gelukkiglijk hernieuwd tusschen mijne Regering en het Hof van den Hsag. De onderhandelingen met den Heiligen Stoel duren voorten ik hoop de beste eensgezindheid tusschen mijne Re gering en het hoofd der kerk hersteld en aldus de scheuring weggenomen te zien, onder welke eenige voorstanders der usurpatie hunne enkel staatkundige doeleinden hebben pogen te vermommen." Ten slotte heeft H. M. gezegd: „Overeenkomstig den geest der staatsregeling dei Rijks, zullen ain n de begrooting van de staats-uitgaven worden voorgelegdmitsgaders de middelen, welke de onderscheidene takken van de openbare inkomsten aanbieden zijnde ontlast van de bezwaren, die daarop tot dusverre rustten ten einde aan de verbindtenissenzoowel binnen als buiten 's lands aangegaante vol doen. Ik vlet mij dat de maatregel, welke aan u zal worden voorgelegd, voor de meer gepaste regeling van dezen gewigtigen tak der openbare dienst, al uwe aandacht zal boejjen, en krachtig zal bijdragen tot de betere inning van de staats-inkomsten, ais ook tot hec daarsteben van hec noodzakelijk evenwigc tusschen de hulpbronnen en de lasten des Lands." Tot Zaakgelastigde bjj het Hof te 's Gravenhage is de Legatie-Secre. taris te Parijs, de heer Barboza, benoemd. Men verwachtte te Lissabon eerstdaags, dat er voorstellen In de Cor tes zonden gedaan worden toe betaling der rente van de bnitenlandiche schuld. SPANJE. De Nederlandsche Zaakgelastigde bij het Spaansche Hof, de Baron van Groveitinzis den 7 Januarij te Madrid aangekomenen zou den volgenden dag zijne geloofsbrieven aan de Koningin overhandigen. Hoewel eene ziekte van Cabrera menigmaal gemeld en ook even zoo dikwijls tegengesproken is, zoo schjjnt dezelve echter thans officieel beves. tigd te worden, door de volgende Telegraphische Depêche. Bayonne, 12 Januarij, Berigten uit Mas las Matas van den 7den dezer meldendat Cabrera ge. durig te Herbês ernstig ziek is. .ceus qooo is, maar men geioort, oat nq in gevaar verkeert. Dit berigt heeft dan ook ten gevolge gehad, dat de tijding van zijnen dood te Parijs als zeker verspreid is, en de Spaansche effecten daardoor eenige percenten gerezen zijn. Men stelde zich te Madrid voor, binnen kort de tijding der inneming van Morella te zullen vernemen. Het Spaansche Gouvernement zou, volgens den Enge!schen7#«w, door de Cortes eens en voor altijd gematigd zijn, om, des noodig, nieuwe schuld brieven tot een bedrag van 20,000,000 st. uit te geventot betaling der benoodigdheden van het leger voor een jaar, en mitsdien niet genoodzaakt z|jn gedeponeerde securiteiten op te vragen. DUITSCHLAND. Den 13 Januarij is te Frankfort de zuster van den tegenwoordigen Koning van Hanover, de Landgravin-weduwe van Hessen-Homburg, overleden. 7" Men meldt uit St. Goar, dat het ijs op den Rhijn zich den 13 Januarij had vastgezet; ook was de rivier dien dag van de Lurlei tot Oberwezel vast geraakt; de Moezel was ook op verscheiden plaatsen digt gevroren. In een te Stuttgart uitkomend dagblad leest men een artikel over de oneenigheid tusschen de Staten-Generaal en hec Gouvernement der Neder landen en de afschaffing der grondwet voor Luxemburg, waarin onder anderen het volgende voorkomt s Ieder man van doorzigt en der zake kundig kon vooruitzien, dat, na de definitieve bealechting van het Belgische geschil, de Nederlandsche geld. middelen en derzelver beheer aan een streng onderzoek zouden moeten wor» den onderworpen. De enorme lastenwelke door eene bovenmatige staats* schuld aan de Nederlanden zijn opgelegd, werden door een eenzijdig en groo. tendeels geheim bestuur nog verzwaard. Niet alechts de constitutionnele en de zuiver monarchale Rijken, gelijk Engeland, Frankrijk, de Pruissische grondwets-Stateni en van de andere zijde Piuissen, Napels, enz., maar ook volkomen absoluut geregeerde landen, zoo als Rusland, hebben de nood wendigheid gevoeldom in derzelver schuldemtelsel algeheele openbaarheid in te voeren en al de omstandigheden van hetzelve duidelijk aan het publiek voor te leggen, als ook jaar voor jaar het overzigt daarvan met officiële bewijsstukken te staven. Door zoo te handelen heeft het crediet van die Staten zich aanmerkelijk verbeterd, want het vertrouwen des publieks in de soliditeit van een land heeft deszeifs grond verkregen in overtuiging, niet in opgedrongen geloof, Het Nederlandsche Gouvernement echter neeft al het mogelijke gedaan, om in het geldelijke beheer van den Staat, vooral in de toedragt der schulden van hec land, onduidelijkheid te brengen en te onderhouden. De verrigtingen van het Syndicaat zijn onder den sluijer van het diepste geheim verborgen, en de ware toestand van deszeifs vermogen is zelfs den Staten-Generaal onbekend. De inkomsten der koloniën9 op welke almede een gedeelte van de schuld is gevestigd, zijn aan'het onder# zoek der Kamers onttrokken, en alzoo een wezenlijk gedeelte der inkomsten van den Staat aan openbaarheid onthouden. De Staten-Generaal verlangen en willen mitsdien geenszins de uitvoering van denkbeeldige plannen en revolutionnaire bedoelingen, maar iets zeer positiefs en practisch. Zij willen de financiële huishouding geheel kennen t volkomen onderzoeken; zij willen de inkomsten der koloniën met het budget j erf e",^5neindelijkdat in het schuldenstelsel van den Staat duidelgkheid worde gebragc, ten welken einde aan het Gouvernement de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2