LEYDSCHE
f
a..-',:- -.1 CF"" "Wh
;1 :^nr-r^
A0. 18-10.
VRIJDAG,
NEDERLANDEN.
Leyden, i6 Januarij,
Thans zijn alhier -drie stukjes in het licht verschenen, omtrent de Mas.
kerade, welke den 8sten Februarij aanstaande door H. H. Studenten onzer
Hoogeschool zal gehouden worden. De twee eersten in het voorleden jaar
een paar dagen na elkander uitgekomen, het eene geschreven door Mr. J.G.
ia Lau uitgegeven bij de Boekhandelaars J. H. Gebharden Comp het andere
zonder naamteekeninguitgegeven bij den Boekhandelaar P. Engels, bevatten
een kort verhaal van hetgeen den Intogt van Hertog Jan van beijeren binnen
Leiden, op Zondag den 18 Augustus 1430, is voorafgegaan, heeft vergezeld
en gevolgd ia; terwijl het derde stukje, uitgegeven van wege H. H. Com.
TOissarissen tot regeling der Maskerade, in dit jaar uitgekomen bij den Boek
handelaar P. H. van den Heuvell, in denzelfden geest opgesteld, daarenbo.
ven de opgaaf be at van degenen, die waarschijnlijk den Intogt met den
Hertog gedaan hebben, en ten slotte den Zoenbrief van den Hertog Jan van
Bei/eren, in zijnen"oud-Hollandschen stijl en spelling, aande stad bij het slui.
ten des vredes gegeven. Verders zullen er, volgens aankondiging, twee
platen, de Maskerade voorstellende, uitkomen; de eene zal iederen vobrge.
stelden persoon afzonderlijk bevatten, en onder toezigt der H. H.Commissa
Tissen worden uitgegeven; de andere plaat zal in één geheel de Maskerade voor
stellen, zoodat dezelve zeer geschikt in eene lijst zal kunnen worden ge.
plaats'de Boekhandelaar P. Engels heeft het plan van de uitgave dezer
laa.ate gemaakt, bil hem staat de inteekening nog open. Belde platen wor.
den dooi de bekwaamste personen bewerkt.
Ztet hier het vervolg en slot van het verslag van het Hoofdbestuur van
het fonds tet aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de
Nederlanden:
Wa; aangaat het Invalidenhuis te Leiden, deszelfs getal bedroeg op 31 De.
cember jl.114, waaronder 14 uit vroegere oorlogen en 13 uit den laataten
strijd. Me: Julij 1839 was het getal toegenomen tot 118, doch sedert is
er één overleden, en hebben 6 het gesticht verlaten. De Invaliden zijn ver
genoegd in hun lot. Hunne verpleging geschiedt met veel zorg, hun voed
sel is zeer goed, het ontbreekt hun zelfs niet aan eenige uitspanning. De
bibliotheek is in goeden staat, en voor de vele blinden wordt er des avonds
geregeld eene voorlezing gehouden. Ook het Godsdienstig onderwijs wordt
zeer behartigd. De ongelukkige Invalide, over wien in het vorige verslag
van het Hoofdbestuur eenige bijzonderheden werden medegedeeld, is no,
ten gevolge van een gunstig besluit Zijner Maj., op 's Rijks kosten, van
twee kunstarmen voorzien, vervaardigd door den in dat vak met lof bekende
F. F. Freit, te Middelburg, waaromtrent hetzelve van den Commandant van
het gesticht het navolgende berigt heeft ontvangen: „Wat de inrigting der
armen betreft, dezelve zijn van hout en hol, en voorzien van snaren, die
er de beweging aan geven. Zij zijn betrekkelijk niet zwaar en zijn met veters
aangeregen aan eene soort van lijfje, dat op de schouders gemakkelijk rust
«1» Uitl ven breeden band Otn de borst gesloten is en van voren toegeregen
wordt. De stompen vullen het boveneinde dezer armen; wanneer hij de.
zelve ter zijde van het lijf beweegt, dan rekt zich de snaar, die (van bin
nen over schijven loopende en met vijf kleinere snaren corresponderende)
de vingers kunstig doet opengaan; brengt hij de armen weder naar het lijf,
dan sluiten zich de vingers en hij houdt vast hetgeen hij er in heeft. Brengt
hij de stomp vooruit, dan wordt de «naar aangetrokken, die den voorarm
naar boven brengt zoodat hij de hand aan den mond en aan het hoofd kan
brengen. Om de banden zijn hanschoenen aangetrokken, en de armen zijn
omtrokken met zeemleder."
Aan het einde van deszelfs verslag, geeft her Hoofdbestuur te kennen,
dit daaruit alzoo blijkt, dat van het primitive fonds telken jare een aanzien,
lijk gedeelte moet te gelde gemaakt worden ter bestrijding van de uitgaven,
niettegenstaande de aangenomene maatregelen van beperking; terwijl de ver.
mindering in het aantal van de oorspronkelijke deelgeregtigden nog zeer ge
ring blijft. Meer nog dan dit oude fonds, zou het tweede, voor de sligt
offers uit den strijd met Belgie, aan het Hoofdbestuur bekommering kunnen
baren. De interessen van de tot hetzelve behoorende 5 pCt. inschrijvingen,
bedragen slechts een twee-vijfde gedeelte van het benoodigde vooi de deel
geregtigden, en al het overige moet worden aangevuld uit collecten en gif.
ten. Het Bestuur vleit zich derhalve met eene krachtige ondersteuning van
de zijde der Natie, bij de verdere maatregelen ter initandhonding ook van
dit laatstgenoemde fonds, dat op hire hulp en medewerking zoo zeer aan
apraak heeft. De lietdadigheld onzer Natie is groot, en nu eenmaal de
atrijd tegen Belgie door een minnelijk vergelijk heeft opgehouden, zoo zat
lij DU vooral ook niet vergeten, hoeveel zij aan hare heldhaftige verdedi
gera verschuldigd is. Werd vroeger de moed van onzen landaard in dien
strijd geroemd, niet minder moge nu de menschlievende verzorging van de
zlagtoffers uit denzelven een voorwerp blijven van algemeenen lof en bil.
ljjke bewondering.
Men meldt uit *s Gravenliage van den 15 Januarij:
Naar men verneemt, heeft Zijne Maj. dezer dagen den heerRossler erkend
en toegelaten als Consul van Nassau te Amsterdam.
Door Zijne Maj. zijn dezer dagen bij het Departement van Financien
de volgende benoemingen gedaan: Tot hoofd-commiezen, de heeren Meu
temans, Tielemans en Elink Sterk, tot dus verre commiezen bij boven ge
noemd Departement. Voorts tot commiezen, de heeren Pisser en Engelberts
van Bevervoorden, tot dus verre adjunct-commiezen; en tot adjunct-cnm
mies bij gemeld Departement, afdeeling posterijen, Mr. Beelaerts van Blok
land, practiserend Advociat te 's Gravenhage.
Zijne Maj. heeft benoemd tot Kamerheer in buitengewone dienst,
Jonkheer A. J. L. Baron van den Bogaerde van ter Brugge, Staatsraad,
Gouverneur van Noord-Braband, en tot Burgemeester te Naaldwijk, den
heer J. J. Nederburgh.
Zijne Maj. heeft, bij besluit van den 3den dezer, onder dankbetuiging
voor de door hen aan Hoogstdenzelven en aan het Vaderland bewezene diens,
ten, eervol ontslag verleend aan de officieren van het voormalig bataljon
mobiele Drentsche Schutterij, aan die van de compagnie artillerie derzelve
schutterij en aan de officieren van de reserve-schutterij uit die provincie.
Zijne Maj. heeft toegestemd in de oprigting van eene Roomsch-Katho
lijke Gemeente op Eijerland, en ten behoeve van het stichten eener kerk en
jrastorij eene Rijks subsidie verleend. Ook heeft Hoogstdezeive bewilligd,
dai de Hervormde Gemeente aldaar eene afzonderlijke kerkelijke gemeente
-za: ui.maken, met toevoeging van een Predikant.
y if»! «MEW
W fï
C O U R A N T„
17 JANUARI^
Heden zijn de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaai
vergaderd geweest, cm het voorstel, hetwelk gisteren door vijf leden ge
daan is, en ten oogmerk heeft, de wijze te bepalen, waarop de veranderin-
gen in de grondwet -voorgedragen en behandeld zullen worden, in over we.
ging te nemen. Over het algemeen moet men het voorstel wel als aannemelijk
beschouwd hebben, doch heeft hetzelve tot het maken van eenige aanmer.
kingen aanleiding gegeven, die de ontwerpers hebben doen besluiten, eenige
veranderingen in het voorstel te brengen. Naar men verzekert, zullen de
afdeelingen morgen over dat gewijzigd voorstel weder beraadslagen.
Heden middag ia er bij Zijne Exc. den Minister van Buitenlandsche
Zaken groot diner gehouden, hetwelk door vele leden van het Corps Di.
plomatique en onderscheidene aanzienlijken is bijgewoond.
Uit Dordrecht meldt men van den 15 Januarij:
Met het ijs is het hier sedert onze vorige onveranderd. Het wordt In
sommige rigtingen, inzonderheid door de Noord tot Alblaiserdamveilig
met schretschouwen gepasseerd. Voor voetgangers blijft het gevaarlijk en
wordt daarom het leggen van planken of bruggen hier niet gedoogd. De
overvaart naar Zwijntlrechi blijft vrij gemakkelijk door een in het ijs open
gehouden slop. De meeste moeijelijkheid geefi het vele drijfijs achter dit
eiland, wair het den overtogt tusscben Willemsdorp en den Moerdijk zeer
belemmert, en de diligence reeds tot duren toe noodig gehad heeft om over
te komen.
Uit Amsterdam schrijft men van den 14 Januari):
Bekend is het, dat de stedelijke boekerij, door hare voormalige, vrij
ongunstige plaatsing op een bovenvertrek in bet gebouw der doorluchtige
school, niet alleen ichaarsch bezocht werd, maar ook, door de beperkte
ruimte, weinig gelegenheid vond om het getal van hare boekwerken te ver
grooten. Deze laatste zwarigheid is thans weggenomen. Een gedeelte van
het Paleis van Justitie, ten haren behoeve ingerigt, bevat ruime en goed
verlichte zalenwelke overvloedige gelegenheid schenken om den rijken
schat, die zich aldaar bevindt, met nieuwe werken te vermeerderen en alzoo
de boekerij harer bestemming en dezer hoofdstad waardig te maken. Die
vermeerdering heeft dan ook plaats, niet slechts door aankoop uit de gelden,
daartoe jaarlijks van stadswege geaffecteerd, maar ook door de toezending
van onderscheiden hoogst belangrijke boekgeschenken van wege het hooger
Bestuur. Aangenaam was het ons bovendien te vernemen dat op het voor.
beeld onzer voorvaderen, en als eene holde aan de doorluchtige school, van
welke ltii vroeger kiveekeling was, door den heer Mr. H, J. Koenen alhier,
aan de boekerij ziin aangeboden ten geschenke, twee der grondigste werken
die het wetenschappelijk Duttschland in onzen leef.ïjd heeft opgeleverd,
namelijk Ritters, Erdkunde en von oavignj's, Getchichte des Römischen Rechts
in mittelalter
Mogt het voorbeeld van onzen waardigen stadgenoot navolgers vinden en
velen daardoor aangespoord wordenom den luister ie helpen verhoogen
onzer boekerij en daardoor die instelling tot dien rang te verheffen, welken
zij behoort te bekleeden.
Door oe neeren Hope en Comp,, i» den I3den dezer te Amsterdam oe.
rigt gegeven van eene negotiatie, groot f 5,500,000, k 5 pCt. interest, ten
laste van de United States-Bankte Philadelphia, voor welke som door ge.
zegde bank belangritke onderpanden zijn gedeponeerd. De leening is afi s.
baar in minstens 5 jaren k pari; de obligatien worden uitgegeven k 90 pCr.
met halfjarige coupons, van welke de eerste verschijnt 1°. Julij 1840. Naar
men verneemt was deze negotiatie bereids nagenoeg geheel geteekend,
Uit Haarlem meldt men van den 15 Januarij:
Gisteren te middernacht is er brand ontdekt ten huize van den schrijnwer.
Iter Vink,' in de Zijlstraat, op de hoek van de Vogelkoop-steeg, die reedt
zoo zeer was toegenomen, dat, ondanks den betoonden spoed en ijver der
spuitgasten, geheel het huis is uitgebrand, en men zich heeft moeten be.
palen tot het beschermen der belendende huizen. Reeds ten twee uren was
alles gebluscht,
De rivier de Lek, bij de Vaart, is met ijs overdekt. De hoogte des
waters is heden 2 el 64 duim; in de laatste 24 uren gewassen 88 duim.
De doodstraf, waartoe de vier partisans, die gedurende de omwenteling
eenige jaren in Nederland gevangen gehouden zijn, te Hasselt verwezen
waren, is door Zijne Maj. den Koning der Belgen in teuwigdurenden dwang,
arbeid veranderd.
ITALIË.
Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden is den 29 December te Napels
aangekomen en heeft dienzeltden dag, bü;Uitmuntend schoon weder, den
Vesuvius beklommen.
De Paus zou eindelijk eenen diplomatischen Agent van de Portugeesche
Regering aan zijn H"i toelaten.
De Koning der Beide Siciiien heeft bij eene dagorde bekend gemaakt,
dat hii de Maagd Maria benoemd heeft, tot beschermheilige der land- en
zeemagt, en dus de Maria-feesien vooraan door salvo's uit het geschut,
het exerceren der soldaten en andere militaire manoeuvren zullen gevierd
worden. De Koning is met zijnen broeder, den Prins van Capua, met de
Engelsche dame Smith gehuwd nog niet verzoend.
Omtrent de opdelvingen van Pompejl meldt men dat in dezen tijd nog
vele merkwaardigheden ontdekt worden. In de straat van Fortuna heeft men
voor eenige maanden eene derde bron gevonden, met mosalk omzet, gelij.
kende aan de rijkversierde bronnen in twee huizen in de straat van Merku
rius. In de Casa-del-Cignale vond men, eenigen tijd later, een Drama-beeld
vanmarmer. Vroeger had men in de Casa-di-Apollo drie muren van mosaïlc
ontdekt. Ieder dezer muren is bijna vijf voec hoog en vijf voet breed; op
een van dezelve «taan de drie gratiën, op de anderen Achilles met de doch
ters van Ljkomedes, en op de derde Achilles het zwaard tegen Agamemnon
trekkende, doch door Minerva wordende teruggehouden. Verder is merk
waardig de ontdekking van het amphithéater van Pozzuoiide onderaardsche
hokken voor de wilde dieren zijn, bij het opgraven van de Arena, opgelijka
wijze gevonden als vroeger bij het Amphithéater van Capua. Ook zijn in
de voorgaande lente bij het amphicéater van Numa opgravingen gediane.
Onder de drie beelden, welke nu naar het museum van Berlijn zijn overge-
bragt, munt vooral dat van Diana uit. Men vindt sedert eenigen tijd geene
Grieksche vazen meer; evenwel ziet men in den kunsthandel en ook in de
verzamelingen van bijzondere personen schoone versierde vazen, die waar-
sehijnlijk. uit de omstreken van Tarentum of Lecce afkomstig zijn.