Wanneer een der werkers» óp ^^Ibepaalderi tijd'bij de oplezing tegenwoordig, v fin de turfmarkt was vertrokken, en inmidite&eert werk op zijn tourbeurt inviel, zal zoo- d.ni:e door of van wege den Commissaris of Overman daarvan worden gewaarschuwd liij zal binnen bet uur'na die aanzegging het vereischte werk aanvaarden, op poene van daarin door een ander te worden vervangen, zijnen tourbeurt te verliezen, en eene boete van zestig centsten behoeve der nagenoemde spaarkas, te verbeuren. Op gelijke verbeurte en boete, zulien de tonders s toosters, telsters, meters of'wegers, benevens de dragerswier tourbeurt het mogt wezengehouden zijn, vroeger dan^ met het luiden der bel of werkklok, of eerder dan op hei gewone uur, hun werit aan te van gen, wanneer de een of andere koopman, fabrykant of burger zulks mogt goedvin den of verlangen, en daarvan daags te voren kennis had gegeven, in zoodanig geval-zul- len die werkers bij de oplezing hunner namen niet behoeven tegenwoordig te zijn-en deswege de boete van vijfcents voor den afwezigen gesteldniet kunnen gevorderd\vorden. Are. 15. Niemand der tonders, toosters, telsters, meterswegers of-dragersluuine tourbeurt door eigen verzuim verwaarloosd hebbende, zal dezelve weder mogen inhalen maar den toekomsngen beurt moeten afwachten; almede zullen zij zich van het ïn'ecne tourbeurt voorvallend werk niet mogen verschoonen; doch zich onwillig tuonende.of-on bekwaam geoordeeld wordende, om hetzelve te kunnen verrigten, verbeuiëbzijvoór de eerste reis de tourbeufi en eene boete van zestig cents ten behoeve als boven-, en voorde tweede maal zullen zij in hunnen dienst geaciior&t of van denzclvtn ontzet wordenter •beslissing van 11 H, Burgemeester en Wethouders. Art. 16. Geene der voorschreven werkers zal, aan het kantoor der opzieners geroepen, of aldaar, ook bij lie: luiden der bel, gekomen, onbekwaam mogen verschijnen; bevon den zijnde, zich aan het gebruik van sterken drank te hebben te buiten gegaan of uesciiön- ken te zijn zal de zoodanige niet in het werk mogen treden en provisioneel in zijnen dienst worden geschorst; die bevonden wordt gedurende zijnen ofharen werk beurt sterken drank te hebben gebruikt, of zich aan dronkenschap schuldig te maken, zal dadelijk uit het werk moeten scheiden en door den Commissaris of Overman aan H. H. Burgemees ter en Wethouders worden opgegeven, om te worden gestraft voor de eerste reize met eene schorsing van ééne maandvoor de tweede maal met eene schorsing voor den tijd van drie maanden en bij verdere overtreding dadelijk uit hunne bediening te worden ontslagen. De schipper, koopman, fabrykant, burger of ander ingezeten, die bij het afleveren of inslaan van turf of kolen eemg werkvolk onbekwaam vindt ter volvoering van hun werk heeft mede de bevoegdheid, om den zoodanigen te doen uitscheiden, mits daarva'n de Opzieners voornoemd üerigtende, die dadelyk bekwamere voorwerpen in üerzclver plaats zullen zenden. Art. 17. De Commissaris en Overmanwelke gelijk op- en toezigt houden over het geregeld lossen en verwerken der steenkolen en der turf, zullen, ten einde niemand eenig oponthoud zoude ondervinden, ingeval de nieters of wegers alle bezet waren, en eenige der tonders zich buiten werk bevondendeze tot het meten of wegen der kolen despicie- ren; in het tegenovergesteld geval, wanneer alle de tonders of tonsters bezet en sommige der meters of wegers buiten emplooi waren, zullen zij de laatste tot het tonnen of tellen van turf kunnen bezigen, en bijaldien onverhoopt alle de dienstdoende tonders, tonsters, meters of wegers in functie waren, en er echter volstrekte behoefte aanwezig vraszal rot het tonnen, teilen, mctea of wegen een der beëedigde turf-of kolendragers worden benoemd en gebruikt; zullende in alle gevallen degenenwelke eerst in het werk getreden zijn, hetzelve volkomelijk afwerken, zonder bij de principale tonders, tonsters, telsters, meters of wegers daar uit gesteld te niogen worden. Art. 18. Geene der stedelijke bedienden vorengemeldzullen, op cenigerhande wijze, zich tegen de kooplieden en verdere ingezetenen, die verkozen hebben de by hun aange- bragte of gekochte turf en kolen nadat die zal zijn getond geteld gemeten of gewogen, zelve te dragen of vervoeren, ofwel die te doen dragen of verwerken door hunne eigene bedienden, of andeie door hun daartoe in dienst, genomen personen, mogen verzetten, noch dezelve, bij het vtrlecncn van hunnen dienst, onbetamelijk bejegenende zoodanigen onder hundie daartegen bandelenvorderingen maken boven het vastgestelde tariefof ander, zints tot gegronde klagien over pligtverzuim in eénig opzigt oorzaak geven, zullen, naar gelang van omstandigheden, door schorsing of afzetting worden gestraft, onverminderd de vervolging, tot welke er, uit krach te van de algemeene wettenverder termen mogten bestaan. Art. 19. De voornoemde werklieden zullen in alles ondergeschikt zynen moeten gehoorzamen aan de bevelen van den Commissaris en den Overman, dewelke gezamentlijk dagelijks een naauwkeurig toezigt-houden op de handelingen,en gedragingen der vulders, tonders, tonsters, telsters, meters, wegers, turf- en kolendragers; moeten waken tegen alle conniyencie tusschen gemelde personenen de inbrengersverkoopers of koopers van turf en kolen en andere misbruiken,van dien aard; en zijn zij verantwoordelijk voor alle klagtenwélke, zoo uit een onzedelijk gedrag, als uit nalatigheid of Verzuim van dienst werk, voortkomen. Art ao. De werklieden zullen, wanneer zijde toerbeurten van tijdelijke zieken enz.heb- ben waargenomen, de juiste helft der verdiende loongelden aan den Commissaris en Over man getrouwelijk moeten ter hand stellen, ten einde door deze, zonder eenige korting, aan dc belanghebbenden te worden uitgereikt. Diegenen der werkers, welke bevonden worden geene opregte verantwoording gedaan of eenige penningen meerder dan de geregte helft achtergehouden te hebben, zullen, ingevolge eene resolutie van H. H. Burgeroeeste- ren dezer Stad, in dato 24 December 1770, voor de eerste reize van hunne bedieningen voor den tijd van één hal] jaar worden geschorst, en zulks voor de tweede reize doende, daarvan zonder eenige oogluiking worden ontzet. Tot verdere onderstand van de^oodanigen^ die door ouderdom of gebreken buiten staat üên°* wëike" <Te"\verfriiedendoor elgcn^'cSoenverzuim of naTatigheïdeventueel zouden kunnen veroorzaken, zal er eene Spaarkas worden aangelegd en daartoe van de dagelijk- sche verdiensten door een ieder iets worden afgezonderd en bijgebragtbet beheer over dezelve Spaarkas, gelijk ook het bedrag der af te zonderen en uit te keeren gelden, zal, overeenkomstig een door den Commissaris en Overman, met overlég der Hoofdlieden uit de werkers, voor te dragen, en door H. H. Burgemeester en Wethouders goed te keuren 'Reglement, geschieden. Art. 21. De dubbele Nederlandsche mudden of hectoliters, welke tot het tonnen der turf alleen mogen worden gebruikt, gelijk ook de halve Nederlandsche mudden of hecto liters, mitsgaders de balansen, schalen en gewigren, tot het meten of wegen der steenko len te bezigenzullen, benevens de planken voor de tonders, tonsters, telsters, meters of wegers, en de mandens. takels enz. voor de turf- of kolendragersonder de bijzon dere bewaring van den Commissaris en den Overman verblijven, welke, benevens de Hoofdlieden, zorgen, dat al hetzelve zich steeds in eenen behoorlijken en bruikbaren staat bevinde, en aan de bepalingen van Rijkswege, omtrent het ijken en herijken der maten e;i gewigten vastgesteld, worde voldaan; de kosten op de vernieuwing en herstelling dier gereedschappen te vallen, zullen door de leden der vereeniging, een ieder in evenredig heid van zijn verdiend loon, worden betaald; zijnde de Commissaris en Overman, gez3 mentlijk met de Hoofdliedenbelast met het doen bewerkstelligen der daartoe benoodigde uitgaven, mitsgaders met het invorderen der bydragendoor de leden tot dat einde,uit te keeren. Art. 22. Taarlijks, bij den aanvang van ieder jaar, zullen door H. H. Burgemeester en Wethouders, uit eene door de Commissaris en Overman te formeren nominatie, uit de daartoe onder de werkers geschikste personen, drie Hoofdlieden worden benoemd, welke met de genoemde Opzieners zullen zorgen, dat het werk dagelijks rigtig worde waargenomendat al wat bij het Dienst-Reglement onder art. 20 vermeld mogt zijn of worden gevorderd, gelijk ook hetgeen omtrent het onderhouden en bekostigen der ge- reedschappenbij art. 21 is bepaald, behoorlijk naargekomen worden; dat alle ontvang sten en uitgaven in daartoe geschikte registers worden aangeteekenden eindelijk, dat in de maand Augustus van ieder jaar, wegens hunne ontvang en uitgaaf over het afgeloopeï.e jaar, aan H. H. Burgemeester en Wethouders behoorlijk rekening en verantwoording wor de gedaan. Art. 23. Laatstelijk zullen de voornoemde Commissaris, Overman en Hoofdlieden, ieder voor zoo veel hem aangaataan de vorenstaande bepalingen de hind houden, in voor de naaauvvkeurige opvolging der daarin voorkomende verordeningen waken; de over treders helpen bekeuren; de ontdekte misbruiken ter zaken van fraiiduleuse en clandestine invner en inslag "aan de daartoe bevoegde Ambtenaren of Autoritei ren bekend maken, en wijders iii het algemeen tot de handhaving van dit Reglement, inet alle de onder hun be reik zijnde middelen, medewerken. Aldus gearresteerd bij den Raad der Stad Leydenop den 23 December 1839; J. G. DE M E Y. Ter ordonnantie van dezelve, V. PUTTKAMMER. Goedgekeurd door ons Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandbij dispositie van den 31 December 1839, N°. 26. vanderDuyn. Ter ordonnantie van dezelve J. V. D. SlEYDEN. TARIEF der Loon- en Werkgeldenvoldaan en betaald moetende worden van de Turf en Steenkolenbinnen de Stad Leyden aan gebragt en ingeslagen wordende TURF. Voor bet tonnen van korte of baggerturf, per twee dubbelde Neder!, mudden of hectoliters 02 Cti. Voor het tonnen van lange fabrjekturf, per idem 01 Voor bet tellen van turf, voor iedere duizend stuks10 Meerdere of mindere hoeveelheid naar evenredigheid. Voor het opdragen inbrengen uitstorten en schikken van korte torf voor particulieren, per dubbel fte. derl. mud of hectoliter van i i 03 tot 0$ Korte turf voor fabriekanten en trafijkaoteoj winke. Hers of slijters, per idem van «9 lot 04 Cis* Lange turf voor particulieren, per idem van •••••*oa-»o6'~ Lange turf voor fabrijken of trafijken, per honderd idem van I.do toe 3.S0 Voor de on&ffene overschietende, per dubbeld Nederl. mud irèn0110104 Steenkolen. Van meeikolen per 100 halve Nederl. mudden60 C(f* Per 50 idem 30 Per 25 idèm 15 - Voor de oneffene overschietende hoeveelheden, per haTve mud 00J mmt~ Van .idem, welke gewogen worden per 100 Nederl. ponden 04 Van waagkolen voor brouwers, branders en andere fabrijkantenhandelaren en kooplieden van looó Nederl. ponoen 93 Voor het opdragen, inbrengen en uitstorten van meetk. Voor particulieren, per half Nederl. mud van oaLtoto/J Voor handelaren of kooplieden, per idem van oi| 03 Voor brouwers, branders en andere trafijkancen, per idem van ói Voor het opdrageninbrengen en uitstorten vanwaagk. Voor particulieren, per 50 Nederl ponden van oai 07} Voor handelaren of kooplieden, per idem van 01J—03 Voor brouwers, branders en andere trafijkancen, per idem van oi|— 63 Wordende wijders de loongelden voor de turf- en kolendragers, naar evenredigheid van liet werk, de atscand der losplaatsen, de hoogte en diepte der bergplaatsendoor den Commissaris en den Overman over de werkers (des noods ónder goedkeuring van ft. H. Burgemeester en Wethouders) geregeld en vastgesteld. Aldus gearresteerd by den Raad der Stad Leydefi^ op den 23. December 1839. J. G. de MEY. Ter ordonnantie van dezelve V. PUTTKAMMRR. Goedgekeurd door óns Gedeputeerde Staten van. Zuid-Holland, by dispositie van den .31 December 1839, N°. 26. VAN baR DUYN. Ter ordonnantie van dezelve, J. V. D. S LET DEN. NEDERLANDEN. Leyden, ia Januirij. Wij hebben voor ons het Programma der Miskendevoor den 8 Februari] aanslaande, hetwelk b|j de heeren S. en J. Lvehtmant alhier wordt uiige- geven, zie de IdvertentieUit dit Programma zien wijdat de Maakerade zal bestaan uit 39 groeperingen, 116 nommeri bevittende, terwijl 10 Com- missiriaien, voorstellende Schildknapen, Wapenherauten van Holland en Zee land, den trein zullen regelen. De weg, welken de trein nemen zal, ia de volgende: Van de Akademie vertrekkende, iinka af de zuidzijde van bet Rapenburg, Breedeatraat, Hoogewoerd, Watersteeg, Hooigracht, Bakker- ateeg, Oude Singel, Turfmarkt, PairdtnsteegKort Rapenburg, Breede straat, KoombrugsteegNieuwe RjjnHeerengtacht weatzijdeHaarlem merstrait, VrouwensteegApothekersdijkKort Rapenburg, Rapenburg noordzijde, Ruïne, Steenschuur noordzijde, BreedestraatRapenmirg noord zijde tot aan de Doelenbrug, Rapenburg zuidzijde tot aan de Akademie, waar de trein zal woiden ontbonden. Daar de vont en de koude atreng beginnen te worden, zoo wordt het jaar 1740 thans meermalen ter apraak gebragt. ifagenaar zegt van dien winter het volgende: Verscheiden menschen vroorenby nacht, dood op de straiten. De Zuiderzee lag, ilomme, dik bezet met ija, en werdi, weeken agtereen, met paard en aleede, gebruikt. De Nourdzee was, tot op eene Holland, omtrent drie duimen dik, in een etmaal, en men getuigt, dat het ijl, in 't begin van Lentemaand, nog omtrent twintig duimen dik was, in de Haarlemmer Meer. 't Weder scheen zig, somtijds, wel een weinig te ontlaaien; doch 't sloeg, geduurigljjkwederom aat| 't vriezen, tot dat het, op den tienden van Lentemaand, aanhoudend begon te doojjen: waardoor bet ijs zagielijk verdween. Men meldt uit 's Grivenhage van den II Januirij: Bij Zijner Maj. besluit vin den ipden dezer, is aan Jonkheer G. Reclaim van Blokland, op zijn verzoek, eervol ontslsg verleend ais Minister van Financien; zijnde dezelve tevena benoemd tot Minister van Staat,, en, over. eenkomstig zijn verlangen, terug gebragt tot de betrekking Van lid van den Raad van State, in den vroeger door hem in dat coilegie bekleedden rang vin zitting. Bij besluit van den toden dezer, heeft Zijne Maj, den Minister van Staat Mr. A. van Gennep, ad interim belast met liet bestuur der Financien. Door Zijne Maj. is tot Rector der Latijnsche School te Wageningen benoemd, de heer fermooten IFejeri, Doctor in de Letteren, thans te Leiden woonachtig, Naar men verneemt, heeft Zijne Maj., bij besluit van den 4den dezer, tot Hoogstdeszelfs Kamerheeren In gewone dienst benoemd, de heeren: Mr. L. It. Baron Taett van Amerongen, Mr. If. F. Baron eTAblaing van Giesten- burg en F. C. Baron van Pallandt. N'ar men verneemt heeft het Zijne Mij. behaagd, in afwachting vaii Hoogstdeszelfs nadere beschikking ten dezen, den heer If. R. Baron van Heeekeren van Brandsenburglid van het Coilegie van Gedeputeerde Staten der provincie Utrecht, te belasten met de tij lelijke waarneming der func. tien van Gouverneur der gezegde provincie, opengevallen door het over. Ijjden van den heer M. L. van Toultn. Bij het onderzoek van de voordragt dei eersten boeks vin strafregt heeft men geoordeeld, dat de tijd nog niet gekomen was, om de doodstraf af te schaffen, ofschoon sommige leden wel bijzonder op de spaarzame toe. passing daarvan aandrongen. Wat de afschaffing van bet brandmerk betreft, zulka werd door 'eenige leden toegejuicht, die zich tegen het behoud van alle pijnlijke en infame rende straffen verklaarden; andere leden meenden dat men sari zachtheid of menschlievendheid jegens misdadigers niet te veel toegeven, maar ook bet belang der maatschappij in her oog houden moest. Niet minder liepen de gevoelens omtrent den dwangarbeid uiteen, vooral nopens den langsten duur van denzelven, 40 jaren. Eenige nog gewigtige bedenkingen, welke gerezen zijn, bestaan daarin, om bij straffen, die van zelve eerloosheid ten gevolge hebben, de eerloos- verklaring nog nit te spreken. Het aannemen van opzettelijke of vrijwillige dronkenschap als verllgtende omstandigheid, werd door eenige léden zeer aangeprezen; anderen verklaar den zich daartegen. Als Gouverneur van Drenthe wordt gedoodverwd de heer van Stralen, Secretarii van het Kabinet des Koningi. Men verzekert, dat dezer dagen ia vastgesteld, dat Zijner Ms. fregat de Zaan, liggende In het Nieuwe Diep, wederom bestemd la naar de Óoit- Indie, onder bevel van den Kapitein ter zee Bui/s, ter vervanging van het fregat de Maat, hetwelk alsdan zal kunnen repatriëren. Volgeni schrijven vio Zr. Mi. üregu de RMfn, WM hetzelve deu at

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 2