A°. 1840, LEYDSCHE WOENSDAG, COURANT. 8 JANUARIJ. NEDERLANDEN. Leyden, .7 Januarij. Gisteren aYOnd heeft Z, K, H. Prins Alexander der Nederlanden den Hol. landschen Schouwburg alhier, onder directie van J. H. Hoed en IV. A. Binglej, met Hoogstdeszelfs tegenwoordigheid vereerd. Aan de regterzijde van het tooneel was voor Z. K. H. eene sierlijk gedrapeerde loge ingerigt, welke van den smaak der eigenaars van den Schouwburg getuigt. Zoowel hij het Inkomen als bij het heengaan uit den Schouwburg werd Z. K. H. met ge- juich der aanwezenden begroet, terwijl het orchest het geliefdkoosd iVilheU mus deed hooren. Men meldt uit 's Gravenliage van den 6 Januarij: Zijne Maj. heeft, met wijziging in zoo verre van het besluit van 7 Sep. tember 1832, N°. 26, bepaald, dat, te rekenen van den isten Februarij aan- staande, voortaan geene certificaten van Nederlandschen oorsprong voor ka toenen lijnwaden zullen worden geviseerd, dan alleen voor de zoodanigen, als binnen 's lands zullen zijn geweven, en alle verdere bewerkingen zullen hebben ondergaan. Hieruit volgt, dat, te rekenen van hetzelfde tijdstip, geene certificaten van Nederlandschen oorsprong meer zullen worden gevi. seerd voor geverwde of gedrukte katoenen, indien dezelve niet geverfd of gedrukt zijn op lijnwaden, die binnen 's lands zijn geweven en aldaar alle verdere bewerkingen hebben ondergaan. Ten gevolge van een en ander, zijn de plaatselijke Besturen verzocht ge. worden, om de in hunne stad of gemeente gevestigde katoenweverijen be kend te maken met deze beschikking, welke voor die trafijken een spoorslag behoort te zijn, om zich met ijver toe te leggen op het weven ook van die kwaliteiten van lijnwaden, welke voorde drukkerijen en verwerijen bij voor keur gewild zijn, en tot hiertoe meestal van buiten*s lands worden getrokken. Het heeft Zijne Maj. behaagd, den Minister van Financien te magti- gen, om de noodige orders te stellen, ten einde, over het jaar 1840, bij voortduring worde geheven het nu al werkelijk op den vervoer van haard. asch naar België, weder ingevoerd regt, en zulks onder teruggave van de helft van dat regt, bij wege van gratificatie op denzelfden of dergelijken voet als vroeger, ten aanzien van restitutien, bij wijze van gratificatie, voor accijns-goederen heeft plaats gehad. Den 4den dezer heeft de heer D. J. van Ewyck, onlangs door den Ko. ning tol Gouverneur van Noord-Holland benoemd, als zoodanig, den eed in handen van Zijne Maj. afgelegd, en is in den middag van den jden dezer genoemde heer van hier naar Haarlem vertrokken, om zijne nieuwe functie te aanvaarden. Zijne Exc. de Graaf von fVylich und Lottum, Pruissisch Gezant bij het Nederlandsche Hof, is in den avond van den 4deo dezer, uit Berlijn, in de Residentie teruggekeerd. Ook zijn de heeren Faher van Riemsdijk en Brugmans, Advocaten in deze Residentie en te Amsterdamflie de hun door de Regering opgedragene zen. ding naar Brussel volbragt hebben, waarvan wij in der tijd hebben meloing - de Residentie teruseekomen. Er wordt in deze Residentie veel gesproken van de nieuwe organisatie van het Ministerie van Koloniën, welke op het punt schijnt re staan, haar beslag te erlangen. Sommigen verzekeren, dat eenige hoofd-ambtenaren met het Ridderkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw zouden worden be- gifiigd. Ook wil men weten, dat de heer Elias, die ad interim de betrek, king van Secretaris-Generaal bij het Departement waarneemt, als zoodanig zou altreden, om zijne ambtsbediening in de Indië, (die met de cultuur in Verband staat), weder op te vatten, terwijl Jhr. van Alphen, die bii het De partement geplaatst ia, ter zijner vervanging in aanmerking zou komen. Dezer dagen heeft Zijne Exc, de Minister van Binoenlandsche Zaken gearresteerd de lijst der stations voor de beambten van den watetstaat, bij de buitengewone dienst en correspondentie langs de dijken, gedurende den ijsgang en het hoog opperwater op de rivieren, in dezen winter. Zijne Exc. heeft daarbij bepaald, dat zullen worden gestattonneerdte Schoonhoven N. ff. Boerrigter, Ingenieur, en H. J. Soetemanopzigter; te Krimpen, P. Vuyck, opzigter; te Vianen, J. F. Augieraspirant-Ingenieur, en C. A. van der Straten, opzigter; te GortnchemD. Mentz, Inspecteur, M. C. Beijerinek, hoofd-Ingenieur, Doctors van Leeuwen en A. Greve, Ingenieur; te Asperen, P. van Regenmorter, opzigter, en te Hardinxveld, C. C'. de Keyzer Jr., opzigter. In het belang der zaak zijn de gemeente-Besturen op nieuw dringend verzocht, om, bijaldien in dezen winter zich eettig ge. vaar van watersnood, bij ijsgang of hooge rivierwateren, mogt ppdoen, alsdan wederom hunne bijzondere zorg te willen aanwenden tot het naauw. keurig opvolgen en doen opvolgen van de bepalingen, die op dit stuk zijn gemaakt, en inzonderheid van die, welke zijn vermeld in het door Zijne Maj., bij besluit van 21 Augustus 1835, N°. 23, gearresteerde nieuw reg lement op de correspondentie bij ijsgang en hoog opperwater op de rivieren. Door het Departement van Oorlog zullen weder de noodige maatregelen ge nomen worden, ten einde, op de eerste aanvrage van de Directeuren der artillerie, de gevorderde detachementen artillerie, tot het doen van seinscho. ten, te Vianen en te Schoonhoven, in marschvaardigen staat te houden. Door de administratie voor de Nationale Nijverheid is bekend gemaakt, dat de atoomsleepdienst op de Waal, in het jaar 1840, zal worden voortge- zet op den tegenwoordigen voet en onder de voorwaarden en bepalingen, omschreven in het bestaande reglement en de tarieven van sleeploonen; zul. lende na de bfj art. 13 bepaalde sluiting der abonnements-registersop den JS Maart 1840, geene verdere inschrijvingen worden aangenomen. In het jongst in het licht verschenen nommer van het PVeekhlad van het Regt, komt een merkwaardig vertoog voor, van den heer Mr. S. P. Lipman, beroemd Advocaat te Amsterdam, waarin dezelve opkomt tegen het onlangs bekend geworden tarief der salarissen van practizijns, vooral wat betreft de daarin opgenomene bepalingen nopens de Advocaten. Men verneemt, dat de Nederlandsche Handel-Maatschappij, bij hare eerste bevrachting van schepen in dit jaar, ter verwezenlijking van het denk. beeld, om eenen Nationalen matrozen-atand aan te kweeken, bepaald heeft, dat voortaan op ieder schip, door haar bevracht, naar gelang van deszelfs grootte, Nederlandache jonge lieden, als leerlingen of scheepsjongens, zullen moeten worden opgenomen, en wel naar den maatstaf van een' jongen per 100 gemeten lasten, waardoor zich met er tijd, op eene jaarlijksche ver. meerdering van 500 zoodanige kweekelingen rekenen laat. Te Delft zijn, volgens de registers van den burgerlijken stand, gedu rende het jaar 1839 geboren 281 zonen en 275 dochters, te zamen 556 kin. deren, waaronder 5 tweelingen; gehuwd 135 paren en Overleden 452 perso. nen, te weten 245 van het mannelijk en 207 van het vrouwelijk geslacht. On. der het getal der overledenen zijn gereld 18 levenloos aangegeven kinderen; namelijk 9 zonen en 6 aochters, als ook 16 personen welke tot andere ge. meenten behoorde;-. Te Rotterdam zijn in 1839 geboren 2858 kinderen, als 1503 van het mannelijk en 1355 van het vrouwelijk geslacht; gestorven 2450 personen, als 549 mannen 622 vrouwen en 1279 kinderen. Gehuwd 638 paren; 5 echt scheidingen hebben plaats gehad. In 1838 was het getal der overledenen 2374 5 dat der geborenen 2859, en der gehuwden 648 paren. Te Dordrecht zijn in het jaar 1839 geboren 800 kinderen, als 407 van het mannelijk en 393 van het vrouwelijk geslacht. Overleden 301 personen vin het mannelijk en 289 van het vrouwelijk geslacht, te Zamen 590. Ge. huwd zijn 170 paren. In het jaar 1838 was het getal der geborenen 776, dat der overledenen 607 en waren 211 paren gehuwd. In het jaar 1839 zijn van de reede van Maassluis 376 schepen naar zee gezeild en 3 binnengekomen. In den nacht van den 29sten op den 30 December II. heeft een be. langrijke diefstal, met poging tot brandstichting, plaats gehad te Groot- AromerS, ten huize van den Rijks ontvanger aldaar. Het ontvreemde be. staat zoowel in contante specien als bankpapier; de daders zijn tot dusverre nog onbekend gebleven. Uit Haarlem meldt men van den 6 Januarij het volgende: De spoorwagen-trein, welke heden morgen te 9 ure van Amsterdam her» waarts was vertrokken, heeft, naar men verneemt, ten gevolge van een on. gemak aan den stoomwagen, den togt niet verder dan Halfweg kunnen voort, zetten. De meeste reizigers zijn met gewone rijtuigen alhier aangekomen. Met behulp van een ander locomotief, hetwelk intusschen van de station te Amsterdam ontboden was, is de trein eerst omstreeks 11 ure alhier aangeko. men. De reizigers, welke met den trein van 10 ure van hier moesten ver. trekken, zijn eerst bij 12 ure vertrokken. Te Hoorn zijn in het jaar 1839 geboren 261 kinderen, als 132 van het mannelijk en 129 van het vrouwelijk geslacht. Overleden 117 personen van liet mannelijk en 83 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 200. Onder die getal zijn niet begrepen 12 doodgeborenen, benevens drie personen, elders overleden. Gehuwd 60 paren. Echtscheidingen geene. Uit Utrecht wordt gemeld, dat in den morgen van den 5 Januarij aldaar overleden is Zijne Exc. de heer Mr. L. van Toulon, Staatsraad, Gouverneur der provincie Utrecht, Commandeur der orde van den Nederlandschen Leeuw, enz. enz. Zijne Maj. de Koning verliest in hem een getrouw Staatsman, het Rijk, en bovenal de provincie Utrecht, een kundig Regent, die door velen zal betreurd worden. Te Utrecht zijn in het jaar 1839 geboren 1628 kinderen, als 813 jon- gens en 815 meisjes, waaronder 21 paar tweelingen; overleden zijn700per. sonen van het mannelijk en 602 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 1302; zoodat er 326 meerder zijn geboren dan gestorven. Het getal der huwelij ken was 359, echtscheidingen 2; het getal der geborenen is minder geweest dan in den jare 1838118 dat der overledenen 142en dat der huwelijken 38. Te Anierstoor 1 zijn in bet jaar 1839 geboren 236 kinderen van hec man nelijk en 230 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 466. Gestorven zijn 349 personen; 86 huwelijken zijn voltrokken; geene echtscheiding heeft er plaats gehad. Te Zierikzee ziin in het jaar 1839 geboren 134 kinderen van het man. nelijk geslacht en 131 kinderen van het vrouwelijk geslacht, te zamen 265 kinderen, waaronder 8 levenloos geboren of vertoonde, zijnde 13 kinderen minder dan in 1838. Overleden 68 personen van het minnelijk geslacht, en 69 personen van het vrouwelijk geslacht, te zamen 137 personen, zijnde 52 minder dan in 1838. Er zijn 47 huwelijken gesloten, en geene echtschei ding heeft er plaats gehad. Te Groningen zijn in het jaar 1839 geboren 1099 kinderen, waaronder 567 van het mannelijk en 532 van het vrouwelijk geslacht, terwijl er leven, loos geboren zijn 56, waaronder 31 van het minnelijk en 25 van het vrou welijk geslacht; 302 paren gehuwd1 paar gescheiden; voorts overleden 760, te weten: 419 boven en 341 beneden de 14 jaren oud, waaronder 392 tot het mannelijk en 368 tot het vrouwelijk geslacht behooren. CHIN A. Uit Geneve schrijft men van den 24 December het volgende: Vöór eenige dagen kwam alhier een brief aan van een Protestantsch Mis sionaris, order dagreekening van Canton den 13 Mei, welke zich over de tegenwoordige omstandigheden in China en derzelver mogelijke gevolgen, in dezer voege uitlaat: Reeds sedert twee maanden was aan ons Europeanen aangezegd, om in onze woningen ors stil te houden; wij zijn niet anders als gevangenen. Het beding onzer vrijlating was de overgaaf van 20,000 kisten opium, welke de Regering wist, dat zich op de vreemde schepen bevonden, welke in de Chinesche zee voor anker liggen.... Het is mij onmogelijk om in het lot der nog aliijd wisselenden toestand der vreemden in te dringen, daar dezelve nog alle dagen schijnt te zullen veranderen. Voor ons Missionarissen is deze zaak van het grootst gewigt. Reeds eenigen tijd waren wij In onze bemoei, jingen zeer beperkt geworden; doch thans zijn ons nog meer de handen en tongen gebonden. Het Protestansch hospitaal, dat sedert eenige jaren eenen gelukkigen invloed uitoefende,den grooten overvloed der Europesche kennis bewees, de grenzenlooze weldaad van het Christendom aantoonde en veelvul dige gelegenheid gaf, om het Evangelie te verbreiden; ons hospitaal is zoo even gesloten en zelfs voor den daarheen voerenden weg een muur geplaatst. Onze meesters in de taal hebben ons reeds verlaten, want zij vreesden hun leven te verliezen, wanneer zij langer tot ons kwamen; wij zijn ook daar over in het onzekere, of zij weder zullen komen. Want er bestaat in China eene wet, waarbij aan de Chinezen verboden wordt aan vreemden onderrigt in de Chinesche raai te geven.... Wie van ons openlijk het Evangelie pre. dikte, zon dadelijk op gevangenneming of op nog hardere straffen kunnen rekenen; Bijbels en godsdienstige vlugschriften kunnen wij slechts op zeer beperkte wijze uitdeelen. Het Christendom geldt in China als iets verwor. pens.es velen van hen, die Christenen heeten, versterken de Chinezen door hun gedrag in derzelver meening; wat-zullen zij van de Christelijke opium smokkelaars denken?.... Wat echter nader of verder in de toekomst Over ons hoofd hangt, nooit zal het ons in onze pogingen doen verslappen; wij zullen in onzen gevangen staat voortgaan de raai te beoefenen en op die wijze de overzetting des Bijbels en van andere nuttige boeken in het Chineesch voort te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1