en goede trouw, bezuinigingen willen; degenen, die, als bet er op aankomt om onze begrooting met ten hoogste 10 of 15 millioen te verminderen, tot welke vermindering tien jaren znllen noodig zijn, en die niet schroomen van tegen zulk eene nietige bekrimping de nationale eer in de weegschaal te leggen, zullen toch wel moeten toestemmen, dat het voor den Staat, als men aan toekomstige leeningen denkt, eene uitstekende speculatie zou zijn, om op die wijze de 5 pCts. fondsen tot 135 of 140 te doen klimmen. Op nieuwjaarsdag hebben de onderscheiden Staatsmagten bij den Ko ning hare opwachting gemaakt. In de aanspraken derzelven merkt men wei 'nig belangrijks op, doch de antwoorden des Konings zijn van eenen anderen aard. Onder anderen heeft de Koning op de aanspraak van den Voorzitter der Kamer van Afgevaardigden, die gezegd had, dat Frankrijk, de beroe. ringen moede, rust wenschte té genieten, het volgende geantwoord: Zoo ik gelukkig genoeg ben geweest, te hebben vervuld, wat Frankrijk van mij verwachtte, stel ik er ook prijs op, te erkennen, wat ik aan de magtige ondersteuning, welke gij mij zoo trouw hebt verleend, verschul. digd ben. Gij zult voortgaan, Mijne Heeren, mij die ondersteuning te verleenen; want, zijn wij gelukkig genoeg geweest om de verleden gevaren 'te boven te komen, is dit eene reden te meer, om voortaan op den weg, die ,ons daarvan bevrijd heeft, te volharden. Opdat de wetten doelmatig zijn, en altijd een werktuig van bescherming en nimmer van onderdrukking blijven, behooren zij, die zich aan derzelver trouwe uitvoering wijden, van eene voldoende magt voorz'ien te zijn, om haar te doen eerbiedigen; billijk is het ook, dat zij door het openbaar vertrouwen onderschraagd worden. Uwe eendragt is daartoe een krachtig middel; uwe eendragt, gegrond, niet op vroegere verbindtenissen, maar op uwe overtuiging, op uwe individuele on. afhankelijkheid, op het geweten van uwe stemmen. Niemand meer dan ik verlangt die uitkomst, zoo kostbaar voor de vastheid onzer instellingen, en voor het behoud dier zoo roemrijk verkregen en zoo roemrijk verdedigde vrijheden. Wij zullen dezelve erlangen, dank uwer medewerking, en die van alle goede Franschen; en wij zullen alzoo ons Vaderland verlossen van de rampen, die hetzelve nog zouden kunnen bedreigen, en het die voor. deelen verzekeren, welke het doel van uwe en mijne wenschen zijn." In het antwoord des Konings op de aanspraak van den Graaf d'Appony, namens het Diplomatiek Ligchaam, waarin gewag gemaakt werd van het volle vertrouwen in de wijsheid der Souvereinen en de goede betrekkingen tusschen de Kabinetten, welke de hoop op vrede versterkten, merkte men het volgende op: „Ik hoor altijd met genoegen de gelukwenschingen aan, welke gij namens het Diplomatiek Ligchaam tot mij komt rigten. Met blijdschap ontwaar ik daarin wederom de uitdrukking van dat vertrouwen op het behoud des alge. meenen vredes, hetwelk daarvan de instandhouding, dat duurzame voorwerp van al mijn streven, gemakkelijk maakt. Met u hoop ik, dat wij de voldoe ning tullen smaken, de tegenwoordig tusschen al de gouvernementen be staande goede betrekkingen steeds hechter te zien wordenen dat het jaar 1840 de wenschen zal vervullen, welke wij allen koesteren voor deinstand. houding van den vrede der werelden voor de bevestiging van orde en rust. Ik bedank het Diplomatiek Ligchaam voor deszelfs belangstelling in Frankrijks bloei, als ook voor de gevoelens, welke het door uwe tusschen- komstvoor mijn gezin en mij te kennen geeft." De Aartsbisschop van Parijs, een groot voorstander der Bourbons, is na eene lange sukkeling in den nacht van den 31 December overleden. In de Gazette de France leest men het volgend artikel over de zaamge. perste lucht in plaats van stoom te gebruiken. De heer Roussel, horologiemaker te Versailles, is tien jaren werkzaam geweest aan het vervaardigen van een toestel, welken het hem gelukt is eindelijk te voltooijen. Het betreft niets minder dan het doen vervangen van den stoom en van alle soort van brandstoffen in de locomotieven en stoomwerktuigen, in het algemeen, zoo te land als ter zee. In dezen kunstigen toestel van den heer Roussel, vervangt de zaamgeperste lucht den stoom; maar hetgene vooral dit werktuig kenmerkt, is de kunst, met welke de zaamgeperste lucht steeds-in dezelfde werking wordt onderhouden, zoodat de vaart van het ---- ..r.i-tiil in snelheid ondervindt. Deze uitvinding is belangrijk en zal natuurlijk eene omwenteling m aczcu zoo gewigtigën tak van nijverheid na zich slepen, en daar de lucht-bak of beter gezegd de lucht-bakken niet meer plaats zullen beslaan, dan een der ketels van den gewonen toestel, zoo zal men de geheele ruimte, die thans voor de brandstoffen vereischt wordt, tot andere einden kunnen ge brtiiken. De lange zeereizen op die wijze, zullen niet meer onmogelijk zijn en men zal geene ontploffingen meer te duchten hebben. Wij hebben dien toestel zien vervaardigen; de regelmatigheid en eenvoudigheid van deszelfs werking maken denzelven tot een der nuttigste werktuigen, door het veel vuldig gebruik, hetwelk er van gemaakt kan worden en door het gematigde van den prijs. Volgens eene nieuwe statistieke opgave, telt men in Frankrijk 84,640 weefgetouwen, die jaarlijks eene waarde van 211,550,000 frs. aan zijden goederen opleveren. Deze weefgetouwen verschaffen aan 169,280 personen werk en gebruiken voor 139,623,330 fr. aan ruwe zijde. Het werkloon bedraagt 71,926,670 fr. dus nagenoeg 300 fr. voor eiken arbeider. De winst en interest van het aangelegde kapitaal beloopt 21,000,000 fr. Alleen de fabrijken te Lyon houden in gewone tijden 40,003 weefgetrouwen en 80,000 werklieden bezig, en leveren voor 100,000,000 fr. aan zijde. Decomsuintie van zijden goederen in Frankrijk bedraagt 73,000,000 en de uitvoer 138,550,000 fr. in het jaar. Uit Algiers meldt men, dat men aldaar hoop had, dat de Hertog van Orleans wederom weldra zou overkomen, om den nieuwen krijgstogt tegen Abdel-Kader te besturen. Er was een half millioen fr. van Parijs te Algiers aangekomen. MENGELINGEN. NOG IETS over de HOOGESCHOLEN van CAMBRIDGE en OXFORD. (Vervolg!) Deze misbruiken bestaan heden nog in derzelver geheelen omvang, zoo. dat men het bedroevend schouwspel voor zich heeft, dat de bezitters der groote waardigheden zich zeiven wederzijds verkiezen, de belangrijkste amb ten der Hoogeschool achtereenvolgend bekleeden, en dat van de kwade luim van een enkel lid, de dadelijke verwerping eens voorslags, hoe heilzaam die ook moge zijn, afhangt, zonder dat deze daaromtrent eenige verantwoording Verschuldigd is. De oorsprong dezer inrigting klimt tot de 15de eeuw op, en bepaalde zich oorspronkelijk tot de concessiën en verzoekschriften. Eduard VI wilde in de statuten, welke hij ten voordeele der Hoogescholen wijzigde, trots de ver. zoeken der geestelijkheid, dit privilegie niet vergrooten. De Kardinaal de la Pole zag hierin, zoo men zegt, minder zwarigheid, hoewel noch in deszelfs edicten, noch in de latere statuten der Koningin Elisabeth van 1559, noch ook in het reglement, dat in 1562 door Lord Burleigh opgesteld en door den Senaat bekrachtigd werd, iets hiervan blijkt, en eerst in het derde statuut der Tudors, vindt men deze gewigtige nieuwigheid volledig bewezen. In dit siatuut wordt gezegd, dat de opper-Voorzitter der Collegiën, onder bjj. stand des vice-Kanseliers, volstrekte magt zullen hebben, jaarlijks vijf per. sonen te verkiezen, die, even als de vice-Kanselier zelf, het regt bezitten de wetgevende en uitvoerende maatregelen, welke de goedkeuring des Se. naats behoeven, voor geldig of ongeldig te verklaren. Het tot hiertoe ge. zegde, voornamelijk echter hetgeen voor eenige jaren voorviel, toen hec Kaput eenen voorslag der Dissenters verwierp, waarin deze de opheffing van het interdict vorderden, dat op hen drukte en hun den toegang tot den Se. naat verbiedt, geeft genoeg te kennen, welk gebruik het Kaput van des. Zelfs veto maakt. Dit interdict dagteekent van de regering van Eduard VImaar de dood van dezen Vorst verijdelde de uitvoering van hetzelve. Onder de regering van Koningin Maria was men echter gelukkiger, en stelde vast, dat niemand tot de Hoogeschool behooren zonde, die niet de nakoming van zekere ge. loofs-artikclen beloofd had. Door de scheuring, welke van alle kanten uic. brak en de algemeene opmerkzaamheid tot zich trok, bleef echter deze maat. regel onopgemerkt en krachteloos, Elisabeth bepaalde zich, in weerwil van haar despotisch karakter, tot het verbieden van die preeker, in de nabijheid der beide Hoogescholen te houden, welke voor de leerstellingen, waartoe deze Hoogescholen behoorden, gevaarlijk hadden kunnen worden. Jacobtts ging echter reeds verder, want hij stond aan elke Hoogeschool het regt van vertegenwoordiging in het Parlement toe; doch hij zond tevens den 30 janij 1630 aan de opper-President der Collegiën, eene lange boodschap, waarin hij de herstelling van het misbruik, dat onder de regering van Maria had plaatsgehad, vorderde. De Senaat gehoorzaamde. Jacobus wilde dit voordeel vervolgen en vorderde verder, dat elk student alvorens hij eene Akademische waardigheid zoude verkrijgen, zijne verknochtheid aan de dogma's der heer. schende kerk met eede zoude bevestigen. Deze maatregel, welke aan twee derde gedeelten der Engelsche bevolking het genot der Hoogeschool onttrok, werd door deze met groote vreugde ontvangen; hetgeen de nakomelingschap echter naauwlijks zal gelooven, is de omstandigheid, dat, behalve eene kleine verandering in de bewoording, welke thans luidt: „ik zweer, dat ik bona fide, lid der Anglicaansche kerk ben;" deze eed, te raidden van zoo vele staatkundige gebeurtenissen, in deszelfs geheel tot op onzen tijd is be. houden gebleven. Het gevolg hiervan is, dat alle die zich bij eene faculteit eenen Akademischen graad zoeken te verschaffen, krachtens gemeld interdiet, afgewezen worden, wanneer zij Catholijken of dissenters zijn, en weigeren eenen eed af te leggen, welke hunne godsdienst hun niet toestaat. Intusschen geloove men niet, dat de deuren der Hoogeschool voor hen gesloten zijnneen het staat hun vrijzich onder de true churchmen op de banken der gehoorzaal te plaatsen, wanneer zij namelijk betalen, onder welk beding Catholijken, Presbyterianen, IndependeDtenBaptisten, Anabaptis ten, kortom alle secten worden toegelaten, ja zelfs spaart men geene uit- noodigingen en vleyerijen om zoo vele non-conformisten als mogelijk, te lokken. Zoo gaat het, tot dat het een followship of eene Akademische waarde geit, doch dan sluit het heiligdom zich weder. Men zweere of niet, de true churchmen alleen worden toegelaten, ten einde geen onkruid onder de tarwe gezaaid worde. Wü zullen nog een ander voorbeeld aanhalen om de hoofden der leerinstel- lingen in een geval te leeren kennenwaarbij zij hunne belangen bedreigd achten. Het is bekend dat de bevolking van Ierland uit drie secten bestaatvoor namelijk uit aanhangers der Engelsche kerk, uit Catholijken en Dissenters, welke laatste te zamen genomen zeven achtste gedeelten der bevolking uit maken. Deze Catholijken zijn in den hoogsten graad onwetend, en de oor. zaak hiervan is zeer makkelijk op te sporen, daar er geen volk is, dat langer onder het schandelijkste juk gezucht heeft dan de Ieren. Nog geen 140 jaren geleden, werd in het Parlement een bill aangenomen, krachtens welk elke Catholijk, die elders dan bij de Engelsche geestelijkheid onderwijs zocht zwaar gestraft werd; ja men beroofde zelfs diegene, welke Ierland verliet, en uit haat tegen zijne onderdrukkers, op het vaste land beschaving zocht, van zijne goederenen schonk dezelve aan Protestanten. Deze vervolging herhaalde zich onder duizenderlei gestalten. In 1769 had Ierland slecht 52 scholen, welke hoogstgenomen door 2000 kinderen werden bezocht. Zoo groot echter waren de hindernissenwelke men deze instituten in den weg legde, dat zij, in spijt van alle mogelijke moeite, niet vooruit konden ko. uicu. Ierland zonk in de duisternis terug, en zou zien nog daarin bevinden, zoo niet In 1800 het instituut van Kildare daargesteld was geworden, tot wiens grondwettelijke bepalingen het behoorde, dat men niet, zoo als tot hiertoe geschied was, de Catholijke zoude zoeken te bekeeren. Deze instel ling werd door alle redelijke en onpartijdige mannen van het vereenigdè Koningrijk in den hoogsten graad geprezen. Niettemin kwam dezelve eerst in 1807 eenigermate vooruit, toen hare bloei, trots alle hindernissen van de zijde der Anglicaansche geestelijkheid, de opmerkzaamheid der Regering tot zich trok. Daar men nu vóór alles uit het thans weder bloeijende Erin, de zoo diep gewortelde vijandschap, den zoo levendigen haat van deszelfs be. woners tegen elkander moest zoeken te verdrijven, zoo werd een door Lord Grey ontworpen plan van onderwijs voorgesteld en in het Lager-Huis door Sir Robert Peel ondersteund; hetwelk werd aangenomen. Lord Stanley bragt het in werking. Men had in dit plan de verstandige bedoelingen der stichters van het instituut te Kildare gevolgd, en liet elk geioof deszelfs vrijheid; daar echter nu de Protestantsche met de Catholijke kinderen in aan. raking kwamen, zoo maakte men, tot aller gebruik, een schoolboek, waarin eene gezonde, voor elke geloofsbelijdenis passende, zedeleer, te vinden was. Dit boek, dat gedeeltelijk fragmenten uit de vier Evangeliën bevatte, werd onder onzigt der uitstekendste mannen van beide godsdiensten opge. steld. Als proeve van den daarin heerschenden geest, moge het volgende dienen: „Elke Christen zal met zijnen evenmenschzelfs met die, wiens gods. dienstig geloof van het zijne afwijkt, in eendragt leven. Dit leert ons de Apostel Paulus." „Onze Heer Jezus Christus zeide tot'zijne leerlingen: „„Hebt elkander en ook uwe vijanden lief, zegent hen die u vloeken, bidt voor die u vervolgen."" „Hij bad ook zelf voor zijne vijanden." „De menschen zijn aan dwalingen onderhevig, doch moeten wij dezelve daarom niet haten, noch vervolgen. Onze pligt is het verder, de waarheid te zoeken, en dezelve gevonden hebbende, ons daaraan te houden; doch moeten wij ons wel hoeden, hen hard te behandelen, die anders denken dan wijwant Jezus wilde zijne leer niet door geweldige middelen aan de men. schen opdringenen verbood zijne leerlingen voor dezelve met wapens te strijden." „Wanneer u iemand kwaad doet, volg dan zijn voorbeeld niet op, want Christus leert ons het kwaad niet met kwaad te vergelden. Houd altoos in uwen geest de goddelijke woorden tegenwoordig: Doe uw naasten zoo als gij wilt dat men u doe; enz." Waarlijk, een Turk, zoo hij niet geheel en al van verstand ontbloot was, zoude tegen deze lessen niets kunnen inbrengen, en toch was het in Enge. land anders. Oxford en Cambridgede Lords spiritual, leeraren en vica. rissen der drie Koningrijken, verhieven zich namelijk, zoodra het boek ver. scheen, in massa, donderden den banvloek tegen het ongelukkige geschrift uit, en verklaarden het voor onzedelijk, roekeloos en godvergeten. „Ik wilde liever," zeide een der heethoofdigste vervolgers, „ik wilde liever mijne hand in het vuur steken, dan mijnen naam met zulk een werk in aan. raking te brengen. Ja, wist ik, dat eene school zoo als deze in mijne pas. tory aanwezig was, ik zoude den geringsten boer, op mijne knieën om ge. hoor smeken, en hem zeggen: Ik heb in deze wereld eene goddelijke zen. ding te vervullen, en moet uwe ziel en die van uw kind in Gods hand brengen; zoo weet dan, dat het eeuwige leven van uw kind van u afhangt; zend het oiet naar die school, of zijn leven behoort den satan 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 3