V. 1840; LEYDSCHE COURANT. 3 JANUARIJ. VRIJDAG, N O T I F I C A T I E. NATIONALE MILITIE. 'Ligting van het Jaar 1840. Oproeping tot de Inschrijving, Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, Gezien hebbende art. 515253565760 tot 68 en 166 der wét van den 8steh Januarij 1817, alsmede art. 5 der wet van den 27Sten April 1820; Brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad, alsmede van hen, die vroeger onder de Gemeenten OegstgiestLeyderdorp én Soeterwoude woonachtig zijn geweest, doch, volgens de laatstelijk opgenomene grensscheiding, tot het gebied dezer Stad zijn overgegaan, dat de Inschrijving voor de Ligting der Nationale Militievan dit Jaar, geschieden moet van de zoódanigen, welke geboren zijn in het |aar 1821. Dat alle ingezetenen zonder onderscheidwelke redenen tot vrijstelling'van den dienst feij ook zouden mogen hebben, en of zij zich tegenwoordig of afwezend of in Militairen dienst bevinden, verpligt zijn zich te doen inschrijven; dat Ouders, Voogden of Bloed- verwanten, in dezen, voor hunne naastbestaanden of pupillen, mitsgaders Regenten van Sublieke Gestichten, voor de onder hun beheer staanden, de belangen moeten behartigen, oor de bij de wet gevorderde opgave te doen, en daarvoor verantwoordelijk zijn. Dat onder de Ingezetenen ten dezen ook worden gerekend de vreemdelingen, die den zetel van hun vermogen of hun verblijf in het Koningrijk komen vestigen; alzoo zij, even als de Inboorlingenverpligt zijn mede te werken tot de gemeenschappelijke verde diging van den Staat, welke hun veiligheid en bescherming verleent. Kn roepen dien ten gevolge op, alle de in de termen vallende Ingezetenen, om té compareren in een der vertrekken van het Raadhuis: Op Maandagdén 13 Januarij 1840, des voormiddags van 10 tot 1 ure de Bewoners van Wijk I en II, en die van het buicen-tetritoir der Stad. Op Dingsdagden 14 januarij 1840, des voormiddags van 10 tot 1 ure% de Bewoners van Wijk III en IV. Op Woensdagden 15 Januarij 1840, des voormiddags van 10 tot 1 ure y de Bewoners van Wijk V en VI. En op Donderdag t den '16 Januarij 1840 des voormiddags van 10 töt 1 t!fet de Bewoners van Wijk VII en VIII. Vermanende Burgemeester en Wethouders voornoemd, wel expresselijk de belangheb benden, zich, door getrouwelijk op te komen, vrij te waren tegen de nadeelige gevol gen, welke uit nalatigheid in deze onvermijdelijk zouden voortvloeijen de boven opge- gevene tijdsbepaling in het oog te houdenen bij de Inschrijving zich te voorzien van hunne Geboorte-Actealsmede schriftelijk op te geven hunne Woonplaats, en het Wijk en Nummer hunner Huizen; ten einde hierdoor voor ie komen de onaangenaamheden welke voor de ingeschrevenen volgen moeten uit eene verkeerde spelling van den Naam of eeh abuis in de opgave der Woonplaats, waardoor dikwijls de ingeschrevenen te ver geefs worden .gezocht bij oproepingen, welke voor hun wezenlijk belang gedaan worden. Zullende er, van heden af, ter Secretarie gevaceerd worden ter algifte der Geboorte-Ac- tén, voor diegenen, welke binnen deze Stad zijn geboren, 's morgens van 10 tot 1 ure. Aldus gedaan en gepubliceerd bij K. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den 2den Tanuarij 1840. J. G- de MEY, Ter ordonnantie van dezelve, v. puttkammer. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, roepen bij deze op alle Levè- ranciers. Werkbazen enz., welke over het afgeloopen laar, ten lasten dezer Stad* iets te vorderen hebbenom hunne Rekeningen vóór of op den aosten dezer maandter Re kenkamer dezer Stad in te leverenzullende de belanghebbenden zich zeiven te wijten hebben, dat zij door de overschrijding van dezen termijn, van de spoedige voldoening hnnner "vorderingen verstoken blijven. Leyden"den 2den Januarij 1840. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. d e M e y. ïer ordonnantie van dezelve, V. PUTTKAMMER. NEDERLANDEN. Leyden, 2 Januarij. In ons Nommer ran laatstleden Maandag, hebben wij gezegd nader re 'zullen terugkomen op de uitgegeven Verhandelingen over de Natuurlijke Geschiedenis der Nederrandsche Overzeesche Bezittingen, door de leden der Natuurkundige Commissie in Oost-Indië en andere Schrijvers. De aard en het doel van dat werk kunnen het best gekend worden uit het voorberigt van hetzelve, hetwelk wij hier ter neder stellen: De liefde voor Natuurlijke Geschiedenis is in de laatste jaren door geheel de beschaafde wereld buitengemeen toegenomen, en onze eeuw vooral mag zich beroemen op eenen vroeger ongekenden bloei van dit vak van mensche. lijke kennia. Talrijke reizen naar afgelegene gewesten wérden ondernomen wier hoofdbedoeling de uitbreiding dezer Wetenschap was. Groore opentlijkt verzamelingen werden opgerigt of reeds vroeger bestaande met voorbeelde- loozen ijver vermeerderd, waarin dé voortbrengselen der natuur uit alle oor. den te zamengebragt en in gepaste orde gerangschikt, tot voortdurend gebruik der geleerden verstrekken konden. Ook Nederland bleef in déze betnoeijin. gen niet achter naburige landen terug. Sedert ons herboren volksbestaan, waarbij het Moederland in vete van deszelfs Overzeesche Bezittingen hersteld werd, heeft de Hooge Regering kostbate reizen doen ondernemen en eene Natuurkundige Commissie in Oost-Indië benoemd, wier onafgebrokene werk. zaamheid geen ander doel had, dan om de voortbrengsels uit de drie rijken der natuur, welke in die gewesten in rijke verscheidenheid aahwezig zijn, bijeen te zamelen, te onderzoeken en algemeen bekend te maken. En hare bemoeijingen zouden ongetwijfeld nog rijker vruchten gedragen hebben, wan. neer zij niet door eenen vroegtijdigen dood, zoo vele werkzame en verdiens, telijke leden, en onder dezen, Kuhl, van Hasselt, Bote en Macklot, verloren had. De geschiedenis der wetenschap zal steeds deze namen met dankbaar heid blijven herdenken en gelukkiger mededingers zullen hun de eervolle plaats in de schatting eener erkentelijke nakomelingschap niet ontnemen. Bij alles ondertusschenwat het Nederlandsch Bestuur reeds voor de we. tenschtp verrigt en uitgevoerd had, ontbrak nog een gewigtig hulpmiddel tot algemeene bekendwording der reeda verzamelde waarnemingen en ontdekkin. geb. Dit hulpmiddel was eene aan de tegenwoordige eischen der wetenschap beantwoordende uitgave der genoemde ontdekkingen, opgehelderd met zoo. danige afbeeldingen, als thans in dergelijke werken vereischt worden. Zulk eene uitgave kon niet wel anders, dan op '5Rijks kosten ondernomen worden, voorat wanneer dezelve in de moedertaal geschieden zou. Ook aan deze behoefte is thans op eene onbekrompene wijze door de verlichte zorg van onzen geëerbiedigden Koning voldaan, en wij ondergeteekenden, leden der Commissie, bij besluit van Zijne Maj. van 10 Februarij 1839, belast met bet toezigt over de zsmenstelling en de redactie van gemeld werk, hebben thans de voldoening, de eerste aflevering aan het publiek te mogen aanbie den. Dit werk, welks strekking reeds door den titel duidelijk is aangewe Zen, bevat in de eerste plaats de beschrijvingen en verhandelingen, die door de leden der Natuurkundige Commissie, de HH. S. Muller en P. IV. Kort hals, thans voor eenigen tijd in Nederland teruggekeerd, zijn zamengesteld om vin hunne wetenschappelijke nasporingen verslsg te geveu. Tot déze verhandelingen zullen verdér ook bijdragen geleverd wórden door de Hf?. Conservatoren van 's Rijks Museum IV. de HaanH. Schlegel en E. M. Jlciwa; en, wanneer de thans in Nederland vertoevende leden der Natuur, kundige Commissie in deze Verzameling eenmaal de ontdekkingen geboekt zullen hebben, waarmede hunne .reizen de wetenschap hebben verrijkt, vin. den zich de ondergeteekenden bij bet gemelde Koningijk besluit tevens ge- magtigd, andere Vaderlandsche geleerden uit te noodigen, ten einde hunne 'medewerking aan deze groote onderneming te verbinden. Reeds bij voor. raad durven zij verwachten, dat zij zich niet te vergeefs van dien aangena. men last kwijten, en dat vele verdienstelijke mannen hun de mededeelin gen van hunne geleerde onderzoekingen niet onthouden zullen. Aan ons medelid, den heer Temminck is bij hetzelfde besluit in het bij. zonder de zorg voor de uitgave van liet werk, benevens al wat de tiitvoe ring en het geldelijk beheer betreft, opgedragen. De overige leden der Commissie kunnen de betuiging niet onderdrukken, dat zij zich durven vleijen met de goedkeuring der bevoegde beoordeelaars over den uitwendigen "orm dezes werks, waarin de heer Temminck eene aangename voldoening voor zijne bemoeijingen ondervinden zal. O verigens vindt onze Commissie zich verpligt, opentlijk hare erkentelijk, heid te betuigen aan de vriendelijke medewerking van den heer J. A. Susanna, Administrateur van 's Rijks Museum van Natuurlijke Historie, vooral in de herziening der stukken wat taal en stijl betreft, hetgeen des te meer noodig was, daar sommige medewerkers minder gewoon waren, hunne gedachten in het Nederduitsch, als zijnde niec hunne moedertaal, uic te drukken. Den door hem daaraan besteden arbeid kan niemand beter dan zij beseffen, en zij vermeende dus ook het publiek van deze ondersteuning niet onkundig te moeten laten. Men ontvange dan deze eerste Verzameling met welwillendheid. Aan belangrijke bijdragen kan het niet ontbreken. De schatten eener verzameling, die onder de rijkste van Europa behoort, staan oni ten dienste en daarin liggen overvloedige bouwstoffen gereed. Met vertrouwen op de toekomst, durven wij dan in dit nieuwe blijk van *s Konings voortudurende belangstel, ling en zorg voor nuttige ondernemingen, tevens eenen nieuwen lauwer aanschouwen, die zich aan de eerekroon voegen zal, welke Nederland op het veld der wetenschappen reeds vroeger met zoo veel regt verworven heeft, en met ingespannen ijver onverwelkt aan de nakomelingschap hoopt over te brengen." Leiden, C. G. C. Reinwardt. C. J. Temminck. 12 December 1839. C. L. Blume. J. van der Hoeven. Het werk is bepaald op 24 of 30 afleveringen, 0/9. iedere aflevering. Men meldt uit 's Gravenhage van den isten Januarij: Gisteren heeft Zijne Exc. de Minister van Staat, de Luitenant-Generaal van den Bosch, met Zijne Maj. gearbeid. Zoo men weet eindigt heden zijne ministeriele betrekking. Zijne Maj. heeft aan K. Dekker, veerschipper, wonende te Zaandijk', concessie verleend, tot weder op_zegging toe, tot het aanleggen eener stoom boot, ter overbrenging van reizigers en goederen fusschcn Amsterdam en de dorpen WormerveerZaandijk en Koog aan de Zaan, en met bevoegdheid om de onderweg gelegene plaatsen te mogen aandoen, doch onder verplig. ting, om zich, inde uitvoering van de dienst, te gedragen naar zoodanig reglement, als door het Departement van Financien, na gehouden overleg met de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, zal worden vastgesteld. Zijne Maj. heeft den Kerkeraad der Christelijke afgescheiden gemeentê te Amsterdam gemagtigd tot het uitoefenen van hare eeredienst in een door dien Kerkeraad tot dat einde a's kerkgebouw aan te koopen huis. Aan de Roomsch-Katbolijke gemeente te Noorden is tot herstel harer kerk en pastory eene Rijks subsidie verleend, Zijne Maj. heeft aan den heer H. Aiama van Scheltema, commies bij het Departement van Binnenlandsche Zaken, den personeien titel van Referen. daris verleend. Bij een dezer dagen genomen Koninglijk besluit, is de heer E. de Kan ter, met 1 januarij benoemd tot adjUnct-commies bij het Departement vart Marine, me: bepaling, dat hij tijdelijk zal worden toegevoegd ter adsistentie van den titulairen Luitenant ter zee van de r»te klasse M. lVels, onder-In. specteur van het loodswezen te Vlisslngen, en laatst benoemd toc-perma nenten Commissaris, om met den daartoe van wege Belgie bestemden Com missaris het gemeenschappelijk toezigt uit te oefenen over de betonning en bebakening, over het loodswezen op de Schelde. Door Zijne Maj. ziin benoemd tot Notarissen te Bodegraven en te Muiden, de heeren IV. Zahn en A. B. Zuure. Het transportschip de Mcrwcde is door het Gouvernement weder be stemd om naar de West-Indische Bezittingen uit te zeilen, ten einde eene laJing hotit voor de Marine geschikt, uic den aldaar aanwezigen voorraad ter inneming uit te kiezen. De onder-constructeur te Vlissingen, H. Buys, is gedesïgneerd om met dien bodem derwaarts te vertrekken. Laatstleden Zondag heeft de Generaal-Majoor Trip, tot dusverre Di. recceur-Generaal van Oorlog, een groot afscheids-diner gegevenhetwelk door vele boofd-officiefen is biigewoond. Gisteren heeft de Generaal-Majoor Trip de gemelde betrekking aan den Generaal-Majoor Schuurman overgegeven. Heden zal de Luitenant-Generaal Trip, in handen van Zijne Maj., den eed afleggen als lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaalwaartoe hij onlangs door Zijne Maj. is benoemd. Door de Arrondissemencs-Regtbank te Rotterdamis Josephus 7as,agenc van Policiewegens onwillige nederlaag (zie Leydschc Courant van 2 Decern, ber 1839 N°. 144) veroordeeld tot een jaar gevangenis, 25 boete en in de kosten. Genoemde zou een rekwest om gratie aan den Koning hebben ingediend. Volgens opgaafin de Amsterdamsche Courantzijn er door de pogingen van de Noord- en Znid-Hollandsche Redding-Maatschappij sedert November 1838 tot ultimo November 1839wederom 60 personen van aan onze kust vergane schepen gered; het geheel getal van geredde manschappen beliep «edert de oprigting van genoemde Maatschappij 477. Gedurende het jaar 1839 zijn te Amsterdam in de registers van den burgerlijken stand ingeschreven: 7671 kinderen, van welke 3917.zoons, en 3754 dochters; overledenen 6907; huwelijken i837;'echtscheidingen 18. Te Zaandam geboren: 218 zoons, 227 dochters te zamen 445; overleden 170 personen van het mannelijke, en 101 van het vrouwelijke geslacht te zaman 271,; waaronder begrepen zijn 7 elders overledenenbenevens 21 leveno loos opgegeven kinderen. Huwelijken 116.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1840 | | pagina 1