Kamer geefte verbindtenis voöf bet vervolg san. Alle volgende budgets zullen gcregt- vaardigd worden door hunne eigene verdiensten. Nooit zal men zich op het tegenwoor dige beroepen als op eene zaak, die in kracht van gewijsde is gegaan. Nopens het hoog bedrag van de begrooting vale aan ce merken, dat zij alle gewone en buitengewone uit gaven voor 1840 bevat; dat het buitengewoonewel is waar, 11a dien met Belgie geslo ten vrede, moest wegvallen, maar dat dit niet op eenmaal kan geschieden; en dat, wel is waar, uit eene herziening der grondwet cene zuiniger inrigting van het Siaatshuishou- den kan voortvloeijen uiaar dat dit vreemd is aan het tegenwoordige wetsontwerpen het huidige oogenblik. Bovendien voert Zijne Exc. aan, dat iwcu wel moet doen op- merken, dat bij dc Grondwet aan de Regering regtcn toegekend zijn., waaruit ook ver- pligtifigcn voor de Natie voortvloeijen, en welke behoeften voor liet; land-doen ontstaan. Zoo wordt aan het Hoofd vim den Str.at het regt verleend om oorlog- ie maken of vrede te sluiten; zou wordt hem de regeling der Buitenlandsche betrekkingen opgedragen, met den daaraan verbonden pligc om de eer en onafhankelijkheid des lands naaf- behouren te handhaven, zoo wordt hem het opperbeleid over de geldmiddelen van den Staat opgedra gen, waaruit de verpligting ontspruit tot handhaving van het Nationale crediet. Op de Regering rust de verpligting, aan de Stateu-Generaal zoodanige cijfers aan te bieden, als zij vermeent noodig tc hebben 0111 de op haar liggende verpligting te voldoen. Het Is dan geen vasthouden aan eene eens opgevatte ïnecningwelke haar die cijfers doen behouden; het is de eenige overtuiging, dat dezelve gevorderd worden, 0111 dc behoeften te dekken; z\] gevoelt de noodzakelijkheid om de uitgaven te verminderen, maar zy wensclit daarbij met beradenheid te werk te gaan en wel tc orerwegen, of door dc ver- hiindering, die zij zou invoeren, gcenc groote nikkelen zulic» ie weeg gebragt worden. Zij heelt aecouiid, dat zij opregtclijk den weusch tot vermindering deelt. Het is daaraan toe te schrijven, tiat zij voorgesteld heeft voorluupig cene som van f a.ooo.cavan deze bcgrooting af te trekken cn buiten beschikking re stellen. Men neeft nu wel verlangd, dat deze vermindering on de verschillende hoolastukken zou w»rdcn aangewezen, doch die weru clour.de kortueid van tijd onmogelijk gemaakt. Men heeft zich voor het oogen blik tot eene globale opgave moeten behalen. In den loop des volgenden jaars zal men beslissen, op welke hoofdstukken deze vermindering zaï zijn in te voeren. In deze af trekking ligt. alle de gerustheid voor de Kamer en voor de Natie. Noperts de uitlegging welke aan art. 6j der Grond .vet moet worden gegeven, zal Zijne Exc. niet uitweiden. Alleen moet de Minister doen opmerken, dat het in 1820 dien aangaande door de Rege ring gegeven antwoord niets beslist heeft omtrent het eigenlijk opperbescuur van de Indien. Zijne Êxc. kan niet toestemmen, dat de begrooting onvolledig is. Alleen zijn daarvan afgelaten zoodanige uitgaven, die door eigene middelen worden gedekt, en waarvan het overschot dan zelfs nog onder de middelen voortkomt. Daarin is, naar zijne mee ning, niets onwettigs gelegen. Wat aangaat de 'in~ 1836 gegeven beloften dat de 56 millioenuit de Indien, die tot voorziening in de rentebetaling van de 5 pCts. tweede grootboek moeten strekken, op dc begrootiiig in ontvang en uitgave zouden doorkomen dac ht Zijne Exc. dat dit onder werpzoo dikwijls ver sprake gebragt, uitgeput zou zijn. Zijne Exc. verklaart, dat de Kamer jaren lanv daarmede genoegen genomen had, dat Zijne Exc. reeds vroeger heeft aangetoond, dn de schuld in de Indien is ingeschreven, en dat Zijne Exc. reeds vroeger heeft doen opmerken da het tegen den aard der zaak zou strijdentc dezen op eene andere wijze te werk te gaan. Nopens de gemaakte aanmerking door den heer Schim meljisnnicidat ei van dc in het vorige jaar verleende credicten voor dc Departementen van Marine cn Oorlog nog een overschot zouden staan, doet Zijne Exc. opmerken, dat het trnctaat met Belgie wel in April dezes jaars is gesloten, maar dat hetzelve eerst in Junij jl. is bekrachtigd, dat het lang twijfelachtig is geweest, of Belgie hetzelve zou bekrachtigen; dat, zo» tang dit geen plaats had gehad, wij de buitengewone krachtsin spanning hebben moeten volhouden; dat men daardoor verpligt geweest is, in het begin dezes jams. aanzienlijl;c kosten te maken, hooger dan waarop men gerekend had; dat eindcÜjü he. traktaat geratificeerd en vervolgens onze legermagt aanzienlijk verminderd werd; doch dat, in plaats van eene beschikking over een overschot te erlangen, men zich verheu.vd beroonèn mag dat er gcene voorziening in daardoor mogelijk veroorzaakte kosten is uchocveu aangevraagd :e worden. Betrekkelijk de pensioenen enz.geelt Zijne Exc. vc kennen, dat dezelve zoo aanzienlijk verhoogd zijn, doordien vele mili tairen, die in den staat van oorlog hebben moeten dienen, regt op pensioen verkregen hadden. Al ware ook hun regt niet volkomen bewezen geweest, dan zou het nog cene ondankbare belocnlng voor de verdedigers van het Vaderland geweest zijn, indien men hen onverhoord had laten gaan. Ook Zijne Exc. betreurt den stap, door een zijner ainbt- genooten gedaan, en de omstandigheden waarvan dezelve vergezeld gaat. Welligt, zegt Zijne Exc. ligt het nog in liet vkhnogen der Kamerom lie: verlies voor te komendat Koning en Vaderland daaidoor zouden lijden en hetwelk aan onze O. 1. Bezittingen een zoo gevocligcn schok zou geven. Waarom ik 11a de verwerping der zoogenaamde Ieenings- wet nog als verdediger der begrootingswetten optreed zegt Zijne Exc.dit is eene vraag, welke in verband staat met een punt, dat niet tot ons Staatsregt behoort. „Moge ik geslaagd zijn," aldus besluit Zijne Exc.„u van het ongunstige oordcel en dc voor ingenomenheid waarme'dedcze voordragt behandeld is geworden te hebben nfgebragt. Moge daardoor die toenadering tusschen dc Regering en de Vertegenwoordigers van liet Volk bevorderd worden, welke altijd vvenscbclijk is; maar die vooral gevorderd worden in de omstandigheden waarin wij ons'bevinden. Bedenkt aldus, besluit Zijne Exc., dat hec tractaat met Belgie wel'geslotenmaar nog niet uitgevoerd is; dat, wanneer men zien zaldat de overeenstemming der Staatsmagten verbroken is en het vertrouwen hier niet meer bestaat, die uitvoering niet zal worden bevorderd. Werpt een blik op de geschiedenis Z ct tot welke verkeerde uitkomsten eene overhaaste zucht tot bezuiniging geleid heeft. Bedenkt hoe er in dc 17de eeuw na den vrede van Munster eene groote drift bestond, om op 's lands verdediging'groote bezuiningen in te voeren. En bedenkt er dc gevolgen van?" De heer van Ascli van IVyck geeft zijn leedwezen te kennen uit 's Ministers rede geene geruststelling te hebben bekomen omtrent het nader in overweging nemen der leeningswet. Ook hij beschouwt de begrootingswetten als is onmiddellijk verband staande met de afgestemde leeningswet. Hij vestigt eënen treurigen blik op den staat van spanning, die thans in ons Rijk heerscht. Hij wenscht vurig dat dezelve spoedig moge ophouden. Dezelve kan een nadeeligen invloed op de belangen des lands uitoefenen. Dc dierbaarste aangelegen heden daardoor op het spel gezet worden. Niet gemakkelijk valt het hemin deze oogen» blikken, het budget af tc stemmen. Maar naar het schijnt waagt de Regering de val'van het budget eerderdan aan iiet verlangen nopens de leeningswet te gemoet te komen. Men voert zelfs, zonder liefde, stellingen tot verdediging der begrooting aan, waardoor het onmogelijk wordt zich te verstaan. Zijne Exc. de Minister van Financien verklaart dat het heden morgen gedane voorstel slechts een voorloopige maatregel was, welke mogelijk door anderen stond gevolgd te worden. De beraadslagingen worden gesloten verklaard. Het ontwerp, behelzende de staatsuitgaven voor den jare 1840, in omvrage gebragt zijnde, wordt verworpen met vijftig stemmen tegen eene, die van Zijne Exc. den Minister van Financien. Dienvolgens zal Zijne Maj. eerbiedig worden verzocht ook dit wetsontwerp in nadere overweging te nemen. Zijne* Exc. de Minister van Financien zegt dat hij door den Koning gemagtigd is te verklaren, dat, na de verwerping der begrootingswet van uitgaven, die der middelen alsmede het heden morgen voorgedragene wetsontwerp, wordt ingetrokken. De vergadering wordt gescheidenen zal morgen ten elf ure weder bijeenkomen. Van den vasten DecemberIn de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden is beraadslaagd over het ontwerp betreffende den duur der verantwoordelijkheid van de bewaarders der hypotheken, enz. De heeren DyckmeesterLay ben. CatsBrucevan der Gronden en Tromp hebben zich tegen het ontwerp verklaard en het beginsel bestreden, waarop hetzelve beru-itce. Men beschouwde de voordragt in strijd met de goede regtsbeginselenen vreesde, dat hec ontwerp ten nadeele van het algemeen strekken zou. Men meende, dat de schade en hec nadeel gedragen moeceu worden door hen, die er de oorzaak van zijn. De heeren van RappardFrets en de Jongehebben zich voor het ontwerp verklaard, hetwelk grootelijks verbeterd was, doordien de Regering toegege ven had aan hec door de Kamer te kennen gegeven verlangen, om den duur van de verantwoordelijkheid der hypotheek-bewaarders, in plaacse van op vijf jaren, zoo als vroeger voorgesteld was, op tien jaren te bepalen. De heer de Jonge heeft slechts eene aanmerking te maken. Men heeft de voordrage bestreden, omdat, volgens algemeene regtsbeginselen, ieder ver antwoordelijk is voor de nadeelen, welke anderen door zijne daden of nala tigheid raogten lijden. Maar dit neemt niet weg, dat de duur der verant woordelijkheid bepaald kan worden, anders zou ook het beginsel van de verantwoordelijkheid, gedurende de 30 jaren, evenzeer ophouden. De spre ker doet nog opmerken, dat de aard der administratie, de moeijelijkheden die zij in de uitoefening van hun beroep ondervinden, maken, dat zij telkens met de meeste zorg moeten te werk gaan, en voor hec geringste abuis, dnizende guldens schade kunnen lijden. Wil men voor die gewigtige betrekking personen van kunde en ervaring hebben, dan gelooft de redenaar, dat de verantwoordelijkheid dezer ambtenaren hare grenzen moet hebben. Zijne Exc. de Minister van Justitie verdedigt het ontwerp. Zijne Exc. toont aan, dat hec Ned. Burg. Wecb. nergens spreekt, nopens het bij dit ontwerp behandelde punt. Hec verwonderde Z. Exc., dat eene eenvoudige wet, tot zulke uitgebreide beschouwingen aanleiding heeft kunnen geven. Ook Zijne Exc. de Minister van Financien heeft hec ontwerp toegelicht, «n betoogd, dat hetzelve noch tegen goede regtsbeginselen, noch tegen eene goede Staatshuishoudkunde anndmischt. Niet alleen het belang der hypo theek-bevvaarders, maar dat van het algemeen, vordert de aanneming van het wets ontwerp. In den borgtogt der hypotheek-bewaarders heeft men genoegzamen waarborg. De beraadslagingen gesloten verklaard en ter stemming overgegaan zijnde, is het ontwerp met eene meerderheid van 33 tegen 16 stemmen aangenomen. Het ontwerp aangenomen zijndezal aan de Eerste Kamer worden verzonden. De vergadering wordt voor eenigen tijd geschorst. De vergadering weder geopend zijnde, zege de Voorzitter ontvangen te hebben eene Koninglijke boodschap, waarbij, ten gevolge van de verwerping van de begrootingswetten op gisteren, een ontwerp aan de Kamer wordt aan geboden, de strekking hebbende, om tijdelijke voorzieningen voor de dienst des jaars 1840 vast te stellen. Bij dit ontwerp wordt voorgesteld, gedurende de acht eerste maanden dé* jaare 1840, of voor zoo veel korceren of langeren tijdals bij de wet zal woN den bepaald,'ten einde 's Rijks dienst aan geen stilstand worde blootgesteld, de volgende artikelen vast te stellen: Art. 1» De wetten van ai December 1838, vaststellende 's Rijks uitgaveri en middeien voor den jare 1839, blijven voorloopig, gedurende de acht eerste maanden van 1840, in stand, met uitzondering echter van de uitke ring van f 1,200,000, uit de geldmiddelen der Overzeesche Bezittingenwelke van de begrootingswet der middelen wordt weggelaten. Nadere wettelijken bepalingen zullen den dienst van 1840 verder regelen. Arr. 2. Tot aanvulling van hec te kort, hecwelk op de Staatsbegroocing voorkomt, zal er v.oor de Regering een crediet worden geopend van 15 mil- lioenen guldens, in te schrijven op het Tweeae Grootboek der werkelijke schuld, rentende 5 pCc.van welk kapitaal voorloopig slechts twee derden beschikbaar zullen worden gesteld. Art, 3. Deze wet zal van verbindende kracht zijn van af 31 Dec. 1839. Die ontwerp wordt verzonden aan de afdeelingen, welke zien heden avond en morgen met het onderzoek van dit wetsontwerp zullen bezig houden. De vergadering is tot nadere bijeenroeping gescheiden. De heer Baudgewezen Gouverneur-Generaal ad interim der Oost- Indische Bezittingen, zou geweigerd hebben den post van Minister voor de Koloniën op zich te nemen, maar zou die betrekking ad interim aanvaarden. Nederl, effecten. 23 Dec. Werk. Sch. 2j pCt., gebleven 51f7fidico 5pCt.97; Kansb. 23J; Am0rc.-Synd.4J- pCc., 91 fl. 3jpCc Hand.- Maatscii. 165J. Spaamche effecten5 pCc., Ardoin's, 22J. BUITENLANDSCHE BERIGTEN. Op Nieuw-Zeelind willen de Engelschen thans eene kolonie vormen, waarin zij door eenen FranschmanBaron de Thierryzeer worden tegenge werkt, welke wel Engelschen op Nieuw-Zeeland wil toelaceq, doch zij moeten hem als Koning erkennen. Deze Franschman namenlijk heeft in ge noemd gewest den titel van Koning aangenomen en een besluie afgekondigd, waarbij hij bepaalt, dat de volksstammen kunnen blfjven wonen op den grond, dien zij thans bezetten; dat hij alle drie maanden het land bij opbod zal verkoopen en den prijs op een dollar per acre zal inzetten, van de opbrengsc zal een vierde voor de plaatselijke verbeteringen en een vierde ten behoeve der inboorlingen besteed worden. Den 27sten November heeft de Sultan van Turkije, bij de benoeming van eenen Patriarch voor de Roomsch-Katho lijke Gemeenten in Antiochie, Alexandrie en Jeruzalem, aan die gemeenten de uitgestrekste vrijheid van Godsdiensc verleend. Sedert den 3den De cember is te Petersburg weder eene koude van io° R. ingevallen de reede en de zeezoover men zien kon waren met ijs bedekt en men hield de scheep- vaarc thans voor goed gesloten. Uit Lissabon schrijft men van den 6den December, dat het Gouvernement van H. M. zeer waarschijnlijk binnen korc door Zijne Nederlandsche Majesteit zou erkend en de diplomatique betrek kingen hersteld worden. Ook zouden de oneenigheden met den Pausselij- ken Stoel weldra uit den weg worden geruimd. Uit Livorno meldt men, dac Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden aldaar den 12 December was aangekomen en bij den Consul gedineerd had; Z. K. H. was vervolgens naar Florence vertrokken, waar hij zich eenigen tijd zou ophouden. Te Ber lijn is den 17 December de nieuwe Turksche Gezant AWr/'-Effendi aange komen. In Londen loopt hec gerucht, dat de Ministers van voornemens zouden zijn, dadelijk na de opening van hec Parlemenc, hetzelve te ontbin den, omdat eenige verkiezingen, die onlangs hadden plaats gehad, in den zin der behoudende partij waren uitgevallen. Te Newport is een pleg- tige dankdag gehouden voor de verijdelde pogingen der Chartistenom die stad uit te plunderen en te verwoesten. 179ste Koninklijke Np.of.rlandsche Loterij. Trekking der Tweede Klasse. iste Lijst. N". 11726 eene premie van f icoo. Nn. 8035 een prijs van f 2502. N°. 4834 een prijs van ƒ1500. N°. 25786 en 8066, ieder een prijs van 1000. 2de N®. 3578 een prijs van f 20,000. N®. 7911 een prijs van 7520. N®. 13409 een prijs van 1000. 3de N®. 15955 en 12849, ieder een-prijs van f iooo. 4de N®. 24993, 17524, 15347 en 13527, ieder een prijs van f 1000. Mren. Regenten van de Nederdititsche Gereformeerde Huiszitten- en Diaconie. At men alhier, dezen Winter wederom IVarme Spijze aan behoeitigen zullende uitdeelen, waarmede een aanvang zal genomen worden op Donderdag den 26 December aanstaandegeven bij deze kennis, dat men zich ter bekoming van Bewijzen voor Aandeelen, weder dagelijks vervoegen kan bij de Binnenvader van het Huiszittenhnis. Lev oen den 17 December 1839. Namens Mren. Regenten van de Huiszittenen Diaconie-Armen H. P O T T U M. Heden beviel voorspoedig van een' ZOON, WILHELMINA JO HANNA WITTIGS, geliefde Echtgenoote van Leiden, P, J. HAAXMAN, 21 December 1839. Apotheker. Heden avond verloste mijne geliefde Huisvrouw, JOHANNA MA RIA VF.EFKIND, van eene welgeschapene DOCHTER. Leyden, 23 December 1839. A. TIELEMAN. Familie en Vrienden buiten de Stad, worden verzocht deze algemeene Kennisgeving ook als bijzondere, aan te nemen. - Heden verloste zeer voorspoedig van eene welgeschapene DOCH TER, M. BLOEM, geliefde Echtgenoot van Leyden, 23 December 1839. J. van der MARK. De Ondergeteekenden, gevoelig voor de blijken van deelneming, htm. bij hec afsterven van hunnen Vader en Behuwd-Vader, den Wel-Ed. Geb. Heer Mr. JACOBUS van der BURCH, bewezen; betuigen langs dezen thans gebruikeüjkm weg, hiervoor hunne erkentenis; aan allen toewenschen- de, dat zij zich voor bedroevende verliezen lang gespaard mogen zien. Leiden, J. G. van der BURCH. 23 December 1839. Ab. HARTEVELT Jz. UIT de HAND te KOOP: TWEE TWIJNMOLENS, ieder van 100 Spillen. Adres met franc Brieven, onder letter Z., aan de Boekhandelaars D. du MORTIER e» ZOON, alhier. By de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOONce Leyoen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 2