WEST-ÏNDIE. T U R K Y E. gevonden worden. Het blijkt tochdat de geldmiddelen der Óverzeesche Bezittingen zijn belast geworden met de voldoening van aanzienlijke sommen voor het Departement van Oorlog, zonder dat hiertoe de toestemming der Staten-Generaal was gevraagd of verkregen. Daar het gebleken was, dat de voor het Syndicaat bescemde 4 millioen niet zijn eene bijdrage voor eens maar dat hierop de jaarlijksche behoefte van die instelling moet worden be rekendvonden de meeste leden'der afd. geene vrijheid, hierin door schuld vermeerdering te voorzien. Meent men in het vervolg door bezuinigingen liec cijfer der begrooting zoodanig te kunnen verminderendat ook die bijdrage door 'de gewone middelen zal kunnen worden bestreden, zoo wist men geene enkele reden te vinden, waarom niet dadelijk die weg zou kunnen worden ingeslagen. Die leden verlangden dan ook, dat reeds van 1840 het bedrag der begroo ting, [door vermindering vooral op het Departement van Oorlog, zoodanig 'zou worden veranderd, dat op dezelve de voor 1840 van het Syndicaat be- 'noodlgde bijdrage zou kunnen gebragt worden, des noöds door de aflossing van de 4's pCcs. Obligatien-Syndicaat voor het volgende jaar te verminderen. Daar nu de meerderheid der leden van de afd. zich moeijelijk kon vereenigen 'met het wets-ontwerp, ook gelijk het thans is voorgedragen, en bij alle de 'leden eenstemmig het verlangen bestond, om tot behoud; van 'slands crediet 'de noodige middelen en ondersteuning aan de Regering te geven, werd het denkbeeld geopperdof de Regering zich zoude kunnen bepalen tot het voordragen van eene geldleening tot zoodanig bedrag, als voorloopig noodig moge-zijn, om in de behoefte van 's Rijks Schatkist te voorzien, ten einde dan, zoo spoedig mogelijk, door afdoende maatregelen, het geldelijk beheer van het Rijk definitivelijk te regelen. De vierde afdeeling wenschte een tijdstip bepaald te zien, waarop het Syndicaat zal worden vernietigd. Zij verlangde dit reeds tegen lo Julij 1840 bepaald te zien. Zij was van oordeel, dat de eventuele vermeerdering van uitgave, ten gevolge van het ontstane te kort bij het Syndicaac, zal moeten gevonden worden, zonder verhoogingen van het cijfer der begróoting, door vermindering en bezuiniging op onze gewone uitgaven. Verder verklaarde zij, dat, hoe men de handelwijze der Regering in het financiële wilde be schouwen, het eene waarheid zou blijven, dat er gebruik was gemaakt van baten, welke nog niet beschikbaar waren. Zij verzocht in het vervolg eenige mededeeling omtrent den financielen staat der Oost-Indien. De afdee. ling meent, dat onze financiële toestand van eene geruststellende vastheid ver verwijderd is, dat het tevens tijd is, s'Lands geldmiddelen te red. 'den, door het aanzienlijk verminderen van den schuldenlast, waaronder 'de natie gebukt gaat. De afd. gevoelde zich verpligt hiertegen met rond heid te betuigen, dat zij zich in de moeijelijke omstandigheden, waarin het Rijk zich negen jaren beeft bevonden, niet konden voorstellen, dat, bij het eindigen derzelven, zich eene zoo ongunstige uitkomst zou1 hebben opgedaan, en zij tot de treurige overtuiging moeten geraken, dat die om. standigheden tot het bezigen van maatregelen hebben doen besluiten, welke 'het pligtgevoel en de vaderlandsliefde van de leden der Staten-Generaal nu op de moeijelijkste proef stellen. Zij wilden zich dan ook wel gaarne met de aangename ^verwachting vleijendat de welvaart van Nederland zich van de ondervondene zware schokken geheel zal kunnen herstellen; doch zij zijn innig overtuigd dat, om dit herstel mogelijk te maken en de welvaart van Nederland duurzaam te bevestigen, eenvoudigheid en spaarzaamheid bij ons inwendig Bestuur, openbaarheid en duidelijkheid bij onze geldmiddelen, overeenbrenging onzer landmagt met de beperktheid van ons grondgebied en den vredelievenden tolwelken het ons past in het Europeesch Staten-sys. tema te spelen, en vooral ook vrijgevigheid in de wetsbepalingen, welke de bronnen van onze welvaart, handel, landbonw en nijverheid moeten regelen, steeds op den voorgrond zullen moeten staan. De vijfde afdeeling heeft met genoegen gezien, dat de Regering aan het verlangen der Kamer heeft gemeend te kunnen voldoen, door de overlegging van eene nota, waardoor het geheimzinnige, hetwelk, tot leedwezen aller leden, over de behandeling dezer belangrijke aangelegenheid was verspreid, voor het grootste gedeelte althansis opgeheven. Zij betuigde daarvoor der Regering haren dank, zoo als zij ook met genoegen heeft ontwaard, dat voldaan is aan het verlangen in onderscheidene afdeelingen aan den dag gelegd, dat in de wet het doel en de strekking der leening meer omstandig zon wor. den omschreven. Alle vorenstaande zwaarwigtige bedenkingen aan de Regering medegedeeld zijnde, hebben dezelve aanleiding gegeven tot het aan de Kamer nog indienen van de volgende Nota der Regering: De Regering vermeent nog kortelijk het navolgende in weder-antwoord te kunnen zeggen: l°. Eene nieuwe redactie van art. 4 der wet op de Oost-Indische leening wordt aangeboden, luidende als volgt: Jaarlijks zal aan de Staten-Generaal opening worden gegeven van den finan cielen toestand der Óverzeesche Bezittingen, en opgaaf worden gedaan van de zuivere opbrengst der producten en van hetgeen in het volgend jaar gere. kend kan worden bier te lande beschikbaar te zullen zijn, en zal over dit excedent bij de" wet worden beschikt; a". de verzekering wordt op niéuw gegeven, dat, nog in den loop dezer zitting, eene wet tot opheffing van het Amortisatie-Syndicaat zal worden aangeboden, en dat geene verdere geldleeningen zullen benoodigd zijn ter voorziening in het bezwaar, hetwelk uit dien maatregel voor het Rijk zou kunnen voortvloeijen30. insgelijks wordtj verzekerd, dat de 40 mill, benoodigd zijn om van de afrekening met de Handel-Maatschappij ontslagen te worden; dat voorts geene nieuwe verbind, tenissen, hetzij van voorbetaling of voorschot, hetzij van negociatien óp onderpand, of andere geldleeningen, van welken aard ook, voor of op de gouvernementsremises zullen worden aangegaan, en 40. dat de bereids gedane mededeelingengelijk het de Regering toeschijnt, alles bevatten, wat tot beoordeeling en kennis der onderwerpelijke aangelegenheden vereischt kan wordendat bovendien de tijd te kort is voor het maken van meerdere en omslagtige schrifturen, maar dat de Regering harerzijds bereid is, om ineen committé-generaal mondeling alle verdere vragen te beantwoordenen alle inlichtingen betrekkelijk de aanhangige zaak re geven, die de onderscheidene leden zouden mogen goedvinden en noodig oordeelen, ter hunner informatie 'en overtuiging, voor te stellen of te verlangen. De beraadslagingen over bovengemeld ontwerp worden bepaald op aan* staanden Woensdag, des morgens ten tien ure, terwijl er tevens aan de ver gadering kennis wordt gegeven, dat er aanstaanden Maandag, des middags ten een ure, comité-generaal zal worden gehonden, hetwelk, naar men ver- Zekert, door Z. Exc. den Minister van Koloniën en waarschijnlijk ook door idien van Financien, zal worden bijgewoond. Met den laacsten dezer maand is eervol ontslag verleend aan den Gene- ïaal-Majoor J. H. Hesman, als. tijdelijke directeur van's Rijks magazijnen van kleeding, equipering, kampements-effecten en hospitaals-fournituren te Delft, en zal daarin voorloopig worden vervangen door den gepensioneerden .Majoor M. J. Breepoels, thans administrateur van kleeding en wapening bij het 2de bataljon jagers, Zijne Maj. heeft bepaald, dat, in geval van nalatigheid in de betaling der jaarlijksche contributien aan het weduwen-fonds, door contribuabelen die "daardoor hunne deelgeregtigdheid behouden, de Departementen van Algemeen Bestuur, na de ontvangen opgave der zoodanigen, de belanghebbenden dade. lijk zullen aanschrijven en tot de betaling van hun verschuldigde uitnoodigen, zullende voor den tijd der betaling hoogstens drie maanden mogen gesteld wordenterwijl de Departementen van Algemeen Bestuur gehouden zijn van de nalatige contribuabelen dadelijk kennis te geven aan den directeur van het weduwen fondswaaropdoor de eerstvolgende vergadering der administratie van'dit fonds, tot de vervallen-verklaring van hunne deelgeregtigdheid zal \vorden geconcludeerd, of wel tot het verleenen van eenig nader uitstel, wanneer bevonden zal worden daartoe termen voorhanden te wezen. 'Deze bepalingen zijn zoowel toepasselijk gemaakt op de vroeger leges getrokken hebbende als die niet trekkende ambtenaren, provinciale ambtenaren en amb. ténaren van de Militaire AkaJemie te Breda, die in dit fonds hebben deel genomen en tot betaling eener jaarlijksche contributie verpligt zijn. Zijne Maj. heeft aan de directie van het middel der straat- en zandwegen in Zuid-Holland vergund zoo ter bestrijding van de kosten voor onderhoud dier wegen, als tot vinding van het beloop voor den afkoop der tollen daarop gevestigd, in plaats van 3139 centen per bunder te mogen heffen. Het geschenk in zilver, bestaande uit een prachtig middelstuk, twee sierlijke vazen en candelabres, hetwelk van wege deze Residentie voor HH. KK. HH. den Erfprins en Erfprinses van Oranje, bij gelegenheid van Hoogstderzelver huwelijk, bestemd is, en eerlang zal aangeboden worden, is titans voltooid, was den I2den dezer op bet Raadhuis te zién, en zal, naar wij vernemen, den i3den en I4den aldaar ter bezigtiging blijven. Vol. gens het oordeel van degenen, die dit geschenk beschouwd hebben, is het. zelve keurig en met smaak bewerkt, en doet eer aan de vinding en de uit voering van de vervaardigers, die allen in deze Residentie woonachtig zijn. In den avond van den nden dezer heeft de Baron Huyssen van Katten, dijke, Hofmaarschalk, eene groote soirée gehouden, welke, onder anderen, is vereerend met de hooge tegenwoordigheid van HH. KK. HH. den Prins en de Prinses van Oranje, en van alle de overige Prinsen en Prinsessen van het Koningtijke Huis. De léden van het Corps Diplomatiqueverschillende Ministers en andere personen van onderscheiding hebben deze luisterrijke vereeniging bijgewoond, Den isden is er een luisterrijk bal gehouden bij Z. K. H. den Prins van Oranje; morgen zal er een bal bij Z. K. H. Prins Frederik gehouden worden. Uit Rotcerdam meldt men van den 12 December: De zoo veel gerucbcs gemaakt hebbende booswicht met name Jan du Four alias Jan van Troer, ([waarvan in de Leydsche Courant van 2 December jl. N°. 144 is melding gemaakt,) is heden avond omstreeks 6 ure doOr de Politie overvallen en gearresteerd geworden. Hij was gewapend met twee geladen pistolen, welke hij met overgehaalden haan in de borst verborgen had, waar. van hij, nadat hij reeds gepaternosteerd was, er een in een oogenblik van wanhoop er uithaalde en daarmede een der agenten bedreigde, die echter gelukkigerwijze in tijds zijne hand greep en daardoor a'eenen gewissen dood is ontkomen. Men schrijft ons uit Haarlem, dat dezer dagen door den Minister van Binnenlands-ehe Zaken eenige bepalingen zijn vastgesteld betrekkelijk de ver. eischten, om te worden toegelaten in 's Rijks kweekschool voor onderwijzers te Haarlem, en zulks op de voordragt van den Inspecteur der Latijnsche scholen en van het middelbaar en lager onderwijs. In den Avondbode van Vrijdag leest men: Men zal zich herinneren, dat er, eeirigen tijd geleden, door ons is mel ding gemaakt van eene aanvraag, om concessie tot het aanleggen eener gere gelde stoomvaartdienst tusschen Amsterdam's Hage en Rotterdam. Men schrijft ons thans, dat dezer dagen door de belanghebbenden op nienw een request aan het Gouvernement zoude zijn aangeboden, houdende verzoek'; om, hangende de deliberatiën over hunne hierboven vermelde aanvraag, toe. stemming te erlangen, tot het ondernemen van proefvaarten. Uit Cnrapao meldt men van n October: De berigten nopens de vernieling der kokosboomen op dit Nederlandscbe eiland door de kermes, een aldaar onbekend insekt, zijn ongunstig. Die boomgaarden van uitgedroogde kokosboomen maken een vreemd en treurig contrast met het frische groene loof der andere boomen. Zij hebben het voorkomen van kolossale gele korenhalmen. Menig te voren belangrijk uitzigt heeft hierdoor deszelfs waarde verloren. Een ingezetene van Mare- caïbo, die zich onlangs hier bevond, zeide: „Met angst verbeiden wij op de vaste kust de aankomst dezer landplaag. Droefheid bevangt ons als wij in onze verbeelding die duizende kokosboomen, welke het zoetwater-meer van Marecaïbo omringen, daar zien staan dood en dor als zoovele uitge droogde stroohalmenl" Ondertusschen zeiden de kooplieden die van Bar celona kwamen, oostwaarts van ons gelegen, dat dezelfde sterfte, aldaar onder de kokosboomen heerschte, doch men wist niet, waaraan dezelve toé te schrijven. Daar bij kwam nog, dat de sterfte onder het slagtvee zoo wel als onder de lastdieren in Venezuela nog niet had opgehouden: die twee land. plagen drukten zwaar op Barcelona, eene stad, welke bestaat uit den uit. voer van slagtvee en gedroogd vleesch. De wetenschappelijke kennis in Venezuela is nog zeer gering, en weet men niet de oorzaak der landplagen; dan ook zijn er gèene middelen aan te wenden- De studie bepaalt zich meestal tot het aanleeren van vreemde talen; wetenschappelijke studie is er nog weinig. Kónstantinopel den 20 November. Hoewel de Fransche Afgezant, Graaf de Pentois, zich gevleid had, eenen genoegzamen invloed op de Portè behaald te hebbenzoodat zij alleen de inzigten van Frankrijk in het Oos. tersche vraagstuk zou volgen, heeft hij zich hierin zeer bedrogen, daar dezer dagen door Rechid-Pacha de verklaring aan den Frans'chen Gezant gegeven is, dat de Porie voornemens was alleen onder goedkeuring van alle of ten minste van het grootste gedeelte der Mogendheden te handelen eh zich in geen geval onder den uitsluitenden invloed van eene enkele Mo- gendheid te plaatsen, daar dit regtstreeks Strijdig zou zijn met hare vroegere verklaringen. Men verneemt uit Alexandrie van den ipden, dat geruchten, welkè wegens het sluiten van eenen vrede met de Porte in omloop wareil, gebeei ongegrond zijn, daar bet status quo vaster staat, dan immer. SPANJE. De berigten uit Madrid blijven ongunstig voor de zaak der Koningin, Men was daar overtuigd, dat Cabrera alle ondernemingen van Esparterit krachteloos maakt; de aanhangers van eerstgenoemde, Palillos en Blanco hebben zich met verschillende bataljons in de provinciën Toledo en la Mancha, die thans van troepen ontbloot zijn, geworpen; de troepen waren uit die provinciën naar Madrid geroepen, om de rust der hoofdstad te ver. zekeren. Espartero heeft in Arragoh een voorschot van een vierde belasting voor het volgend jaar gevraagd en zal hetzelve waarschijnlijk ontvangen. De stad en het fort Esterquelin Catalonie, door de Christlnos bezet, is door de troepen van Cabrera, onder Llangostero, na eene dappere verde. diging, genoodzaakt geweest zich over te geven. Het garnizoen js krijgs gevangen gemaakt; doch, tegen de gewoonte van Cabrera, aan Espartero teruggezonden, onder voorwaarde, dat die veldheer bij voorkomende gele genheid een gelijk getal Carlistische gevangenen terng zal zenden. Espartero zou thans besloten hebben, ten einde de geestdrift onder zijne soldaten, welke door het innemen van Esterqnel zeer verminderd Is, weder op te wek. kende vesting Segura aan te vallen; Nabij Solsona hadden den 14, 15 en 16 November tusschen de beide partijen gevechten plaats gehadin welke de Christinos eindelijk de over. winnig zouden behaald hebbende Carlisten zouden daarbij behalvê dè dooden meer dan 1000 gekwetsten hebben gehad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 3