A°. 1839. LEYDSCHÉ N\ (5ft. C O U R A N T» MAANDAG, i(ï DECEMBER, KENNISGEVING. ■NATIONALE MILITIE Ontslag -van dienende manschappendie daarop regt hébbén. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, Gezien hebbende art. 21 der Wet vóór dè Natiotialè Militie, van den '8 Januarij 1817, 'waarbij aan de manschappen, dienende bij de Naiionale Militie, wordt toegestaan, dat ■ingeval zijna hunne inlijvingeene der vrijstellingen mogten hebben bekomen, die bij art. 91 en 94 van gemelde Wet zijn uitgedrukt, zij daarvan ten spoedigste aangifte kunnen 'doen aan het Bestuur der Gemeente, voor welker contigent zij zijn uitgemarcheerd Roepen bij deze opzoodanige bij de Militie voor zich zei ven dienende Manschap pen, die door het overlijden van hunnen vader oj moederweduwe zijndeof door re'g- eerlijke echtscheiding hunner oudersof door overlijden van een of meer broedeisvoorge vallen na hunne inlijving, zijü geworden: Eenige wettige zonen, tevens éénige kinderen zijnde. Kostwinners van moeders of grootmoeders, weduwen zijnde, of in regten gesepareerd. Kostwinners van ouderlooze broeders of zusters. Of eenige broeder van een' onherstelbaar gebrekkigen broeder. Om uiterlijk vóór of op den 4den Januarij 1840-, schriftelijke aanvrage om ontslag met opgave der redenen, in te leveren op de Secretary dezer Stad 's morgens van tien tot twaalf urenen in de opgave almede ten duidelijkste te vermelden, bij welke Aldee- ling en Bataillon zij, door of voor wien die aanvrage geschiedt, dienende zijn; Zul lende 11a opgemelden dag, geene aanvrage ten fine voormeld meer kunnen worden aangenómeii. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, op den iaden December 1839, J. G. de Mey. Ter ordonnantie van dezelve, v, püttkamme r. rénnisgevïNg. Burgemeester en Wethouders der Stad LeVden, -=■ Gezien liet besluit van den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, van dén '2 November jl.N°. yf* 3-5- n. m. Provinciaal Blad N°, 116), houdende vaststelling 'der tijdstippen van de drie maandelijksche Inspectiën der Verlofgangersgedurende den jare 1840, en bepaaldelijk dat de eerste derzelven zal plaats hebben op den 19 February van dat jaar, en in aanmerking genomen hebbende, dat een groot gedeelte der Verlofgan gers, welke aan gezegde Inspectie behooren deel te nemen, zijn nalatig gebleven om, overeenkomstig de bepalingen van art. 176 der Wet van den 8 Januarij 1817, zich, bij -hunne aankomst met verlof, bij het Bestuur aan te melden, en anderen, door welke aan deze verpligiing is voldaan, tot heden hebben verzuimd het re?u der door hun gedepo neerde Verlofpas af te halen, door welk een en ander voor huil bij gezegde Inspectie nadeelige gevolgen zouden kunnen ontstaan Roepen bij deze op, alle de zich binnen deze Stad met onbepaald verlof bevindende Miliciens, 0111 zich ten spoedigste en wel uiterlijk binnen den tijd van veertien dagen aan te melden ter Secretarie dezer Stad, des voormiddags tusschen 10 en één ure, ten einde in het Register der zich met verlof binnen deze Stad bevindende Miliciens, te wor den ingeschreven, en het reyu der door hun overgelegde Verlofpas te ontvangen, en al- zoo zich voor alle ongelegenheid, welke bij nalatigheid ren deze, voor hun zoude kun nen ontstaante vrijwaren. Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leydenop den izden December 1839. j. G. de Me y. Ter ordonnantie van dezelve, v. püttk amme r. K E U R E. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennis van elk en een iegelijk, wien zulks zoude mogen aangaan, dat door den Raad dezer Stad, ten einde zoo veel mogelijk de instandhouding van de zoo nuttige inrigting der Schuiten-Veeren te bevorderen, en tot het heilzaam doel van Zijner Majesteits besluiten van den isten Maart en den sisten Augustus 1818, mede te werken, is bepaald: Art. 1. Niemand zal eenig vaartuig, bestemd om passapiers of goederen op vaste dagen en uren te vervoeren, mogen aanleggen of tot dat einde gebruiken, dan met in achtneming van de bepalingen voor soortgelijke inrigtingen door het Gouvernement daar- gesteldop eene boete van 50. Art. 2. Geene voerlieden zullen binnen het vierendeel uurs vóór of na het uur, be paald voor het afvaren eener trekschuit, op de veerm, straten of grachten derwaarts lei dende, andere passagiers of reizigers mogen innemen en vervoeren, dan die vooraf voor hun eigen gebruik de rytuigen dezer voerlieden besteld hebben, en daarmede aan lninne woningen of logementen afgehaald worden. De voerlieden, die andere passagiers of rei* zigers op de bovengenoemde plaatsen, en binnen den aldaar bepaalden tijd zouden willen innemen en vervoeren, zullen zulks niet vermogen te doen, tenzij zij voor het innemeh van dezelve de volle schuitevracht aan den Commissaris van het Veer zullen hebben vol daanop eene boete van f 12, en bij hei baling van 4, of bij onvermogen op eene gevangenis van drie dagen. De vastgestelde en erkende Diligences zijn hiervan uitge zonderd. Art. 3. Degenendie op dè hiervoren vermelde tijdperken passagiers aanroepen of aanhouden, om rijtuigen rer vervoer aan te bieden, zullen almede vervallen in eene boete van f 12en bij herhaling van f 24of bij onvermogen de eerste maal in eene gevan genisstraf van drie dagenen bij herhaling van vf/'f dagen. Art. 4» De rijtuigen en paarden der voerlieden, die zich aan overrreding der voren staande bepalingen schuldig maken, zullen voor de boeten en kosten aansprakelijk zijn. Art. 5. De overtredingen dezer bepalingen Zullen worden geconsratéerd bij behoorlijk Proces-Verbaal, om voor de bevoegde Regtbank te worden vervolgd, en zal de geincur- reerde boete komen ten voordeele van de Stedelijke kas. En wordt de handhaving dezes aan den Heer Directeur van Politie opgedragen Ingevolge art. 70 van het Stedelijk Reglement, zal een afschrift dezer, binnen twee maal 24 uren, gezonden worden aan H. H. Gedeputeerde Staten dezer Provincie, En opdat niemand hiervan onwetenheid zoude kunnen voorwendenzal deze worden afgekondigd en aangeplakt. Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, óp den i2den December 1839. J. G. de Mey. Ter ordonnantie'van dezelve, v. PutTkammer. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Stad, dat met den eersten Januarij aanstaandealhier in wer king zal worden gebragt bet navolgend REGLEMENT op het Verkoohen en Koopen van AARDAPPELENde verschillende Maten en bepaling omtrent de Marktbenevens de ligging der Schepen en Schuitenmet Aardappelen aan dezelve HOOFDSTUK I. Over het Verkoopen en koopen van Aardappelen, Art. i. Niemand zal binnen deze Stad, als verkooper, slijter of tn welken maniere ook, Aardappelen mogen verkoopen, tenzij hij aan den Marktmeester der Aardappelen- markt heeft doen blijken van behoorlijk patent voorzien te zijn, die hem daarvan gratis èen bewijs zal afgeven en hetwelk telken jare zal moeten worden vernieuwd. .Die ver zuimd zal hebben hieraan te voldoen, zal telkens verbeuren eene boete van drie gulden. Art. 2. De Aardappelen, welke in deze Stad zullen mogen verkocht worden, moeten goed ztjnzoodat dezelve een behoorlijk ên geen voor de gezondheid schadelijk voedsel zijn. Ter voorkoming, dat geene slechte Aardappelen hier ter Stede worden 'verkocht, 'zal «de Marktmeester der Aardappelen daartegen zorgvuldig waken, door naaiiwk'eurig té beschouwen en te keuren de Aardappelen, zoo aan de Markt rer verkoop aangebragt Wordende, als dte, welke in de pakhuizen worden opgeslagen: zullende voor zoodanige beschouwing en keuring aau den Marktmeester worden betaald één cent voor elk mud Aardappelen, welke door hem zal zijn gekeurd en daarvan door denzelven aan den eige naar of verkooper der Aardappelen een bewijs gratis worden uitgereikt. Het zal 'tfcii Marktmeester steeds vrijstaanom bij alle kooplieden de eenmaal, gekeurtfe Aardappelen op /nieuw te doen hérkeuren, mits zulks geheel gratis en buiten kóste der vérkoopers geschiede.. De Marktmeester ?al naauwkeurig toezien, dat ónder de Aardappelen/wélke ter ver koop worden aangebragt of aangebragt zijnde, in de vaar- of voertuigen overgebleveii zijnde, geene vermenging van "Soorten plaats hebben, maar ieder soort 'afzonderlijk ge houden worde. Wanneer ,de Marktmeester mo.gt bcviljden, dat de aafigevoerde Aardappelen voor men- Schetijk 'voedsel onbruikbaar waren, zullen dezelve, zónder hoogér beroepdes noods met adsisrentie der Policie ter Stede woiden uitgevoerd, en diegehen, welke zich 'tegen'dezch maatregel mogten verzetten, volgens de Wet worden gestraft. 4rt. 3. Alle verkoop van Aardappelen-, uit schuiten^ schepen, karren, wagens of «èscre vaar- of voertuigen, is binnen deze Stad, behalve -op do vastgös telde Marter, ver bóden, en vermogen deze vervoermiddelen mét Aardappelen 'alzoo nergens dan aldarfr te worden gelegd of geplaatst, op eene boete van vijf tot tien gulden. Hiervan zijn alleeii uitgezonderd schepen met bestelde of voor de verkoopers, om in hunne magazijnen, pak ofwoonhuizen op te doen, bestemde Aardappelen, en zullen deze daartoe op de geschikt ste leaplaatseiv, gedurende den tot de lossing noodigen tijdmogen verblijvenïiiiis voor zien van een gratis af te geven consent door den Marktmeester. Art. 4. Ter voorkoming van ongeoorloofde opltoopingen dei' Aardappelen, welke vail •buiten in deze Stad icr verkoop worden aangevoerd, zal niemand der Burgers of Inge zetenen, ook niet der zoodanigenwelke van buiten inkomende, hunne nering hier ter Stede drijven, zoo in persoon of door anderen, de buitenlieden, met Aardappelen in de-zé Stad met hunne schepen, schuiten, karren of wagens komende, op «enigerhande wijze vermogen te onderscheppen of doen onderscheppen, 0111 van dezelve, alvorens zij aan'de Mariet liggen, deze hunne in de jurisdictie der Stad gebragte Aardappelen te bèsprekeh veel minder op ie koopen of te doen opkoopen, of wel bij ruiling ais aiiderzins. aan. te slaan of óver te ïienien, op poefie, dat diegenen-, wélke bèvónaen of overtuigd zullen worden contrairie dezes, hetzij in persoon, hetzij door iemand andersdirectelijk óf indirccrelijk gehandeld te hebben, zullen verbeuren telken reize eerie bóece vaii vijf toe tien guldenèu Irrj onvermogen gestraft worden met eene gevangenis van éen tot drie dagen. An. 5. E11 opdat aan het vorig artikel stiptelijk zal worden voldaan, zuüea voortaah -gèene Aardappelen mogen worden ingevoerd door inwoners oT buiterrliedènhetzij 'deZelve zijn verkoopers, slijters'of teelders van eigene vruchten, dan nadat daarva-n kehuis zsl zijn gegeven aan den Marknr.ecsterbij schriftelijk declaratoir, houdende opgave van dè hoeveelueid Aardappelen, welke worden ingebragt, den datum en dcrzelver naamteeke- ningzullende echter hiervan zijn uitgezonderd alle de Aardappelen, welke door buiten- fcoópiieden met de gewone veer- óf dórpschuitén of met wagens öhder behoorlijk adres in afzonderlijke zakken tot eigen consuintie der Burgers of ingezetenen van elders wórden aangebragt. Al wie rno"t bevonden worden in ecnigerlëi opzigt hiertegen te handelen, hetzij voor- kooners, buitenlieden, warinoeziers of teelders van eigene vruchten, en zoodanig schrif telijk declaratoir niet te hebben ingeleverd, of Aardappelen mogt verkoopen, welke niet; ingevolge artikel 2 voormeld, zijn gekeurd, zal verbeuren eene boete van drie tot zes guldenen bij onvermogen gestraft worden met eene gevangenis van één tot drie 'dugen. Art. 6. Een ieder met Aardappelen ter Markt komende, zal verpligt zijn-, ten genoegè der Burgers, met zoodanige der vastgestelde maten in het groot of klein te verkoopen,, als zij zullen verkiezende prijzen der klciiicrè maten, zoovéél fnogelijk geëvertredigd aan die -der mudden of halve tnuddeh. II O 0 1'S TUK Tï.l Over de verschillende Maten, Art, 7. Bij hét ïhcten van Aardappelen zal zoowel aau de buizen als óp de markt; g'eene andere'soort van maten mogen gebruikt worden, of met dezelve gemeten, dad hierna volgt, Art. 8. Die soort van maten Zal bestaan in eene ton met ijzeren banden, eenigermatè langwerpig en vaii boven niet wijd, welke tón, tot den rand gevuld, zal moèteii inhou den de hóeveelheid van één Nederlandsch Mud. De kleinere maten zullen bestaan in geëvenredigde gedeelten van dit'mud, als: één half mudéén vierde mudéén tiende mudgenaamd tien kopen één twintigste mudgenaamd vijf kop; alles overeenkomstig de van 's Ryks wege voorgeschrevene modellen. Alle deze maten zullen door den Arrondissements-llksr behoorlijk moeten zijn geijkt eil geene andere mogen worden gebruikt, op de straffen bij de bestaande wetten daarop, gesteld. En zèl den Marktmeester moeten toezien, dat voorschrevene maten bij de me ting vólkomen zuiver zijn van aarde cn klei, en behoorlijk worden -gevuldopdat daar door de koopeVs niet benadeeld worden. Art. 9. De maten zullen zoo veel mogelijk gelijkrands moeten gevuld zijn, en zal mitsdien hét geven van overmaat of bijslag ten strengste verboden zyn. HOOFDSTUK III. Èepaling der Markt- en Legplaatsen der Schepen en Schuiten Art. 10. De legplaatsen der schepen ter Markt komende, zoo van de Burgers en In» woners dezer Stad, als van de buitenliedenzul.en beginnen in den Ouden Singel aan dé janvossenbi'ng en van daar oostwaarts Voortgaan tot aan de Zoutkeet toè Voor de kleinere of roeischuiten zal de legplaats zijn aan de oostzijde y'an dè Nieüwè Volmolengracht, en wanneer meerder plaats gevorderd wordt aan de westzijde dezer gracht; te beginnen aan de zijde Van de brug aan den Ouden Singel en zóó vervolgens den Teg- ranü 'te houden naar de aankomst der schuiten. Ook zullcïi aldaaV de wagens en karren; h iar den 'rang hurnïer aankomst worden geplaatst 'eh bij liet ontruimen van één of meer deTzelven de volgende nioetë'ii inschieten. Dagelijks vóór het openen der Markt zal de Marktmeester het getal van iille dp aan de Markt liggende schepen opnemen en vervolgeus voor dezelve laten lotenmet dien ver stande dat indien een verkooper met ineer dan één schip markt, hij voor ieder éen af. zonderlijk nummer zal trekken, alzoo er geene vulgschepén zulten Worden toegelaten; Volgens het getrokken hummer zal i'edef schip geï&ngsChikt worden, te beginnen &an dè lanvóssenbrug én zoo vervolgens; wordende de vier tot nu toe vergunde vaste legplaat^ sen ingetrokken-, terwijl er geene vaste legplaatsen meer zullen toegestaan worden. De Verkoopers van Aardappelen binnen de Stad woonachtig, welke met hunne schepen ver langen te markten, zullen dageliiks een half uur voorde aanvang der Markt, aan den Marktmeester moeten opgeven of z'ij dien dag zullen markten, ten einde voor dezehè zoude kunnen worden geloot; zullende dezelve na de loting op dien dag niet meer ter Markt worden toegelaten. Aan de Verkoopers van Aardappelen, magazijnen, pak- of woonhuizen hebbende binnen de hier boven bepaalde uitgestrektheid der markt, wordt de geschiktste legplaats ter lossing hunner Aardappelen 111. hunne 'magazijnenpak of woonhuizen, even als aan elk ander ingezetenVolgens art 3. gèvvaarborgd nuts zij hun voornemen tot zoodanige lossing, vóór den aanvang der markt, aan den Markimees- ter hebben te kennen gegeven en daartoe consent bekomen. Na dien tijd zal geene lossing dan met toestemming van den Heer Burgemeester vermogen plaats te hebbenen zullen zii in beide gevallen onmiddelijk 11a bet bekomen van het daartoe algegeven consent met' de lossing beginnen, waartoe geen kleiner maat dan de heelc mud zal mogen gebruikt worden, en ter beoordeeling van den Marktmeester, tot het einde voortgaande, zullende bij contrarie, het op een der bovengenoemde wijzen verkregen consent door den Markt meester moeten worden ingetrokken, en zij verpligt zijn deze hunne vervoermiddelen ter p'aatse door den Marktmeester aan te wijzente verleggen. Art 11 De verkoopers zullen gehouden zijn, om 111 ieder aan de markt mgend schyi of schuit,' gedurende den geheelen markttijd, een meter of verkooper te stellen, om de Aardappelen te verkoopen en bij gebreke fvan dien, verpligt zyn hunne tegplaatsen te verlaten en aan uaastvolgende schepert de plaats m te ruimen ieder op verbeurte eencr b0Art.™ d>n/wrifaópers of schippers zullen onder geen voorwendsel hoegenaaind door het plaatsen van hoornen, stokken, manden, zijlen of dei-gelijkendefl toegang van naastliggende schepeh of schuiten voor de köopers vermogen te belennheren 01 at te sim- ?en en ae v'èritoophuisjfs voor de schepen, gelijk met den wal geplaatst Aioeten worden; óp de boete van drie guldens. Zal een Art. in. Van alle deze te voren gemelde vaartuigen met Anrdappt 1 naar evenrediaheid van derzelv.er grootte,, leggeld worden be n'vaartuigbeladen tot 20 Nederlandsche mudden, tUn tints, Van 07 \J„._ fin \ran ppn scnin or vaartiu Aardappelen tér markt gebragt betaald, té wetélivan een grocer vaartuig; iVeinden'tm^oo mudden, twintig cents, en van een" schip of vaartuig boven tie 400 mud den veertin cents ™eU leggeld door of van wège de.l Marktmeester zal moeten put- vaïg'en wórden Én zullen diegenep, welke dat leggeld weigeren behoorlijk te betalen; bil eene wdere invordering gehouden zijn hetzelve, «met verdubbeling en de daar.,|..ge- Vallene kustente voldoed. De schepgn of schutten, welke hiet geheel ühtladeli ztjhj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1