A°. 1839. LEYDSCHE WOENSDAG, ^ÏCW W 01 - ér WiTrC* /W C£Woo\- j^i I *E J# ÏOTT V WKj.'X COÜRA N Tc S3 OCTOBER, NEDERLANDEN. Leyden den 22sten October. Gisteren heeft aan onze Hoogeschool de private promotie in de beide kegten plaats gehad van F. R. Spenglervan Amsterdam, met eene Disser tatie Historico-Juridica de Cinganis sive Zigeuris Men melde uit 's Gravenhage van den 21 October: Heden ten half één ure wordt de vergadering der Staten-Generaal door den lieer Mr. A. van Gennep geopend die door den Griffier der Eerste Kamer een besluie van Zijne Maj. den Koning van den 19 October jl» doet voorle. zen, waarbij hij, Mr. A. van Gennepbenoemd wordt tot Voorzitter der Eerste Kamer gedurende de tegenwoordige zitting. Deze Voorzitter, dien ten gevolge, in overeenkomst met art. 104 der grondwet', met het beleid der vergadering in deze vereenigde zitting belast zijnde, benoemt eene Commissie van achttien leden der beide Kamers, om Zijne Maj. den Koning in de vergaderzaal binnen te leiden; welke Commissie bestaat uit de heeren; Graaf van der GoltzBaron van Lynden van Hemmen RommeBaron Schimmelpenninck van der Oye, Jhr. GeversiVynaendtsJhr. Bedelf Jhr. MartiniVerwey-MejanBaron Röell van HazerswoudeJhr. CliffordJhr. BoddaertJhr. van Lynden van LunenburgVerheyenCats Baron van PVelderen RengersVyfhuis, en Jhr. van Sw in der en. De Ministers, hoofden van ministeriele departementen en leden van den Raad van State vervoegen zich in de vergaderzaal. Na een kort tijdsverloop wordt de nadering van Zijne Maj. den Koning aangekondigd, die op de wijze en met den stoet in het programma omschre-i ven, in de vergaderzaal wordt binnengeleid. Daar plaatst Zijne Maj. zich op den troon, aan welks regter en linker zijde IIH. KK. HH. de Prins van OranjePrins Frederik der Nederlanden en de Erfprins van Oranje gezeten zijn. De Koning houdt de navolgende openingsrede „Edel Mogende Heeren 1 „Bij de opening Uwer tegenwoordige zitting, kan Ik weder de verzekering geven, -dat mijne betrekkingen met de vreemde Mogendheden, bij voortduring, door onderlinge .gevoelens van vriendschap en welwillende belangstelling worden gekenmerkt. „Het Tractaat van hauael en scheepvaart met de Vereenigde Staten van Amerika, en dat van handel met de Staren van het Duitsch tolverbond, in den aanvang van dit jaar :door Mij gesloten, verschaffen nieuwe waarborgen voor de uitbreiding van den bloei van Nederland. „Van Mijne zijde worden alle pogingen aangewend, om de geheele uitvoering van net Tractaat met België te verzekeren en re bespoedigen. „De voorstellen, welke lk aan het Duitsche Bondgenootschap heb gedaan, nopens eene vergoeding in grondgebied, voor bet afgestane gedeelte van het Groothertogdom Luxemburg, zijn bereids aangenomen. Mijn Minister van Buitenlandsche Zaken zal aan Uw Edel Mog. opening geven, van de wijze waarop dat onderwerp is geregeld geworden. „Hierdoor is het tijdstip geboren, om over te gaan tot de.wijzigingen der Grondwet, die door de scheiding van Nederland en Belgic noodzakelijk zijn geworden. Eene voor- dragt tot dat einde zal aan Uw Edel Mogenden worden aangeboden. „Ten gevolge van het Tractaat met België zijn er maatregelen genomen, om de krygs- magt zoo veel mogelijk op den voet van vrede terug te brengen. Met dat oogmerk zijn de vrijwillige corpsen en de overige vrijwilligers der zee- en landmagt voor hunne bewezene diensten bedankt, en de mobiele Schutterijen ontbonden, wordt het leger te velde opgeheven, eu is ontslag verleend aan de manschappen van die Ïigtingen der Nationale Milicien, welke hunnen vijfjarigen diensttijd hadden volbragt. In het aanstaande voorjaar zal dit met de ligting van 1835 mede het geval zijn. Aan een groot gedeelte der lotelingen van latere Ïigtingen is het gewoon verlof toe gestaan. „Door een en ander nadert men het standpunt, waarop de Nationale Militie zich in gewone tijden moet bevinden, en zal het niet meer noodig zijn in de volgende ligting door eene bijzondere wet te voorzien. Ik kan van deze maatregelen niet gewagen zonder Uw Edel Mogenden te doen dee- len in het gevoel van goedkeuring en erkentenis, hetwelk Mij bezielt, wanneer Ik terug zie op de eervolle wijze, waarop de Ncdcrlandsche krijgsmagt zich in dc afgeloopene jaren van hare pligten heeft gekweten, en welke een even treffend als heilzaam voorbeeld Van trouw en vaderlandsliefde heeft opgeleverd. Het binnenlandsch bestuur blijft aan deszelfs vereischten beantwoorden. Granen en veldgewassen waren over het algemeen minder overvloedig dan gewoon lijk maar werden den landbouwer tot hoogere prijzen afgekocht. Handel en scheepvaart bloeijen. Iii het fubr ijk weien en daarmede in verband staande nuttige ondernemingen heerschte buitengewone levendigheid en kennelijke streving tot vooruitgang. Voor het openbaar onderwijs wordt met zorg gewaakt. Wcnscbclijkc verbeteringen worden niet uit het oog verloren. In wetenschappen en kunsten wordt steeds vooruit gang opgemerkt. De voortzetting der land- en water-communicatien heeft geregeld plaats. „De droogmaking van den Zuidpias van Schieland kan, wat de ontlediging van water betreft, gezegd worden voltooid te zijn. Weldra zal een aanvang worden gemaakt met de werkendie betrekking hebben tot de droogmaking van het Haarlemmer-Meer. „De voorspoed der Oost-Indische Bezittingen is steeds toenemende. Op de belangen onzer West-Indische volkplantingen blijft Mijne aandacht gevestigd. De gewone Staats-uitgaven zijn door de toegestemde middelen gedekt. De regelma tige heffing dier middelen wordt door de algemeene welvaart verzekerd. Het openbaar crediët hëgft zich staande gehouden. „Behalve de begrootingswetten, zal_er aan Uw Edel Mogenden eene wet worden onderworpen tot regeling van andere financieële aangelegenheden, in verband met de bijdragen uit de Overzeesche Bezittingen, waaromtrent Uw Edel Mogenden openingen zullen ontvangen, welke, zoo wel voor het tegenwoordige, als voor het toekomende, gunstige uitkomsten aanwijzen. „De regeling van de overschrijving van dat gedeelte der publieke schuld, hetwelk, volgens het Tractaat van Londen, ten laste van België moet komen, heeft niet die vor deringen gemaakt, welke Ik had geWenscht. „De vrijdommen voor land-ontginningen en land-verbeteringen zullen, naar Ik ver- Wacht, in deze zitting ter sprake gebragt kunnen worden. „De nieuwe Nederlandsche Wetgeving is in alle de gewesten met het beste gevolg, zonder eenige stremming voor de dienst der Justitie, ingevoerd. Hare werking gedurende Uit jaar is tnet den meest gewenschten uitslag bekroond. Het eerste boek van het Wetboek van Strafregt zal aan Uw Edel Mogenden worden 'voorgelegd. Dit gewigtig werk zal met ijver kunnen worden voortgezet, zoodra de uit slag der beraadslagingen over de beginselen, in dat eerste boek vervat, zal hekend zijn. „Bij de gewigtige belangen, welke ons gemeenschappelijk overleg zullen vorderen, vinden Uw Edel Mogenden weder ruime gelegenheidom bewijzen te geven van bedacht zaamheid en vaderlandsliefde; eigenschappen, door welke, Ik herdenk zulks met ge noegen, deze Vergadering zich, ook in de moeijelijkste oogenblikkenheeft geken- taiferkt. De trouw van het Nederlandsche Volkuitblinkende door liefde jegens zijne Vorsten en gehecht aan zijne instellingen zal ten steun zijn aan onze vereenigde pogin gen tot bestendiging van deszelfs wezenlijk geluk. E11 wanneer wij daarmede verbindeti een eerbiedig vertrouwen op den zegen des Allerhoogsten, zal het Rijk der Nederlanden bevestigd worden, en» hoewel binnen engere grenzen beperkt, eene waardige plaats blij- Ven bekleeden in de rij der Staten." Zijne Maj. werd daarop, op dezelfde wijze uitgeleide gedaan, als Zijne Maj. de zaal was binnengekomen. Op den weg zijn de Vorstelijke personen, door het gejuich der menigte, met dé levendigste blijken van geestdrift be groet. Onder de leden der beide Kamers scheen de gehouden aanspraak den raeesten indruk gemaakt te hebben. In de zaal aan de linker zijde van den troon was nog eene zitplaats voor Z. K. H. Prins Alexanderwelke echter nog niet uit Rusland is terug gekeerd, opengelaten. In de vereenigde zitting der beide Kamers, bevonden zich onder anderen vele leden van het Corps Diplomatique en inzonderheid de Prins de Chimay Belgisch Gezant bij het Nederlandsche Hof. Van den listen October. In de zitting van de Tweede Kamer der Sta ren-Generaal van heden, hebben al de nieuw benoemde leden zitting geno men, zijnde hunne geloofsbrieven door twee daartoe benoemde Commhsien in orde bevonden, ijaarna heefc men zich bezig gehouden met het opma ken van eene lijst van drie Candidaten voor het voorzitterschap, waaruit Zijne Majesteit eene keuze zal doen. Tot eerstenCandidaat werd, na twee twijfelachtige stemmingen, gekozen de heer 'an -Swinderen van Ren sum a met 26 stemmen regen den heer Schïfymelpenninckdie 24 op zich vereenig de, terwijl 1 bianeo-biljet in de stembus werd gevonden. Bij de verkiezing tot 2den Candidaat viel de stemming aldus uit: de heer Schimmelpenninck 28, Snouck Hurgronje 15, van Meeuwen 4van Tuyll van Heeze 2, Sandberg 1 en de Jonge van Campens-Nietiw,land 1 stemmenzoodac de volstrekte meerderheid zich vereenigde op 'den heer Schimmelpenninck Tot 3den Candidaat werd gekozen de heer de Jonge van Campsns-Nieuwland met 42 stemmen, terwijl de overige aldus verdeeld waren: de heer van Hoorn van Burgh 4van Meeuwen 4Snouck Hurgronje 3en van Tuyll van Heeze 1 stemmen. Deze Candidaten-lijst zal aan Zijne Maj. worden aangeboden door eene daartoe benoemde Commissiebestaande uit de heeren Schimmelpenninck Hooftvan de PollStar-Busmanvan de MortelHinlopenRengers en van der Gronden. De vergadering ging vervolgens tot nadere bijeenroeping uiteen. Bij Zijner Majesteits besluit van den i8den dezer, is Hoogstdeszelfs Kamerheer, Arnold PVillem Baron van Brienen van de Groote Lindtbenoemd tot Ridder der orde van den Ned:rlandschen Leeuw. Naar men verneemt heeft Zijne Maj. aan den 2den Luitenant D. P. Bekkersvan het regiment ligte dragonders N°. 4, een eervol ontslag uit de dienst verleend. Z. M. heeft aan de heeren Hope Cotttpbankiers te Amsterdam, vergund, om, voor rekening van de Bank der Vereenigde Staten van Ame rika en Philadelphia, bij wijze van beleening, eene, geldopneming van tien millioenen guldens te openen, en daarvoor uit te geven 10,000 obligatien, ieder f 1000, en ieder voorzien van tien halfjarige coupons van interest. Door Z. M. is onder andere vergunningen cok coegestaan, dat de be. trekking van Kantouregter met die van Secretaris te Naaldwijk, door Jonkh. TV. F. de Mauregnaultvan Griffier van hec kantongeregt met die van Secre taris der gemeente ce Voorburg, door J. Mulder, van Arrondissementsregter met die van Rector derLatijnsche scholen teBrielle, door Mr. A. E. Huys- manen van Griffiers van het kantongeregt en gemeente-ontvangers te Be. verwijk, door S. J. Schermer en te Ridderkerk door C. C. Breedero zullen mogen waargenomen worden. Bij gebroeders van Lier, boek- en steendrukkers in deze Residentie, ziet thans het licht, eene op de plegtlgheid van den dag zeer toepasselijke plaat, voorstellende den plegtigen optogc van Z. M. den Koning tot de zit- ting der Staten-Generaal. Er. wordt veel goeds van deze plaat gezegd; per sonen, koetsen, kleedingen zijn naar hec oorspronkelijke geteekend. Door de Commissie van beheer over de tentoonstelling van schilde rijen, enz., in deze Residentie, is ter kennisse van hec publiek gebragt, dat, ter voldoening aan het algemeen verlangen, de tentoonstelling nog eenige dagen zal geopend blijven, zijnde de finale sluiting van dezelve alsnu bepaald op Zaturdag, den 2 November aanstaande. De Hooge Raad heeft heden, in strijd met de conclusien van het O. M. beslist, dat bet in een regtsgeding fungeren van een cijdelijken Substituut- Griffier, geen grond cot cassatie van het uitgesproken arresc, hetwelk ook door dezen is onderteekend, oplevert. ToeD laatstelijk de beruchte diefstal op de Prinsegracht alhier'is voor gevallen, heefc men met leedwezen vernomen, dac de klapwakers het ver voer van de geldkist, in linnen omwonden, hebben opgemerkt, en niettemin daartegen niecs hebben gedaan onder voorgeven dat zij niet tot de policie behoorden of onder dezelve stonden. Thans verneemt men met genoegen dat bij besluit van het stedelijk Bestuur van heden, de klapwakers onmiddel lijk onder het opzigc der policie zijn gesteld; terwijl tevens de Commissaris der klapwakers Lucas voorloopig buiten dienst is gesteld. Van Vlaardingen wordt van den 20scen dezer gemeld: Van den isden tot heden zijn nog aangekomen 3 haringschepen, als twee te Vlaardingen, waaronder één-tweede reizer van Schiedam, en één tweede reizer te Amsterdam, te zamen met 55! lasten. Than$ zijn nog in zee, be halve twee schepen van Vlaardingen en één van Maassluis, die als jagers hebben gediend, voor de tweede .reis 31 schepen van Vlaardingen, 1 van Delfshaven, 4 van Zwartewaal, 1 van Scheveningen, 1 van Pernis, 5 van Maassluis, 3 van Enkhnizen, 3 van de Rijp en 5 van Amscerdam, en voor de derde reis 1 van Viaardingen, te zamen 59 schepen. Aan den Haarlemmer spoorweg is nog eene derde locomotive of sleep- wagen gekomen, de Hoop genoemd; Zaturdag zijn daarmede reeds voldoende proefnemingen genomen. Uit Amsterdam meldt men van den 22Sten dezer: Aanstaanden Maandag, den 28sten, des middags ten één ure, zal de Hoog geleerde heer Hugo BeijermanPhil. Theor Mag. Liet. Hum. Doctor, in de groote gehoorzaal der doorluchte schooi alhier, het hem bij gemelde school opgedragen Hoogleeraar-ambt, in de Hollandsche taal en de Vaderlandsche Geschiedenis, met eene plegtige redevoering aanvaarden. Den 4 November aanstaande zal uit hec Nieuwe Diep naar Oost-Indié vertrekken hec schip Admiraal Jan Evertsenschipper E. van Duynaan welks boord zich bevindt een detachement var\ 120 militairen; welk detache- ment zal gecommandeerd worden door den van verlof terug keerenden Kapï. tein H. Gerritsen en alsmede geleidende officieren de 2de Luitenants J. C. Am Hachez en H. Dvan TVely[benevens den chirurgijn der 3de klasse H. AU Rauman. Uit Utrecht schrijft men van den 20sten dezer: Uit het verslag van de tiende Algemeene Vergadering der Maatschappij tot bevordering der Toonkutist, verneemt men, dat alhier eene orgelschool zal worden opgerigc, met doel, om jonge lieden tot bekwame organisten op te leiden. 4 By brevet van den ifjden October jl., is de beer Willem Broedelet te Utrecht, benoemd tot Fabrikant van Z. K. H. den Prins van Oranje

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1