A°. isr>j). LEYDSCIIE COURANT. VRIJDAG, Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kenmsse tier Miliciens van de ligtingen van dé Jaren 1830 tot 1834 voor deze Stad in dienst ge steld, dat dcrzelver paspoorten, dagelijks uitgezonderd de Zondagen, des voormiddags tussclien tien en een areverkrijgbaar zullen zijn ter Secretarie dezer Stad, mits zich ^daartoe in Persoon aanmeldende. Leydenden 1.7 October 1839. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. DE MEY. Ter ordonnantie van dezelve v. PuttkamMer. NEDERLANDEN. Leyden den i7den October. Uit 's Gravenhage meldt men van den iöden dezer: Gisteren middag is er bij Z. K. H. den Erfprins groot diner gehouden, waarop onderscheiden leden van den Raad van State genoodigd Waren, en gedurende hetwelk het corps muzyltanten der afdeeling grenadiers zich heeft doen hooren. Z. M. heeft bij besluit van den pden den Med. Doctor, G. J. Mulder Lector in de Chemie te Rotterdam, benoemd tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Dezer dagen zijn door Zijne Maj. benoemd! in de provincie Holland (Zuidelijk gedeelte,) tot 2den commies ten postkancore te Gorinchem, de heer A. P. L. Machenthans 3den commies op hetzelve kantoor, en zulks in de plaats van L. L. M. Koetsveld van Ankerendie tot anderen functien geroepen is; tot 3den commies te Gorinchem, in plaats van eerstgemelde de heer G. J. Bosschartthans surnumerair by het vak der posterijen in dezelfde provincie. In de provincie Overijssel: tot controleur ten postkan, tore te Zwolle, in plaats van .7. Hooft, bij vroeger besluit eervol ontslagen, P. M. Sandberg, thans directeur van het postkantoor te Assen. In de pröv. Groningen: tot eersten commies ten postkantore te Groningen, in plaats vaa den heer N, Beets, bovengemelde heer L. L. M. Koetsveld van Ankeren, thans tweede commies ten postkantore te Gorinchem; tot tweeden commies op hetzelfde kantoor, in plaats van H. S. Gratamadie tot andere functien geroepen is, Mr B. van Hasselt, tot dusverre surnumerair van het vak der posterijen in dezelfde provincie. In de prov. Drenthe: tot Directeur van het postkantoor te Assenin plaats van P, M. Sandberg bovengemeld H. S. Gra tama, tot dusverre 2de commies op het postkantoor te Groningen. Dezer dagen zijn de plaatselijken Besturen aangeschreven, om de aan vragen der leden van de schutterijen, welke zich tot de vergadering van Ge deputeerde Staten mogten hebben gewena, ten einde, op grond van volbrag- ten 34jarigen ouderdom, te worden ontslagen, en ten Wier aanzien nog niet moge zijn beschikt, dadelijk, na de ontvangsc der aanschrijving, tot een onderwerp van behandeling ie maken, en voorisde goede regten erkend Zijnde, de belanghebbende onverwijld het genot daarvan te verzekerenzijnde dezelve besturen wijders gemagtigd, voortaan op gelijke wijze, te beschikken op alle verzoeken van dezen aard, welke nader regtstreeks aan hen mogten gerigt worden; en zulks op grond, dat het ontslag uit de dienst der laatstelijke schutterij, naar aanleiding van het bepaalde bij art. 26 der wet van den 11 April 1827, altoos van het bestuur der gemeente behoort uit te gaan, en hiertoe thans, nn de mobiele schutterijen ontbonden zijn, de medewerking van het Hooger Bestuur niet wordt vereischt, dan in die gevallen, wanneer de belanghebbenden, in het verkrijgen van gezegd ontslag, eenige zwatig. lieid mogten ontmoeten, Naar men verneemt, ;heefr de stedelijke Commissie voor de tericoon, stelling heden op nieuw onderscheidene schilderijen voor de loterij aange kocht. Het getal der nu op genoemde tentoonstelling verkochte schilderijen beloopt ruim 70 stukken. Thans is op de tentoonstelling te bezigtigen eene proeve van Daguerotype hier ter stede door den heer Portman uit Arnster dam vervaardigd, voorstellende het Binnenhof, gezien van het Buitenhof. Deze proeve voldoet veel meer dan de vroeger uit Parijs herwaarts gezori. den Daguerotypen. In deze Residentie zijn onder anderen aangekomen de Generaal-Ma joor de Favauge, commanderende de 3de divisie infanterie, en Baron Willem deRoisin, Generaal-Majoor in Nederlandsche dienst, laatstgemelde komende van en wonende te Bonn. Gisteren nacht is er op de Prinsengracht alhier brutalen diefstal ge. pleegd, namenlyk ten huize van den heer Heldewierbierbrouwer eri distil, lateur. De ijzeren geldkist, waarin f 2 il 3000, en de boeken zijn medege nomen. Men verneemt thans, dat in den afgeloopen naCht de ijzeren geld. kist, met de zich daarin bevonden hebbende affaire-boeken, aan het uiteinde der stad, is terug gevondendoch dat de gelden, die in de kist waren, daar. uit waren gestolen. Onderscheidene omstandigheden hebben zware verdenkin gen op een persoon doen rusten, die dan ook, als verdacht van eene mede. pligtigheid aan dezen diefstal, in hechtenis genomen is. inden ff De Nederlander, een in 's Hage verschijnend dagblad, kondigt heden bij Olii- uitgave van zijn 89ste nommer aan dat hij voortaan niet meer zal uitkomen. Ij Gebrek aan deelneming schijnt aanleiding tot dit besluit gegeven te hebben, -rken' I'1 het Algemeen Handelsblad van heden leest men neJ Naar wii vernemen zullen de plannen van een nieuw Beurs-gebouw van "uiN- '^en ^eer ^sc^,er np8 dete week aan den Raad ingeleverd worden, zoodat pjü) men kan verwachten dat over deze zaak thans spoedig zal worden beraad. y ilsagd. Volgens deze nieuwe plannen zoude een gedeelte van het Damrak, too als wij reeds gezegd hebben, gedempt en de beurs bezijden het Com. tiandams-huis over het paleis geplaatst worden; ruim 2/3 gedeelte van de lelve zoude overdekt, en derzelver geheele oppervlakte grooter dan de vorige zijn; aan drie zijden zonden een uitgang zijn, van voren on den Dam uur jlt hoofduitgang, en de beide andere aan den kant van het Damrak en tober 18 OCTOBER. eene dif. des, ipie- een ende 3hit.' ische telijn arde. idlin- loort. drie TËI. sdags waar- |in die van den Vijgendam; verder zoude volgens het plan de korenbeurs r het de groote beurs veieenigd, en de vischmarkc op de groote korenbeurs Verplaatst worden. ensdag j\jaar men verneemt zullen de werkzaamheden tor droogmaking van het naraid. |lijr|emmerineer met het begin der volgende maand eenen aanvang nemen; Nieu» ten wji weten dat men zich voofloopig tot de verlenging, uitdieping en omene je,breeding van het Katwijksche kanaal zal bepalen. iiverse yan jeD p|elder schrijft men van den <4den, dat dezer dagen bij ICo. ïti, kinglijk besluit aan het gemeentebestuur van Terschelling eene subsidie is :n, die ierleend van f 3,500, ter afdoening van vroeger overgenomen Dijkschulden. lieden namiddag zijn alhier) aangekomen, en aan het logement den Burg - ligestapt, Hll. KK. IIH. de Prins Maximiliaan van Estc, en de Erfprins den. Rlü'lena» mei êevolg. Men verneemt, dat de Doorluchtige reizigers, onder anderen, het mari time établissement te Wilmsoord, als ook de belangrijke zeeweringen vaii den Hond'sbossciie en Duinen tot Petten, en de aldaar aangelegd wornende palenieiter versterking der zeeweringen, zullen bezigtigen. Te Haarlem hebben HH. KK. IIH. de onderscheidene fabrijken, het museum van schilderijen, eu het orgel in de groote kerk, met een bezoek vereerd. Uit Arnhem schrijft men van den i5den, dat het lijk van den Opzigter der Rijnvaart, fungerend Ontvanger aan het I-obith, den heer Castanicn dsn uag te voren in de zoogenaamde 'Vare te Lo'.*ildi gevonden i«, hebbende de twee polsaderen doorgesneden en eene wonde aan de hals. Voornoemde leed sedert eenigen tijd aan eene groote zwaarmoedigheid. T U R K Y E. Den 23sten September is de Oostenrijksche Majoor von Hesz door den Internuntius, Baron von Stürmcraan den Turkschen Grootvizier Chosrew- Paclia voorgesteld geworden. Twee dagen later werd de Generaal bij den Sultan toegelaten, om hem de brieven van gelukwensching met zijne troons beklimming, in naam van zijnen Keizer te overhandigen; tevens hem de verzekering gevende van de voortdurende vriendschappelijke gezindheid van Oostenrijk jegens den Sultan. De Sultan moet bij deze gelegenheid bijzonder naar den gezondheidstoestand van Prins Metternich gevraagd en zich over zijn herstel verheugd getoond hebben. Onlangs hebben in de hooge staatsbeambten eenige veranderingen plaats gehad, uamenüjk Nafiz-Pacha, laatst Minister van Financien, is tot Scad-, houder van Adrianopel en /Msf-Pacha, vroeger Minister van Binnenlandsche Zaken, tot Gouverneur van Nikomedie en Bolu benoemd. A^ar/'-EfTendi zou als Gezant naar Parijs vertrekken. Uit Alexandrie waren te Konstantinopel berigten aangekomen, melden de, dat Mehemed-Ali s:andvastig in alle zijne eischen volhardde en het regc der Europesche Mogendheden, om zich met zijne zaken te beinoeijen öntkende. In de Lazarus-kerk te Konstantinopel was het lijk van eene zekere Prinses Tekeli gevonden, hetgeen, na 136 jaren in het graf te hebben ge staan, zonder eenige teeltenen van balseming te vertoonen, volkomen on» geschonden was bewaard gebleven, SPANJE. De berigten langs den gewonen weg uit Madrid loopen tot den 7 Octo- berzooals men uit de telegraphische depêche reeds weet, was de wee op de fueros met aigenieene stemmen aangenomen. Tot deze algemeenheid moet aanleiding gegeven hebben, dat, nadat er eerst hevige cooneelen in de Kamer waren voorgevallen en vooral de Afgevaardigde Olazaga hevig tegen het Ministerie was uitgevallen er door den Minister van Oorlog silaixeene rede is gehouden, in zulke gematigde en verzoenende woorden opgesteld, dat hij daardoor den heer Olazaga zoo zeer trof, dat deze, allen tegenstand latende varen, aan zijne gemoedsaandoeningen den vrijen teugel liet en den Minister om den hals viel. Weldra was de geheele Kamer in opschudding de een drukte den ander de hand, de een omhelsde den ander en ter stem- ming overgegaanwerd de wet, eenigzins, zooals bekend is, door een amen dement gewijzigd, aangenomen. Marotto bevindc zich voortdurend te Bilbao, maar hij zal naar Bor deaux vertrekken, zoodra in laatstgenoemde stad geene Carlistische Span jaarden meer aanwezig zijn; hij had eenen zijner vrienden verzocht zijne kinderen naar Parijs te bréngen, waar zij reeds zijn gearriveerd en onder bescherming van den Spaanschen Ambassadeur gesteld. Omtrent den staat van zaken van Cabrera ende hoop die voor hem in het vervolg al of niet bestaatwordt in het Journal des Débatshei volgende gelezen Eene krijgsbeweging van groöcen omvang wordt op dit oogeiiblik tegen Cabrera ondernomen. De Maarschalk Espartero is dén 8sten dezer maand, met 20,000 man van het Noorderieger, in twee colonnes verdeeld, uit Sara- gossa opgerukt, den weg, over Alcaniz en Belchite naar de bergpassen van Canravieja en Montalban Inslaande. De Generaal O'Donnelly Kapitein- Generaal van Valencia en bevelhebber van het leger van liet midden, rukt te gelljker tijd met 18,000 man, over Segorbia en Castellon de la plana, in dezelfde rigting voort. Eene legerafdeellng trekt op Teruel en een andere, die tilt Guadalaxara vertrokken is, rukt bergopwaarts tot aan de bronnen van den Taag, oin de bergpassen van Molina en Albarazins in het oog te houden. De gewezen Carlistische aanvoèder Cabanerodie in onderwerping is ge komen, vergezelt den Maarschalk, aan wien hii de naanu/keurigste narigten over de plaatselijke gesteldheid en de personev, met wie men te doen heeft, verschaft. Hij rekent er op, dat dé bataljons, die vroeger zijne brigade Uitmaakten, zich, zoodra hij in hunne tegenwoordigheid zal verschenen zijn, op zijne roepstem zullen overgeven. Cabrera heeft in der tijd Caba nero, omdat deze niet genoeg voor de zaak der geestelijkheid en der abso lutistische beginselen ijverde, afgezet, hii heeft zelfs getracht, om hem te doen gevangen nemen en doodschieten. Cabanero ontvlugtte en hield zich. schuilvoortaan evenzeer de Carlisten als de grondwetsgezinden vreezende. Sedert de bevrediging der noordelijke provinciën heeft hij zich aan de grond, wetsgezindeh overgegeven, en thans wreekt hij zich op Cabrera. Eenige andere Carlistische officieren hebben zich insgelijks bij Espartero en O^Donnell gevoegd. Zij zullen door de kennis, die zij omtrent den toestand der land- streeks en den geest der troepen bezitten, aan die Generaals zeer nuttig zijn. De strijdkrachten van Cabrera kunnen op 15 of 20,000 man worden geschat. Hij is in de landstreek tusschen Castellon de la plana, Alcaniz, Teruel en de Beneden-Ebro gelegerd; welke landstreek overal steile gebergtendie zeer moeijelijk te naderen en te beklimmen zijnaanbiedt. Hij bezit achc of tien zeer goed versterkte, kleine vestingen, waarvan de twee voornaam ste, Canravieja en Morella, bijna onneembaar zijn, of ten minste een lang durig beleg kunnen doorstaan. Reeds heeft het leger van het midden een maal, in weêrwil van deszelfs meerderheid in manschappen en geschut, voor Morella het hoofd gestooten. Al de roegangen tot deze vestingen en al de bergpassen der streek ziin door verhakkingenverschansingen en andere hin derpalen zoo veel mogelijk versperd. Cabrera kan op zulk een terrein zich lang staande houden. Hij heeft de voorzorg gebruikt, om aldaar een grooteti voorraad van allerlei benoodigdheden bijeen te brengen. Nog kort geleden beeft hij, de tegen hem gemaakte toebereidselen ontwarende, onverwachts één togt door de provinciën van Cuei^a en Guadalaxara, in Kastilie,'gedaan;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1