!5; COURANT, A0. 1830. LEYDSCHE WA T'<: is WOENSDAG, NEDERLANDEN. Leyden den 24sten September. Men meldt uit's Gravenhage, dat Zijne Maj. de Koning het stedelijk Be. "stuur te Kampen gemagtigd heeft tot het doen uitvoeren van eenige voorge. •dragen verbeteringen van het-vaarwater van Zwolle door Mastenbroek tot Kampenen vandaar langs den IJssel tot in zee, en tot dat einde goedgekeurd een plan, ter opening eener geidléening van 140,000, om die verbeteringen tot stand te brengen. 0e waarnemende Cipier der gevangenissen te RotterdamJ. van den Bergh, is benoemd tot Commandant derzelve. Aanstaanden Donderdag zal H. IC. H. Mevrouw de Prinses Albert van Pruissen naar Arasterdam vertrekken, ter bijwoning van het bal, hetwelk dien avond aldaar zal plaats hebben, en waartoe uit de Residentie ook ge noodigd zijn het Corps Diplomatique, *s Konings Ministers, de Staatsraden dn andere aanzienlijke personen. Naar men verneemt, zullen de Staten der provincie Holland, in bet begin der maand October, te Haarlem buitengewoon vergaderen, tot het ver. kiezen van drie Candidaten voor de opengevallene betrekking van Raadsheer In het Provinciaal Geregtshof van Holland, veroorzaakt door de benoeming van Jhr. de Jonge van Campens Nieuwlandtot eene andere betrekking. Ge. lijk men weet, wordt de lijst der drie Candidaten aan Zijne Maj. aangebo. den, die daaruit eene keuze zal doen. Oenïisten dezer is de tentoonstelling van schilder- en kunstwerken van lévende meester, te 's Gravenhage geopend. Dezelve werd gehouden in de zalen van het nieuwe gebouw, hetwelk voor de Teekén-Academie bestemd is en op de Prinsessegracht aldaar is opgerigt. Men was alzoo voor de eerste maal in de gelegenheid gesteld, dit gebouw eenigzins van binnen te bezigti- gén en de grootsche wijze, waarop hetzelve is aangelegd, te bewonderen. Voor het oogenblik zij het genoeg te doen opmerken, dat het gebouw, voor het gebruik, dat er heden van gemaakt is, allezins geschikt bevonden is. De zalen zijn zoodanig aangelegd, dat er voor het publiek de meeste ruimte bestaat en tevens, hetgeen in het gebouw, alwaar tot dus verre de tentoon, stellingen in 's Hage gehouden zijn, het geval niet was, dat alle de kunst, stukken zoodanig hebben kunnen geplaatst worden, dat dezelve voor een iedeT duidelijk te aanschouwen zijn en niet, door hier of daar geplaatst te •worden, verduisterd werden en aan het oog van velen onttrokken. Zij zijn in deze zalen zoodanig geplaatst, dat zij een uitnemend helder liCht ontvangen. Wat nu de tentoonstelling zelve aangaat, het geheel der kunststukken, die op dezelve geplaatst zijn, bedraagt 496, waarvan een groot aantal aan het publiek ten verkoop worden aangeboden. Inlanders en vreemdelingen heb. ben zich beijverd, de vruchten van hun vernuft, van hunnen geest, van lang. durige studie en arbeid, hier ten toon te stellen, en aangenaam was het ons op te merken, dat de stukken der vreemdelingen getuigden, dat men onzen knustzin niet te gering geschat heeft, maar dat de stukken, die door hen zijn ingezonden, over het algemeen, fraaije en zeer verdienstelijken stukken zijn, die de vervaardigers tot eere verstrekken. Zonder de groote verdiens, ten van anderen te kort te doen, zullen wij voor als nu slechts aanhalen: het stuk van N. de Keyter, te Antwerpen, de veldslag bij kórtrijk in dén jare 1302, gewoonlijk genaamd: la bataille des epèronsdat van Genisson, te Brusselvoorstellende het gezigt in de St. Paulus-kerk te Antwerpenenz. enz. Moeijelijk is het voorwaar, en wij zullen die taak heden niet ondernemen, otti bij het groot getal stukken, dat onze landgenooten op deze tentoonstellng geplaatst hebben, bij eene eerste beschouwing, de keurigste en verdienste, lijkste aan te stippen. Wij zullen ons dan ook thans bepalen met mede te deelen, dat de heeren Eeckhout, Kruseman, Pienemanenz., hunnen reeds zoo zeer gevestigden naam op nieuw hebben gehandhaafd en getoond, dat de Nederlandsche schilderschool nog uitstekende leermeesters heeft. Wij vermeenen dit verslag voor heden te mogen besluiten met hier bij te voegen; dat de tentoonstelling reeds op den eersten dag talrijk is bezocht, en dat, onder anderen, H. K. H. Mevrouw de Prinses Albert van Pruissen zich, als eene ware voorstandster van schoone kunsten, dezelve reeds heeft bezigtigd. Uit Lelden zijn stukken gezonden door: J. L. Cornet, eene wapenkamer; E. Davidson, eene dame, welke twee personen uit den burgerstand bezoekt, en ontvangst eener blijde tijding en van geschenken uit Oost-Indië; W. Flem tning, een binnenhuis met kaartspelende boeren; H. Ringeling, drie voorstel, lingen uit den romanHet slot van Loevesteinwed. IV. J. Veekmansgezigt op de Lucipara, Af. M. Verbeeteen fruitstuk, mej. E. J. Koning, twee bloemstukken. Uit Rotterdam schrijft men van den 23 September: Men verneemt, dat er een ontwerp bestaat, om alhier ter stede eene naamlooze vennootschap daar te stellen, tot oprigting eener patent-sleephel- ling op het eiland Fijenoord, aan gene zijde der Maas. Ongetwijfeld zal dit berigt door allen, die in de zeevaart van Rotterdam belang stellen, met groot genoegen worden ontvangen, daar het hun bedroevend wezen moest, in de liatste jaren zoo dikwerf te ontwaren, dat de schepen, tot de reederij dier stad behoorende, naar elders moesten vertrekken om hersteld of gekoperd te worden, hetwelk niet slechts tot groot ongemak der belanghebbenden ver. strekken moest, maar bovendien de ingezeten dezer stad van vele voordeelen beroofde, welke hun uit den aard der zaak toekwamen. Het voornemen is eene sleephelling op té rigten, hoedanlge reeds voorlang in de meeste Engel, sche en sommige andere buitenlandsche havens bestaan, waarop de schepen langs ijzeren sporen worden opgewonden, daar de ondervinding bevestigd heeft, dat deze inrigting in alle opzigten, zoo wat spoed als voordeel be. treft, doelmatiger is dan die, welke vroeger in ons land bekend waren. Men ziet het nader plan deswege algemeen met de grootste belangstelling te gemoet. Laatstleden Zaturdag heeft de Hollandsché Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen te Rotterdam hare jaarlijksche zitting gehouden onder voorzitterschap van den heer Mr. A. S. van R-esemadie eene rede voering hield over de geregtelijke welsprekendheid in Nederland. De gouden medaille aan den heer A. de Jager in het voorleden jaar toegewezen, wegens zijne bekroonde verhandeling over de aanmerkingen, in de laatste tijden tegen de ingevoerde spelling in het midden gebragt, werd aan dien heer uitgereikt. Daarna werd het naambriefje geopend van den inzender eens antwoords op de prijsvraag, over de uiterlijke welsprekendheid, die de bekrooning waardig gekeurd werd, en bleek schrijver te zijn de heer Mr. A. BogaersRidder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Aan den inzender van eene lof reden op Rembrandt werd een buitengewone zilveren eerepenning aangebo den, indien hij zijnen naam wilde bekend maken. Het voorzitterschap voor het volgende jaar ging daarna over van den heer Mr. Reesema op den heer 06' WWoöx l &5 SEPTEMBER. J. BosschaHoogleeraar te Amsterdam en het Secretariaat van den heer Mr. A. Veder op Mr. IV. J. C. van Hasselt te Amsterdam. Van Vlaardingen meldt men van den 22 September: De vorige week is geheel verloopen buiten eenig arrivement van haring, schepen in deze provincie, dat wel zonder voorbeeld is in de laatste 25 jaren. De prijzen van den haring zijn met f 1 verhoogd, en alzoo gesteld tot deh 24sten dezer op 23 den vollen en f 24 den maatjes haring per ton zeestuks; zoo als de prijszettingen altoos zijn.- Uit Amsterdam meldt men van den 23 September: Een aangenaam weder heeft heden den intogt van Hunne Koninglijke Hoog. heden den Erfprins en Erfprinses in deze hoofdstad begunstigd. Reeds vroeg was een groot gedeelte der bevolking op de been en doorwandelde, tnet blijkbare teekenen van opgeruimdheid in gelaat en houding, de vrolijk met groen, bloemen, guirlandes en vlaggen versierde grachten en straten, langs welke de trein zijnen weg zou nemen. Omstreeks 2 ure kwamen de hooge reizigers bij deze stad aan, en werden voor de Haarlemmer poort, door den Edel Achtbaren heer Burgemeester en Wethonderen, welke zich aldaar vervoegd hadden, plegtig ontvangen en bij monde van den heer Bur. gemeester begroet. Vervolgens nam de stoet, voorafgetreden door een es. kadron kurassiers den tot de intrede bepaalden weg. II lï. KK. HII. de Erf. pTins en Erfprinses waren gezeten in een open rijtuig met zes zwarte paar. den bespannen. Voor dit rijtuig bevonden zich eene en achter hetzelve nog twee caleches, waarin heeren van het hof. De trein werd opgesloten door een ander detachement kurassiers, bij hetwelk zich later een gedeelte van dit corps met muzijk, als ook de schutterij, gevoegd heeft, die vervolgens langs de Leliegracht den korteren weg naar den Dam heeft genomen. Onbeschrijfelijk was de vervoering van vreugde, met welke de menigte zich rondom de rijtuigen verdrong, om zoo digt mogelijk het paar te naderen, waarin wij de voortzetting mogen zien van dien geliefden Vorstenstam, aart welken Nederland zoo veel te danken heeft. Met de uiterste minzaamheid werden door hetzelve die blijken van geestdrift ontvangen en beantwoordt Onder verdoovend gejuich het paleis bereikt hebbende, verschenen aldaar eerst de beide Doorluchte Echtelingen en daarna's Prinsen Vorstelijke Ouders; die vroeger reeds aangekomen waren, met de jonge Prinses Sophie op hec balkon, en werden met hernieuwde vreugde-kreeten ontvangen, die even minzaam beantwoord werden. Toen vervolgens de Vorstelijke personen het balkon verlaten hadden, verspreidde zich ook allengskens de verzamelde menigte, in de verwachting dezen heugelijken dag door een niet minder big. den feest-avond besloten te zien, waartoe reeds allerwege de toebereidselen gemaakt zijn. Degenen, welke HH. KK. HH. naar Amsterdam vergezeld hebben; zijn de heeren: Graaf van der Duyn van Maasdam, Baron Huyïen van Kat tendijke, Mevr. de Gravin van Wassenaar, Gravin van HoogendorpBaron, rtes van Randwijk; Baron MackayBaron Sxoeckkaert van Schauburg, Prinses van KnobeUdorJf, Gravin van Limburg Stirum van Noordwijk, Baron Rengers van WarmenhuyzenBaron van Pallandt van Eerde, Jonkheer de Hazebomme. Uit Haarlem wordt gemeld, dat HH. KK. HH. de Erfprins en Erfprin. ses ook aldaar plegtig zijn binnengehaald, en de huizen der straten, welke HH. KK. HH. moesten passeren, met groen en vlaggen waren versierd; doch dat juist bij het doorrijden een hevige stortregen nederviel, welke de vreugde der ontelbare volksmenigte, die op de been was, stoorde, om der doorluchtige Echtelingen hare belangstelling te betuigen. Uit Assen wordt gemeld, dat het Archteologisch genootschap te Athene ook het lidmaatschap aangeboden heeft aan Zijne Exc. den heer Mr. D. J. van Ewijk van de Bildt, Gouverneur der provincie Drenthe. Onaer zijné leden telt het, benevens zoo vele berogmde, uitstekende en geleerde mah- nenden Kroonprins van Pruissen, Prins Christiaan Frederik van Denemar ken, Lord Aberdeen, Lord Ponsonby, den Admiraal Roussin, enz. enz. WEST-INDIEt Uit Curafao schrijft men van 5 Augustus: Te voren had de Roomsch Katholijke gemeente alhier slechts een kerkge bouwen wel in de stad. Dit was eene groote ongelegenheid voor de RoomscK Katholijken, die van de stad verwijderd woonden. Er was daarom eenige jaren geleden eene kerk of kapel in de west-divisie dezes eilands gebouwd, en thans wordt zoodanig eene kerk opgerigt in de oost-divisie, waarvan de gezaghebber dezes eilands op den 9 Jnlij den eersten steen heeft gelegd. Onlangs verbleef gedurende eenige dagen in deze haven het Fransche fregat l'Astréewelke aan boord had den Baron Gros, Afgezant van Frankrijk naar Venezuela; hij kwam van daar, wijl de onderhandelingen over het han. delstractaat tnsschen Frankrijk en Venezuela afgesprongen waren. Er hadden, bij gelegenheid van het verblijf van dit fregat, alhier danspartijen plaats, en de ingezetenen hadden gelegenheid, om Fransche wellevendheid en Fransche galanterie of te merken. De Caracas-Couranten bevatten eene nota van den Pausselijken Afgezant te Bogota aan den Minister voor de Binnenlandsche Zaken. De toelage, die deze Afgezant eischt van het Bestour van Columbia is enorm. De Caracas- Couranten wenschen zich geluk, dat deze kostbare Afgezant aan Venezuela geen bezoek heeft gegeven. De wet ter verbeurdverklaring van ingesmokkelde goederenonlangs in het Congres doorgegaanis buitengewoon gestreng. Men maakt hierop de aanmerking, dat, als het Bestuur de particulieren aanmoedigt, om zulke goederen zeiven aan te halen, doör dezelve hun toe te zeggen, mits dat zij de inkomende regten betalen, dit Bestnnr dan aanleiding heeft tot vechtpar. tijen en tevens aan roof- en plunderzucht voedsel geeft. A E G Y P T E. Berigten, omtrent de staatkundige omstandigheden worden In tijdingen vaii Alexandrie van den 27sten Augustus niet medegedeeld. De vloot ligt nog iii de haven en de manschappen worden goed onderhonden. - Door den onder-Koning is aan eenen Nederlander toegestaan om op de vaart van Alexandrie naar Caïro eene trekschuiten-dienst in te voeren, even als dit in de Nederlanden plaats heeft. De firman hem daartoe verleend; luidt als volgt: De houder van het tegenwoordige Banjourdi, de heer R.ons hebbendé te kennen gegeven, dat hij en zijne deelgenooten voornemens zün, schui ten door paarden te laten trekken, op den regter oever van het kanaal van Alexandrie naar Acfe, verbindt hij zich de grondstreek te doen evenent het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1