&£mcy
A". 1839.
LEYDSCBE
V
COÜKAN
MAANDAG,
'v<5>
fep :n*k&sa-~ r-
■■je' i •i J.Xj-Yr
ïy' As-;. 'vi
H A
füet S
M Tfi
'ij SEPTEMBER.
NEDERLANDEN.
Leyden den 22scen September.
Gisteren beeft alhier eene Academische plegtigheid plaats gehad, die door
hare eenvoudige maar gelukkige uitvoering, en door de herinnering, die zij
'opwekte aan de edele zelfopoffering voor de belangen van ons dierbaar Va.
derland en van onzen beminden Koning, langen tijd in aangenaam aandenken
zal blijven. Ter vofdoening aan Zijner Majesteits besluit van den 11 Jnnij
■werd, door dé zorg van H. H. Curatoren en den Academischen Senaat, het
Vaandel van de Vrijwillige Jagers der Leidsche Hoogeschooi en van het Athe
naeum te Deventer, op zoodanig eene wijze oncvangen en ter bewaring ge.
plaatst, als het geschiktst geoordeeld werd, om het edel gebruik, dat daar
van gemaakt is, in vereerende gedachtenis te houden, en om de herinnerin
gen, aan het Vaandel verbonden, tot de nakomelingschap over te brengen.
Te 12 uren verscheen in het Groot Auditorium de Prorector Magnificusde
Hoogleeraar Peerlkamp, me: den Academischen Senaat, gevolgd door den
TIeer Mr. van der Vlies, dragende het Vaandel, door den voormaligen Ka
pitein, den Baron Rengf.rs, een aanzienlijk aalual Vrijwillige Jagers en eene
Commissie Uit Heeren Studenten. Nadat Zijne Excell., de Gouverneur van
Zuid-Holland, de Graaf van der DuYn van MaAsdam, en de overige leden
van het Collegie van Curatoren hadden plaats genomen, beklom de Prorector
het spreekgestoelte, en sprak eene treffende en keurige Latijnsche Rede
voering uit, waarin Zijn Hooggel. de diensten der Leidsche Hoogeschooi,
op onderscheidene tijden aan het Vaderland in verschillende omstandigheden
bewezen, schetste, en in korte doch krachtige taal aantoonde, wat hec vrij.
willig Jagercorps, op het edel voetspoor van de Kweekelingen der Leidsche
Hoogeschooi van 1672, en van de Leidsche Jagers van 18I5, voor de vrij.
heid en regten van ons Vaderland gedaan had, en hoe het met het overwin
nend leger binnen Leuven getrokken was. Hierop begaf de Prorector, ge
volgd door den Vaandeldrager, eene Commissie uit den Academischen Senaat
en de aanwezige Jagers, in statigen opcogc zich naar de Senaat-Kamer.
Aldaar werd het Vaandel plegcig aan den Prorector overhandigd, die hetzelve
plaatste. Dit verrigc zijndekeerde de stoet naar het Auditorium terug.
De Prorector beklom andermaal het spreekgestoelte; gaf aan Curatoren en
Hoogleeraren kennisdat aan bet Besluit van Zijne Majesteit voldaan was
en dat het gedenkteeken van Vaderlandsliefde, Moed en Dapperheid op
eene plaats bewaard werd, die heilig raag genoemd worden, omdat zij de
beeldtenissen bevat van beroemde Mannen, die voor de eer van Letteren en
Wetenschappen hebben gewaakt, en verlichting en beschaving hebben doen
Uitgaan door Europa; eene plaats, die door Vorsten, vele edelen en beroem,
ce, ook buitenlandsche, Geleerden, steeds met ontzag en eerbied betreden
was. Zulk eeue eer was het Vaandel waardig van het Leidsche Jagercorps,
dat in beslissende oogenblikken de openlijke goedkeuring zijher Veld-Over
sten had mogen verwerven, en dat, in Leiden teruggekeerd, een voorbeeld
van ingetogenheid en ijver voor studiën en wetenschappen gegeven had.
Nadat de welsprekende en treffende Redevoering geëindigd was, werd de
Academische Senaat, door den Heer Mr. BeelaArts van Blokland, uit
naam van hec Jagercorps, bedankt voor de vereerende wijze, waarop hec
seeker., waarom zij gestreden hadden, was ontvangen en zou worden be.
waard. Op alle de aanwezigen maakte deze plegtigheid zigebaar eenen die.
pen indruk, en door haar is het getal der merkwaardige dagen voor Lei.
dens Hoogeschooi vermeerderd.
De Staatscourant van den 2osten dezer bevat de benoemingen van Pro.
cureurs bij den Hoogen Raad en bij het Provinciaal Geregtshof van Holland,
200 ais wij die in onze vorige hebben medegedeeld; verder de benoemingen
van de Procureurs der Arrondissements-Regtbanken in Zuid- en Noord-Hol
land, als volgt:
Bij de Arrondissements-Regtbank te 's Gravenhage: J. Schrijver, A. P. T.
Eijssell, H. Kicherer, H. L. Troost, allen Procureurs bij de voormalige Regt-
banlt van Eersten Aanleg te 's Gravenhage, en wonende aldaar, en P, A,
Hartz, Procureur bij de voormalige Regthank van Eersten Aanleg te Rot
terdam, thans als zoodanig fungerende bij de Airondissemeius-Regtbank te
's Gravenhage, wonende te Delft.
Bij de Arrondissements-Regtbank te Leyden: F. Boo.y Fz., Mr. A. A.
Dillii, J. Hazenberg, alle drie Procureurs bij de voormalige Regtbank van
Eersten Aanleg te Leyden, en wonende aldaar, en P. K. Doejj, Deurwaar.
der hij de Arrondissements-Regtbank te Leyden.
Bij de Arrondissements-Regtbank te Rotterdam: P. Commijs, C, Loch,
Mr. J. IV. Blanken, IV. S. Burger, Mr. J. Bakker, I. J, Imam, F. Ruij
chaver, J. J. Scheffier, Mr. H. J. J. Convent ten Oever, Mr. D. J. F. Bo-
gaers, F. C. Hirschmannallen Procureurs bij de voormalige Regcbank van
Eersten Aanleg te Rotterdam, en wonende de derde te Gouda, ue overigen
allen te Rotterdam.
Bij de Arrondissements-Regtbank te Dordrecht: A. kist-Ez., M. van der
Waijfort, A. den Bandt, J. van IVageningen, Anne Cornelisz., allen Procu
reurs bij de voormalige Regtbank van Eersten Aanleg te Dordrecht.
Bij de Arrondissements-Regtbank te Gorinchem: A. Cs van Harsveldt,
wonende te Leerdam, G. Blom, J. PompeM. van Aken van Renesse, allen
Procureurs bij de voormalige Regtbank van Eersten Aanleg te Gorinchem,
wonende de drie laatstgenoemden aldaar, en R. de Blij, wonende mede aldaar.
Bij de Arrondissements-Regtbank te Brielle: J. de Rouville, Mr. N. J. C.
Lette, beide wonende te Brielle, J. A. van den Broek, wonende te Middel-
harnis, M. J. de J'ongh, J. IV. Hein, beide wonende te Brielle, allen Pro.
toreurs bij de voormalige Regtbank van Eersten Aanleg te Brielle.
Bij de Arrondissements-Regtbank te Amsterdam: J. Engelbert Blomkolk.,
P. Smit, T. Asser, Mr. C. H. Kuhn, IV. Binger, A. E. de Beneditty, J. B.
Rock, H, van Eijs, G. M. Brandts, J. SobbeP. J. DammersMr. D. E,
Njkerk, Mr. I. Heilbron, II, Boas, IV. Snoek, F. T. Lublink, J. G. Mumpe.
row, Mr. E. I. Asser, en J. van Praag, allen Procureurs bij de voormalige
Regtbank van Eersten Aanleg te Amsterdam.
Bij de Arrondissements-Regtbank te Alkmaar: A. van de Velde Gerritszn.,
.7. J. de Lange, P. de Lange, J. C. Vonk, allen Procureurs bij de voormalige
Regtbank van Eersten Aanleg te Alkmaar.
Bij de Arrondissemets-Regtbank te Hoorn: A. J. Faber, P. van Geldrop
Paulus-Adolphzn., en D. Bakker, allen Procureurs bij de voormalige Regt
bank van Eersten Aanleg te Hoorn.
Bij de Arrondissements-Regtbank te Haarlem: IV. van Haarlem, Mr. J.
IV, H'illekes, Mr. F. L. IVillekes Macdonal, en Z. A. Eekhout, allen Procu
reurs bij de voormalige Regtbank van Eersten Aanleg te Haarlem, en wo-
het.de aldaar.
Men meldt nic 's Gravenhage van den 2isten dezer, dat het Zijne Maf,
behaagd heeft, op voordragt van Z. K. H. den Admiraal der vloot, hec De.
parlement van Marine te niagtigen, om aan alle zich ten gevolge der pro
clamatie van den 5 October 1830, Staatsblad N". 62), voor de dienst der
marine verbonden hebbende vrijwilligers, een eervol ontslag te verleenen,
onder plegtige dankbetuiging tevens voor hunne aan den Koning en het Va.
derland bewezen belanglooze en eervolle diensten, alsmede voor zoo verre
zij zich niet reeds met onbepaald verlof bevinden, de keuze te laten, 0:11
daarbij zulks verlangende, eene vaste verbindtenis aan te gaan, en hun, in
dat geval, bij geschikt-bevinding, foe te laten; .en om voorts onverwijld
naauwkeurig'e lijsten van alie deze vrijwilligers tè doen formeren, en die
aan den Minister van Binnenlandsche Zaken te doen toekomen, ten einde,
even als 'die betrekkelijk de vrijwilligers van de iandmagc, ter altoosdurende
herinnering in het algemeen Rijks-archief bewaard te worden.
Men verneemt, dat Zijne Maj. den heer J.deGcus, Candidaac-Notaris
wonende te Arnemuiden, benoemd heeft tot Adsistent ter kust van Guinea.
Z. M. heeft aan den gepensioneerden Luitenanc-Colonel der artillerie
J, J Nenr.yvergund om] de activiteits-uniform te blijven dragen van hec
'wapen, waartoe hij heeft behoord. t
Op traccemenc van non activiteit zijn gesteld, in afwachting van pen
sioen, van het wapen der infanterie: de Colonel Naudascher, de Majoors
Schuller en Éichholt'z, de Kapiteins StreugnaertsBos, de Graaff, Pippenghe-
gin, Ramm, Oderkerk, Bunsz, Troester, Staal, Portegies, de Lava, Mum-
beig. Schudt, Russert, de Basserodede Beaumont, Brumsterde, van der
Hart, Julien la Motte, Harit, HumannVerheijden en Jannette.
Krachtens daartoe verstrekte magtiging van Z. M., is aan de respective
heeren Gouverneurs te kennen gegeven, dat, ofschoon de wet bepaald heefc
dat al de bij art. 28 aangeduide merken door eenen beëedigden ijker op de
zeepvaten zullen worden gesteld, het Hoofdbestuur wel geneigd is om aan
de.fabrijkamen te vergunnen, zelve hun eigen merk op de vaten te stellen,
'onder de volgende bepalingen: dat daardoor in geenen deele zal worden af
geweken van de verpligting, bij het éde lid van art. 28 der wet van 4 Mei
1832 Staatsblad N'. 13) "n de Zeepzieders opgelegd, om een afdruk van
hun merk ten kantolé van den ontvanger der accijnsen over te leggen, als
mede otn daarin geene verandering te brengen zonder schriftelijke kennisge.
ving kan den ontvanger; dat de zeepzieders een register zullen houden, op
denzfelfden voéc als zulks aan de ijkers is voorgeschreven der door hen ge
dane brandingen, hetwelk door Een maandelijks, of zoo dikwijls zulks moge
worden verlangd, aan den Rijks controleur ter verificatie zal worden over
gegeven, en dat zij zich zullen onderwerpen aan zoodanige maatregelen van
Voorzorg, als de administratie in der tijd zal noodig ooideelen.
Daar thans voorzien is in ue godsdienstige behoeften van de Israëliten
ih de koloniale gestichten der maatschappij van weldadigheid, en het vroe.
ger daaraan bestaan hebbend gebrek welligc hier of daar aanleiding gaf tot
eene minder naauwgezette uitvoering der tot wering van de bedelarij be
staande maatregelen, ten aanzien der Israëliten, zijn de heeren Gouver.
neurs, door Z. Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken, dezer dagen,
uicgenoodigd, om de noodige maatregelen te nemen, opdat met die aanlei-
ding ook de bedoelde uitwerking ophoude, alzoo er nu althans geene reaeri
meer kan geatht worden te bestaan,om welke, ten opzigte van het ple
gen van bedelarij ten alnzien der Israëliten, eenige mindere waakzaamheid,
dan met betrekking tot eenige anderen,.zou worden uitgeoefend,
Reeds Stijn er onderscheidene, tot het Hof beboerende personen en bij.
Zonder bedienden, uit de tfesidentie naar Amsterdam vertrokken, om aldaar j
bij gelegenheid van de komst en het verblijf van HlL KK. HH. den Prins
én de Prinses van Oranje en HH. KK. HH. den Eifjirins en de Erfprinses
in de hoofdstad, aldaar dienst te doen.
Ook zijn er reeds verschillende prachtige rijtuigen, inet fraaije paarden
bespannen, ten gebruiken van Hoogstdezelvennaar Amsterdam vervoerd.
Uit Rotterdam meldt men van oen 20 September:
Met genoegen verneemt men, dat de diëtist der Stoomboot-Maatschappij,
tusscben deze stad en den Rijn, binnen kort weder eenen aanvang zal ne.
men; daar men zich nog wel herinneren zal, dat dezelve voor een paar maan-
den geleden van de zijde der Prnissische Regering gestremd werd; doch het
tnans stellig zeker is, dat dezelve door haar wederom is opgeheven.
Uit Amsterdam meldt men van den 20 September:
Het genoegen gehad hebbende de festiviteiten van dêti eersten der beide
plegtige inwijding-dagen van den ijzeren spoorweg van Amsterdam op Haar
lem, op héden bij te wonen, mogen wij, daar de tijd ons dringt kort te zijn,
in haast het volgèndè daarvin ter neder stellen. De plegtigheid is tot uiterst
genoegen van allen, die dezelve hebben bijgewoond, uirgetoopen. De ge.
bouwen aan het Amsterdatnscbe station, waar de genoodigden verzocht wa-
ren, bijeen te komen, waren even als de rijtuigen, op eene eenvoudige,
maar tevens niet minder smaakvolle wijze, met draperie der nationale kleuren
versierd en boven de eerstgemelde prijkten bovendien, zoo als natuurlijk was,
de nationale vlaggen. De genoodigden allengs bijeen geltomen zijnde, namen
de Afgevaardigden uit de landelijke en gewestelijke Koloniënalsmede H. E. A.
de heerèn Burgemeesceren van en Afgevaardigden uit de Regeringen der bei.
de steden, derzelver plaatsen in de, in het midden van den trein geplaatste,
bijzonder fraaije diligence; de overige genoodigden plaatsten zich allen in de:
vérdere chars-h-bancs en waggons; met de diligence te zamen een trein van
tien rijtuigen, die tusschen de 250 en 300 personen bevat zullen hebben.
De beide stoomslepers de Snelheid en de Arend werden gébruikt tot het voe.
ren van den tréin. Aan het Amsterdamsche station had post gevat de muzijk
der Amsterdamsche Schutterij en bij het afrijden vulde een deel van dezelve
den eersten waggon, om zich vöti tijd tot tijd ook onder ureg te doen hoo.
ren. De Haarlemmérweg, zoo in de nabijheid van Amsterdam als van Haar.
lem, stond opgepropt van aanschouwers, zoo in rijtuigen als te paard en te
voet. De heenreis werd voibragt in 35 minutenhieronder begrepen, eenig
oponthoud, veroorzaakt door liet voor één oogenblife loslaten van den voor
sten stoomsleper, waardoor de trein eerst iéts van zijnen gang verloor en
daarna zelfs een oogehblik moeSc stil houden, ofo den losgelaten hebbende
stooTiislepef, wéder vast te hechten.
Te Haarlem werd men door de muzijk der schutterij opgewacht, vertoefde
aan het station den benoodigden tijd óm alles tot de tehuisreis gereèd te ma,
ken, en nam hierop den terugtogt wedèr aan, denzelven volbrèngende in 33'
minuten, daaronder wederom begrepen een kort oponthoud, doordien er iets
in den weg was liggend, waardoor de trein een oogenblik zijne vaart verloor.'
Aan het Amsterdamsche stacion terug gekomen, werd men opgewacht met
een wel voorziene en goed ingerigte collation, waarvan een ieder zich naar