Des aVonds werd er in den schouwburg een bij die gelegenheid vervaar,
digd stuk van den Groninger Advocaat '7. P. Tresling, de zegepraal van Gro
ningen of het heiwerk van Neér/ands vrijheid in 1672, ten tooneele gevoerd.
„Gedurende den avond," aldus eindigt het verslag, „en een groot gedeelte
van den nacht zijn duizenden zwervers en andere onschadelijke vuurwerken
afgestoken, en hebben zich verschillende gezelschappen gevormd, 0111 in
onderlinge vrolijkheid en genoegen eenen dag te besluitenwelks viering
met niet minder geestdrift en vreugdebetooning heeft plaats gehaddan onze
voorouders op denzêlven gewoon waren aan den dag te leggen."
T U R K Y E.
De Porte zou uit Alexandrie het berigt ontvangen hebben, dat Mehemed-
Aii de Turksche vloot begon te ontwapenen, waarover de manschappen de
grootste ontevredenheid aan den dag legden. Mehemed zou aldus de vorde
ring van het teruggeven der vloot zoeken te ontwijken of op de lange
baan schuiven.
In een bijzonder berigt uit Alexandrie van den 5 Augustus, te Parijs
aangebragt, wordt gemeld, dat de Consuls der vijf Mogendheden aan Mehe
med-Ali bekend hadden gemaakt, dat de Sultan de bemiddeling dier Mogend
heden in de Oostersche zaken had aangenomen. Mehemed zou daarop van
zijne vredelievende gevoelens omtrent den Sultan hoog hebben opgegeven
zeggende het te bejammerendat de voorwaarden van vredewelke hij aan
de Porte gezonden had, niet zijn aangenomen geworden; tevens betuigende,
dat hij van dezelve niet kon afgaan.
Ondertusschen bevat de Augsburgsche Zeitung, onder dagteekening van
20 Augustus, uit Triest een berigt, te kennen gevende, dat Mehemed-Ali
werkelijk reeds de bemiddeling der Mogendheden aangenomen had, doch
onder zekere voorwaarde, namenlijk de erfelijkheid van het Pachaliek van
Aegypte en Syrië en de verwijdering van Chosrew-Pacha uit het gebied.
In eenen brief, welken Mehemed-Ali aan de Pacha's onder zijne be
heering geschreven heeft, betuigt hij in het breede zijne gehechtheid en
trouw aan den jongen Sultan, betreurt de noodzakelijkheid, welke Ibrahim-
Pacha gedwongen heeft aan de troepen des Sultans eenen voor dezen nood-
lottigen slag te leveren, en werpt de schuld daarvan, zoowel als van alle
andere rampen, die sedert eenige jaren het Turksche Rijk getroffen hebben,
geheel op Cterak-Pachadien hij beschuldigt van sedert geruimen tijd geen
ander oogmerk te hebben, dan de ontbinding van het Rijk voor te bereiden.
Daarna gaat hij aldus voort: „Alle deze euveldaden zijn onbestraft geble
ven. Thans heeft hij zich andermaal op den voorgrond gesteld en gezegd:
„ik en geen ander;" thans, nu onze genadige Souverein nog zeer jong is,
viert Chosrew-Pacha aan zijne hartstogten den teugel en legt ze aan den dag
door handelingen, die onmisbaar tot verderf der natie moeten leiden. Wan
neer men opmerkzaam het gedrag gedeslaat. dat hij tot hiertoe gehouden
heeft, dan kan men gemakkelijk voorzien, wat hij in het vervolg doen zal.
De Admiraal Achmed-V ocba is de eerste, die uit zijne verledene handelin.
gen eene gevolgtrekking voor de toekomst gemaakt heeft. Chosrew-Pacha,
zeide hij tot zich zeiven, is een gevaarlijk wezen: zal ik de vloot, die
Z. H. met zoo veel moeite vormde, in de tegenwoordige omstandigheden
aan eenen man overgeven, die weldra vernielen zal, wat met zoo veel
moeite daargesteld werd? Neen, ik zal mij naar Alexandrie begeven; de
beide vloten des Rijks zullen zich vereenigendit is het middel om den
Souverein en de natie nuttig te dienen. De officieren der vloot deelden bet
gevoelen van den Admiraal, en acht dagen vóór de dagteekening van dit
schrijven zagen onze oogen 25 Keizerlijke schepen de reede van Alexandrie
versieren. De beide thans vereenigde vloten kruisen voor de haven; zij be»
hcoren beide- aan Zijne Hoogheid."
SPANJE.
Telegraphische Depêches.
Bayonne, 27 Augustus, des avonds.
Men schrijft uit Passagosdat Durango in de magt der Christinos is
gekomen. Êspartero bevindt zich te Durango. Don Carlos en Marotto met
25 bataljons en 10 escadrons hebben post gevat bij Campozar en el Gueta,
alzoo de linie van Bergara naar Elorio afsnijdende.
Bayonne, 28 Augustus.
Don Carlos heeft den 2Ósten te Villareal eenen grooten raad vereenigd, om
te raadplegen over de omstandigheden.
Êspartero heeft den 22Sten de linie van Vittoria naar Durango overweldigd,
alwaar hij zich heeft gevestigd, en de Generaal Castaneda heeft de sterkten
van Jadupe d'Azaraldo bemagtigd, zoodat hij met Êspartero in verbinding staat.
De artillerie en de forten, welke de Carlisten op die linie bezaten, zijn
in de magt der Christinos.
De Spaansche Minister van Financien Ximcncsis door den Prins de Ri
vera vervangen.
De Carlisten zouden, volgens de Madridsche bladen, in de provincie
Guadelaxara, onder Cabrera, zeer grooten voortgang maken.
CDonnell heeft het kasteel en het fort van Tales, zooals hij gezegd
had, na eerst al het vervoerbare uit hetzelve te hebben laten wegvoeren,
in de lucht doen springen en is daarna met zijne troepen afgetrokken.
Het Fransche blad ie Commerce bevat een verslag omtrent den tegen-
woordigen toestand'der Carlisten, waarvan wij het volgende overnemen:
Er hebben thans in de Basko-Navarresche provinciën zwaarwigtige gebeur,
tenissen plaatswaarmede de Madridsche dagbladen zich nu eerst beginnen
bezig te houden. De zaak van Don Carlos is verloren; er heerscht verdeeld
heid en moedeloosheid onder zijne aanhangers; zij zouden de wapenen wiüen
nederleggendoch zij zoeken te Londen of te Parijs waarborgen voor hunne
veiligheidwant zij durven zich op de goede trouw hunner vijanden niet
verlaten. Zoo Frankrijk thans wilde, zou de burger-oorlog binnen veertien
dagen geëindigd zijn, en het Kabinet zoudë daartoe niet eens noodig hebben,
een leger te doen voortrukkenhet zoude slechts opregt en loyaal behoeven
tusschen beiden te komen en zich borg stellen voor de uitvoering des tractaats.
De tegenspoed van Don Carlos is hem aanvankelijk van buitenslands geko.
men. Rusland heeft hem verlaten, hem zijne betrekking onttrokken en gel
delijken onderstand geweigerd. De Pretendent aldus aan zijne eigene krachten
overgelaten, of althans nog slechts op den flaauwen onderstand van eenige
Italiaansche Staten rekenende, die met de geheime goedkeuring van Oosten-
rijk handelen, heeft zijn gezag allengskens zien afnemen. Men weet, dat
zijn klein hof een brandpunt van intrigue en dat zijn_ aanhang de kortston
dige van twee eikander vijandige partijen is. De Castilianen ot absolutisten
droomen slechts van eene herstelling der inquisitie, en willen ieder oogen-
blik, op gevaar van overwonnen te worden, op Madrid aanrukken. De pro
vincialen integendeel, verdedigen hunnen grond en hunne privilegiën; zij
beschouwen zich als vreemd aan Spanje en verlangen geenzins de overove-
ring des lands te beproeven.
Zoo lang de krijgskas van Don Carlos door het Noordsche geld werd ge.
stijfd, genoot de Castiliaansche partij een zeker overwigt; zij had den Pre
tendent en zijne Ministers voor zich; zij was het, die bevelen gaf, en van
daar die expeditien, welke nogtans van niets dan van hare zwakheid hebben
blijken gegeven, hoeveel schrik dezelve ook, zelfs tot voor de poorten van
Madrid, hebben ingeboezemd. Thans zijn de Castilianen overwonnen; de
provincialen zegevieren; het zijn de Junta's, die regeren en besturen. In
Frankrijk begint men de organisatie van die kleine Staten-vergaderingen te
kennen. Ieder gewest heeft zijne vergadering, Junta genaamd, en het is de
Junta die de belastingen doet innen, de uitgaven regelt en de bevelen uit
vaardigt, zonder er van iemand te ontvangen. Don Carlos bevindt zich in
het midden van een klein aantal personen, die hem van nabij ongeven,
houdt zich bezig met godsdienst-oefeningen, terwijl hij leeft van de de rj.
tions, welke de provinciën hem verschaffen, want de Prins ontvangt rations
even ais de minste zijner officieren.
DüITSCHLAND.
H. K. H. PrinsesFrtderik derNederlanden is, benevens hare dochter Prinses
Louize, den 25sten Augustus, uit Silezie in Berlijn aangekomen.
Z. K. H. Prins Albert van Pruissen is den aysten uit Berlijn naar Bo
rodino in Rusland vertrokken, alwaar eene groote wapenschouwing moet
plaats hebben.
De Aartsbisschop van Gnezen en Posen is door het Hoog-Geregtshof
in Posen aangemaand geworden, om de kosten te voldoen van het tegen hem
gevoerde proces, onder bijvoeging, dat, bij geval van niet voldoening, vol.
gens de wet tot parate exsecutie zal worden overgegaan. Het antwoord ecli-l
rer van den Aartsbisschop Is weigerend geweest, te kennen gevende, dat,
daar hij de bevoegdheid der regtbank niet erkende, om zich met kerkelijke
zaken te bemoeijen, hij ook zijne veroordeeling niet als regtmatig beschouwde
en dus de kosten van het proces door hem niet zouden worden voldaan,
Tot nogtoe is aan de eischen van het Hoog-Geregtshof geen verder gevolg
gegeven.
De grooihandel van de Frankforter herfstmis heeft den a8sten eenen
aanvang genomen; de handel in sommige artikels was zeer uitgebreid.
Het Pruissische leger teic thans 9733 officieren, van welke 6335 tot
het staande leger, 114 tot de onderscheidene invaliden corpsen en 3284 tot
de landwehr, eerste en tweede klasse, behooren. Daaronder telt men twee
Veldmaarschalken, als de Hertog van Wellington en de Graaf van Ziethen,
beide echter honorair12 Generaals der infanterie, 34 Luitenant-Generaals
81 Generaal-Majoors, 118 Colonels, 71 Luitenant-Colonels, 550 Majoors,
1456 Kapiteins en Ritmeesters, 1322 eerste en 7102 tweede Luitenants. Bijl
de armee bevinden zich 335 artsen van den eersten rang, aan welker hoofd
is geplaatst de lijfarts des Konings, Dr. von IVibel. Het getal der justitie—
personen bij het leger bedraagt 81 auditeurs. Burgerlijke personen bij de
militaire administratie zijn slechts 9 in getal, te weten 9 krijgsraden. De
Generaals en Stafofficieren zijn met vele Pruissische, Russische en andere
orden versierd. De Zwarte Adelaars-orde bezitten, behalve de Koninglijke
Prinsen en andere Vorstelijke personen en de Hertog van Wellington, slechts
6 Generaals. De andere Generaals hebben de Roode Adelaars-orde.
Ook is er thans in het leger eene Persische Zonnen-orde met brillanten
welke de Vleugeladjudant des Konings, Colonel von Rauch, bezit, bene.
vens vijf Turksche, Nischan-Isteschart. Dat buitendien alle overige Europe,
sche orden in de armee voorkomen, verstaat zich van zelve. Onder dezelve
zijn de Russische de talrijkste; daarentegen merkt men op, dat er slechts
weinige Oostenrijksche bij het Pruissische leger worden aangetroffen.
Op de tentoonstelling van schilderijen van levende meesters, injunij II.
te Keulen gehouden, zijn ook, zooals gemeld is geworden, onderscheiden
stukken van Nederlandsche meesters aanwezig geweest. Onderscheiden dier
stukken zijn verkocht geworden, als van Bakhuizen, voorstellende een land.
schap met koebeesten voor ƒ400, van Troost, een Oost-Indisch landschap
voor 280, van Hoppenbrouwereen Geldersch landschap voor ipo enz.
Te Christiania had men in den nacht van den 13 Augustus eene zware
koude gehadzoodat de weiden met rijp overdekt waren en vele planten
schade hadden bekomenmen vreesde treurige berigten uit de bovenlanden
te zullen ontvangen.
Nog schrijft men van die plaats van 16 Augustus, dat de Koning vol
gens een besluit, dat den i3den door eenen renbode uit Stokholm was
aangebragt, de Storthing had ontbonden. De Koning had aan vier door de
Storthing aangenomen besluiten zijne goedkeuring geweigerd. Hij heefc
daarbij de voorslag gedaanom eenige verandering in zes paragraphen van
de grondwet te maken, welke het Koninglijk gezag en den invloed der Re
gering te zeer beperken. De beraadslagingen hierover zullen in eene volgende
Storthing geopend worden.
GROOT-BRITANNIE.
Londen den 28 Augustus. Hare Maj. de Koningin heeft gisteren hec
Parlement met eene aanspraak gesloten. Op haren plegtigen togt naar de
vergaderzaal heeft het volk hier en daar de Koningin uitgejouwd, hetgeen
echter door de politie-beambten, door gebruik te maken van hunne stokken,
belet is geworden. De aanspraak van de Koningin luidt aldus:
Mylords en Heeren
Daar de openbare werkzaamheden tot een einde gebragt zijnheb ik thans den ann-
genamen pligt te vervullen, om u van uwe langdurige en door werkzaamheid gekenmerkte
bijwoning van het Parlement te ontslaan.
Ik verbeug mijdat een cindverdrag tusschen Holland en Belgicwaarover onder
bemiddeling der vijf Mogendheden is onderhandeldde geschillen tusschen die beide lan
den beslecht en den vrede van Europa tegen gevaren, waaraan deze zoo lang blootgesteld
is geweest, beveiligd heeft. Dezelfde overeenstemming, die deze ingewikkelde vraagstukken
tot een vreedzaam einde bragt, heerscht met opzigt tot de zak§n van het Oosten. De
vijf Mogendheden [zijn alle evenzeer vast besloten, om de onafhankelijkheid en de on
schendbaarheid van het Ottomannischc Rijk te handhaven; en ik vertrouw, dat deze
eensgezindheid eene voldoende schikking zal verzekeren omtrent zakendie voor geheel
Europa van het grootste gewigt zijn.
„Het heeft mij het opregtste genoegen verschaft, in staat geweest te zijnom eene
verzoening russchen Frankrijk en Mexiko te helpen tot stand brengen. Daar mijne aan
dacht steeds op hec bewaren van de zegeningen des vredes voor mijne onderdanen gerigt
isben ik ten hoogste verheugdals ik mij eene gelegenheid ten nutte kan makenoin
misverstand tusschen andere Mogendheden weg te nemen.
Ik heb onlangs niet den Koning der Franscben eene overeenkomst geslotenbere
kend, om aan de geschillen een einde tc maken, die in dc laatste jaren tusschen de vis-
schers van Groot-Britannie en van Frankrijk ontstaan zijn. Deze overeenkomst zal,
daar zij aanleidingen tot twist wegneemtstrekken om het verbond tusschen de twee lan
den, dat zoo voordeelig voor beiden en zoo bevorderlijk aan de algemcene belangen van
Europa is, op hechtere grondslagen te vestigen.
Met volharding zal ik voortgaan in bet voeren der door mij aangeknoopte onderhan
delingen, ten einde alle de Mogendheden der Christenwereld tc overreden van in een al
gemeen verbond voor de geheele uitdelging van den slavenhandel te treden en ik ver*
trouw, dac, onder den zegen der Voorzienigheid, mijne pogingen voor eene zoo regt-
vaardige zaak met eenen gunstigen uitslag zul'en worden beloond.
Ik betreurdat de oneenighedendie tot de verwijdering van mijnen Gezant van
bet Hof van Teheran hebben geleid, nog niet door de Persische Regering op eene vol
doende wijze uit den weg zijn geruimd,
„Met het doel om de verbindtenissen te vervullen, waarvan ik u bij de opening der
tegenwoordige zitting kennis heb gegeven, beeft de Gouverneur-Generaal van Indic een
legei zich aan de andere zijde van den Indus in beweging doen stellenhet strekt mij
tot veel voldoening, in staat te zijn van 11 tc verwittigen, dat tot nu toe geen tegenstand
aan het voortzetten dier onderneming geboden is; en daar is alle reden oin te hopen, dat
de gewigtige doeleinden, voor welke deze krijgsverrigtingen ondernomen zijn, ten laatste
bereikt zullen worden.
Ik heb met veel goedkeuring de oplettendheid ongemerkt, die gij aan den inwendi-
gen toestand van liet land geschonken hebt. Ik hecht geheel mijn zegel aan de maatre
gelen, die gij voor het bewaren der orde, het beteugelen der misdaden, en liet beter be
heer der geregtighcid in deze hoofdstad beraamd hebt; en ik heb eene hartelijke goed
keuring verleend aan de wetten, die gij mij tot vestiging eencr meer afdoende Policie-
magt in dc steden, waar dit meer bijzonder vereischt werd, en tot het bereiken van het
gewigtig doel cener algemeene uitbreiding van het burgerlijk gezag in het land, hebt
aangeboden.
Mijne Hef.ren van het Huis der Gemeenten
Fk dank u voor den ijver en de bereidwilligheid, met welke gij dc onderstandgeldcn
voor de dienst van bet jaar hebt toegestemd.
Het is met voldoening, dat ik tot de vermindering van bet tarief der brievenporten
mijne toestemming gegeven heb. Ik vertrouw, dat de te dezen aanzien doorgegane wet
eene opbeuring en aanmoediging voor den handel zal te weeg brengen en dat zij door
het gemakkelijker maken vin het onderling verkeer en van de briefwisseling, de bron van
vele maatschappelijke voordeelen en verbeteringen zijn zal. Ik heb bevelen gegeven toe
liet doen der voorbereidende stappen, opdat zoo spoedig tot dit oogmerk vereisen ie
nasporingen en schikkingen haar vol tfeslag zullen hebben erlangd, aan dc bedoelingen
van het Parlement voldaan worde.