A0, 183». LEYDSCHE VRIJDAG, ('K' - ■.•X-sjs 'Cl\ *-w<: -nc^ 101. COURANT. 23 AUGUSTUS. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen raits deze ter ken- toisse van de belanghebbenden, dat bij Hun Ed. Achtb. van den Heer Controleur der Directe Belastingen, is ontvangen het tweede Aanvullings-Kohier der Personeels Belasting vaii de vier laatste Wijken dezer Stad, over den dienst van 1839 en 1840, welke op den 17den dezer maand is executoir verklaard, en dat dezelve aan den Heer Ontvanger is verzonden. Leydenden 22 Augustus 1839. J. G. de Mey. Ter ordonnantie van dezelve, VAN PüTTKAMMER. De Schutter vin het Bataillon Mobiele Drentsche Schutterij, WILLEM HAKKERT, gelieve zich te vervoegen ter Secretarie dezer Stad, NEDERLANDEN. Leyden den 22Sten Augustus. Heden wordt alhier de derde verjaardag van Z. K. H. PrinsWillem Frederik, Zoon van HH. KK. HH. Prins en Prinses Frederik der Nederlandenop de gebruikelijke wijze gevierd. H. K. H. Prinses Albert van Pruissen is heden morgen vroegtijdig deze stad gepasseerd en op het Huh ten Bosch aangekomen. Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden wordt heden nog in de Re sidentie verwacht. Zijne Maj. zal derhalve Hoogstdeszelfs geboortedag in het midden van zijne kinderen en kleinkinderen doorbrengen. Zijne Maj. heeft den 2den Luitenant H.D.vanWeüjvan de 13de af. deeling infanterie, in zijnen rang er. anciënniteit overgeplaatst bij het leger in Oost-Indië. Aan de belanghebbenden is bekend gemaakt, dat op den 24 Augustus van des a onds 6 ure, tot middernacht, uit hoofde der plaats hebbende illuminatie, de groote weg door het Bosch bi) *s Gravenhage, van oe Ko. ningsbrug tot aan den boschwachter, zal zijn afgesloten, en dat mitsdien de passage voor de rijtuigen zal moeten plaats hebben, gedurende dien tijd, door de laan, loopende langs de Maliebaan over de Benoordenhoutsche brug. In het Journal de la Haye leest men: Voor eenige dagen hebben wij, ingevolge eenen brief uit Toulon, gemeld, dat men zich onledig hield, om in de naven dier stad eenen, dpor een' offi. cier der Ifransche marine uitgevonden, toestel te beproeven, strekkende om naar willekeur de raderen der stoomvaartuigen onafhankelijk van de machine te maken. Men verzeken ons dat deze toestel, waarop in Frankrijk door deszelfs uitvinder, den heer Janvier, een octrooi is gevraagd en verkregen, in Nederland is ingevoerd door den heer Melineauwelke hetzelve heeft medegedeeld aan onderscheidene Hoilandsche fabrijkanten van stoomwerk tuigen en machines, en slechts den uitslag der proefnemingen van den heer Janvier afwacht, om de invoering hier te lande daarvan voor te stellen. Wij zullen later misschien gelegenheid hebben om op deze belangrijke inno. vatie in de zeestoomvaart terng te komen. De Petersburgsche Handelscourant meldt, dat Z, M. de Keizer van Rus. land voor dezen zelfden toestel een octrooi van tien jaren verleend heeft. Uit Huisduinen wordt van den 20 Augustus het volgende gemeld: Met het aanbreken van den dag beperkte de opzigter van de reddingboot der Noord- en Zuid-Hollandsche redding-maatschappij, geplaatst onder het bestuur van H. Bras, dat er een schip bezuiden Kijkduin gestrand was; het- geen later is gebleken te wezen, het schip de Aeger, Kapitein Christy, ko. mende van Drammen, geladen met hout en gedestineerd naar Amsterdam. De boot in zee gestoken zijnde, redde eerst een gedeelte der equipagie, benevens den loots, stak daarna nog tweemalen in zee, en had het geluk, om al de negen manschappen te redden. Naar men verneemt, zal de derde klasse van het Koninglijk Neder, landsch Instituut van wetenschappen, letterkunde en scboone kunsten, te Amsterdam hare twaalfde openbare vergadering houden op Dingsdag den gasten der loopende maand, ten elf ure des voormiddags, in het lokaal des Instituuts aldaar. In 1838 zijn in Noord-Holland geboren 16,789 kinderen, en gevacci neerd 10,332; waarvan 6,604 gratis, en 3,728 tegen helboning. Aan de kin derziekte hebben geleden 1,931 kinderen; waarvan 574 zijn overleden, en 1,357 hersteld. Onder deze laatsten slechts drie met gebreken. Een bijzondere brief nit Haarlem van den 20sten dezer bevat het volgende: Terwijl de Regering dezer stad roet ijver bedacht is op derzeiver verfraai jingeo, waaraan wij vooral de uitmuntende wandelingen langs onze voorma lige vesten, die de bewondering van glie bezoekers uitmaken, te danken hebben, verliest zij ook niet de middelen uit het oog, die berekend zijn, om den bouw voor particuliere rekening op sommige nog blootliggende gedeel ten in de stad te bevorderen. De achtbare Raad heeft daartoe, naar ik ver. neem, besloten, om premiên te verleénen voor den aanbouw van particuliere woonhuizen; mits de plannen tot bouwing aan zijne goedkeuring worden on derworpen. Langs dïen weg wordt tevens het oogmerk bereikt, dat de nieuwe bonwingen geschieden ip overeenstemming met de fraaiheid der omgevingen. 'ïn den Hout zal, naar men verneemt, een nieuw Societeits-locaal worden gebouwd, en voor de gemeenten Heemstede en Bennebroek opent zich het aangename uitzigt, dóór middel van eenen bestraten weg, door den Hout, in betere en meer gemakkelijke gemeenschap met de stad re komen; waardoor die gemeenten, welke aan fraaije wandelingen zoo riik zijn, ongetwijfeld meer vlijtig bezocht zullen worden dan tot eins verre het geval is geweest. In het dagblad de Avondbode van den 2isten dezer leest men: Men herinnert zich ongetwijfeld nog den ontzertenden moord, die, eenige jaren geleden, door vier Belgische soldaten in het dorp Overpelt, aan de Limburgsche grenzen gelegen, is gepleegd geworden. De eerste aanlegger van dien moord, Sneider genaamd, had er vroeger bij eenen horologiemaker in kwartier gelegen, en was daardoor met het hnis en de familie van den man van nabij bekend. In den avond klopte hii daar aan, en werd niet alleen met goedhartigheid ontvangen, maar met spijs en drank als overladen, en, terwijl het gezin vrolijk met hem bijeen zat, zong zelfs, op verzoek van het monster, eene der dochters, die eene fraaije stem had, onderscheidene liedjes en aria's voor hémwaaraan hij haar uit vroegeren omgang In het huis herinnerde. Eindelijk, gebruik makende van de met gulheid aangebo. den huisvesting, verzocht hij, dat de hond moge worden vastgelegd, voor gevende bevreesd te zijn, dat dezelve hem, den volgenden ochtend, bij zijn voorgenomen vroegtijdig vertrek, beletten mogt heen te gaan, en toen ook aan dat verzoek voldaan was, ging hij schijnbaar ter rust. Naauweliiks echter was het gezin ingeslapen, of hij stond weder op, opende de deur, en liet zijne drie medemcordenaars binnen. Nu werden dehuisgenooten alle geweldig gekneveld en gebonden, doch de meisjes, die luide om hulp geroepen had den, zwoer men den dood. Zij, die zoo goedwillig het verblijf van den booswicht door baar gezang had veraangenaamd, poogde langs alle wegen te ontvlugtendoch werd overal met onbeschrijfelijke barbaarschheid vervolgd; zoodat zij, nadat ook hare hand was afgehouwen, eindelijk aan zeventien doodelijke wonden stierf. De andere dochter werd mede ais dood gevonden doch hare wonden waren gelukkig van dien aard, dat zij weder bekwam, en in het leven behouden bleef. De vader van dit ongelukkige gezin is nu onlangs gestorvenen de schrik van dezen gruwel is ook op zijnen dood niet zonder invloed geweest. Na den moord te hebben gepleegdmaakten zij zich van 40 horologien meester, en vloden over de grenzen; doch het gerucht van den gruwel volgde hen op de hielen, en zij werden liter dadelijk gevat. Wij vernemen thans, dat deze booswichten, acntervolgensdaar zij in verschillende gevangenissen zaten, aan het geregt in Belgie zijn overge leverd en dat men verwacht hun vonnis spoedig te znilen vernemen. De marechaussés hebben moeite gehad hen veilig over te brengen, vooral den belhamel dier monsters; want de ingezetenen van Overpelt, alwaar het onge lukkig huisgezin zeer in achting stond, wilden hem te lijf. Van het eiland Marken vernemen wij, dat aldaar een soort van won. derkind bestaat, hetwelk naauwelijks veertien maanden oud is, en reeds de zwaarte heeft van niet minder dan zeventig halve Nederlandsche ponden. De vader van dat kind is de visscherman Si/me Kaart, en de moeder, na een gewoon meisje te hebben ter wereld gebragt, hetwelk nog in leven is, heeft sedert, zoo als men gewoonlijk zegt, zeventien jaren gewacht, alvo rens deze wondertelg te baren. Men verwacht, dat zij, bij gelegenheid der aanstaande kermis te Amsterdam, bet kind ter beschouwing zullen aanbieden. In de Groninger courant van den 2osteo dezer leest men onder het op. schrift: Berigt voor Veehouders, het navolgende: Bij de thans in ons Vaderland heerschende ziekten onder het rundvee vin den wij ons verpligt, onze veehoudende lezers, door eene afzonderlijke aanprijzing, meer uitvoerig dan eene gewone bekendmaking, aandachtig te maken op hut Vee-Artsenijkundig Magazijn van Dr. A.Numan, Directeur en Hoogleelaar aan 'sRijks Vee-Artsenijschool te Utrecht, bestaande uit 3 dee- len, waarvan het 3de deelhetwelk ook afzonderlijk te bekomen is, eene uitvoerige beschrijving bevat van de tegenwoordige Longziekte onder het Rund vee, benevens verslagen over deze ziekte, door onderscheidene veeartsen opgemaakt. Deze beschrijving wordt opgehelderd door drie gekleurde uit slaande platen, voorstellende een stuk van de gezonde long eens runds, alsmede eenige gedeelten, de ziekelijke verandering aantooneude, welke die ingewand bij de heerschende longziekte ondergaat. Behalven dit werkkan voor den veehouder als schier onmisbaar genoemd worden het door denzelfden beroemden schrijver vervaardigd Handboek der Genees- en Verloskunde van het Veehoofdzakelijk getrokken uit onderscheidene in- en uitiandscbe Vee-Artsenijkundige schriftenvooral ingerigt naar do be hoeften van het Koningrijk der Nederianaenmet platen. In hetzelve vindt men de uit- en inwendige ziekten der paarden, van het rundvee, der scha pen, zwijnen en honden voorgedragen, wordende derzeiver kenmerken, aard en genezingen met naauwkeurigheidvolledig en in eenen zeer bevatteliiken stijl opgegeven, zoodac de meeste zaken door een ieder, ofschoon geen vee-ariseniikundige zijnde kunnen worden begrepen en opgevolgd. Voorts wordt in bijzondere afdeelingen voorgesteld alles, hetgeen men bij de dragc of zwangerheid en verlossing der paardenlioeijen en schapen moet in acht nemen of te verrigten heeft. Dit nuttig en belangrijk werk heeft bij deszelfs eerste verschijning door de Commissie van geneeskundig onderzoek en toeverzigt in de provincie Vriesland, en door de Commissie van landbouw in de provincie Groningen, de gunstigste aanprijzing ondervonden, als eenvoudig en onmisbaar voor een ieder, welke eenig belang in het behoud van zijn vee stelt, om in voorko. mende gevallen raad te plegen. Bn de verschijning van den tweeden druk hebben de Gouverneurs van on- derscheidene provinciën, doordrongen van de belangrijkheid des werks, de respective besturen aangeschreven, om zich dit werk, ten koste van de provincie, aan te schaffen. Men zie hierover het besluit van den heer Gou verreur van Gelderland, in dato 18 JuJii 1823; van den heer Gouverneur van Noord-Brabandin dato 24 Junij 1825; van den heer Gouverneur van Oost-Vlaanderen, in dato 27 April 1826; van den heer Gouverneur van West-Vlaanderenin dato 27 Julij 1826. Meerder zal er wel niet noodig zijn.omiederen veehouder te overtuigen,hoe onontbeerlijk hem dit werk is, waarvan de derde druk in 1833 verschenen en, hoewel 700 bladziiden be slaande en compres gedrukt zijnde, voor den lagen prijs van 2.50 in aiic boekwmkels te bekomen is, Uit Middelburg meldt men van den I9den dezer, dat de bij art. 8 van het tractaat van den 19 April II. bedoelde Commissie, tot regeling der afwa tering van Vlaanderen, den 2osten dezer te Gent zon bijeenkomen, en dac de door Zijne Maj. daartoe benoemde Nederlandsche Commissarissen, zijnda de heeren Mr. J. Snouck Hurgronje, lid van de Tweede Kamer der Sraten- Generaal, M. Hennequinlid der Staten, Jonkhr. van der Heim van Duiven dijkc, Griffier der Staten van Zeeland, en A. Galand, Hoofd-Ingenieur van den waterstaat in Zeeland, derwaarts zijn vertrokken, {Jet bestuur van het departement Vlissingen der Nederlandsche maat schappij ter bevordering van Nijverheid, in aanmerking nemende, dat hoe aantal werkeloozen al grooter wordt, zoodanig, dat de gewone gaven van weldadigheid en de stedelijke middelen niet toereikende zijn, om in de ver menigvnldigde behoeften te doen voorzienheeft zich thans ten doel gesield, door de meest gepaste middelen, gedurende den aanstaanden winter, aan de van arbeid verstoken werklieden werk te verschaffen. Tor dat einde zal het zelve met voorkennis van het hoofd van het stedelijk Bestuur, bij des zelfs stadgenooten irschrijvings-biljetten doen rondbrengen, ten einde voer ieder den weg open te stellen, tot een heilzaam oogmerk, het noodige h'i te dragen, en eene krachtige medewerking te verleenen. Uit deze bijdragen en de latere opbrengst der gemaakte voorwerpen, moeten de dagloonen wor den bestreden, zullende omtrent alles eene goede administratie gehouden en, na afloop van den winter, openbare rekening en verantwoording gedaan worden. In de bekendmaking, welke het licht gezien heeft, en die tot aansporing strekt aan de ingezetenen van Vlissingen, om tot het loffelijk doel mede te werken, hetwelk de Commissie zich voorstelt, leest men, onder anderen: Waarde stadgenooten! Groot was steeds uwe mededeelzaamheid, menig. vuTdig de onderstand, welke hulpbehoevendengedurende den barren winter,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1