Het getal der personen, die In de weldaden dezer'Instellingen, omtrent
welke inlichtingen zijn ontvangenbehalve in die der commissien of ver-
eenigingen welke uitdeelingeu doen van levensmiddelen en brandscoffenen
der banken van leetring» deelen, is (behoudens eenige dubbele berekenin
gen) 493,O85.
Het geheele getal dezer personen staat tot de bevolking als i$io"/ioo
tot 1,000.
Volgens de van de besturen der bedoelde instellingen ontvangen opgaven
bedragen de ontvangsten in het geheel 16,959,209.73}.
Volgens diezelfde opgaven, bedragen de ontvangsten in het geheel,
f tg,285,450.20.
Het onderstaande bevat het protocol den 8sten Junij in de Conferentie
te Londen opgesteld, en een extract uit dat van 31 Mei te voren:
Tegenwoordig de Gevolmagtigden van Oostenrijk, Frankrijk, Groot-Brl.
tannie, Pruissen en Rusland.
De Gevolmagrigden der vijf Horen zich in Conferentie vereenigd hebbende,
heeft de Gevolmagtigde van Hare Britsche Maj. te kennen gegevendat de
pevolmagtigde van Zijne Maj, denIKoning der Belgen, ontvangen hebbende
de acten van ratificatie Van zijike Regeringgereed wasom over te gaan
tot de uitwisseling dier actenmet de Gevolmagtigden der vijf Hovenen
met den Gevolmagtigde der Nederlander,
De Nederlandsche eb Belgische Gevolmagtigde binnen geleid zijnde, heeft
de Gevolmagtigde van Hare Maj. de Koningin van Groot- Britannie aan hen
ter hand gesteld, de verklaring, hiernevens, tub littera A.
De Gevolmagtigde van Zijne Maj. den Koning der Belgen heeft vervolgens
aan de Gevolmagtigden der vijf Hoven en aan den Gevolmagtigde der Neder,
landen ter hand gesteld de verklaring, hiernevens gevoegd, tub littera B.
De Gevolmagtigde van Zijne Maj. den Koning der Nederlanden, heeft
zijner zijdt, aan de Gevolmagtigden der vijf Hoven en aan den Gevolmag.
cigde van Belgie ter hand gesteld de verklaring, hiernevens gevoegd, tub
littera C.
De Gevolmagtigden der onderscheiden Hoven zijn vervolgen! overgegaan
tot de uitwisseling der ratificatien van de tractaten van den 19 April 1839.
(Ger.) Estrehazy, Bourquency, Palmerston
Werther, Pozzo di Borco.
ANNEXE A. Verklaring van den Gevelmagtigde van Hare Maj. de
Koningin van Groot-Britannie en Ierland.
Overgaande tot de nitwisseling der ratificatien van de tractaten, betrekke,
lijk de Nederlanden en Belgie, welke te Londen op den 19 April 1839 getee.
kend zijntusschen Hare Maj. de Koningin van het vereenigde Koningrijk
van Grooc-Britannie en Ierland, den Keizer van Oostenrijk, Koning van
Hongarije en Bohemenden Koning der Ftanschen, den Koning van Pruis,
«en, en den Keizer aller Russen, ter eene, en HH. MM. den Koning der
Belgen, en den Koning der Nederlanden, Groot-Hertog van Luxemburg,
wederzijds, ter andere zijde, heeft de ondergeteekende Gevolmagtigde van
Hare Maj. den last ontvangen om uitdrukkelijk te verklaren:
Dat het Gouvernement *an Hare Britsche Majesteit het i6de art. van de
annexe der bovengemelde tractatenen het daarmede overeenkomend art.
van het op denzelfden dag tusschen Belgie en de Nederlanden gesloten trac.
taat, niet van toepassing beschouwt op de eigendommenen gedeelten gronds,
roebehooreude aan het Huis van Oranje-Nassauen gelegen te Laeken en
besloten in het domein van de kroon, in deze Koninglijke Residentie; ver.
mits er, tusschen de Gouvernementen der Britsche en Nederlandsche Ma.
jesteiten, ten gevolge der mededeelingen, welke vóór de teekening der
tractaten van 19 April hebben plaats gehad, is overeengekomen, dat de be.
doelde eigendommen en gedeelten gronds, door hec Huis van Oranje-Nassau
aan de Belgische kroon, tegen eenen billijken prijs zullen worden verkocht,
uit aanmerking dat die eigendommen en gedeelten gronds vereischt worden
tot den welstand van hec Koninglijke verblijf ce Laeken.
De uicwisseling der ratificatien van Hare Britsche Majesceit, betreffende
de voorgemelde tractaten, geschiedt onder de reserve der uitdrukkelijke ver
klaring en der schikking hierboven omschreven.
Gegeven te Londen den 8sten dag van Junij 1839.
(L. S.j get. Palmerston.
ANNEXE B. Verklaring van den Gevolmagtigde van Zijne Maj. de
Koning der Belgen.
De Belgische Gevolmagtigde, overgaande toe de uitwisseling der ratifica.
tien van de tractaten van den 19 April, doet opmerken, dat het, tot voor
koming van alle moeijelijkheden in de uitvoering van art. 16 van het trac-
taat, wel moet verstaan worden, dit, op grond van de regtstreeksche ope
ning, welke ten aanzien der domeinen van Laeken, tusschen de Kabinetten
van Sc. James en van den Haag heeft plaats gehad, en de aanstaande waar
dering, door wederzijdsche deskundigen de uitvoering der bepaling van art.
16, in zoo verre, uitsluicend en in het bijzonder, de goederen betreft, welke
door het Huit van Nassau gekocht en betaald zijn met het oogmerk om het
domein van Laeken en zijne aanhoorigheden te vergrooten en te verfraaijen
geschorst is, tot dat de schikking tusschen de partijen zal zijn tot scand
gekomen.
Foreign-Office8 Junij 1839. (L. S.~) get. Sylvain van de Weyer.
ANNEXE C, Verklaring van den Gevolmagtigde van Zijne Maj. den
Koning der Nederlanden.
De Nederlandsche Gevolmagtigde, kennis genomen hebbende van de ver
klaringen, welke door den Gevolmagtigde van Z. M. den Koning der Bel.
gen, en door den Gevolmagtigde van H. Britsche Majesteit, zijn gedaan,
verklaart, dat, vermits bij geene instructien heeft voor het uitsluitend geval,
op hetwelk, met betrekking tot de patrimoniele domeinen, in den omtrek
van het kasteel van Laeken gelegen, is gedoeld, hij het van zijnen pligtacht,
om te eischen (riclamerj, dat het wel worde verataan. dat de verklaringen
der Belgische en Britsche Gevolmagtigden, de eigendomaregten van Zijne
Maj. den Koning der Nederlanden op de bovengemelde domeinen niet kunnen
verkorten invaliden! pas Us droits de S. M. Ie Roi des Pajs-Bos sur les sus
dits domainet).
Londen 8 Junij 1839. (£- S.j get. Bentinck.
PROTOCOL der Conferentie aan het Foreign-Office, gehouden den
8 Junij 1839.
EXTRACT uit het protocol van den 31 Mei 1839.
De Gevolmagcigde van Haie Britsche Maj. heeft aan de Conferentie voor
gesteld om den voor de uitwisseling der racificatien van de tractaten van
19 April bepaalden termijn uit te stellen tot 8 Junij, om reden dat de Belgi
sche Gevolmagtigdeten gevolge van een toeval ten eenen mate van den wil
zijner Regering onafhankelijkzijne ratificatien nog niet heeft ontvangenen dat
de noodige tijd had ontbroken tot het vergelijken van die van bijkans al de
andere Hoven.
De Gevolmagtigde van Oostenrijk, Frankrijk, Pruissen en Rusland, als.
mede die van Belgie en de Nederlanden, zich met het voorstel van den
Gevolmagtigde van Groot-Britannie vereenigd hebbende, is de Conferentie
bijeengeroepentegen den 8 Junij of vroegerindien zulks mogelijk isten
einde tot de uitwisseling der ratificatien van de tractaten van 19 April over
te gaan.
De bevolking van Nederland beliep op den isten Januarij 1830 2,427,206
zielen, en is sedert jaarlijks toegenomen, door meerdere geboorten dan sterf,
gevallen, in 1830 met 20.820 zielen, in 1831 met 10,193, in 1832 met6832,
in 1832 met 19,378, in 1834 met 18,969. in 1835 met 23,075 en in 1836 met
a7»55"! t,oor verhu'z'ng anderzins vermeerderde de bevolking met 3491,
zoodat zij op den isten Januarij 1837 bedroeg 2,557,522.
Te Rotterdam is den nsten dezer het eerste schip onder Belgische
vlag aangekomen.
Uit Amsterdam meldt men, dat men met den aanleg van den ijzeren
spoorweg, van die stad naar Haarlem, zoo ver gevorderd Is, dat dezelve
zeet waarschijnlijk op 's Konings verjaardag zal geopend worden.
Van het eiland Marken schrijft men van 20 Junij
De eerste steen van den herbouwd wordenden licht-toren op den oost.
hoek van dit eiland, is op last van Zijne Exc. den vice-Admiraal Jonkhr.
TweM, Inspecteur-Generaal over het loodswezen, heden gelegd geworden
door den Kapitein-Luitenant ter zee van Karnebeek, tijdelijk onder-Inspec.
teur over het loodswezen te Amsterdam. Deze omstandigheid heeft onder
het wapperen van vlaggen met de gebruikelijke plegtigheid in tegenwoordig,
beid van de daarbij betrokkene ambtenaren en verdere aanwezige personen
plaats gevonden; en heeft zulks de goede verwachting, dat nog vóór het
einde van die jaar de zoo zeer verbeterd wordende verlichting onzer zee
kusten ook wederom in de Zuiderzee zat zijn verrijkt met een even doel
matig licht op het eiland Marken, als sedert de laatste jaren op den hoek
van het TJaan de Venop het eilana Urk en op Stavoren zijn geplaatst
geworden.
De Commissie tot regeling der financiële aangelegenheden met Belgie
moest zich den 23sten dezer te Utrecht bevinden.
- Uit Utrecht meldt men van den 20 Junij:
Het heeft Hare Keizerlijke en Koninglijke Hoogheid Mevrouw de Prinsei
van Oranje dezer dagen behaagd aan het Bestuur der Maatschappij van Moe.
derlijke Weldadigheid alhier hare hooge goedkeuring te doen kennen over het
aan Hoogstdezelve aangeboden verslag van de werkzaamheden dier Maat.
schappij, gedurende het jaar 1838. Dit vereerend bewijs van belangstelling
ging daarenboven gepaard met eene aanzienlijke gift ten behoeve dezer wel
dadige inrigting. Boven dit alles waardeert echter het voormeld Bestuur nog
meerder het roorregt, dat aan hetzelve mogt te beurt vallen, doordien
Hoogstdezelve bij eigenhandige brief en op te dien einde gedaan aanbodin
de plaats van wijlen Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin, de be.
scherming dezer Maatschappij tevens wel op zich heeft gelieven te nemen.
Moge deze hooge onderscheiding en Vorstelijke weldadigheid aan de alge-
meene belangstelling ten opzigte dezer nuttige instelling in ons midden bij
voortduring bevorderlijk zijnl
Ook meldt men uit die stad, dat men aldaar laatstleden Dingsdag
zeer zwaar onweder heeft gehad en in het naburig Baarn een huis door den
bliksem in brand ia geraakt, waardoor eene vrouw met vjjf kinderen alles
verloren heeft en in de hnlpbehoevendate omstandigheden verkeert. De
Redactie der Utrechtsehe Courant wil volgaarne zich met de verzameling van
liefdegiften voor dat huisgezin belasten.
Ook in de omstreken van Breda heeft een hevig oiweder gewoed en heelt
vooral de hagel veel schade aan het veldgewaa veroorzaakt. Eenige boer.
derijen zijn, door den bliksem getroffen, afgebrand.
Uit Steenbergen wordt berigt, dat het onweder op onderscheiden plaatsen
hec veldgewas vernietigd en alzoo de hoop des landmans bedrogen had.
Volgens berigten uit Nijmegen, had het onweder van laatstleden Dingsdag
in en bij de Duitsche plaatsen Emmerik en Rees veel verwoesting aangerigt,
Te Gendringen in Gelderland heeft dezer dagen een landman op de
diepte van 12 palmen, in vasten en ongeroerden turfgrond, een zeer zeld.
zame bak gevonden van een onbekend mecaal, geheel goudkleurig en met
doorloopende vlammen; de bak kan 11 kannen bevatten. De grondwaarin
dezelve gevonden is, had sinda eeuwen tot veen en moeras'gelegen.
O O S T - I N D I E.
Zijne Exc. de Gouverneur-Generaal heefc hec volgende besluit genomen,
onder dagteekening van 20 Febrnarij:
Met ampliatie van art. IV van het besluit van 13 Aug. 1827. N°. 18
Staatsblad N°. 80), is bepaald, dat hij den uitvoer van specerijen uit de
Molukko's naar Nederlandsch-Indische havens, ten genoege van de plaatse,
ljjke Aucoriceit, zal moeten worden borg gesteld voor de voldoening der
meerdere regtenwanneer die f too of meer bedragen ingeval niet binnen
den tijd van een jaareen certificaat zal zijn overgelegddat de uitgevoerde
specerijen werkelijk binnen eene Nederlandsch-Indische haven zijn ingevoerd
(niet in entrepót), zullende die borgtogc, na vertoon van zoodanig certifi
catt, worden vernietigd; terwijl voorts, ingeval, door de belanghebbenden
feen voldoende borgtogt, ter zake voorschreven, zal kunnen worden gesteld,
e verhoogde regten op de uit te voeren specerijen zullen moeten worden geenn.
signeerd, waarvan een door de plaatselijke Autoriteit geviseerd bewijs zal
worden verleend, door den oncvanger der inkomende en uitgaande regtan,
waarop alsdan bij den invoer der specerijen in eene Nederlandsch-Indische
havende geconsigneerde regten zullen worden terugbetaald.
De zetel van het Bestuur van hec regentschap Soekapoera (residentie Pre,
anger regentschappen,) thani genaamd Hadja Winangnon, zal voortaan den
naam voeren van Manon Djaija.
In hec dagblad de Avondbode van den 21 Junij ieesc men:
Als eene merkwaardige bijzonderheid, en ten bewijze, dat het ook in
Nederlands Oost-Indische Bezittingen niet aan voorbeelden van een' zeet
hoogen leeftijd ontbreektendat men ook daar alzoobij eene geordend:
en matige levenswijze, over geene ongezondheid te klagen heefc, deelt een:
vriendelijke hand ons hec volgende mede: 1
In eenen brief van Batavia laa ik, dezer dagen, dat op Java, tijdens het
schrijven van dien brief, een man leefde, die den zeldzamen ouderdom vai
101 jaren had bereikt, en alscoen nog vrij welvarend was. Deze man wat
niet, zoo als men vermoeden zoude, op Java, maar in Europa geboren.
RUSLAND.
Zijne Maj. de Keizer heeft, bij gelegenheid van het geboortefeesc va:
zijne gemalin, de twee volgende besluiten, ten behoeven van het Koningriji
Polen, uitgevaardigd:
Daar wil de belasting, bekend onder den naam van liefdadige bijdrage,
welke door de landlieden en andere personen wordt betaalddie op domei
nen, aan de geestelijkheid behoorende, met der woon zijn gevestigd, als
zeer drukkend beschouwen, hebben wij goedgevonden dezelve af te schaife:
en vooral de achterstallen kwetschelding te verleenen.
Al de boeten, tot het einde van Augustus 1838, in welke de landlieden
en landbouwers voor het niet betalen van belastingen zijn beslagenworden
kwijtgescholdenuit overweging van de verliezenwelke zij hebben geleden,
Desgelijks ontslaan wij hen vah de becaling dier sommenwelke zij aan de
thesaurie zijn verschuldigd, voor den aan hen, bij verschillende gelegenhe
den, verteenden geldelijken onderstand.
SPANJE.
Uit Bayonne berigt men van den rö Junijdat de Generaal Espartero dei
llden eene voorwaartsche beweging met het grootste gedeelte zijner map
tegen de Carliscen tusschen Balmaseda en Amurrio gemaakc had, zoodac de
Carlistische bevelhebber Marottodie geene kans zag, om die plaatsen t:
behouden, dezelve ontruimd en met zijne geheele magc naar Llodio gerukt
was. Volgens een der berigten, had die aftogt na een levendig gevecht
plaats gehadmen bad ten minste uren ver een hevig schucgevaarte gehoord,
Amurio was in den avond van den nden door de Christinos bezet. Te gelijk
met deze bewegingen van Espartero was de Generaal Diego Leon van Piretite
la Reyna naar de zijde van Estella opgebroken. Sommigen vleiden ziek
reeds, dat die plaats, eene der aanzienlijksten, welke de Carlisten in Ni
varre inhouden, zou moeten bukken; terwijl zij dan tevens meenden, d*
Espartero ligt tot Durango, de tegenwoordige verblijfplaats van Don Carlos,
de t
land
na d
al hi
vrije
van
had
aanle
Pa
Geza
bij d
Tunis
rompi
zijn I
kunne
van d
berigt
f'gt.
tnerkt,