A". 1839.
LEYDSCHE
COBBAN T.
VRIJDAG,
r.ift.
2! J U N !J.
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kern is
•van dc ingezetenen dezer Stad, dat de Edel Achtbare Raad. In dëszeffs Vergadering
■van den'i^den de'zèr maancl, heeft bepaald, dat de Stedelijke Belasting op de Brandstoffen
-met den eersten Julij aanstaande, zal zijn afgeschaften alzoo van dien tijd af
'deze middelen 'niet meer zal wurdeji geheven
x T U
iste soort iste klasse 7f Cents
de thans bestaande Stedelijke Accijns, als:
R F. t
ade soort iste klasse 42 Cents
ade 1de 3
2de3de 1 J- -
Voor elke Ton.
iste2de 4j
iste 7- 3de 3
Voor elke Ton.
S T'E E N'K O L E N.
Maatkolen, 20 Cents per Nederlandsche Mud.
Schaalleden, vier gulden per duizend Nederlandsche Ponden.
BRAN D H O U T.
Per Wisse, tachtig cents.
Takkebossen, vijftig cents per honderd.
Wordende wijders aan de belanghebbenden medegedeeld, dat het Stedelijk Reglement
'op het inbrengenlossenmeten-wegen en verwerken van Turf én Steenkolengeappro-
beerd bij dispositie van H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandvan den 23Sten
October 1829,.N°. 28, voortdurend van kracht blijft, en het gebruik der Tnrfdragers
'ën Turf toastersop den daarbij vermelden voet en wijze, in stand gehouden wordt.
Aldus gedaan en gearresteerdbij II. 1-1. Burgemeester en Wethouders der Stad
L-eydcn, op den 17 Junij 1839.
J. G. de RIe y.
Ter ordonrtkntle van dezelve
Paul du Rieu,
i-FethouderL. S
NEDERLANDEN.
Leyden den 2osten Junij.
Eergisteren avond heeft over deze stad en des-zelfs omstreken een aller-
lievigst onweder gewoéd, vergezeld van groote, doch niet menigvuldige
Tiagelsteeuen, zooflat wij niet vernomen hebben, dat dezelve aan het zoo
lieerlijk te Veld staande gewas eenig nadeel hebben toegebragt. Ondertus-
schen is ili het huis om den hoek der Koepoortsgracht en der Raamsteeg
van nen Heer A. TeunitsenBroodbakker, de bliksem, door drie glasruiten
'te verbrijzelen, ingeslagen en heeft zich eenen uitweg door een glasraam
gebaand, waardoor dat raam mede verbrijzeld is, ook heeft dezelve eenige
sporen van brand achtergelaten. Onder het dorp Wassenaar, alwaar zeer vele
en groote hagelsteenen zijn gevallen, zijn door den bliksem twee paarden
en twee koeijen doodgeslagen-,
Uit andere oorden van ons Vaderland ontvangt men ook berfgren over
de hevigheid van bet onWeder en de schade daardoor aangebragt. Uit Am
sterdam onder anderen meldt men van den ipJunij daaromtrent het volgende-:
Het onweder vkn gisteren avond heeft omstreeks deze stad, vooral aan de
westzijde derzelve, alsook in Noord-Holland, vrij veel schade gedaan; zie
hier wat wij daaromtrent vernemen. Onder Sloterdijk, Sloten, Osdorp en
de Vrije Geef, heeft 'de hagel onnoemelijke schade aa-n glasruiten in gebou
wen en broeiramen toegebragt; in een gebouw, zegt men, zijn Verscheiden
honderd glasruiten verbrijzeld; ook in de kerk te Sloterdijk zijn er vele stuk
geslagen. Even voonbij sloterdijk zijn de paarden voor het rijtuig van den
heer de Munnick, doofde geweldige bliksemstralen, schichtig geworden,
'hebben het rijtuig tegen een' der steenen palen gerukt, zijn rosgeraakt, in
'de vaart gesprongen en verdronken; de personen, die in het rijtuig waren,
zijn onbezeerd gebleven op een na, zijnde de heer de Graaf, welke zijn
arm gebroken heeft. Te Osdorp is een molenaar, Kees Mars, bij zijne vrouw
zittende, die ziek te bed lag, nevens een jongetje door den bliksem gedood.
Op onderscheiden dorpen over het Y heeft de hagel aan de glasruiten veel
schade gedaan; te Oostzanen zijn er, in de kerk alleen, 170 stukgeslagen.
Te Zaandam is, aan de westzijde van het Papenpad, een pakhuis ingestort.
In de Akersloter-Wonde is een wiek van een molen geslagen. Eindelijk is
te Swaag, bij Hoorn, eene groote boerderij afgebrand; de vlam was zoo
vreeselijk dat de glans van hel vuur uren ver in het rond gezien is,
Men meldt nit 's Gravenhage van den ïosten dezer:
Naar men verneemt heeft ook Zijne Maj. onze geëerbiedigde Koning,
aandeelen in de op te rigten scheepsreederij te 's Gravenhage genomen.
Tevens verneemc men,dat daar, voor het eetst te bouwen schip.de inschrij
ving reeds het vereischte kapitaal heeft overtroffen, en men reeds tot den
aanbouw van een tweeden bodem overgaat.
In deze Residentie is aangekomen Jhr. Gevers, Secretaris van Legatie bij
het Nederlandsche Gezantschap té Petersburg, laatstelijk komende van Parijs.
Naar tnen verzekert zou bij de Regering het voornemen bestaan, om
de kaders der sChutrer-Corpsen in stand te houden,'en de mobilisatie derzelve
eerlang te doen eindigen. Eenige voorstellen, met een en ander in verband
slaande, zoliden, naar men wil, aan de Staten-Generaalbij hunne eerstvol
gende bijeenkomst, worden aangeboden.
Zijne Maj. heeft benoemd tot Burgemeester en Secretaris der gemeente
Kijfhoek, ih Znld-Holland, de heer Rokus Barendrecht.
De Staals-Courartt van den ipden dezer behelst drie Koninglijke be.
sluiten, als een van den 12 Junij, waarbij worden ingetrokken en buiten
werking gesteld die van den 15 October, den 2 en 20 November 1830 en
18 Januarij en i'y Junij 1831;nog een van den 12 Junij,nopens den loop der
lir.ien van toezigt, én de vestigihg van kantoren en heerbanen voor de in-
en uitgaande regtert en accijhsen, in de provinciën Noord-Braband, Gelder
land en Zeeland; eh ten van dezelfde dagteekening, nopens den loop der
linien van toezigt, en de vestiging van kantoren en heerbanen voor de in- en
taitgaande regten en acéijnsen in Limbnrg.
In het Nieuwsblad voor den Boekhandel vindt men een verzoekschrift
door het Bestuur der vereeniging ter bevordering van de belangen des Boek
handels, aan alle boekverkoopers in Nederland gerigt, strekkende, om hen
aan te manen: niet alleen geer.e inteeheuaren op het werk van Or. Strauss
getiteld: das Leben Jesn, aan te nemen, maar tevens alles aan te wenden,
wat strekken kan, om de verspreiding van dit kwade zaad tegen te werken en
zoo mogelijk te verhinderen
Ónze verdienstelijke graveur D. van ter Keilen te Utrecht, heeft eene
medaille voltooid en den iSdeii dezer in het licht gegevén op de heugelijke
verbindtenis van den Erfprins Van Oranje met de Prinses Sophia van Wur-
temburg, die den 18 Junij te Stuttgart gesloten is. Op de voorzijde dezer
keurig uitgevoerde medaille ziet men den God der liefde, in de regterhaud
de hnwelijksfakkel houdende en met de linkerhand de wapens van Nederland
<en Wurtemberg door eenen krans vereenigende; terwijl het omschrift deze
woorden behelst: Teneris sed perpetuis vinculis junxit. Dat is: Deze heeft hij
met teedere -Maar duurzame banden 'véreenigü.
Op de keerzijde staan de namen der Vorstelijke echtgenootenbenevens
de datum hunner verbindtenis, in eenen krans van oranjetakken en rozen
besloten. Deze medaille is in Het zifver k 5. en 'in het brons '4 a. ver.
krijgbaar gesteld, aan het dëpót van 's -Rijks medailles, op de Heerengrachc
over de Nieuwe Spiegelstraat, N°. 74, te Amsterdam.
'Het Algemeen Handelsblad 'van den 19c!en dez-ér bevat een uitvoerig
artikel, waarin het de verfraaijingen, die in oen laatste" tijd in en rondom
Amsterdam z-ijn aangebragt-, opsomt.
Uit Utrecht wordt gemeld, dat de hooggeleerde heer A.C. G. Suerman
Sen 18 Junij den post san Hoogleèraar in dé Faculteit der Geneeskunde kan
de Hoogescbèol airiaar aanvaard heeft met het houden eener plegrige rede
voering: de Medicina doctrinarum physicarum ópe, nostra imprimis aetate
perficienda; dat is: Over de volmaking der Geneeskundevooral in ónzen lijd,
door naiuut kundige wetenschappen.
Uit Deventer meldt men van den 16 Junij
Gisteren pakte óver deze Stad ee'n Onweder te zamenhetwelk zoo hevig
losbarstte, als men zich bij menschen geheugen niet herinneren kan. Mee.
zelve sloeg op den toren der kerk, maar dóór den afleider afgewend, ver
oorzaakte het geliikkig geen'e schade. Ook nam het van een aanzienlijk huis
300 pannen van het dak, verbrijzelde eenen mast van een schip in den ijsel,
en doode digt bij de stad'twee varkens. In het op een half uur afsiands van
hier gelegen dórp Wi'pe sloeg liet onweder 111 één boerenhuis, hetwelk toe
■dén grond afbrandde. Nog sloeg de bliksem in een tolhuis dicht bij de stad in
eene kamer, waar het huisgezin zich bevond, en verliet wedér hec huis
-zonder Schade aan te rigten.
S P A N J
Hare Maj. ie Koningin-Regentes heeft bij besluit van den Junij, Efar-~
tero? die een paar jaar vroeger tot Graaf van Luchana verheven was, thans
tot Hertog van de Overwinningdella Victoria, benoemd en tevens zijn ou.
derbevelhebber, Don Diego Leontot Graaf van Belascoain.
In de Spaansche zeehavens is thans eene aanschrijving van den Spaan,
schen Ambassadeur te Parijs openbaar gemaakt, waarin het voornemen de-c
Fransche Regering, om meer schepen dan té'voren op de kusten van Spanje
t<e doen kruisen, ten einde den toevoer voor de Carlisten te beletten en dè
krijgsverrigtingen tegen deze -tè -bevorderen, wordt aangekondigd,
DUITSCHLAND.
Hec adres; hetgeen thans in de Tweede Kamer der Hanoversche Stcndcn
aangenomen is, om aan den Koning aan 'te bieden, is het volgende:
Toen Uwe Maj; de grondwec Vervallen verklaarde en op nieuw een ontwerp
voor 'constitutie aan de vergaderde Stenden in 1838 aanbood, deelden do
Steirden, betuigende, dat zij het onderzoek naar de regtmatïgheid van deze
afschaffing niet wilden op zich nemen, de hoop, door Uwe Maj. 'uitgedrukt,
dat zij de constitutie van het land op eene wijze, met de koninglijke vool-
regten en met de regteii der Stenden overeenkomende, zouden zien daarge-
steld, verlangende daardoor een emde tè maken aan de twijfelingen, die van
zeer vele kanten zich ten aanzien van dat ontfverp haddén verheven.
Deze hoop om in eene schikking te komen en de altijd toenemende pogin
gen van onderscheiden corporat'ten ten gónste der grondwet van 1833 te
zien ophouden, is door onderscheidén complióatién, alsook door het terug,
trekken van het ontwerp van constitutie, hetgeen Uwe Maj. eerst Jiad aan
geboden vernietigd geworden.
Op nienw doof Uwe Maj. zaamgeroepenzagen de Stenden met eene
diepe smart de oheenigheden en de stoorilig der eendragt, welke uit dien staac
van zaken, alsook nit onderscheiden misdadige pogingen van velen ontstaan
zijn. Zij betreuren eenen toestand, welke niet anders kan, dan alle soorc
van wetgevenden en financielen arbeid van den kant der Stenden verhinderen
in een land voor het overige bedeeld met zoo vele bronnen van voorspoed,
liet is noodzakelijk dhr een spoedig gen'eesmtddel aan dezen staat van
zaken, welke het welzijn van het land benadeeltgebragt worde. De Stend'en
geloovert zich stellig verpligt, om dit nederig adtes aan hunnen doorltichtigen
Monarch aan te bieden, om zijne aandacht op dezen betreuringswaardigeii
toestand van het vaderland te vestigen.
De getrouwe Stenden van Uwe Maj. blijven altijd overtuigd dat men dit
vraagstuk langs den constiintionnelen weg niet goed zal kunnen ten einde
brengen. Zij gelooven, dat zij geroepen zijn om er, volgens hunne magc
in medé te wérken, en zij hopen daardoor den weg te volgen, welken
tjwe Maj. gewezen hééft; en ter zelfder tijd den algeraeenen wensch van hec
land te vervullen.
Indien bijgevolg zij zich veroorlooven aan Üwe Maj. het voorste! te doen»
otn op eene andere wiize de noodige maatregelen te nemen, ter hervatting
van het constitutionnele vraagstuk, zoo gelooven zij ook, volgens de ver
klaring van Uwe Maj. in de proclamatie van 3 Mei gedaan, eene verklaring,
welke zij met dankbaarheid gehoord hebben, zij gelooven met vertrouwen
té kunnen hopen, dat hun verzoek zal verhoord worden.
Gedurende dat de getrouwe Stenden van Uwe Maj. zich zulleii toeleggen,
om zeer naauwgezet de pligten waar ie nemen, welke hunne hoedanigheid
van steun Voor den troofi ë'n vertegenwoordigers van het land hun oplegt,
zoo putten zij uit uwe vaderlijke gevoelens de gegronde hoop, dar Uwe
Maj. zich zal verwaardigen om de VoofstellHigen éh den wensch der Siendeti
goedgunstig aan te hooreti.
Als vertegenwoordigers van het land is hun vertrouwen des te verzeker,
der,dat,naauwgezette waarnemers der eeden, die Zij gedaan hebben, zij ook
geautor'seerd zijn orti hunne regtvaar'dlge en noodzakelijke regten te Zien
erkennen en verzekeren.
Indien de uitslag der voorgaande vérkie'zingeft bewezen beeft, dat ëen
groot deel der kiezers zich niét hebben ten achter gehouden, dan oin te ver
hinderen, dat men er uit zou besluiten tot eene erkenning der constitutie
van 1819, en zoo van eenen anderen kant, onder den invloed van de tegen
woordige omstandigheden, dé Stenden vurig begeeren hunne zwaarwigtie»
werkzaamheden ten aanzien van de instellingen van het land te openen tneé
de medewerking van zoo groot mogelijk getal Afgevaardigden, vervolgens,
als alzoo het constitutionnele vraagstuk op eene wijze za! opgelost werden,
dié meer vertrouwen zal inboezemen, zoo gelooven de Stenden zich ver
pligt om Uwe Maj. nederig te verzoeken, om door bene verklaring van hired