A". 1839. LEYDSCHE «OUR A N T, WOENSDAG, i. kef .Tttr'O'AN j Vfe ir vtt&W '19 J N I}. KENNISGEVING. Eurgemeestrr en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennis Van de Ingezetenen dezer Stad, dat de Edel Achtbare Raad, in deszelfs Vergadering Van den 13de» dezer maand, heeft bepaald, dat de Stedelijke Belasting op de Brandstoffen Vliet den eersten Julij aanstaande, zal zijn afgeschaften alzoo van dien tijd af, op deze middelen niet meer zal worden gelieVen, de thans bestaande Stedelijke Accijns, als: 5r V R F. iste soort iste "klasse 7^ Cents ade soort iste klasse 4.-3 Cents adc3de 1^. Voor elke Ton. iste2de iste3d* 3 Voor elke Tón. STEENKOLEN Maatkolen, 20 Cents per Nederlandsche Mud. Schaalkolen, vier gulden per duizend Nederlandsche Pondén. BRAN :D 'ti OUT. Per WisSe, tachtig cents. Takkebossert, vijftig cents per honderd. Wordende wijders aan de belanghebbenden medegedeeld, dat het Stedelijk Reglement op het inbrengen, lossenmetenwegen en verwerken van Turf en Steenkolengèappro- beerd by dispositie van H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandvan den 23sten October 1829, N®. 28, voortdurend van kracht blijft, en het gebruik der Turfdragers 'en Turftöns tersöp den daarbij vermelden voet en wijze, in stand gehouden wordt.' Aldus gedaan en geattesteerd, by Ti. H. Burgemeestér en Wethouders dér Stad Leyden*, op den 17 juny 1839. J. G. de Mey. Ter ordonnantie van dezelve Paul du Rieu, WethouderL. S. NEDERLANDEN. Leyden den i8den Junij. Meden avond zal Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden deze stad pas- seren, komende van Munster en zich naar 's Gravenhage begevende. Wij vernemen, dat laatstleden Vrijdag uit het Galgenwater door H. Bee- mond, een man van 82 jaren, een kind gered en behouden aan wal ge- bragt is. Voornoemde bevond zich-, toen het kind in het Water viel, in een schuitje, en heeft zich uit hetzelve te water begeven, om het te redden. Men meldt uit 's Gravenhage van den ipden dezer: Z. K. H. Prins Alexander is heden morgen uit deze Residentie naar Noord-Braband vertrokken. Bij Zijner Majestèits fieslnic van den 9 Junij, N°. 61, zijn de nage. melde Indische ambtenaren benoemd tot Ridders der orde van den Neder, landschen Leeuw, te weten: J. du Puy, Directeur-Generaal van Finantien; J. p. Cornels de Gróót, algemeen Secretaris; .7. van derVinne, Directeur der middelen en domeinen; Mr.C. Hultmanwaarnemend President van het Hoog. Gcregtshof; Mr. C. Fisscher, Raad in het ÏIoog-Geregtshof, waarnemend Procureur-Generaal; J. P. C. RuloJJs-, Kapitein ter zee, honorair IIoofd-Ad. ministratcur der Marine; J. Tromf, Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat; E. A. Frirse, Med. Doctor, Chef van de geneeskundige dienst in Indië; P. H. Menu, Hoofd-Intendant der administratieP. Diard, dirigerend lid van de natuurkundige Commissie op Java; J. F. T. Mayor, Resident van Soerakarta; M. Francis, benoemd Resident van Madion, voorheen Resi. dent ter Sumatra's Westkust; M. H. Haiewijn, Resident van Batavia; II. Cornets de Groet, Resident van Bezoekie; A. J. Bik, laatstelijk ommegaand Regeer in de Wester-afdeeling van Java; en bij besluit van dezelfde dag. teekening, N°. 62, medé tot Ridders der gemelde orJe, de thans in zending hier te lande aanwezige leden der natuurkundige Commissie op Java, S. Muller en P. IV. Korthals. Als Vice-Consuls van Zweden en Noorwegen, respecciveljjk te Alk. maar. Zaandam en Purmereude, zijn erkend de heeren .7. Kehi, P. Smits en K. Brantjes. Bij koninglijk besluit van den reden dezer zijn ingetrokken: i°. het Koningljjit besl'óit van 15 October 1830, omtrent den aanvoer van en ver. voer naar de in opstand zijnde gedeelten des Rijks van waren, levensmid. delen en krijgsbehoeften; 2°. het Koninglijk besluit van 2 Nov. 1830, hou. dende maatregelen van toezigt op personen of goederen, welke uit de in opstand zijnde provin'éien naar de anderen en omgekeerd moeten reizen, of worden overgevoerd; 30. het koninglijk besluit van 20Nov. 1830, houdende verbod van allen aanvoer vati goederen uit de in opstand zijnde provinciën; 40. het Koninglijk besluit van 18 Jan. 1831, tot versterking der middelen van toezigt tegen den vervoer van paarden, vee, levensmiddelen of fourage, naar de in opstand zijnde provinciën; en 5°. het Koninglijk besluit van 17 Junij 1831, töt uitoefening voor een behoorlijk toezigt op personen, uit of over Belgie komende. Zijne Maj. heeft eenige bepalingen gemaakt ter herstelling van den geregelden loop der posten naar en van Belgie, en onder anderen bepaald, dat de gedwongen frankering boven het port, van 15 centen, ophoudt, doch dat de brieven, volgens dé gewone port, tot Breda moeten gefrankeerd wof. den, tot nader besluit. De Opperbevelhebber van de vesting Maastricht, Baron van der Ca. nellen, is benoemd toe Commissaris, om Venlo van Belgie over te nemen. Ook heeft de Opperbevelhebber van Lillo en Liefkenshoek bevel Ont vangen, om die forcen dén 22sten dezer aan de Belgen over te geven. Men verneemt, dat eerstdaags het programma zal worden vastgesteld van de volksfeesten, die, bij gelegenheid der terugkomst van Z. K. H. den Erfprins van Oranje en Hoógstdeszelfs gemalin, alhier zullen worden gevierd. Deze feesten zullen, naar men verzekert, overeenkomen met die, welke In jaar 1816, tijdens het huwelijk van Z. K. H. den Prins van Oranje, alhier zijn gehouden, en even eens bestaan in het doen plaats hebben van voilts- vermakeTijkheden in het Bosch, gratis tooncelvertooning, iilnminatieneiiz. Men spreekt ook van een balhetwelk alsdan door de stedelijke Rege. king aan de Vorstelijke familie zal worden aangeboden. Door het stedelijk Bestuur dezer Residentie zal, namens de ingezete nen, aan Z. K. H. den Erfprins vu» Oranje, bij gelegenheid van Hoogst, deszelfs huwelijk, een zilveren plateau worden aangeboden, en zoude Z. k. H. bereids te kennen gegeven hebben, dat zulks met welgevallen zii worden aangenomen. Uit Petersburg verneemt men, dat bet Zijne Maj. den Keizer, in aan. merking nemende de bewezene diensten door den Baron von Maltitz, tegen, woordig Staatsraad, buitengewoon Gezant en gëvolmagtigd Minister van Rusland aan het Nederlandsche Hof, behaagd heeft, onder dagrekening van den 11 Mei, een in de vieijendste bewoordingen vervat rescriptaan Jen. zeiven te doen toekomen, hetwelk vergezeld ging van de versierselen det orde van St. Stanislas, eerste klasse. Mr. ,7. van 's Gravenivecft zal,- naar men verneemt, binnen korten tijd van zijne 'reize door het Oosten in het Vaderland terugkeeren; hij bevindt zich thans reeds in Duitschland. Zijne Exc. de Minister van Justitie heeft onlangs eene circulaire gezon den aan de heefên Procnrenrs-Genéraal bij de provinciale Geregtshoven, waarin1, onder anderengezegd wordt, dat uit eene, 'door Z. Exc. dén Mi nister van Binrienlandsclie Zaken, aan beifi, Minister, gedane mededeeling, het Z. Exc. gebleken is, dat er, ten opzigte van de inschrijving van leven loos geborene of, vóór bet opmaken eener acte van geboorte, overledene kinderen in de registers van den burgerlijken stand, geenszins op eene een parige wijze te werk gegaan wo;dt. „De beginselen intusschen," aldus gaac de circulaire voort, „welke a;t. 52 van het Burgerlijk Wetboek deswege oplevert, zijn vrij eenvoudig. Van alle geboorten van kinderenhet zij die levenloos of levende ter wereld komen, moet bij den burgerlijken stand aan gifte worden gedaan en daarvan eene acte worden opgemaakt. Indien zij levenloos ter wereld komen', moet de acte worden ingeschreven ia het over- lijdens-register. Indien de kinderen wel geleefd hebben, dóch overleden zijn vóór limine inschrijving in het geboorte-register, mag er niet verder eene gebóórte-acte worden opgemaakt, maar ihoet de inschrijving eeniglijk plaats hebben in het overlijdëns-register, en wel zonder vermelding dat zij geleefd hebben, noch overleden zijn, maar enkel dac zij als levenloos zijn aangege ven. Het schijnt, dat men op sommige plaatsen van deze zeer eenvoudige regeling is afgewekenuic hoofde van het belang, dat er welligc kan bestaan om te constateren, dat de kinderen, in de laatste cathegorie vattende, ge- ieefd hebben, tot welk einde er daDschoon de kinderen reeds waren over leden nog eerst eene acte van geboorte en dan eene acte van overlijden werd opgemaakt. Het opgemeide art. heeft blijkbaar ten doel, om zulks te verbiedengelijk dan ook die handelwijze geheel in strijd was met den aard der instelling, van den bnrgelrijke standdaar het niet te pas kan komen om eenen burgerlijken staat toe te kennen aan een kinddat reeds overleden wasterwijl door de inschrijving in het overlijdens-register, onder vermel ding, dat hét kind als levenloos was aangegeven, niets wordt geprejudici. eerd omtrent de vraag, of het kind al dan niet heeft geleefd; hebbende dè wet aan de belanghebbenden willen overlaten, om, indien daarvoor eenige reden mogt bestaanZelve zich de noodige bewijzen dien aangaande te ver schaffen." Z. Exc. de Minister heeft voorts de Procureurs-Generaal ver. zocht, om aan hunne onderhoorige officieren, in den voorschreven zin, dè noodige instrnctien te geven, en dezelve aan te bevelen, om zich daarnaar te regelen, zoo bij de verificatie der registers, als in de gevallen, dat zij door eenige ambtenaren van den burgerlijken stand uic hun ressor: mogten worden geraadpleegd. Üic hec verslag vim her hoofdbestuur der maatschappij, roe verzach. ring van hec loc van behoeftige kraamvrouwen en hare pas geboren kinderen in de provincie Noord-Braband, onder de bescherming van H. Keiz. en K. H. Mevrouw de Groocvorstin van RuslandPrinses van OranjeKroonprinses der Nederlanden, en onder voorzitcing van Mevrouw de Baronnesse van dcit Bogaerde van Ter Bruggen, geboren Papeians de Morchöven, echcgenooc van Z. Exc. den Staatsraad, Gouverneur der genoemde provincie, omtrent den toestand der maatschappijbij hét einde van het tiende jaar van haar bestaan opgemaakt, blijkt; onder anderen, dac door deze edele en menschlievendé inrigcingin een tijdvak van tien jaren 2469 vrouwen door hec uicreiken vati pakjes goederen zijn bedeeld geworden, en aan 2609 vrouwen geldelijke on. aersceuningen in behoeftige omstandigheden zijn verleend. ïn hec Dagblad van 's Gravenhage leest men die eerste badberigc voor dit jaar: Reeds in het laatste van Mei was, ten gevolge van eenige warme dagen, de temperatuur der zee zoo geklommen, dat men de opening van het Bad. s'aizoen vroeger dan gewoonlijk, op den 5 Junij, kon bepalen. Ofschoon nu na een plaats gehad hebbend ooweder, de warmte van lucht en water in het begin dezer maand aanmerkelijk verminderd washerstelde zich dezelve mede trapsgewijs, zoo dat het saizoen voor het baden allezinj gunstig werd en het getal der gegevene baden dagelijks vermeerderde. Op den ijden dezer bedroeg het getal der op dien dag gegeVene baden reeds over de vijftig. En- kelde vreemden ziin bereids aangekomen, en er zijn aanzienlijke bestellingen, zoo wel op het Badhuis als in het dorp Scheveningen gedaanterwijl hec stedelijk Bestuur, mede aan het verlangen der baders voldoende, het getal kleine badkoetsen voor heeren, met zes, en dat der groote met twee heefc vermeerderd, en ruimer en doelmatiger tenten voor de op het strand, wach. tende baders heeft doen vervaardigen, en men in de nieuw uitgevonden Wa gons van d'èn heer Diets, schoon de dienst daarvan nog niet geheel geregeld iseen nieuw en aangenaam middel van vervoer voor de Badbezoekers die jaar zal aantreffen; zoodac alles het vooruitzigt op een schitterend badsai- zoen geeft. Te Amsterdam is er den ióden dezer, des morgens ten 6 nre, brand ontdekt ten huize van den broodbakker G. F. Zwancveld, in de Angelier- straat N°. 166, veroorzaakt door hec doorbranden van den oven. Hec hnis en de inboedel zijn geheel uitgebrand, en noch hec een noch hec ander was voor brandschade verzekerd. Drie brandspuiten hebben gewerkt en verdere ongelukken hebben geene plaats gehad. Men berigc uic Mohnickendam, dac den I3den dezer aldaar met hec beste gevolg te water is geloopen, het galjootschip Susanna Maria Catha rina, groot ruim 400 tonnen, gebouwd voor rekening van de heeren J. .7. Beerekamp c. s., te Amsterdam, op de werf van de heeren gebroeders Kater zullende worden gevoerd door Kapitein Brutie Jansen Dirksen. Die is zoo men meent, het eerste schip van die grootte, hetwelk te dier stede is ge. bouwd geworden. Nu zal voor rekening van den beer Corn. Kruijper te Zaandijk, op voorzegde werf, de kiel van een sloepschip worden gelegd. Den pden dezer is. te Utrecht, lii den ouderdom van 89 jaren, overle den de gepensioneerde Luitenant-Generaal Gerrït Jan Pèyinan. Men schrijft uit Harlingeu, dat aldaar mee goed succes van stape! iè geloopen, hec op de werf van de heéren D. en L. Alta nieuw gebouwd kofschip Bordeaux, groot circa 90 last, zullende gevoerd worden door Kapi. tein G. IVortelboervoor rekening van de heeren .7. A. en C. M. Simon Thomas, te Amsterdam, terwijl op dezelfde plaats terstond de kiel is gelegd van een kofschip van ruim 100 last, voor rekening van den heer Dirk Beth, mede te Amsterdam woonachtig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1