■ygf 1
A". 183®.
tl e y d s c ii e
maandag,
0 u e a n 1\
V U
v«;j;f."£Xj
V'^-x
7o j u n r.y.
NEDERLANDEN.
Le'y den den pden Junij.
Mèt geftoegen vernemen wij, dat onze Stadgenbot, de Heer F. Kaizer,
Lector in de Astronomie aan de Hoogeschool alhier en Directeur 'van het Ob
servatorium, benoemd is geworden .tor Buitenlandsch Lid van de Koninglijke
Astronomische Sociëteit te' Londen. Wij nemen er te meer genoegen in dit
te vermelden, daar genoemd Genootschap met haar lidmaat chap niet zeer
'mild'is, en, zoo ver wij weten, na den dood van den Hoogleeraar Moll,
geen geleerde in ons Vaderland met hetzelve in betrekking stond.
Men meldt uit 's Gravenhagé van den pden Jmiij:
Morgen zal Z. K. H. de Erfprins van Oranje deze Residentie verlaten en
Zich naar "Stuttgart 'begeven. Ooi: Znne Exc. de Graaf van der D:i-jr. van
Maasdam, wien, van den aanvang af, de onderhandelingen over hct öoor
Hoogstd. te'sluiten huwelijk, waren opgedragen, zal derwaarts vertrekken.
Er zijn door de Regering de noodige maatregelen verordend, ren doel
hebbende, om Zoowel in het krijgswezen, als in andere gedeelten des bestuur.
tegen den ijden dezer maand, alles op den voet van vrede terug te brengen.
A"ot de uitvaardiging der besluiten dienaangaande en tot de verzending der
daartoe betrekkelijke circulaires en aanschrijvingen wordt slechts gewacht
tot op het oögenblik, da: de ratificaciën van het-eindverdrag alhier zullen
ontvangen 'zijn.
'De heer Rèijnst, Raad van Tndiè', bedindc zi'ch met verlof in de Re.
sidentie, en dagelijks wordt de komst van den Raad van Indië, Jonkhr. Nn-
hup vdn Burgithiér te lande te gemoet gezien.
In den morgen van den 7den dezer had te 's Hage eene treurige pteg.
'tighékl plaats; het was de ter aarde bestelling van den uitstekenden kunst
schilder IV. J.J.Nuyendie aan zijne betrekkingen, Zijne menigvuldige Vrien
den, maar vooral aan de kunst te vroeg ontvallen is. De lijkkist was bedekt
met het paillet en'de penselen, waarvan Nuyen een zoo meesterlijk gebruik
gemaakt heeft, inet de gouden en Zilveren medailles, die hij door zijn bui
tengewoon en vroeg ontwikkeld talent verworven heeft, en met een' lauwer
krans, dien zijne vrienden daarop hadden nedergelegd als eene hem waardige
hulde. De slippen van het lijkkleed werden gedragen, aan de eene zijde,
•door den bijzonderen vriend van den overledene, den heer JValdorp, door
-Üe uitmuntende kunstschilders Kruseman en van Hove, de hceren Rochusieti
en Leikhardt, en den architect Rcy'ers, en aan de andere zijde door leerlingen
van den afgestorvene. Achter dé 'lijkkoets volgde een groot aantal kunste
naars in alle vakken, Schilders, dichters en beoefenaars der schoone letteren;
toohkunstetiahr's en tooneellisten, die döor hunne aanwezigheid in den statu
gen'rouwstdét een bewijs gaven van hun gevoel, dat van de verschillende
kunstvakken de grondslagen dezelfde zijn, en het hoogere doel des dichters
en schilders:, des toonkunstenaars en tooneelspelers allen verbroedert; de
vertegenwoordigers van al welke vakken nu eene laatste eer bragten aan een
'kunstenaar van onderscheiding', die aan vélen hunner dodr de banden klef
vriendschap was verknocht geweest.
Na hen volgden de naaste betrekkingen dés overledenen', waaronder zijn
waardige vader, die in hem een eenigen zoon en kind, de troost zijns onder-,
doms verliest. Het eerste'rijtuig, WaarinZij gezeten waren was dat van;
den'Staatsraad-Burgemeester der Residentie, met zijne liverei.
De stoet op het Robmsch-Katholljke ketkhdf gekomen, werden de gods
dienstige plegtigheden, eerst in de kapel en daarna aan het graf door een*
verwaardigen geestelijke verrigt. Het stoffelijk overschot werd zoowel naar
de kapel als «aar de grafstee gedragen door de heeren, die den stoet uitmaak
ten, en waaronder men verschillende depUfatiën opmerkte, als onder anderen,
de heeren Mr. Hartman, de Ceva, van de Sande Bakhuizen en ffêeeink
-leden der Commissie van beheer over de tentoonstelling van voortbrengselen
der schilderkunst, enz.; eerstgemelde ook Secretaris der Teeken-Akademie
in de Residentie; alsmede eene Commissie uit het letterkundig genootschap
ter dier stede: Oefening kweekt kennis.
Aan het graf hieven eenige leden van de maatschappij: tot bevordering der
Toonkunst, een treurlied aan-, hetwelk geaccompagneerd werd door blaas- en
strijk-instrnmenten, urtgevb'erd door de leden der KoOingiijke Hofkapel en
door kweekelingen van de Koninglijlte mnzijkschooi. De woorden van dezen
.grafzang waren door den heer Calisch, de muzijk door den heer M. van'Gelder
vervaardigd; beide waren treffend en roerend. Aldus klonk des dichters afscheid:
Vaarwel-6 jeugdig Vriend l rondom Wiens graf we ons scharen
De rouwe in V krimpend haftin ,t oog de weemoedstraan
Ja. gij hebt lang geleefd in weiiiig levensjaren
'Genieden dood ten spijtkroonde u met lauwerblatin
RustBroeder! rust hier zacht!Vaarwel verheven geest!
De Kunst en Neérland treurt;., Go'ds 'Englen vieren feest
De heer L. R. Beynen, tweede Preceptor bij het stedelijke Gymnasium,
hield vervolgens eene zeer aandoenlijke toespraak, waarin hij het groot ver.
•lies deed gevoelen, hetwelk bijzonder de schilderkunst door het overlijden
van Nuyen geleden heeft. Ook de heer Dobbelin drukte in het FranSch ge.
lijke gevoelens uit. Fraai uitte de heer Beynen de lioop, dat aan alien, die
zich thans aanwezig bevonden, bij hunne dood, de'zeifde algemeene deelne
ming, dezelfde eer zou kunnen te beurt vallen. Daarop ontboezemde de
'de heer E. M. Calisch de volgende dichtregelen:
Aan wapenveld noch kroon ontleent dit graf zijn glans
*t Draagt edeler sieraad;der Kunsten lauwrenkrans
De naam van muyen is 't arduin op zijn gebeente
Die sterft als Hijbehoeft geen prachtig lijkgesteente.
De VriendschapVaderlandde Kunstde Huwlijkstrouw
Zij heiligen deezplek door eenverheven rouw.
Weent MannenBroeders weent! de traan voegt in onze oogen.
sliet is daarheen't Genie.dat -ons hield opgetogen;
'Hij is daarheen de Vriendvan wien de dood ons scheidt.
Aan ons zijn dierbaar stof;aan hem de onsterfelijkheid'!
'Een graflied van Lindpaintneraangeheven en uitgevoerd op dezelfde wijze
all het'eerste, besloot de plegtigheid op het kerkhof.
Hier verdient vermelding, dat de heer H. J. Soury, die zich als een groot
voorstander en beoefenaar der toonkunst doet kennen, eené vrije Nederduit-
sche vertaling van den Duitschen tekst van dit treurlied, te dezer gelegen,
heid vervaardigd had.
De trein ten siert huize teruggekeerd zijnde, hield een Vlaamsch schilder,
de heer Ch.Tilmontdie zich aldapr bevond, eene zeer doeltreffende toespraak
Tot alle aegenen, die aan de plegtigheid hadden deel genomen, en waarin hij
over de uitstekende verdiensten van Nuyen, vooral als schilder beschouwd,
uitweidde. Zijne ontroering was op de begraafplaats te groot geweest, om
tiaar de «tooiden uit te spreken, die hij zich voorgenomen had. Bij alleh
ontwaarde men dezelfde gemoedsaandoening. De droefenis van den vader',
de toestand van des overledenens echtgenootebragt niet weinig bij,'om de
smart, die op iede,rs gelaat zigtbaar was, te vermeerderen. Als eene laatste
bijzonderheid van/deze treurige tér 'aarde bestelling, die gewis lange-bij eau
ieder iu het geheugen blijven zat, verdienc hier vermelding, dac, toen de
stoet het sterfhuis verliet, in het vertrek, waar zijne vrienden en kunstenaars
vereenigd warén, 'het portrait hing van den waafdigen overledene, door. zij
nen vriend [holdorp, na zijnen dood vervaardigd, terwijl, bij de terugkomst,
ter zelfde plaatste, het afbeeldsel prijkte van Nuyen, zoo als hetzelve vroe
ger, vóór. zijnen dood, vervaardigd was. Nuyen moge aan dit aardrijk out.
nomen zijn; hij i; echter niet dood; hij leeft in zijne werken.
Jn Amsterdam is den 'óden dezer weder een jeugdig schilder Hendrik
Breukelaer, in den ouderdom van 30 jaren overleden. De Amsterdamscke
courant zijn afsterven mededeeieri'de', voe-gt daarbij:
Stil en zacht van aard, fijn Van gevoel, edel van hart, braaf van gedrag,
was hij een voorbeeld voor zijne medeleerlingen op de Koninglijke Akademns
van beeldende kunsten en bij zijnen verdienstelijken bijzonderen leermeester
A. Kruséman Jz. Hij Was een trouw vriend, een zoon, waarop de be
jaarde moeder met regt roem 'droeg, een liefhebbend broeder. Groot was
zijn kunsttalent. Üe wees van Speijk voor het graf van de Ruiter, op vroe.
gere, en het boerengezelschap op het ijs en de Tyroler met vrouw en kind, op
de laatst alhier gehoudene cencoonscelling, kunnen her, onder andere ver
dienstelijke kunstwerken van zijn hand, getuigen. Zijn zachte en gevoelige
zie! was voor het tableau de genre, waaraan hij zich gewijd had, regt ge
stemd. Zijn penceel gaf blijk van die tederheid, die hem in alles zoo zeer
kenmerkte. Wanneer men zijn aanhoudend lijden en zijnen jeugdigen leef
tijd nagaat, moet men zich verwonderen, dat hij als kunstenaar zoo veel
geleverd heeft; trouwens hij was zoo vlijtig en moedig, dat hij geene ge.
zonde oogenblikken, en hoe weinig waren die in zijn leven, liet voorbij,
gaan, zonder niet voor de kunst te leven. Zijn verlies wordt te regt alge.
meen, inzoederheid echter door de zijhen diep en innig, betreurd.
Voorts meldt men uit Amsterdam van den ./den Junij:
Onze stadgenoot, de heer A. de Bruin, met wien het Gouvernement eene
overeenkomst heeft aangegaan, wegens de levering van zuiver versch water,
ren dienste van 's Rijks en particuliere schepen, zoo ter reede van Batavia,
als in andere havens van Nederlandsch Indië, waar zulks doenlijk zal zijn,
is met zijne daartoe.benopdigde zuiveringstoestéllen in zoo verre gereed, dac
hij binnen korten tijd dé reis naar Batavia deukt aan 'te nemen. Wij hopen,
dat deze voor den handel zoo belangrijke onderneming met den besten uitslag
moge bekroend worden.
.Omtrent de oprigting van eene maatschappijter bevordering van de
■;5cbeepvaart en den handel op de Zwarte zee en met het Oosten, verneemc
men nader, dat de zete! dezer maatschappij te Amsterdam zal worden geves.
tigd, alwaar ook tevens de algemeene vergaderingen zullen worden gehouden.
'Ook zal er eene algemeene factorij te Odessa worden daargesteld, terwijl
san deze maatschappij tevens de bevoegdheid is verleend, om kantoren te
'vestigen, niet aljeen in de verschillende deelén van het'Russische Rijk, mhar
ook in vreemde landen.
Voorts heeft het Russische Gouvernement aan deze maatschappij onder,
scheidene voorregten toegekend, waarvan het eerste denkbeeld is ingegeven
door de belangrijkheid, welke de handel in de Zwarte zee met eiken dag
meer verkrijgt, en die de ernstige 'aandacht van ïlle Natiën tot zich scMjnc 1
te moeten trekken.
De voornaamste, pprigters daarvan zijn de heeren-: van Aken, Graaf de Pret.
del, van Grobbelschroyde Fresne, Berryer en E. Barbier.
De Utrechtsche Courant van den /den Junij meldt, dat de Regthsnk
aldaar verklaard had, dat er geene termen bestonden voor de aanklagt van
-den uitgever der Arnhemsche Courant, den heer C. A. Thieme, tegen den coit-
raiuier der Utrechtsche Courant, den heer L. E. Bosch, of den schrijver vail
een artikel, voorkomende in, die courant van den 22 February 1839.
In de verg'adering van dén Raad der s,tad Rotterdamzijn den istendezer
tot leden dér provinciale Staten van Holland gekozen: bij continuatie, de
heeren Mr. M. C. Bichon van TsselmondeRidder der orde van den Neder,
landschen Leeuw, Burgemeester van genoemde stad, en Mr. J. van Dam
van Noordeloos, lid van gedeputeerde Staten; in de vacature, ontstaan door
het overlijden van den heer M. IV. Reepmaker, de heer J. T. FViikens, en in
die, ontstaan doet het honorebel ontslag van den heer Mr. M. Hoog. de heer
M. A. F. H. Hofman.
De Raad der stad Haarlem heeft den heer B. C. de Lange weder tngéko-
zen als lid der Staten van Holland.
T6r vervulling van de met den 1. dezer, afgetredene leden voor de pro.
vinciale Staten van Utrecht, zijn als zoodanig op nieuw verkozen: voor de
ridderschap: de heeren IV. R. Baron van Heeckerenvan Brandsenburg,J.G.G.
Baron Taets van Amcrongen van Renswoude, Jonkhr. IV. A.Beelaerts van Blok
land van Remmerstein, de heer G. A. G, P. Baron van der Capellen van Ber
kenwoude. Voor de steden: Utrecht. De. heer Mr. L. T. Nepveu, Jonkheer
Mr. P. A. Beelaerts van Oosterwykde heer IV. Koopman. Wijlt bij Duur*
stede. De heer A. J. van Marienhoff. Voor den landelijken stand, iste dis
trict. De heer J. A. Godin van iVestrenen, iu plaatse van het aftredend lid
voor dit district. 2de district. De heer J. P. C. Baron van Reede van Ter Aa.
3de district. De heer G, N, Laan. 4de district. Jonkheer G.J. Beeldshydcr
van Voshol.
Bij de verkiezingen voor de provinciale Staten van Noord-Braband op
den isten dezer, zijn voor de ridderschap herkozen Jhr. A. J. J. C.deVoocht:
en .7. F. de Kuyper. Voor de steden: 's Hertogenbosch, de heeren V. A.va/t
Ryckevorsel en Mr. L. Frcderiks; (Eindhoven, de heer J. J. SmitsOoster.
hout, de heer J. H. J. van EttenTilburg, de heer Mr. J. A. Mutsaers,
allen herkozen. Voorden landelijken stand3de district de heer tl. Smits,
herkozen; 8ste district: Mr. C. J. A. van Ryckevorsel, in plaats van, den
heer M. F. delVys, die, uit hoofde van zijne gevorderde jaren, Verzocht:
had niet gekozen te worden; 12de, 13de en 14de district: de heeren Ar van
der Poest Clement, F. van Mattenburg en J. P. van Gilse, allen herkozen.
De ridderschap der provincie Groningen heeft herkozen de aftredende le
den: Jhr. JVicher Meinard de Marees van SwindereniVtllem Alberio van
EkcnstcinUnico Allard Alberda van Mcukema en Lamoraal Albo Baron kenjgers.
OOSf-INDlE.
De Avondbode deelt wederom de volgende bijzondere berigten uit Java mede;
De Majoor der artillerie iu Indië Iloyel, wiens aanstaand vertrek naar Mc,
I