a°. 1830. leydsche COÜRAN T, J iT-e. -r T* i VRIJDAG, 19 APRIL. NEDERLANDEN. Letden den iHden April. Onze Itad mogt ook heden de eer genieten Zijne Keizerlijke Hoogheid kien Grootvorst-Troonopvolger van Rusland, vergezeld van Z. K, H. den Prins van Oranje, eenige ufen in haar midden te hehben. Voorafgegaan van Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken, Zijne Exc. den Minister van Rusland en Hoogstdeszelfs Secretaris; alsmede van den Generaal de Klerk en den Kolonel Omphal, beide laitaten toegevoegd als Adjudanten van Z. K. H. den Grootvorst, kwamen omstreeks te een ure HH. K. en K. HH. bij de stad aan, en werden aan de Poelbnrg, even bui. ten de stad, door eehe eerewachc van Kurassiers ontvangen. Zoodra HH. K. en K. HH. in het gezigt der stad kwamen, kondigde het klokkenspel van den stadhuistoren Hoogstderzelver aankomst aan. De stedelijke Schut terij, de alhier in bezetting liggende Infanterie en Kurassiers waren reeds vroegtijdig onder de wapenen gekomen, en bezerteden den weg, welken HH. K. en K. HH. in de stad nemen zouden. De hooge Personen stapten aan het Stadhuis af en werden aldaar door Heeren Burgemeester en Wet houders ontvangen. Na aldaar eenige ververschingen gebruikt te hebben zijn HH. Keiz. en Kon, HH. het Museum van Oudheden gaan bezigtigen. Vervolgens begaven zich HH. K-. en K. HH. naar de Akademie, en werden aldaar door den Prorector (bij afwezigheid van den Rector) en de Seniores der vijf Faculteiten gecomplimenteerd. Daarna werd het Museum van Na tuurlijke Historie en het Kabinet van JapanscheZeldzaamheden van den Wel- Edel Gestr. Heer Dr. Siehold, in oogenschouw genomen; alwaar Hoogst- dezeiven door eene Commissie van H. H. Studenten der Hoogeschool zijn begroet geworden; waarna HH. K. en K. HH. onder het luid en aanhou. dend gejuich der menigte, welke zich op alle straten, langs welke Hu. K. en K. HH.reden, bevonden, ten 3} ure de stad hebben verlaten en Hoogst derzelver reis naar 's Gravenhage voortgezet. Ook ons heeft het tot vreugde en eer verstrekt, behalve onzen geliefden Kroonprins, ook Hem in ons midden te zien, die de Zoon is van een onzer Bondgenootendie, zoo wij vertronwen, daar banden des bloeds Hem ook hiertoe verbindende belangen van het al te zeer miskende Neder land blijft behartigen. De ontvangst van den Russischen Troonopvolger, zoowel elders in ons Vaderland, alsmede in onze Stad moet hem overtüi. gen, dat Nederland op de vriendschap en bescherming van Hoogstdeszelfs Doorluchtigen Vaderden grootsten prijs stelt, en Hem zeiven,die eenmaal, zoo God het wilover meer dan 50,000,000 menschen heerschen zaltot een getrouw Bondgenoot verlangt. Het kan dan ook niet anders, of de eerbe wijzen aan den Naneef van Peter den Grootc, die ons vaderland zoo hoog schatte, gegeven, moeten hem diep getroffen hebben en steeds in zijn ge- moed de overtuiging doen bewarendat Nederland voor deszelfs vrienden veel weet over te hebben. Bij Zijner Majesteits besluit van den 11 April 1839, N°. 8i, is de heer Mr. PhilippUs de Kanter, Procureur-Generaal der kolonie Suriname, en tijde lijk belast met het Gouvernement-Generaal der Nederlandsche West-Indische koloniën, benoemd tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw. Het heeft Z. M. behaagd de straf des doods, waartoe Laurens van der Tak, bij arrest der Criminele Regtbank in Holland, in dato 11 December II., veroordeeld was, ter zake van moedwillige verwonding van den Coraman- danr in de gevangenis te Hoorn, Willem Duppe, en welke den dood van den- zeiven binnen 40 dagen ten gevolge heeft gehad, te mitigeren en te ver anderen in geeseling en brandmerk met den strop om den hals en twintigjarig confinement. De Staats-Courant van deh I7den dezer bevat het handelstractaat tus- schen de Nederlanden ter eener zijde, en Pruissen, Beiieren, Saksen, Wur- temberg, Baden, Keur-Hessen, het Groot-Hertogdom Hessen, de Staten van het Thuringer tol- en handelsverbond, Nassau en de vrije stad Frankfort, ter andere zijde, den sisten Januarij laatstleden gesloten en den aden dezer geratificeerd. Zijne Maj. heeft aan de Roomsch-Katholijke gemeente ceHeiisden, uit 'a Rijks kast ƒ14,000 toegestaan, tot het bouwen eener kerk, en aan die te Heumen, in Gelderland, den benoodigden grond om eene kerk te bouwen. Men verneemt, dat, aanstaanden Vrijdag, de Graaf van der Duyn van Maasdam, wederom met eene zending belast naar het Hof van Wnrtemberg vertrekt. Dat deze zending in verband staat met het aanstaande hooge hu welijk van den Erfprina van Oranje, zal wel aan geen' twijfel onderhevig zijn. Aan den persoon van T. W. de Wilde, aan wien, wegens zijn manmoe dig gedrag bij het verongelukken des Harlinger beurtmans, eene gratificatie in geld was toegestaan, is in plaats daarvan door Zijne Maj. de zilveren me daille der eerste grootte met een loffelijk getuigschrift uitgereikt; terwijl aan de peraonen H. van Dyk en A. F. Posthuma, boven de aan hen toegekende geldelijke uitkeering, almede dergelijke loffelijke getuigschriften zijn toegekend. De heer A. van der Hoop Jr., te Rotterdam, heeft van Z. K. H. den Grootvorst-Troonopvolger van Rusland eenen fraaijen diamanten ring ten geschenke ontvangen, vergezeld van eenen zeer vleijenden brief, in zijnen >aam door den Russischen Gezant, den Baron von Maltitz, geschreven, tgens een, door den heer van der Hoop Jr., aan Z. K. H. den Grootvorst "•edragen dichtstuk, in vier zangen, getiteld Columbus, dat nog ter perse 010 gaan. tTUit Amsterdam meldt men van den 16 April: Pai,het, zoo uit voórloopige berigcen als uit de officiële aankondigingen jjVas<*at het z'ch hier bevindend Vorstelijk gezelschap gisteren avond °e oorstelling in den stads schouwburg zoude bijwonen, waren niet alleen alle ^plaatsen, maar ook Zelfs alle mogelijke staanplaatsen in de zaal rteds vroegtljjg bezet, en eene ontzettende schare van alle rangen en stan. oenderwjarrs ueen gevloeid, om het Doorluchtige gezelschap af te wachten en de blijken va trouw, erkentelijkheid en hartelijke verknochtheid, welke de ingezetenen de.hoofdstad gewoon zijn jaarlijks aldaar aan den geëerbie- digden Koning te -engen, bij Hoogstdeszelfs afwezendheid op deszelfs lioogen gast en Doorl-.),,^ betrekkingen over te dragen. De Grootvorst verscuen met de Prinses van Oranje, aan welke Hoogst, dezelve^ den arm bood, ,et eerst in de loge. onmiddellijk door de verdere Vorstelijke persontadjen ge>o1gd wordende. Terstond werd door het orchest het Nederlandsch Wilhelmus aangeheven, ten blijke dat den Koning, of. schoon afwezend, het eerst de verschuldigde huide werd toegebragt; het •pelen van het volkslied deze eerste hulde opvolgende, gaf hierna blijk van de gevoelens der natie, omtrent het Koninglijke Huis in het algemeen; maar ook de hooge gast werd niet vergeten en deze ontving in het Russische volkslied, deor het orchest aangeheven en door peuïge leden van het 'persa- neel voor het zangspel in Hollandsche woorden gezongen, eene beleefdheid die Hoogstdenzelven welligt niet onwelgevallig zal zijn geweest. Het Doorluchtig gezelschap scheen veel genoegen te vinden in de vcor- stelling, waarvan het hoofdgedeelte bestond uit twee bedrijven van hermeet terstuk van Neêrlands puikdichter J. van den Vondel ,her treurspel Gijsbrechtvan Aemstel, hetwelk van eene verhevene zijde hiertoe was uitgekozen gew den, en voorts uit eene prachtig ballet en afgewisseld van muziik tussehen de bedrijven. Het in de loge vinden van een exemplaar eener vertaling v.:n Gjsbrecht, gaf den Grootvorst gelegenheid bet spel der acteurs eenigerma e te volgen; de hartelijkheid, die de begroetingen van het publiek zoo bij komst als bij he: vertiek van het Doorluchtig gezelschap vei-gezelde, en minzaamheidmet welke die hartelijkheid door de Prinsen en Prinsessen we d beantwoord, kan niet dan bij Hoogstderzelver Doorluchten Gast den aangc naamsten indruk hebben te weeg gebragt, omtrent de wederkeerige gevoe lens, die in Nederland het Vorstelijk Huis en de Natie onderling verbinden. Door den heer A. van der Hoop, als vertegenwoordiger van het bankiers buis Hope Conp., en door den Russischen Consul, den heer de Brunet waren ter eere van bet bezoek door den Troonopvolger van Rusland aan de hoofdstad van Nederland gebragt, voor derzelver huizen prachtige en smaak volle illuminatiën daargesteld, en ontzettend was de menigte, die in den loop des avonds, ter bezigtiging van dezelve, naar die beide punten werd getrokken. Omstreeks it ure dezen morgen hebben de hier aanwezige Vorstelijke per. sonaadjen het paleis verlaten, ten einde onderscheidene merkwaardigheden dezer stad te bezigtigen. Nadat de Grootvorstde Nederlandsche Prinsen en eenig gevolg zich te voet naar de Nieuwe Kerk begeven hadden ver volgden dezelve hunnen verderen togt in rijtuigenen namen achtereenvol gends de Grieksche en Oude Kerk, het Museum, het Entrepót, en de nieuwe Sluis aan het einde van den Kadijk in oogenschouw, waarna Hoogst dezeiven langs de Heeren- en Keizersgrachten, de Schansen en Hoogesluis, Binnen-Atnstelenz., de stad doorreden hebben. Ten 3 ure gaf de Prins van Oranje andientie, en bij het ter perse leggen dezes is er vóór omstreeks tachtig couverts diner ten Hove. Den igden April hebben de Vorstelijke personen nog eenige magazijnen te Amsterdam bezien; den vorigen avond hadden zij den Franschen schouiv- burg met een bezoek vereerd en waren aldaar met groot gejuich ontvangen; Omstreeks 11 ure hebben de Grootvorst en de Koninglijke Prinsen zich naar de Werf begeven; ren 12 ure zijn HH. KK. HH. de Prinsessen van Oranje en Frederik aan de Nieuwe Stads Herberg afgestapt, en scheep gegaan op de stoomboot Merkurius, welke, aan de Oosterdok-sluis gekomen, door het overige Vorstelijk gezelschaphetwelk zich door sloepen van de werf der waarts had doed oproeijen, werd ingewacht. Vervolgens hebben de hooge personen gezamentlijk op de genoemde stoomboot, onder het lossen van het geschut van het Konings jagt, dat aldaar op stroom lag, en het spelen der volksliedereu door het muzijkcorps der Amsterdamsche schutterij, de reis naar Zaandam voortgezet. Uit Zaandam schrijft men van den i7den April: Omstreeks 2 ure kwamen alhier de Grootvorst Troonopvolger van Rusland; benevens de Prinsen en Prinsessen van het Nederlandsche Huis, niet de stoomboot aan, gevolgd door eene der Rijksboeijers. Het Vorstelijk gezin werd alhier, opgewacht door den heer Burgemeester G. van Orden en door den heer A. van der Hoopnaar de stad geleid, vooraf gegaan door een piket schutterij en gevolgd door het corps muzijk, hetwelk HH. KK. HH. herwaarts vergezelde. Onmiddellijk vervolgden Hunne KK. Hoogheden den togt te voet tiaar het huisje van Czaar Peter, waar H. H. tegen it\ uur hunne intrede deden. Het Vorstelijk gezin verwijlde hier eene geruime poos alleen in het bijzijn der heeren v. d. Hoop, den Burgemeester dezer stad en dien van Amsterdam. Treffend vooral was de wijze waarop H. K. K. H. de Kroonprinses van Oranje den Grootvorst alhier verwelkomde. Hem werden op eenen kostbaar bewerkten gouden schaal en eene gouden vaas, van dezelfde bewerking, brood en zou: aangeboden, als de kenteekenen der ruimste gastvrijheid, ge. lijk zulks bij alle Noordsche volken nog gebruikelijk is. De Grootvorst was aangedaan over deze herinnering aan een gebruikhet welk zijn vaderland eigen isdoch niet minder was Hoogstdezelve getroffen, bij de ontdekking vah een groot schilderij, in bet ruimste vertrek der woning opgehangen, Czaar Peter den Groote in Zaandammer boeren-kleedir.g voor stellende. Vervolgens werd een twintigtal Dames en Heeren, ingezetenen dezer stad, tot HH. KK. HH. geleiden door dezen een welkomsgroet aangeheven begeleiu door een tiental leden van het corps muzijk, welke van de overige hier achtergebleven waren. Toen deze zing geëindigd was, namen de uitvoerders, onder betuiging der bijzondere erkentelijkheid voor dezen heilgroet, hun afscheid, en vertoefden HH. KK. HH. nog eenige oogenblikken op de plaats zelve. Bij het veria- ten derzelve gaf elk der leden van het Koninglijk gezin den bewaarder der woning eenen hartelijken groet, en begaven Hoogstdezelven zich naar hec logement het Moriaanshoofdalwaat eeh uitnemend collation voor vier en veertig couverts was aangerigc. Terwijl de gasten hier aanzaten voerde hetzelfde corps muzijk eenige stukken, ook het Russisch volkslied uit, terwijl door eenige leden der kapel van H. KK. H. zang werd uitgevoerd. De zaal was rijk en met de zeld. zaamste planten en bloemen versierd, welke uit Amsterdam herwaarts waren overgebragt. Omstreeks 4y ure heeft de stoet de stad weder verlaten. De vier molens der heeren van dé Stadt, Schermer en Stolk, bij het op. zeilen der Zaan, waren prachtig versierd en keerden zich, zoo bij het aan komen als vertrek, met de wieken naar de Vorstelijke reizigers, hetgeen,, gevoegd bij de óntelbare vlaggen en wimpels, en de tallooze scharen, weike overal, zoo aan den weg als tot op de daken der huizen herwaarts gestroomd waren, aan dit bezoek der Koninglijke gasten het aanzien van een groöt volksfeest gaf. Het weder schikte zich ten beste, en de goede orde is biec gestoord geworden. De zaak van den ijzeren spoorweg van Amsterdam naar Arnhem is thsrs Voor de regtbank van Ütrecht aanhangig. Van wegé onderscheidene grond, eigenaars onder Baambrugge, is een request aan de regtbank itiged-end, waarbij zij als opposanten tegen het vonnis der regtbank, bij hetwelk t?e Gouverneur van Utrecht gemagtigd wordt, zich in bezit der aangeduide grop. den te stellen, optreden, terwijl zij tevens den Staatsraad Gouverneur heh ben doen dagvaarden. De Olficter van Justitie bij de regtbank te ÜtrecHts

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1