A*. 1830. IEYDSCHE MAANDAG, C 0 R A N t\ 'Lxyden 11611 3*sten Maart. 1 APR] L. NEDERLANDEN. Hoewel wij verwacht hadden, dat Z. K. H. de Groötvörst Tróonopvolger wan Rusland heden namiddag .onze stad zoude doorkomen ,^daar er ook reeds toebereidselen gemaakt waren om Z. K. H. plegtig te ontvangen, zoo is deze Verwachting niet vervuld, daar Hoogstdezelvè van Nijmegen met cie stoom- -boot naar Rotterdam veitrokken is, en vandaar heden avond in 's Gravenhage -gewacht wordt. Men meldt uit *s Gravenhage van den <29sten dezèr, datna eenige dagen afwezigheid, Z. K. H. de Prins van Oranje, vergezeld van Hoogstdeszeifs zonen, den Eilprins en Prins Alexander, uit Tilburg weder binnen de Resi dentie was teruggekeerd, Naar men verneemt, heeft het Zijne Maj. den Koning behaagd, ofn, voor een bedrag van f 40,000, deel te nemen in het daarstelien van eene machinale vlasspinn*.njonder bestuur van den heer H. M. Cohen, vati Baarn, te Apeldoorn. Bij Koningrijk be luit is verklaard, dat de bepalingen van Zijner Majs. besluiten, van den 18 December 18122 Staatsblad N°. 52) en van den iSteh -December 1825, nopens de verdeelmg van boeten of overtredingen der ver- ordeningen op Oen ijk der maten en gewigcen beloopen, iusgelijks van toe passing zijn op de boeten voor OVertredingeh, welke door de ijkers van het vaatwerk en de pobcie-beambten worden geóónStat'eetd. Bij Koninglijk besluit is onlangs bepaald, dat op den isten April 1839, de bijzondere bewaringen van het kadaster opnouden afzonderlijk te bestaan, en vereenigd worden met de bewaringen dèr hypotheKen in de onderscheidene •rrondissementen aanwezig; de ambtenaren, met deze laatste functien be last^ zullen van het gezegd tijdstip af, zijn bewaarders van de hypotheken en het kadaster, oveV het geheel arrondisséifteni- dat zoodanige der bij zondere bewaarders van het kadaster, mitsgaders boekhouderslandmeters en 4urnumerairen, verbonden aan de thans bestaande kantoren van bijzóndere bewaring van het kadaster, weike daartoe dooi Zijne Exc. den Minister van Financien zullen worden aangewezen, in de beciékking van boekhouders, klerken of landmetersurier. overgaan tOi en toegevoegd worden aan de kantoren van bewaring van de hypotheken en het kadaster, of ook aan de provinciale bewaringdat de provinciale bewaiingen bij voortduring oelast -blijven mei het bijhouden van de kadastTale minuuc-plans en de ciaartoe be boerende tafels, alsmede met dat der perceelsgewijze leggers, aan de kan toren van bewaring van de hypotheken en het kadaster zullen worden aan gehouden, en-, "door wederkerige mededeelingen, met die bij de provincia. Ié bewaringen, in overeenstemming zullen worden gehouden; dat de Minis ter van Financiën, voor iedere provinc e ot over meerdere provinciën te za- men, eenen hoofd-ambtenaar voor het kunstmatige zal aanwijzen, die belast zal zijn met het haautvkeurig onderzoek der schesteekeningen en bereke ningen van de op de kadastrale plana over te brengen veranderingen, alsmede met de contróle der meetkundige verrigtingen der landmeters op het veld; dat hij, bij eene bijzondere inatrectie, regelen zal de betrekking dier hoofd ambtenaren tot de bewaarders van de hypotheken en het kadaster, alsmede tot de provinciale bewaarders als belast met het bijhouden der minuut-plans; dat de leiding -der schattingen, onder dadelijk toezigt van den provincialen bewaarder, aan de controleuri van het kadaster, te dien einde benoemd of nog te benoemenzal blijven opgedragen; en dat de ambtenaren, welke ten gevolge der vorenstaande beschikking, buiten functien geraken, door Zijne Exc. den Minister van Financien, ter plaatsing zullen worden voorgedragen, en inmiddels op wachtgeld worden gesreld, of ook, zoo daartoe termen bestaan, gepensioneerd worden. Voorts rs van eene ministeriële zijde Verordénd, dat op i°. April, de over brenging aan de Hypotheek-kantoren, van het geheelè archief, behoorende tot de kantoren van bijzondere bewaring des kadasters in het arrondissement gevestigd, plaats hebben, met dat gevolg, dat aan elk Hypotheek-kantoor, de kadastrale stukken te vinden zijn, betrekkelijk al de gemeenten, naar de ïiieuwe regtèrlijlte kantonnale indeeling, in het arrondissement gelegen. Het heé'ft Zijne Maj. behaagddeU heer .7. S. van Dyk Bz.die op 9 November 1837 door het toenmalige Hof van Assises te Amsterdam, ter zake van het afleggen vart eenen valschen eed in civile zaken, tot de degra dation civique veroordeeld was, bij besluit van 20 dezer, N°. 94, van de gevolgen dier straf te otuheffeb. Sedert de 1 writ gedane békendmakingzijn door dé belanghebbenden geligt de navolgende door Z. M. verleende octrooijen: Een oCtrooi, in da'ró 10 Jannarij 1839, voor den tijd van vijf jaren verleend aan J, J. Meister en J. Doorkaard Nierfnans, te Enschede, op de uit vinding van een werktnig tot het spinnen van garen van afval van vlas. Een octrooi, in dato 21 Januarij 1839* voor dert tijd van tien jaren ver leend aan X PBles, te Rotterdam óp de invoering en op de verbetering van bianderamers, uit zeildoek 'vervaardigd. Een octöoi, in dkto 38 Januarij i83£, voor den tijd vin vijf jaren, vart af den azsren November 1838, verléend aan C. Blankwoonachtig te Xan- ten, domicilium gekozen hebbende bij Arn. Theod. Soiling Comp.koop lieden te Rotterdamö'p dé invoering van een cylinder stoot- en van een cylinder dttik werktuig voor het opvoeren vart water, en het droogmaken van overstroomde vlakten. Een octrooi, in dato 38 januarij 1839, voor den tijd van tien jaren, van af der 29 September 1838, verleend aan .7. de Fiennes te Amsterdam, op de invoering van eène verbeterde wijze van het touwen en looijen vin leder en bet bereide» van hetzelve. Een octrooi, in dito h8 Januarij 1839, voorden tijd van tien jaren verleend aan .7. C. Robertson, woonachtig te Londen, domicilium verkozen hebbende bij Mr, j. IVOef ken advocaat re *s Gravenhage op de invoering van zekere verhetëHngén in acheeps-braadspillen (windassen.) Een octrooi, in dato 31 Januarij 1839, voor den tijd van tien jaren vetleènd 'aan ,7. Fardonwoonachtig te Londen, domicilium gekozen hebbende bij C. C IJhlenbeckte Amsterdam, op de invoering van verbeteringen, toege past op het vervaardigen van zwavelvuur. Een octrooi, in dato loFebrtiarii 1839. voor den tijd van vijftien jaren ver leerd aan A. de Stappers, woonachtig re Luxemburg, domicilium gekozen hebbende in het logement de Gouden Leéüw te *s Gravenhageop dé volma king van een vroeger door hem uitgedacht waterwerktuig, eerst door hem le Beige, en nu la pompe monstre genoemd. Te *i Gravenhage is eergisteren overleden de kunstschilder P, G. van Os, lid van het Koningrijk Nederlandsch Instituut, Ridder der orde van den NederUndichen Leeuw-. Uit Dordrecht wordt van den 29 Maart gemeld: Men verneemt, dat hier ter stede binnen kort zal worden Uitgegèvenv eene prachrige kunstplaat of gedenkstuk, toepasselijk op de vijf-en-twituig- jarige regering van onzen beminden Koning, versierd met acht vignetten, voorstellende acht roemrijke bedrijven uit zijne wijze regering, Vervaardigd door een' der grootste meesters in de kunst. 'Indien de uitkomst aan de verwachting beantivoordt, zoo zal daardoor de kunsthandelaar Zangers, zich voor Zijne groote kosten aan deze onderneming besteed, schadeloos kunnen gesteld vinden. Uit Amsterdam meldt men van den 28 Maart: Wij vernemen ciat de heden plaats gehad hebbende inschrijving, in de ne- göfiatie voor den spoorweg van Amsterdam op Haarlem, de gevorderde som 'bereikt heeft. Wij kunfien als een voor de Hsarlemmer-spoorweg-maatschappij guns, tig voorteeken berigten, dat ter zitting der regtbank van gisteren, alwaar de pleidooijen zouden gevoegd worden in zane van voornoemde maatschappij en eene barer voornaamste opposanten, den heer Beuhnan, door Procureurs van partijen is aangezegd, dat de pleidooijen geene plaats zouden hebben, vermits partijen gezind waren in onderlinge schikking te treden. De heer Staatsraad Mr. Af. C. van HallPresident der Arrondisseraents Regtbank te Amsterdam, is door de Atheensche maatschappij van'Oudhedeft tot haar inedelid verkozen. In den Amsterdamschen Zeepost leest men het volgende: Door de equipagje van het op Goodwinsand gestrande schip DianaKa» pitein Reiniersenvan Amsterdam naar Batavia, is de redactie verzochc ge. worden het volgende te plaatsen: Den igden Maarc verlieren des avonds ten it ure, 16 man der gemelde equipagie het schip, in de groote boot, waarin zij dien nacht in groot ge vaar doorbragten, daar dezelve bij het uitbrengen dermate lek geworden was* dac men bestendig vier man noodig had om uit te hozen. Den volgenden dag, <5 ünr in den morgen, in het kanaal tusschen Dover en Calais, zagen 'zij eene menigte schepen, die hen echter wegens de hooge zee niet konden ontwaren, ofschoon zij noodvlaggen hadden; tegen ïi ure evenwel werdert deze door Kapc. Hagbergvoerende de Zweedsche brik Nancy, van Odessa naar Duinkerken, (sedert aldaar gearriveerd), opgemerkt, die hun dan ook aan booid van zijn schip, na vele aangewende moeiteheeft opgenomen. Van hec oog.ënbl'ik af aan, dat Kapt. Hagberg en deszelfs equipagie hen bijstand kon verlèenen, ondervonden zij van deze mensch/ievende zeelieden alle mo gelijke ondersteuning en de meest belanglooze deelneming. Voor dac zij aart boord der brik kwamen, had Kapt.Hagberg hun zijne beste provisie en zijne equipagie hare eigene kleederen aan hen, die half bevrozen waren, gezon den; en deden zij alle moeite om hen te Dungeness aan wal te zetten, al waar zij dan ook behouden voor anker kwamen, en verlieten den I9den de brik, als wanneer Kapt. Hagberg hun nog zijn laatste Hollandsch geld over gaf. De equipagie bovengemeld bedoelc niet deze bekendmaking eene open bare hulde aan Kapt. Hagberg en deszelfs equipagie te brengen, voor de waarlijk zeldzame en edele menschlievendheidwaarmede zij zich hun on geluk heboen aangetrokken en waardoor zij een onthaal genoten, dac hunné verwachting verre te boven ging. Op den 24sren Maart is ce Utrecht, in den hoogen ouderdom van ruim 96 jarenoverleden 'de hoog welgeboren heer l-Villem Renè Baron van Tuyll van Serooskerkenheer van Zuilen en Zweser-Eng en Westbroek, Comman deur der orde van den Ntderlandschen Leeuw, oud lid van de Eerste Ka- nier der Staten-Generaalenz. Uit Arnhem meldt men van dén 26 Maart: Gisteren namiddag, omstreeks ten 5 ure, ontstond in deze streken onver wacht een hevig onweder* In het naburig over den Rijn gelegen dorp El- den sloeg de bliksem in eene tabakplanters-woning, in de nabijheid van den grooten weg V2ti Arnhem naar Nijmegen gelegen, welke ten gevolge daar van geheel afbrandde. De wind-korenmolen ce Herveld, een ander dorp in Overbemwe, werd mede door het ónweder getroffen; de bliksem sloeg van boven in den molen en rigete daarin en aan wieken en binnenwerk, zelfs aan molensteenengroote verwoesting aan; in her. bijgelegen molenhuis wer den bijna alle glasruiten verbrijzeld. Er bevond zich maar één man op den molen, die, hoezeer door den slag bedwelmd, echter geen letsel bekwam; Te Valburg trof het onvveder eenen korenberg en splijcre eene bergroede van boven tot beneden. Op geen dier twee laatste plaatsen echter 011c stond brand. Een ijzingwekkend geval heefc pp den 15 Maart 1. I. re Ophensden In de Neder Betuwe plaats gehad. Zekere IVillem van den Bergboorakweé- ker, sedert 17 jaren gehuwd en met zijne vrouw steeds tn de beste verstand, houding geleefd hebbende, onbesproken van gedrag en vader van zes kindé ren, waarvan de jongste slechts 14 dagen oud was, had zich ?edert eenigén tijd aan de zoogenaamde vromen aangesloten, en aan hunne oefeningen deel genomen. Vóór omtrent vier weken, kort vóór de bevalling zijner vrouw, had hij deze gedreigd haar en hare kinderen te zullen vermoorden, en daartoe zelfs messen geslepen, doch dit heeft coen geen gevolg gehad, en de vrouw heeft zulks geheim gehouden. Ook eenen buurman, met welken hij ter zake van zijn bedrijf op den weg 'was, heeft hij soortgelijke bedreiging gedaan; doch deze zich bereid en in staat toonende,orn zich krachtdadig re verdedigen nam hij de vltigt. Later, en korter tijd vóór het hier bedoeld geval, heefc hij eene poging gedaan om zich te verdrinken, doch is gered geworden. Dan, eindelijk heeft hij zijn vroeger opgevat denkbeeld ten uitvoer gebragt. Des morgens ten drie ui*e staat hij öp, terwijl zijne vrouw en kinderen bij 'en rondom hem slapen, grijpt een derzelve, een meisje van 3J jaren, en wel zijne lieveling, en vermoordt het op de gruwzaamste wijze, ja ver scheurt het letterlijk zoodanig, dat de stukken van het lijkje naderhand in het vertrek verspreid gevonden zijn. Bij dé worsteling en verwarring* welke hierdoor óntstond, ontving de vrouw een aantal van acht wonden met een mes, welke hoe groot ook, echter niet doodelijk ziin geweest, terwijl ook nog een paar der kinderen wonden bekwamen, welke niet gevaarlijk zijn. Daarna liep hij net hnis nic naar de huizen zijner naburen, pogingen doende om binnen te dringen, roepende deze te willen vermoorden. Door die ge. riicht opgewekt, komen eenige personen naar buiten, en niet zonder moeite ért gevaar gelukt het hun den razende meester te Worden en hem te binden. En wat vond men nog bij nader onderzoek in hec huis? Den zuigeling van 14 dagen, gerust slapende op eenen rók van de vrouw, uitgespreid over het met asch bedekte en smeulende vuur op de stookplaats, en verborgen onder eenen hoop stroo uit de bedstede genomen, zijnde de rok nog maaé even geschroeid* terwijl hex stroo nog geene vlam had gevat;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 1