als ae Carlisteo, houden zich stil. Espprtero Ijst zijn leger van tijd tot tijd
militaire wandelingen doen, die niets te beteekenen hebben, maar onderno.
men schijnen te zijn, om aan zijr.e troepen eenige beweging te geven.
Volgens hetgeen te Madrid op 'net papier berekend wordt, zon het
Christinos leger uit 200,000 man en 14,000 paarden moeten bestaan; zeker
is het echter, dat de helft niet in weikelijke dienst is.
Uit Catalonie schrijft men van den I4den dezer:
De reizigers verwijderen zich in alie haas: van Barcelona. Den uden
lieerscbte er eene groote gisting in die stad en vreesde men elk oogenblik
(ware onlusten te zien uitbarsten; de handel der provincie, die bi] het jongste
tractaat geheel aan de Engelsche belangen opgeofferd is gewordenverkwijnde,
in weerwil van al de pogingen van den Baron de Meer, om denzelven op te
beuren; de Engelsche hebben zich over die bescherming van den Baron de
Meer, aan den handel van het land bewezen, te Madrid beklaagd, en de
Baron is bij besluit van de Koninginne Regentesse teruggeroepen. De Cata-
loniers hierover verontwaardigd, dringen hunnen Gouverneur tot wederspan-
nigheider zijn sterke venoogen naar Madrid opgezondenen intusschen
wordt er niet voldaan aan de bevelen der Koningin en blijlt de Baron zijne
functie bekleeden. Zoo men te Madrid mogt willen volharden, voorziet men
groote ongelukken. Vele rijke en op rust gestelde ingezetenen hebben Bar
celona verlaten.
Het is Rodil, die in de plaats van den Baron de Meer benoemd is. De
corporatien zijn bijeengekomen en hebben gedreigd Karei K te zullen uitroe
pen, zoo de belangen van het land en van de natie, langer op eene zoo
schandelijke wijze aan die van Engeland bleven opgeofferd worden.
DUITSCHLAND.
2. K. H. de Grootvorst-Troonopvolger van Rusland heeft rijke gedachte-
liistsukken aan den Prins von Metternich en aan alle hooge beambten van het
Hof achtergelaten. Onderscheiden instellingen van weldadigheid hebben van
Z. K. H. geschenken, van eene Keizerlijke mildheid getnigenJe,ontvangen.
Zooals in der tijd is gemeld geworden, had het Dekanaat van Aken
aan den Koning van Pruissen een verzoekschrift ingeleverd, waarin het ont
slag van den Aartsbisschop van Keulen gevraagd werd; thans is op dit ver
zoekschrift een antwoord der Regering ingekomen, bevattendedat er geheel
anderen reden bestaan, waarom die man bij voortduring in hechtenis gehouden
wordt, dan die, welke de stellers van het verzoekschrift hebben opgegeven
en die zij meendendat gemakkelijk uit den weg konden worden geruimd.
Zoo als men van Maagdenburg verneemt, zouden uit verschillende dee-
len van het Pruissische Rijk, meer dan 500 personen, tot de Luthersche
godsdienst behoorende, en die zich niet met Evangelische kerk willen ver*
eenigen, met Mei asnstaande naar Noord-Amerika verhuizen.
De Staats-Zeitung deelt eene lijst mede van de schepen der verschillende
handelsteden van Pruissen in de Oostzee in 1838; dezelve maakten te zamen
een getal uit van 596, aanbrengende ongeveer 73,689 lasten; deze vloot was
met 1 Januarij 1839 inet 23 schepen vermeerderd, 4,958 lasten aanbrengende.
Uit Frankfort schrijft mendat er bij gelegenheid van de aanstaande
Paasch-mis weinig handel met Belgie zal gedreven worden, daar sedert éeni-
gen tijd de handelsbetrekkingen tusschen beiden geheel stilstaan. Ook zou
er aan Belgische kooplieden niets, dan om contant geld worden afgegeven,
dewijl men op de financien van Belgie niet het minste vertrouwen koestert.
De Voorzitter van de vereeniging in Luxemburg, tot het aanbieden
vin een adres aan den Koning-Groothertog, de heer Desert, heeft eene cir.
culaire aan de aanzienlijken des lands toegezonden, waarin hij kennis geeft,
dit de depntatie, welke dit adres aan Zijne Mij. zou overbrengen, zal be
staan uit de heeren de la Fontaine, J, Willmar(broeder, althans bloed
verwant van den Belgischen Minister van Oorlog,) Baron von Blockhausen
J. Lamort en Ferd. Pescatore. Hij zegt daarin voorts, dat die deputatie in
last zal hebben, om Zijne Maj. deszeifs vaderlijke proclamatie van 19 Fe.
bruarij 1831 te herinnerenwaarin de Koning-Groothertog aan de ingezetenen
van het Groothertogdom Luxemburg toegezed heeft een afzonderlijk bestuur
van dat der Noordelijke gewesten des Rijkseene grondwetvoor Luxemburg,
ook in verband tot het Duitscbe Bondgenootschap, ingerigr; het vrije ge.
b.uik van het Duitsch en Fransch in de openbare aangelegenheden, de voor
keur van ingezetenen, bij de vervulling van plaatsen en bedieningen, de vrije
uitoefening van de godsdienst en het genot der bestaande burgerregten.
Bij aie Koninglijke beloften, heeft de Luxemburgsche vereeniging beslo.
tenzich tot Zijne Maj. te wenden met het verzoek van het behoud van
het opper-regtsgebied in de hooidstad des Groothertogdomsopbeuring van
handel en nijverheid; bevordering van de wetenschappen, en de oprigting
van een aeminarium voor jonge Luxemburgers. De circulaire eindigt aldus:
Vertrouwen in Willem, onzen Koning-Groothertog van Luxemburg, be.
schermer en vader van al onze belangen, in het zedelijke en in alles wst
landbouw, nijverheid en handel betreft!"
Uit Zurich berigt men van den i4dendat de Regeringsraad besloten
beeft, met 13 tegen 5 stemmen, aan de beroeping van Dr. Strauss geen ge.
volg te geven.
Z. M. de Keizer van Rusland heeft een besluit genomenwaarbij be
paald wordt, dat alle Jodendie zich in de gouvernementen Witepsk, Mobi-
lew tn 7 andere op den akkerbouw toeleggen en jaarlijks ten minste 5 des-
salinen land in bezit of in huur hebben, als vaste ingezetenen en burgers
beschouwd znllen worden.
GROOT-BRITANNIE.
Londen den 20 Maart. Eene bijzondere correspondentie uit Londen meldt,
dat bij den Franschen Graaf Sebastianl, lid der Conferentie een berigt van
Lodewyk Filips gekomen wasbevittende, dat, welk Ministerie ook in Frankrijk
zamengesteld mogt worden, er in allen gevalle geene verandering zou ont-
staan in de staatkunde betrekkelijk de Hollandsch-Belgische zaak.
Eergisteren heeft het Lager-Huis zónder beraadslagingen her budget
voor oorlog toegestaan, als 500,000 voor de landinagc en 500,000 voor
pensioenen en wachtgelden. Hec landleger zal nu 80,000 man uitmaken,
behalve 20,000 man voor de Oost-Indische bezittingen.
Dienzelfden dag is over hec voorscel van het lid Filliers, om de wet
betrekkelijk den invoer van vreemd graan in nadere overweging te nemen
beraadslaagd, doch hetzelve is met 342 tegen 195 stemmen verworpen.
In antwoord op eene redevoering van Lord Sandon in her Lager-Huis,
waarin deze zich over de blokkade der havens van Mexiko en Biienos-Ayres,
zonder voorafgaande oorlogsverklaring, beklaagde, en daarbij de Engelsche
Ministers beschuldigde, dat zij de vertoogen van den handel deswege in den
wind hadden geslagen, heeft Lord Palmerston gezegd, dat hij, zonder daar
om als verdediger van het Fransch Gouvernement op te treden, echter meen
dedat de waarschuwing van den Admiraal Baudin, dat zijn eskader zou
moeten tusschenbeide komen, bijaldien zijne voorwaarden niet aangenomen
wierden, met eene oorlogsverklaring gelijk stond, die regt op het blokkeren
der havens gaf. Verder zeide zijn Lordschap, zich verzekerd te mogen hon
den, dat de Franschen zich niet op den duur in Mexiko zouden vestigen. Hij
wedersprak de beschuldiging, dat de Engelsche koopliedendie zich wegens
deze zaak tot hem en zijne ambtgenooten gewend hadden, onvriendelijk be
handeld waren, maar zeide, dat Engeland geen oorlog had kunnen aanvin
gen om de blokkade der Zuid-Amerikaansche havens te beletten. De brief,
wisseling, te dezen opzigte met Frankrijk gevoerd, kon hij niet wel ter tafel
brengen, gelijk door Lord Sandon verlangd was.
Den i8den Maart heeft Lord Melbourne in het Hooger-Huis beloofd,
dat alle papieren, tot den tegenwoordigen oo/log inOost-Indië betrekkelijk,
eerlang ter tafel gelegd zullen worden.
De oorlogzuchtige proclamatie van den Gouverneur-Generaal van Engelsch
Indië tegen Afghanistan heeft Lord /tberdeen stof tot hevige afkeurende aan.
merkingen gegeven.
He: gerucht wil, dat Lord J. llussell, kort na de Paasch-vacantie van
het Parlemenc, zijn ontslag als Minister vragen zal; zelfs voegen sommigen
er bij, dat de eerste Minister Melbourne dit voorbeeld wil volgen, en noe.
men den gewezen Ierschen onaer-Koning, Lord Normanby, als den aan.
scaanden eersten Minister, en Lord Durham als Secretaris voor de kolomen.
Dit een en ander verdient echter nadere bevestiging.
De Globe meldt, dat een Franach amaldeel, bestaande uit twee brilt,
ken en een corvet, zich voor de haven van Tampico heeft vertoond, om
dezelve te blokkeren; doch de verandering van Gouvernement te Mexiko
schijnt den Admiraal Baudin te hebben bewogen, om die schepen terug te
ontbieden, en aan den Gouverneur uier plaats eenen brief te ligten, waarin
hij hem van de vriendelijke gezindheid van het Fransche Gouvernement ver.
zekert, en beweert, dac hetzelve nimmer Dedoeld heeft of voornemens is,
de onafhankelijkheid van Mexiko ie beugen, en aat, wanneer Frankrijk
zulks had gewild, het niet alleen eene zecmagt, maar ook landtroepen zou
hebben gezonnen, daar hij nu geen enkel landsoldaat aan boord zijner sche.
pen heeri. Wel verre, dus zegt hij, van mij meesier te willen maken vaa het
fort Ulloa, heb ik het grootste gedeelte mijner scheepstnagt naar Frankrijk
terug gezonden, en slechts de schepen, voor de blokkade der haven ver.
eischt, bij mij gehouden.
Ik hoop, dat de dag niet verre af is, op weiken het aan de misleiding
ontrukte Mexikaansche volk eindeljjk deszeifi opregte vrienden en ware vij.
anden leeten kennen en de vriendschap van Frankrijk zal aannemen.
FRANKRIJK.
Parijs den 2a Maart. Hoewel men reeds den ipden verwacht had, dat de
benoeming van het nieuwe Kabinet in den Moniteur zou verschenen zijn,
zoo had dit zells nog den nosten geene plaats, integendeel liep het gerucht,
dat de geheele zamenstelling, zooals die bereids opgegeven ia, weder geheel
vernietigd wai. De reden zou zijn, dat, nadat de heeren Humann en Du.
faure, se Parijs aingekomen, verklaard hadden, leden van het nieuw Ministerie
te willen uitmaltenzij in vereeniging met de andere tot het nieuw kabinet
behoorende Ministers, een programma opgemaakt en dat den ipden aan den
Koning hebben aangeboden, die hetzelve echter geheel moet verworpen heb.
ben. De vier voorname vooratellen van dat programma waren: i°. de con.
versie der 5 pCci renten a°. het uitoefenen der betrekking van Voorzitter
van den Raad door den eersten Minister en met door oen persoon des Konings;
3°. de benoeming var. een veertigtal Pairi in zoodanig eenen geest, dat hec
Ministerie met behoeft te vreezen van voor deszells ontwerpen tegenatand
in die Wetgevende Kamer te ontmoeten,en40. eene tusichenkomit in Spanje,
De heer Humann, die iham als Minister van Financien gedoodverwd wordt,
heeft zich sedert lang als een voorstander van de aflossing der 5 pCts. schuld
brieven doen kennen, en het is dus geen wonder, dat hij dezen maatregel
op nieuw ter sprake brengt De gewapende tusschenkomsc in Spanje is hec
stokpaard van den heer Thiers. Men wil, dat deze staatsman het oogenblik
zeer gunstig seht, om door het verleenen van krachtdadige hulp aan de Ko
ningin Regentes van Spanje, de parrij der Carlisten, cie hij, ten gevolge
der door Marotto bevolene teregtstellingenvoor onderling verdeeld en aan
merkelijk verzwakt houdt, voor goed ten onder te brengen. In noever echter
dit alles met de waarheid overeenkomstig is, zal nader moeten blijken.
Het Journal des Dibats bevatte hierover het volgende:
De leden van het aanstaande Ministerie hebben zich heden ten huize van
den Maarschalk Soult vereenigd; de heeren Humann en Dufaure waren Dij
die conferentie tegenwoordig, welke niet minder dan vijf uren heeft geduurd
en waarin de hoofdpunten der binnen- en buitenlandsche staatkunde schijnen
bediscussieerd te zijn geworden.
Heden avond verzekert men, dat twee quaestien hoofdzakelijk de Minil-
teriële schikkingen hangende hielden, te weten: de Spaansclie en die we
gens de conversie der rente.
De Moniteur zal dus morgen al wederom niet» betrekkelijk de definitieve
zamenstelling van het nieuwe Kabinet bevatten.
De berigten van den 21 Maart brengen de tijding aan, dat de ontstane
moeijelijkheden wederom groot endeels zouden dit den weg geruimd zijn.
daar het Ministerie zich, ten aanzien van de boven opgegeven punten, met
den Koning zou hebben laten vinden; zoodat wel de conversie der renten
zou voorgesteld worden, behoudens echter nadere bepalingen van den tijd,
waarop dezelve tot atand zou gebragc worden, doch de interventie in de
Spaansche zaken niet zou plaats hebben, maar wel eene wijziging van atut.
kunde, naar gelang van den loop der gebeurtenissen, Men had al we.
derom verwachting dat de benoeming van het nieuwe Ministerie den vol.
genden dag in den Moniteur zou opgenomen zijn.
BELGIE.
Het rapport vin de Commissie des Senaats, om de voorgestelde wee vt»
Leopold te onderroekent is den aiscen Maart aan den Senaat ingeleverd, en
was in de volgende bewoordingen vervat:
Mijne Heeren!
De door u benoemde Commissie tot onderzoek van het ontwerp van wet,
waarbij de Koning gemagtigd wordt, het tractaat te ondeneekenen, hetwelk
bepaaldelijk de scheiding tusschen Belgie en Holland regelt, heeft zich ver*
eenigd, ten eirde zich van hare taak te kwijten, en heeft zij mü den last
opgedragen, aan u haar rapport uit ie brengen. De Commissie heeft niet
het voornemen het ontwerp van het tractaat van 23 Januarij te regtvaardi&en;
maar volken, zoowel als enkele personen, bevinden zich somwijlen in zoo
danige omstandigheden geplaatst, dat de noodzakelijkheid eene wet, en de
onderwerping een pligt wordt. Uwe Commissie heelt zich. niet onledig ge
houden met een langdurig onderzoek der in het tractaat vervatte bepalingen,
daar er geene quaesiie is, dezelve te wijzigen: het geldt alleen de vraag, ze
aan te nemen, of te verwerpen. Dit is het eenige regt, dat ons is toege
kend. Alvorens zich met de hoofdzaak in te laten, heeft zij zich allereerst
bezig gehouden mer de praejudiciële quaesiie, welke in de Kamer der Afge
vaardigden is behandeld, en ontleend is uit onze grondwet: deze, namelijk,
of de gewone wetgeving niet het regt zoude hebben, te stemmen over
eene wet, waarvan het gevolg is dé afstand van twee provinciën.
De beraadslagingen, welke elders hebben plaats gehad, veroorloven ont:
omtrent dit punt, in geene breedvoerige ontwikkelingen te treden, dewijl
de Kamer der Afgevaardigden, door de aan het tractaat gegeven goedkeu
ring, rteds. uit den aard der zaak, deze quaestie heeft beslist in den zelfdcft
zin als in 1831.
Er blijft mii slechts over, 11 bekend te maken met het gevoelen ower
Commissie. Indien wij slechts hadden geraadpleegd onze Vaderlands- eo
eigenliefde, welke in eene zoo ruime mate? door de beslissing der Londen-
sche Conferentie zijn gekrenktwij zonden dan geen oogenblik omtrent om
besluit geaarzeld hebben; maar, deze beslissing is eene volbragte daadzaak*
eene daadzaak, waartegen het niet mogelijk is, zich te verheffen. Wij zul
len u niet herinneren, de elders aangevoerde middelen ten voordeele van
den tegenstand, noch ook de verschillende stelsels, waardoor men zich aan
de uitvoering van het tractaat wilde ontrekken; waat zij zijn onvoldoende