A\ 1839.
L E Y D S O II E
VRIJDAG,
MAART.
NEDERLANDEN.
Ley dén den jrden Maart.
Bü Zijner Majs. besluit vafi dén Isten dezer, N°. 76, is de schirper-
'yisiteur óp het recherche-vaartuig, gestationeerd op de Schelde, Jan van
*Xideeriiidonkf benoemd tot Broeder 'der Orde van den Nederlandschen Leeuw.
Bij Koninglijk besluit -van den 24 Februarij, is tot Subsituut-Griffier
bij de arrondissements-regtbank te Eindhoven, provincie Noord-Braband
benoemd, Mr. J. P. G. Mewing.
Zijne Maj. heeft den jsten Luitenant B, C. Winkelvan het algemeen
dépót der landmagt, N°. 33, benoemd tot isten Luitenant-Adjudant bij het
ade bataljon der 4de afdeenng Mobiele Zuid Holiandsche Schutterij.
Bij Koninglijk besluit van den 17 Februarij jl., zijn bekrachtigd de door
deelheboeren v.srgestelde wijzigingen in de statutén der te Amsterdam je
vestigde West-Indische Maatschappij. Ten gevolge dezer wijzigingen, is er
thans, onder anderen, bepaald, dat het bestuur der maatschappij is opgedra
gen aan eenen Directeur, onder toezigc van drie Commissarissen, zijnde de
thans in het besiuur aanwezige heeren DBonkt, P. Hartien en .7. H. In-
lingerCommissarissen, en H. P, BlanckenhagenDirecteur; Jat Commissa
rissen, in vergadering met den Directeur onder den voórzucenden Commissa
ris, den raad dezer maatscnappij vormen; dat het hoofddoel van de maat
schappij is, om voor den Nederiandschen handel in het algemeen, en in het
bijzonder oien van Amsterdam, wettige betrekkingen met Zuiu Amerika,
Mexico en de West-Indische eilanden aan te knoópen en te onderhouden;
dat zij te dien einoe zoodanige ondernemingen met en in die landen zal kun
nen daarstellenals ter bereiking van dit doel in haar belang geoordeeld zul
len worden; en dat zij oe welvaart van de scheepvaart en de faorijken van
het Ruk, voor zoo verre haar, in Verband met dit hoofddoel, mogelijk is,
"zal trachten te bevorderen, en ook hare kapitalen toe het uitvoeren van an
dere, voor de nationale nijverheid'bevorderende ondernemingen mogen bezigen.
In den avond van den 5den dezer is er bal bij HH. KK. HH. Prins en
rPrinses Frederik der Nederlanden geweest.
In de zitting van de Tweede Kamer der Scaten-Generaa! van den 4den
dezer, alwaar 43 leden tegenwoordig waren, heeft de heer van de Poll
onder nieuwe l< ff-Hijke melding van dit werk, het tweede stuk, derde afle
vering van het Handboek voor de Burgerlijke regtsvordering in het Koningrijk
der Nederlandendoor van dèn Honert Thz., der Kamer aangeboden, ter
wijl de heer Corver Hooft de aandacht der Kamer gevestigd heeft op een,
zoo hij meende', in net tegenwoordige oogenblik belangrijk geschrift van
een ziiner bloedverwanten, de Cedachien omtrent het muntwezendoor Mr.
R. C. Baron tf Jblain van Giessenburg. Hij bnod mede ecu expemplaar van dit
werkje, uit naam van den schrijver, der Kamer a^n. Tot de plaatsing van
'beide de nodkwefken in de boekerij der Kamer is besloten.
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden
den 7den dezer, heeft de Commissie tot de verzoekschriften verslag gedaan
op verschillende in hare handen gestelde stukken, die meerendeels ter griffie
zijn nedergelegd Vervolgens heeft de centrale afdeeling haar verslag uit
gebragt, omtrent het ontwerp van wet, betrekkelijk den waarborg van gou
den en zilveren werken, waaromtrent de beraadslagingen aan de orcie van den
dag gesteld zijn Op Maandag aanstaanden, des morgens ten elf ure. Toe dien
tijd is de vergadering verdaagd.
Zijne Exc. de Minister Van Financien heeft bekend gemaakt, dat op
den 4den dezer gedane inschrijvingen in de negotiate cot re geluemaking van
losrenten k 5 ten honderd ten la«te van *s Rijks Overzeesche Bezittingen,
volgens het berigt van "den 6 Februarij jl., te bovengaan her tbr plaatsing
aangeboden kapitaal; dat derhalve geene verdere inschrijvingen kunnen wor
den toegelaten, en dat nader, overeenkomstig het 5 en 6 ai eikel van het
gezegde berigt, zal worden bekend pemaakc, welk gedeelte van elk d'èf óp
den eersten dag gedane inschrijvingen kan worden aangenomen.
SPANJE.
Uit Bayonne schrijft men van den 28 Februarii:
Den 25«en dezer heeft Don Carlos zich naar Tolosa begeven en daar met
fijnen, nog kort te voren doorhem vogelvrij verklaarden Generaal Marotto
een onderhoud gehad, waarin het dezen laarsren is gelukt zich wegens de
gepleegde moord.bedrijv.en gehee' bij zijnen mee«ter re regtva#'digen. De
Pretendent heeft dan ook het bloedige gedrag van Marotto in alle deelen goed
gekeurd, en men zegt, dat ren gevolge van dit onderhoud, zelfs eene
algeheele verandering van stelsel is aangenomen. t
Volgens de laarsre berigten is het thans zeker, dat Don Carlosna
een mondgesprek met Marotto gehad te hebben, geheel van gedachte omtrent
hem en zijne handelingen veranderd is; de volgende proclamatie van Don
Carlos bevestigt dit:
Altijd bezield met beginselen van revtvaardigheid en vroomheid, waar
van ik nooit afgeweken ben in de uitoefening der daden van mijne sonve-
reiniteit heb ik niet kunnen nalaten ten nirerere vèrhaasd te wezen, toen
ik, na nieuwe bewijsstukken en opregre inlichtingen, erkend heb dat de
Lnirerant-Generaal, chef van den generalen sraf, Don Rafael Marotto
gehandeld heeft volgens zijn regt en geleid is geworden door dezelfde ge
voelebs van liefde en rrouw, van welke hij zoo dikwerf blijken heeft ge
geven ren behoeve mijner billijke zaak.
f Ik ben innig overtuigd dat, zoo booze voornemens, gegrond op dubbel
zinnige berigten en welligt ook door eene schuldige kwaadwilligheid uirge
Jtlachraan' mijn Koninglijk vertrouwen feiren hebben kunnen opdringen
die overdreven of met kwaad opzet overgebragt waren, deze pier langer
móeten hesraan. zonder eene vergoeding, aan de gekrenkte eer verschuldigd.
Ik hecht dus mijne goedkeuring aan al de maarregelen door genoemden Ge
neraal genomen, en verlang dar hij, even als re voren, aan her hoofd van
miin dappèr leger blijve, van zijne nnhevlekre rrouw en van ziine vader
landsliefde verwachtende dat, zoo hii gekwersr heeft kunnen worden door
'eene heléëdigende verklaring, deze de uitwerkselen daarvan moeren doen
verdwijnen, en dat hii zeker moer zijn van miine Koningliike genade terug
bekomen en her herstel van ziinen gehooriden goedén naam verkregen re hebben.
r „Alzoo wil ik dat men alle exemplaren van het publiek gemaakt manifest
orhale ep verbrande, en in plaats daarvan de nieuwe verklaring van mijnen
Koninglijken wil in deze vervar doe drukken en verspreiden, dar zij in de
order van deti dag' voor her gebeele leger geplaatst worde, en drie dagen
achtereen aan de bataljons worde voorgelezen.
n In het hoofdkwartier van Villafranca, den <54 Februarii 1839.
„Geceekend met Koning# hand/*
Dientengevolge is her Ministerie van Don Carlos geheel veranderd en had
den 37 leden van zjjnen Raad of officieren in zijn leger vergunning verkregen
om zich op Fransch grondgebied aan verdere vervolging, die tegen ben zou
den aangewend worden, te begeven; doch Jatere berigten willen dat er
tegenbevel zon gekomen zijn en zij op hunnen weg naar Frankrijk zoude.11
zijn aangehouden: de meeuen echter hadden leeds zien te ontkomen en wel
met een geliiKkig gevolg. Wat nu van deze omvveteling »n het Carlisirie
te verwachten is, zal de tijd moeien leeren.
DUITSCHLAND.
Men schrijft uit Berlijn van den 26 Februarij, dat Z. M. de Koning, ni
verscheidene dagen ongesteld geweest te zijn, den vcrigen avond den schouw -
burg, rot vreugde vsn alle aanwezenden, bezocht had.
Uit Berlijn verneemt men van den 1 Maart, oat II. K. II., Prinses
'Jlbert van voornemen was, tegen het einde van deze maand, zien naar
's Giavenhage te begeven.
De Üpperpresidenten der provinciën hadden nu allen de hoofdstad ver
laten en men zag binnen kort officiële bepalingen omtrent ae kerkelijke
aangelegenheden te gemoet.
U.t Posen berigt men van den 20Sten, dat de berigten, in de Allgemeine
Zeitung medegedeeld, van eene wapening der Russen in Rusland en Posen,
geheel ongegrond waren, dewijl men nergens cenige voorbereiding tot de.
zelve bespeurde.
Uit Göttmgen schrijfc men van 18 Februarij":
De inschrijvingen, ten voordeele van de ex Professoren van onze Hooge-
school, aan de centrale Commissie van Leipzig toegekomen, hadden den
31 Augustus 1838 bereikt de som van 7040 this., waarvan 6224 onder 6 vatt
die heeren uitgedeeld waren. Andere sommen, die ook zeer aanmerkelijk
zijn, zijn dadelijk van Hamburg en Bremen en andere gedeelten van Duitsch-
land gezonden. Daar Professor Ewald eenen leerstoel te Tubingen gekre.-
gen en Geninus verklaard heeft, middelen genoeg te bezitten, om eene
toelage van dat geld te kunnen ontberen, zoo blijven er dan 5 ex-ProfeS-
sófen over, dié de subsidien zullen ontvangen, van welke wij daar mei-
ding maakten.
Hoewel de Hanoversche Regering pogingen had aangewend, om de in
de stad Hanover aanwezige leden der Stendenvergaderingdoch die tot de
zelve niet opkwamen, te noodzaken zitting te nemen, is echier deze poging
zonder gevolg gebleven, en er zijn in de vergadering gedurig niet meer dan
25 leden tegenwoordig-, door welke volgens de wet geen besluit kan ge
nomen worden. De overige leden, die nu tót de partij der oppositie be-
hooren, hebben eenë verklaring ingezonden aan de leden, die zitting ge
nomen hebben, waarin zij te kennen geven, dat zij, door hunne vroe
gere deelneming aan de beraadslagingen, de wettigheid der opheffing van
de constitutie van 1833 en de wederinvoering van die van 1819, zooals in
de Koninklijke 'bocdschap was opgevat, geenzins verklaard haüden dat zij
thans openlijk te kennen gaven, dat zij geene zitting verder in de Stenden
vergadering zouden nemen, voor dat de Bondsvergadering de opheffing der
constitutie van 1833 wettig verklaaid had Men dacht, dat nu wederom
een bevelsch'ift van den Koning zou verschijnen, waarbij de Stenden op
nieuw geschorst of wel ontbonden zouden worden.
De Eerste Kamer hield hare gewone zittingen, doch had bijna niets te ver
handelen, omdat in de Tweede niets kan worden uitgevoerd.
F R A N K R Ij K.
De berigten van den 4den Maart luidden niet zeer gunstig ten aanzien
der verkiezingen voor liet Ministerie; hoewel dit zich met eene aanzienlijke
meerderheid gevleid had en ook werkelijk met een goed gevolg pogingen had
aangewend, om de verkiezing te Parijs van eenige groote voorstanders der
coalitie, zonal» Odillon-Bai rot en Lafftte te verijdelen; zoo bleek het echter
uit de reeds bekend geworden verkiezingen, dat van de 187, 91 vóór en
96 tegen het Ministerie waren. Over Belgie had men berigt van den 5den.
volgens welke er 25+ verkiezingen bekend waren, van welke 123 vóór ea
131 legen het Ministerie.
Uit berigten echter van den 5den, door den Moniteur medegedeeld, blijkr,
dat er toen 268 verkiezingen bekend waren, van welke 140 vóór en 126tegen
hei Ministerie waren.
F.r heeft eene huiszoeking bij den Belgischen de Potter te Parijs plaats
gehad en onderscheiden papieren zijn in beslag genomen.
BELGIE.
Den 4den Maart is de aangekondigde zitting der Vertegenwoordigers ge
hóuden waarin zich .eerst hoe lid Duque ne liet hooren die zeide, hoewel
ongaarne, tot de aanneming der 24. artikelen toe te treden. Na hem sprak
een afgevaardigde van Limburg., Schaven, die de afscheiding van Limburg
van België Serreurr en. regen het ontwerp der Regering zal stemmen. Daarna
treedt de Minister vnn openbare werken Nothomb in eene breedvoerige be
schouwing om aan té tonnen, dat het rractaar noodwendig moet aangenomen
worden. Omtrenr de oorzaken van de bestaande moeiieiiikheden voor Belgie.
zegt hii, dar zij voort*' zun voortgevloeid daartlT, dat Luxemburg gedurende
15 jaren als Belgisch, gewest, is beschouwd geworden, terwijl het inderdaad
moest aangemerKt worden, re behooren aan her DuitscHê verbond; en hij
herinnert deswege aan hetgeen omtrent dat onderwerp in 1830, door den heer
Bignon var» de Fran«che tribune is gezegd Vervolgens de kansen van eenen
oorlog schetsende, komr de Minister op dit onderwerp terug, zeggende, dat
de aanspraak van Belgie op Luxemburg ongegrond is, en dat Luxemburg
uitsluitend tot Duuscbland behoort. Zóódanig was ook het gevoelen van den
heer Bignon. en van het Kabinet, rot be'welk hij behoorde, en waarvan de
heer Liftte als Voorzitter en de Maarschalk Masscn als Minister vati Buiren-
landsche Zaken deel maakten. Het Fransche Gouvernement heefc gemeend,
dat Luxemburg, sinrs 1815, als e^ne Be'gische provincie bestaan heeft, en
het was in dien zin, dat aan Prins Talleyrand inscructieri zijn gezonden./Even
wel merkt de Minister aan, dat de Luxemburgers gelijk hebben gehad, roer»
zii zich aan de Belgische revolutie aansloten, en dat Europa eén.en groorrm
misslag begaat, door Belgie van twee gewesten te versreken; doch htj
vóegt er bij, dat de Luxemburgers en de Belgen, ook vereenigd, te zwak
ziin om zich tegen geheel Europa te verzetten. Hii onderzoekt alle de. ver.-
schillende stelsels, die tot wederstand zijn. voorgedragenen bewijst:of
poogt altham te bewezen, dat met een derzelve, by den tegenUroordigèa