z w i t s e r l a n d. d u i t s c h l a n d. gkoot-britannie f r a n k r ij k. oogenblikj waarop bee treffen eener eindschikking; nabij schijnt, en onze grenzen alsdan vase bepaald zullen worden, niec geschikc voorkwam, om voor tien jaren eene begrooting van ontvangsten en uix-gaven vast te see] 1 en. Sommigen meenden zelfs, dat indien de buirenlandsche. aatfgélegenliede-n geregeld zouden zijn, men ook de binnénlsndsche daarnaar sou moeten vast stellen, en dat alsdan, bij eene noodzakelijke herziening'der grondwet, dit voorschrift eener tienjarige begroeting wei eenige verandering zou kunnen ondergaan. Wat de ontwerpen zeiven aangaat, heeft men opgemerkt, dat er vele gewone uitgaven niet op de voordrage geplaatst waren, die echter wel dege lijk als gewone uitgaven moesten beschouwd worden, als daar zijn de rente betaling voor de 5pCts. Werkelijke Schuld, de dotatie van sj- millioen voor het Syndicaat, enz en dai andere uitgaven voor een te hoog bedrag daarop waren gesteld. Men hieia het er voor, aat het voldoen der Regering aan het verlangen der afdeelingen, aanleiding zou kunnen geven tot eene geheele omwerking der voordragten, terwijl bovendien de jongste beslissing der Lon. deiiaChe Conferentie daarop reeds een merkbaren invloed had uitgeoefend, daar er toch ten onregte 8,400,000 van de rentebetaling der 2y pCts. Werkelijke Schuld werd afgetrokken. Uit dien hoofde beschouwde men de behandeling van deze ontwerpen op dit oogenbliltals hec ware voor ontijdig. Eindelijk heeft men te dezer gelegenheid op het geven van verslag van den staat van het Amortisatie-Syndicaat aangedrongen en heeft men het vertrou wen uicgedrukc, dat, nu Belgie toch ruim 3 millioen guldens minder ter voldoening der renten betalen zal, dan vroeger was oepaald, hec Syndicaac wel aanzienlijk zal kunnen bijspringen, tot hec verminderen Jer staatsschuld, Aanstaanden Maandag zal de Tweede Kamer der Scacen-Generaal eene zitting houden, Op den 6 Februarij 11, heeft de Raad van Bestuur der Koninglijke Aka- demie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, gedaan de volgende benoemingen: Tot honoraire leden der Akadem/e voormeld: Mevrouw Judith van Doorn geb. F'roltk, te Utrecht; Mevrouw Johanna Carolina toe Laergeb. Uiten- hage de Mi.t, Mevrouw Maria Cdtharina Martina van der Vuetgeb. Ui- tenhage de Misten Mejufvr. Sara Texerira de Matt osalle te Amsterdam, Toe leden: ae heeren J. A. van der Driften Mr. P. S, P.Ferrandbeide te 's Gravenhage; H. van der Helmte Rotterdam; C, P. V Hoenre Am sterdam; .7. B. van der Hulstte 's Gravenhage; ,7. KieftHA Klinkha mer.7. KooyMr. D. A. PortieijeP. J. L. Quanten G. A. Rothalle ie AmsterdamA. Hrcliken J. B. fVeeninkbeide te 's Gravenhage. De Arnhemsche Courant heefc de Utrechtsche aangeklaagd, wegens een artikel in laatstgenoemde geplaatst, waarin gezegd wordt: w Wanneer een Nederlandsen dagblad zich niet oncziec, zijne eigene natie cpentlijk veracht te makendan js hec de pligc van ieder regegeaard Nederlander, zulk eene eerloosheid m al derzelver afschuwelijkheid opemlijk een toon testellen;" terwijl ook later in dat zelfde artikel aan de schrijvers der Arnhemsche Cou rant toegeroepen wordt: „Neen; eervergeten sateiliteu van hec vreemd ver raad; handlangers der revohuionnaire propaganda!" Uit Nijmegen meldt men, dat bijzondere brieven, aldaar uit Belgie aan gekomen, niet zoo vredelievend waren, als men verwacht had; men vreesde, ciac de revolutionnaire partij aldaar de overhand zou behouden. Uit de piovincie Zeeland wordt van den 27 Februarij gemeld: Overmorgen den isten Maartzal per stoomboot de Scheldeuit Vlissingen naar hec föic Bath worden overgebragt, een sterk detachement van het re serve bacaijon aer 13de afdeeiing infanterie, onder commando van den Ka pitein Boschs en 20 officieren, ten einde het aldaar gedetacheerde gedeelte van hec reserve bataljon der 18de afdeeling af te lossen, hetwelk naar Vlis singen zal retourneren. Op de Belgische grenzen, in Zeeuwsch Vlaanderen, blijft alles rustig, en men verneemt hoegenaamd geene krijgskundige bewegingen. De laatste berigten uit de Oost-Indien, loopende tot den 10 November, bevatten slechts eenige benoemingen bij het civiel eu militair Departement. SPANJE. Hare Maj. de Koningin van Spanje is sedert eenige dagen ongesteld. De Baron* de Meer zou zijn ontslag als Kapitein-Generaal van Catalonie ontvangen hebben en Rodit benoemd zijn oin hem te vervangen. Te Madrid is de rust den 18 Februarij eenigzins gestoord geworden, dewijl voor het huis van den Generaal Palarea een moordgeschreeuw aan. geheven werd de militaire magt had echter spoedig ae rust hersteld. Latere tijdingen uit Bayonne meiden, dat de door den Carlistisciien Generaal Marotto, op last van Don Cat los, gevangen genomen hoofd-officie- ren, een getale van dertien van achteren zijn doodgeschoten en dus van hoog verraad beschuldigd zijn geweest. Het gerucht liep, dat zij onderhandelin gen met Espartero aangeknoopt haddenom Don Carlos over te leveren. Hieromtrent leest men in een bijzonder bertgt: De handelwijze ten opzigte der gearresteerde Generaals wordt algemeen als dwaas en wreed afgekeurdhetzij Don Carlos al of niet in hunne ter dood brenging heeft toegestemd. Wat de eigenlijke aanleiding tot dezen bloedigen maatregel zijn mag, weet men nog niet regt. Men verhaalt dat Marotto de ter dood gebragte Generaals beschuldigt van verraderlijk een aan slag tegen zijn leven te hebben gesmeed, en alle bewijsstukken, die hij van 'hunne schuld in handen heeft, door den Militairen Auditeur publiek zal maken. Sommige lieden denken echter dat zijn eenig doel is geweest om den invloed der Casciliaansche partij boven dien der Baskische provinciën te ver- zekeren. Na de expeditie van Don Carlos van 1837, die onder de muren van Madrid mislukte, meende de Pretendent te bemerken, dat de provinciale partij, waartoe de voornaamste aanvoerders van zijne troepen behoorden, door haren naijver jegens de Castiliaansche oversten het doel van zijne onderneming had doen missen. Ten gevolge hiervan wierp hij zich geheel in de armen dezer laatsten en droeg aan den Generaal Tejeiroeen zeer bekwamen en zeer listf. gen Galiicier, Het Ministerie van Oorlog op, dat hij aan Cabanbs ontnam terwijl hij den Infant Don Sebastian van het opperbevel over het leger oni. zette, en de officieren, die onder zijne orders divisien en brigades comman- deerden, mede ontslagen werden, terwijl de Gevemls VillarealZariategüy Elia en Gomez door een krijgsraad ter dood veroordeeld werden. Het vonnis werd echter toen niet voltrokken, omdat de troepen zich daar tegen verzet teden en oproerig werden, en Don Carlos gaf gehoor aan Marotto, die het opperbevel in plaats van Guergui op zich genomen had, en hem overhaalde om het vonnis niet ie bekrachtigen. Van dat oogenblik af ontstond er twist tusschen Marotto en Tejeirowelke laatste verscheiden Generaals tegen Ma rotto opruide, en op het einde van November van Don Carlos verkreeg, dat hij Marotto verwijderen en Francisco Garcia in zijne plaats aanstellen zon. Dit plan werd evenwel door pater Cyrillo en zijne vrienden verijdeld; Ma rotto bleef Generaal en Chef, doch onderrigt van de lagen die hem gelegd waren, begon hij wantrouwen te voeden, en eindelijk werd hij tot het besluit gebragt, om zich met eenen slag van alle zijne vijanden te bevrijden en de provinciale partij te vernietigen. De Prinses van Beirapater Cyrillode Infant Don Sebastian en de Prins van Asturie ondersteunen Marotto vrij openlijk. Het hoofdkwartier van Don Carlos is naar Alzagna verlegd; op den weg van Bergara naar Estella. De Minister van Oorlog Faldespina, een vriend van Marotto, is afgezet en ad interim door den Herrog van Grenada vervangen. De laatste berigten bevestigen, dat Marotto in het doen doodschieten der Hoofd-officierengeheel eigendunkelijk gehandeld heeft. Don Carlos heeft eene dagorder aan het leger gerigtwaarin hij du te kennen geeft, Marotto voor eenen verrader verklaart en hem geheel bulten de wet stelt hij zou thans ais vogelvrij verklaarde rondzwerven. Er liep een gerucht, dat hij met 8 bataljons tot de troepen der Koningin is overgeloopên, heigeen echter niet waarschijnlijk is. De Regeringsraad van Zurich, door de houding der onderscheiden gemeen, ten, ten aanzien van het beroep van Prof. Strauss naar de Hoogeschool aldaar verontrust, heeft den 19 February, eene Commissie benoemd, bestaande uit de beide Burgemeesters der stad en drte leden des Raads, ten einde eene geruststellende proclamatie aan de burgerij op te stellen, waarin de verzeke. ring gegeven wordt, dat er niet de geringste inbreuk op de godsdienstige vrijheid der burgerij, noch in de bij de kantonnale constitutie erkende her. vormde leerbegrippen zal gemaakt woidenmaar dat de Regering door hit goedkeuren van net beroep van Strauss alleen ten doel had, om aan jonge lingen, die eenmaal leeraars der godsdienst willen worden, eene grondme en alles omvattende wetenschappelijke vorming te geven. In die proclaim, tie, die den 24 February van de predikstoelen zou afgelezen en aan de biii. zen der burgeiy londgedeeid worden, wordt dezelve aangemaand zich rustig te gedragendaar de orde strengelijk zou worden gehandhaafd. Z. M. de Koning van Pruissen is sedert eenige dagen ongesteld, ten ge. volge van gevatte koude. De Koning van Hanover zou, behalve de twee proclamatien aan de natie en aan de Kamer, waarvan wij reeds verslag hebben gegeven, nog eene derde acte aan de Duitsche Bondsvergadering hebben afgegeven, waarin hij zijn gedrag, ten aanzien van de afschaffing aer Constitutie van 1833 verdedigt. De Afgevaardigden der steden Hatburg en Munden zijn opontboden) om zich te verklaren, of zij zich nog ais leden der Stenden-Vergadering beschouwden, in welk geval zij bevolen werden, om in die vergadering te verschijnen. Zij hebben daarop geantwoord, dat zij zich slechts over hunne handelwijs voor de Kamer zelve of voor hunne kiezers te verantwoorden hadden. Dit antwoord echter is door de Regering niet vooi voldoende gerekend. In het dagblad de Avondbode leest men den volgenden brief uit Alten: Hetgeen vroeger, betrekkelijk het aankomen van Pruissische troepen alhieh) en in de omstreken, in zekere dagbladen berigt is, was te voorbarig; zoo als ik ook met genoegen gezien heb, dat het, blijkens de particuliere cor. respondentie van den Avondbodeten uwent, aldns beschouwd is. Thans kan ik u evenwel zeggen, dat de zaken veranderd zijn, en met zekerheid mei. den, dat een vrij aanzienlijk getal troepen in aanmarsch is, en reeds gedeel telijk alhier aangekomen, waarvan zelfs tot aan de uiterste grenzen detache menten zijn uitgezonden. Deze laatste omstandigheid heeft ten gevolge ge had, zoo als ik zoo even verneem, dat eenige Belgische ontvangers, door eenen panischen schrik bevangenmet hunne kassen eenige uren zijn geretireerd. Uit Franktort meldt men, dat het water van den Main zoodanig ge wassen is, dat hetzelve reeda in verscheiden straten van genoemde siad stond; de rivier had reeds de hoogte van 16 voeten bereikt en bleef gedurig wassende. Ook schrijft men uit Frankfort, dat de Pastoor van de Katholijke kerk te St. Leon, in het district Phiiipsburg, terwijl hij de dienst verrigttedoor zijnen zwager verraderlijk is atngevallen en bijna door hem was vermoord geworden. De moordenaar werd echter spoedig door de menschen, die in de kerk waren, gegrepen en aan de Justitie overgeleverd. In onderscheiden streken van Duitschlind heeft men den 21 February een schoon noorderlicht gezien, hetgeen den glans der maan verdonkerde. Londen den 27 Februarij. De Nederlandsche Gezant Heeft eergisteren met Lord Palmcrstm eene bijeenkomst op het Ministerie van Buiteniandsche Zaken gehad. De beraadslagingen in het Parlement leverden niets van belang op. Er werd verspreid, dat Lord Wellington ernstig ziek was; de waarheid is, dat hij aan eene verkoudheid lijdt, die echter niets verontrustends heeft, Te Dublin is den aasten dezer eene talrijke openbare vergadering, onder voorzitting van den Lord Mairegehoudenwaarin besloten is alle wet tige middelen aan te wenden, om, zoo mogelijk, te verhinderen dat in de zamensielling der municipale corporation in Ierland veranderingen gebragt worden, die tor nadeel der Protestantsche Godsdienst strekken zouden. De heer Dodd, te Rotherham, heeft een werktuig uitgevonden, om hout in kromme lijnen te zagen. Het model van de kromme lijn wordt op eenen kleinen afstand ergens vastgehecht, en de zaag beweegt zich even wijdig aan de kromme lijn van het model, met herzelfde gemak ajs de ge wone zaag in eene regte lijn bewogen wordr. Dit nuttig werktuig heefc veel gelijkenis met de pantographe of verkleinaap. De berigren van de Kaap de Goede Hoop loopen tot 29 December en melden, da: in de Kaap-kolonie eene groote ongerustheid heerschte, daar er een gerucht liep, dat de Briische troepen, die dóór den Gotivefneur naar Porc-Natal waren afgezonden, ter sterkte van 400 man, om de boeren aldaar te ontwapenen, door de weigering der laatsten, om aan dit, in de kolomen voor onbillijk gehouden, bevel te voldoen, in een gevecht met deze waren geraakt, waarvan de uitslag geweest was, dat de troepen geheel geslagen en de meeste manschappen gedood waren. Een vroeger gérncht had juist het tegendeel gemeld, dat 1 ameniijk al de boeren, op weinigen na, geval len zouden zijn. Men kan echter n. ch het een noch het snder verzekeren, daar eene andere tijding, dar, namenlijk de troepen waren afgezonden, om met de boeren cegen de Kaffers, onder Vingaan, te strijden, veel waar schijnlijker is. ijlt Konscancinopel had men berigt, dat He hoop, die men had gekoes terddat tusschen Persie en den Et'gelschen Gezant eene minnelijke schik king zou worden te weeg gebragt, geheel was vervlogen, daar die Gezant over Georgie en Rusland naar Engeland terugkeerde en alleen eenen Engel schen Consul in Persie achtergelaten had. Parijs den isten Maart. Er was alhier een gerucht in omloop, dat, indien der te verkiezen Kaïner het minisreriëel beginsel niet aanhing, die Kamer andermaal door den Koning zou ombonden worden het Journal des Dibats echter spreekt dit tegen en laat zich dus uit: De ontbinding der Kamers was een uiterste, misschien een gestreng tiiter. sre maar aan het Koningschap, dat in ziine uitsluitende voorregren gedwark, boomd en djor eene niec-parlemeriraire kuiperii in zijne grondwettige onaf» hankeiijkheid belemmerd was, bleef geen ander middel van tegenstand over. Het Koningschap heeft de hulp van het land moeien inroepen. De kroon zal, indien de bevolking zich voor hare tegenstanders verklaart, zich aan hun juk onderwerpen; zij zal gelaten toegeven; zij zal hun uwe staatkunde, uwe belangen, het lot uwer niiveiheid, de rust uwer steden, de fortuinen uwer huisgezinnen, de toekomst inver kinderen overleveren; want het Ko. ningschap zal van zijn regt tot ontbinding niet zoo zeer misbruik maken van u jaarlijks in de kiesvergaderingen bijeen te roepen. Gij zult dus aan hen, die u bedrogen hebben, niet ontsnappen; zij zullen op hunne beurt uwe meesters zijn. De Koning heeft de orde van hec Legioen van Eer geschonken aan den beer Tindal, officier der Hollai.dsche marine en belast, onder de bevelen van den Schouc-bij-Nacht IVoltcrbcck, met de directie van de boekerij, het museum en het dépót van kaarten en plannen der ünarine te 's Hage. De heer Tindal heeft een kostbaar werk vervaardigd, zijnde eene berede, neerde naamlijst, van alle tot heden in Holland verschenen werken over dé

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1839 | | pagina 2