A0. 1838. LEYDSCHE 152. M GEWOON :6S Tf COU R A N WOENSDAG, jytej&k ^ps. 19 DECEMBER. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Ontslag van dienemie Manschappendaarop regt hebben. "Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, gezien hebbende art. 21 der Vet voor de Nationale Militie, van den 8stcn Januarij 1817, waarbij aan de Manschap pen, dienende bij de Nationale Militie, wprdc toegestaandat, ingeval /.ij, na hunne inlijvingeene der vrijstellingen inogtcn hebben bekomen, die bij art. ot en 94 van gémelde wet zijn uitgedrukt, zij daarvan ten spóedigste aangifte 'kiflinén doen aan net Bestuur der Gemeente, voor welker contigönt zij zijn uitgemarscheerdroepen bij deze op, zoodanige bij de Militie voor zich zeiven dienende Manschappendie aoor net 'overlijden van hunnen vader of moederweduwe zijndeof door regterlijke echtscheiding Hunner oudersof door overlijden van een of meer broedersvoorgevallen na hunne in lijving zijn geworden: Eenige wettige zonen, tevens éénige kinderen zijnde; Kostwinners van moeders of grootmoeders, weduwen zijnde, of in regtcn gesepareerd; Kostwinners van ouderlooze broeders of zusters; Of eenige broeder van een* onherstelbaar gebrekItigen broeder. Om, uiterlijk vóór of op den sden Januarij i8'39, schriftelijke aanvrage 0111 ontslag, met opgave der redenen, in te leveren op de Secrctrfïic dezer Stad, des morgens van tien tot twaalf uren, en in de opgave almede ten duidelijkste te vermelden bij welke •Afdeeling en Bataillon zij, door of voor wieu die aanvrage geschiedt, dienende zijn; zullende, na opgemelden dag, geene aanvrage ten fine voormeld meer kunnen worden 'aangenomen. Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der stad Leyden, op den 13 December 1838. J. G. de meï. Ter ordonnantie van dezelve, paul du rieu, WethouderL. S. NEDERLANDEN. Leyden den i8den December, Men meldt uit 's Gravenhage van den i/den dezer: De zitting der "Tweede Kamer Van de Staten-Generaal werd heden ten half één ure geopend, Is ontvangen eene kennisgeving der Eerste Kamer* dat zij zich met de drie voordragten, nopens de supplecoire begrooting, de woelingen en de tarieven van justitie-kosten enz,, vereenigd heeft. Een ingekomen verzoekschrift van den heer Gordonte Voorburg, nopens de geldleening tot droogmaking van het "Haarlemmermeer wordt aan de Com missie verzonden. De centrale afdeeling doet verslag nopens de buitengewone uitgaven voor 'oorlog en de rentebetalingen. Deswege zijn nog eenige bedenkingen geop perd, onder anderen tot splitsing van deze, naar sommiger meening, elkan- der vreemdsoortige uitgaven. De beraadslagingen over deze voordragt wor den bepaald op Donderdag aanstaande. Kennisgeving van Zijne Ëxc. den Minister-Secretaris van Staat, dat Zijne Maj. Zijne Exc. den Minister van Financiën gemagtigd heeft, om zich heden middag ten één ure tèr Tweede Kamer van de Siaten-Generaal te begeven, ten einde haar, namens Zijne Maj., ontwerpen van wetten over te brengen. De.zitting wordt eene korte wijl geschorst. Nadat zij ten één ure hervat is, plaatst Zijne Ëxc. de Minister van Financiën, door eene Commissie bin nengeleid, zich voor den troon, en houdt eene aanspraak, ten geleide van onderscheiden voordragten, tot eene tienjarige begroocing, welker aanbieding bij de grondwet voorgeschreven, en, bij het-in Maarc verstrijken van hec tijdperk der loopende, noodig geworden is. Zijne Exc. schetst in den aanhef wat de grondwet nopens de tien- en een jarige begrootmg bepaald heeft; gaat na wat sedert 1820 daaromtrent heeft plaats gehad; hoe sints 1824 een jaarlijksch overschot had bestaan, hetwelk de gunstige verwachtingen nopens onze geldmiddelen deed opvatten; hoe eerst de verwerping eener voordragt van tienjarige begrooting in 1829, daarna de staats gebeurtenissen in het tweede tienjarig tijdperk, die verwachtingen hadden te leur gesteld. De woeling, spanning en zamenzweringen vooral het verbond van twee strijdige staatspartijen in Belgie, de listige aanslagen van benijders, eindelijk de opstand in hec Zuiden bragten nieuwe grooce be- hoeften, eene verandering ook in de opbrengsten der scaats-geldmiddelen te weeg. De Regering had gepoogd, overeenkomstig de'grondwet, de cienja rige begrooting voo'r de getrouwe gewesten te behouden, doch de Tweede Kamer der Stacen-Generaal meende, dat de tijden zoodanig veranderd waren, dat de tienjarige begrooting metderdaad vervallen was, en voor deze eigenlijk slechts globale crediet-wetten konden worden toegestemd. De uitkomst daarvan is altoos geweest, dat regelmatigheid van financieel beheer, handha ving van eeudragt en volksbestaan is tot stand gebragt. Eene poging in 1836, door de Regering aangenomenoro de geschorste tienjarige begroo- ting, van 1830 tijdelijk te vervangen, vond geen bijval. Nu is Zijne Exc. met de vereerende taak belast eene nieuwe tienjarige begroocing voor te dra gen, ingaande met 1 Januarij 1840. Hét bedrag der uitgaven van die begrooting wordt voorgesteld toe 39,284,947.18, en wel: i°. Huis des Konings tot 1,425,000; 20. Secretarie van Staat en Hooge Collegien ƒ518,28530. Departement van Buitenlandsche Zaken 756,5755°. idem Justitie f 1,472,60050. idem Binnenlandsche Za ken ƒ2.430 320; 6°. idem Hervormde en andere Eerediensten 1,348,640.04; 70.idem Roomsch-Katholijke Eeredienst400,000; 8°. idem Marine ƒ4,750,000; 9°. idem Financien, a schuld 10,560,000, b administratie en pensioenen ƒ4,532,457.14; io°. idem oorlog ƒ11,000,000, en n°. idem Koloniën ƒ91,070. Zijne Ëxc. treedt in eenige vergelijkingen tusschen deze bedragen en die van de voor 1839 aangenomen begrooting, en zegt onder anderen nopens die voor oorlog, dat deswege de meeste bezuinigingen zijn gebragt, voor het geval, dat men tot een gewonen stand kan terugkeeren, behoudens om zoo danige buitengewone aanvragen te doenzoo lang de veiligheid van den Siaat zulks jaarlijks medebrengen kan. Van het bedrag voor Financien is Weggelaten, op het punt <7, het beloop der renten en de Amortisatie der 5 pCt.welke voor de buitengewone of jaarüjksche begrooting zijn overge laten; hetzelfde is met de dotatie van het Syndicaat, de som voorafloopende betalingenhet geval. Ziine Exc. hierna tot de voordragt van de middelen tot bestrijding over gaande, noemt als zoodanig de accijnsen, zoo als zij thans geheven worden, of door nadere wettelijke bepalingen zullen wórden geregeld, de grondbe lasting en opcenten, het personeel, de patenten, de accijnsen, de regten op de registratie, het zegel de hypotheek-, griffie- en snccessie-regtenin-, uit- en doorvoergelden, posterijen, loterij enz., alles ten gezamenlijke be drage van 39,2^4,947.18. Nadat Zijne Exc. de vergaderzaal verlaten had, wordt de zitting geschei den tot morgen ten 12 ure. Nog meldt men uit 's Gravenhage van den i8den December: In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Ger.e.aal van lieden, heb ben de beraadslagingen piasts genad over hec ontwerp -an wet, nopens de ligcing der Nationale Militie voor 1839. He heeren van Hoorn van Burgh en van Hen;ert hebben verklaard, dai zij voor het ontwerp zoiiucn stem men, omdat zij, in de tegenwoordig bestaande omstandighedenalle ver brokkeling van magr hoogst schadelijk beschouwden. Zij acluten zich ver- pligc de Regering de meest mogelijke waakzaamheid aan ie bevelen. Zij deden zien, dat Belgie zich meer en meer wapende en krijgsvoorraad naar de grenzen verzond; dat er ooilogs-crediecen werden vastgesteld, enz. De heeren LuybenRomme en van Dam va-a Hielthoezeer vroeger tegen dusdanige ontweipen gestemd hebbende, zouden, bij de veranderde omstan digheden, voor hetzelve- itemmenten einde daardoor een blijk te geven van de hier te lande bescaande eenstemmigheid en van de ondersteuningwelke de vertegenwoordiging in onzen tegenwoerdigen toestand, aan Je Regering vermeent te moeten geven. Ter stemming overgegaan zijnde, is het ontwerp met eenparigheid van stemmen aangenomen. Na dien uitslag ontstond er eene woordenwisseling over eenige leden fzijtide onder anderen de heeren Luzac en Schimmelpenninckdie, ter vergadering aanwezig, op de presentie-lijst niet geteekend, en alzoo aan de stemming geen deel genomen hadden. Daarbij verklaarden deze heeren, uar zij hec ontweip altijd beschouwd hadden ais in strijd mee de bepalingen der grond wetten hetzelve alzoo niet konden aannemen; en dat zij, daar hun gevoe len dien-aangaande geene ondersteuning bij de Kamer scheen te vinden zich van de stemming hebben gemeend te moeten onchoudenten einde daardoor her blijk van eensgezindheidhetwelk de Kamer 111 dit oogenblik wenschce te geven, niet te verzwakken. Daarna is door de Commissie tot de verzoekschriften verslag gedaan op een adres van een grondeigenaar te Abcoude, betrekkelijk de onteigening ten algemeenen nutte. Door haar werd voorgesteld dit stuk ter zijde te leggen. Hierover ontstond eene nieuwe beraadslaging, welke toe uitkomst had, dat mee algemeene stemmen besloten werd het request ter griffie neder te leggen en het deswege gedane verslag te doen drukken. I11 deze beraadslaging was opmerkelijk de behandelde vraag, of de Fran, sche wetten op de onteigening als dan niet steeds van kracht waren, hec- geen door den een toestemmend, en door den ander ontkennend werd be» antwoord. De vergadering is gescheiden coc aanstaanden Donderdag. Hec Algemeen Handelsblad van den i/den dezer, bevac den volgenden brief van deszelfs correspondent uit Londen: Vier leden der Conferentie hebben voorleden Dingsdag hec protocol ge teekend, bevattende de reeds vroeger door ons medegedeelde grondslagen, waarop zij meenen. dat een tractaac zou kunnen gesloten worden tusschen Holland en de vijf Mogendheden, en, daarna, tusschen eerstgenoemd Rijk en deszells afgevallen Belgische provinciën. De Fransche gevolmagrigde heelt verklaard, dit protocol voor alsnog niet van zijne medeonderteekening te kunnen voorzien, en op nieuw zijn verzoek van uitstel toe 10 Januarij 1839 herhaald, en op weigering der overige leden hec protocol ad referen- dunt genomen. Hierna is door de vier Miniscers aan de zaakgelastigden van Holland en Belgie officieus mededeeling van hec verrigce gegeven, welke laac- sten daarop aan hunne respectieve Hoven den inhoud van hec protocol heb. ben gemeld. Dit protocol is dus voor hec oogenblik nog niec ter kennisse van ons Kabinet gebragt op zoodanige wijze, dat, door de toetreding van de Nederlandsche Regering, de zaak onmiddellijk haar beslag zoude krijgen. Het is blijkbaar, dat men aan Frankrijk nog voor eenige dagen de deur wil openlaten, om toe de toetreding en medeonderteekening over te gaan, doch tevens nu reeds ook aan het Kabinet van Parijs heefc willen doen gevoelen, dac het genomen besluit onherroepelijk is. en in geval van langer dralen van de zijde van Frankrijk, door de overige Ho»cn zal worden ten ir'tvoer gelegd. Men kan er dus op rekenen, dat het nog wei eene maand zal aanloopen, alvorens de Hoven van Berlijn, Londen, Petersburg en Weeneri, toe eenen naderen stap zullen overgaan. Uit Zierikzee melde men, dac de Directeuren der Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van drenkelingen te Rotterdam, aan A. Visser Sr, en Izaak de TVaerdte Zierikzee, voor het redden van de equipagien der schepen de ZeeuwÈuridice en de Fransche brik Tituseene som van ƒ250 ter belooning geschonken hebben. Leopold is bij een Te Deumhetgeen in de Roomsch-Katholijke kerk. te Brussel voor zijn 47ste!! verjaardag gevierd werd, ofschoon Luchersch zijnde. Tegenwoordig geweest, om der Priester-partij te behagen De Belgische Kamer heeft het besluit genomen, om twee harer leden raar Parijs te zenden, ten einde de Belgische zaak bii het Fransche Hof voor te staan; de een is uit Luxemburg, de ander uit Limburg. SPANJE. Berigten ever Parijs van den 16 December. Uit Madrid meldt men van den /den dezer: De organisatie van het nieuwe Kabinet is eindelijk bekend, met uitzonde- ring van den President van den Raad en den Minister van Bniren'andschè Zaken, ofschoon men algemeen gelooftdat de Markies de Miraflores toe deze waardigheden zal geroepen worden. De heer Pita Pizarro heefc de portefeuille van Financien aanvaard, ofschoon men gelooft, dar hij dezelve vooreerst ad interim zal waarnemen. De heer de Silvela is tot Miniscer van Binnenlandsche Zaken benoemd; de Generaal Alaix tot Minister van OorlogDon Artonio Gonzales tot Zegelbewaarder; de Admiraal Chacon cot Minister van Marine, terwijl deze portefeuille, toe de aankomst van den Admiraal in de hoofdstaddoor den Minister van Oor log zal worden waargenomen. Men gelooft intusscben, dac die Ministerie zich niec lang zal staande houden. H. M. de Koningin zal heden de Depu tatie der beide Kamers ontvangen, die hec adres van antwoord op de troon rede aan H. M. zal aanbieden. De Graaf van Luchana heeft te Logrono eenen maatregel genomen, die onlangs ook door Don Carlos is bewerkstelligd; dezelve bestaat daarin, dat alle vaders, wier zonen onder de vaandels der Carlisren dienen, uit het land zullen worden verwilderd, en hunne goederen worden geseqnestreerd; Men merkt daardoor op, dac het stelsel van Represaille meer on ineer wortel schijnt te vatten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1