duitschland.
delijte opname tn bet Invalidenhuis van zoodanige gewonde of verminkte
militairen blijft voorbehouden, doch dat de plaatsvervulling van ïnfinnca al'
léén vermag toegestaan te worden aan militairen, welke 'Hunne infirmiteiren
in de jaren r83ó tot 1831 ingesloten, in bevolen dienst, hebben verkregen,
40, Ten aanzien van hec getal der invalidendat het getal manschappen
in het gesticht blijft bepaald op i36.óian, ongerekend de hierboven ver
melde uitzonderingen.
5°. Voorts is het hoofd Bestuur gemagtigd: aom, overeenkomstig het,
Koninglijk besluip van 16 November; 1820, _NP. 8tde collecte in het jaar
1839 wederom te, doen plaats hebben; b, om, naar gelang der behoeften,'
en nader daarvan zal zijn afgezonderd, het. vereischte tot betaling der deel
geregtigden uit vroegere oorlogen, de helft of twee derden dier collecte aan;
te wenden voor de. slagtoffers uit den strijd met Belgie; eindelijk is het;
hóofd-Bestuur gemagtigd, rui, door een verkoop van fondsen, zoo veeri
des noodig, te voorzien in de te korten, die op de onderscheidene rekenin
gen zullen blijven te ontstaan.
In dezelfde vergadering is een uitgebreid verslag van den finahciëlen staat'
des genootschaps, aan de deelhebbers aangeboden, waaruit blijkt:
i6, Met betrekking tot hec kapitale fonds voor deelgeregtigden uit oorlö.
gen sedert hec jaar 1813; dac de uitgaven aan de deelgeregtigden en daartoe
betrekkelijke onkosten, beloopen hebben" eene somma van 78,236.33, te.
genover eerie ontvangst van 63,857.45, hetgeen een te kort van inkomscen
over het jaar 1837 geeft van 14,378.88, waarin, door den verkoop van
10,000 5 pCts. inschrijvingen werkelijke schuld, en door het batig kas
saldo van het vorige jaar is voorzien geworden.
2°. Voor de verminkten uic oorlogen vóór November ^813 gevoerdis
ontvangen ƒ15,147.12 en uitgegeven 15,147.12; blijkende het uit de bij.
zonderheden, dac de uitgaven, in tegenstelling van die van net jaar 1836,
ruim 1000 minder hebben bedragen, doch dat daartegen de jaariijksche
collecte en jaariijksche inschrijvingen almede minder hebben opgebragt, zoo.
dat daardoor nagenoeg een gelijk verschil in net nadeel der ontvangscen is
ontstaan.
Eindelijk dat, niet betrekking tot het fonds voor slagtoffers uit den strijd
met Belgie; tte otitvangsten 37,642.85, de uitgaven 34,444.115. hebben
bedragen.
„Door de overbrenging van het twee derde gedeelte der collecte over
1837, (leesc men in bet verslag), zijn de uitgaven bestreden kunnen wor
den, zonder dac wij tot eenigen verkoop van het kapitaal van 264,500,
5 pCts. werkelijke schuld hebben behoeven over te gaan. De grooce one.
venredigheid cusschen de vaste renten van dit fonds, ten bedrage van ƒ13,400,
en de gedane uitgave over één jaar van 34,444.115, bewijzen de noodza
kelijkheid van den'genomen maatregel."
Op den 3iscen December 1837 waren er 1690 primitieve deelgeregtigden,
alsr 1639 verminkten, 242 nageblevenen en 9 kinderen; eene vermindering
alzoo van 2t personen, in vergelijking met het slocgetal van het vonge jaar.
In de eerste zes maanden van hec jaar 1838 zijn, ter aanvulling der open
gevallen plaatsen, weder aangenomen 26 deelgeregtigden. Van de vermink
ten uit oorlogen vóór 1813 gevoerd, zijn, in het jaar 1837, afgevallen elf
personen, 'zijnde vièr meerder dan in 1836. Het getal der deelgeregtigden
uit den strijd met Belgie beiiep 652 verminkten, 245 nageblevenenen al
zoo te zanten 897,'terwijl in de eerste zes maanden van 1838, dit getal nog
ts vermeerderd mettelf verminkten en twee nageblevenen.
Bij het doen dezer opgave, nopens het getal der deelgeregtigden, voegde
■het Bestuur daarbij.' „Wanneer wij bij' deze opgave nog vermelden, gelijk
trouwens velen onder u bij ondervinding reeds weten, welk eene menigte
van ongelukkigen wachtende is, om bij versterf te kunnen optreden, zoodsc
wij bijkans dagelijks daartoe verzoekschriften ontvangen, terwijl nog een
grooter getal bij dé Commission bekend zijn, dan valt het, bij de beschou.
wlng van den staat van hec laatste tonds, al dadelijk in het' oog, hoe noodig
de maatregelen van beperking waren, welke bij de voortgaande algemeene
•vergadering zijn vastgesteld geworden; én hoe noodzakelijk ook zelfs bij die
beperking, de ondersteuning blijfc, die dit fonds behoeft, om-eenige even
redigheid tussclien dé onkosten en uitgSven te behouden. Hoe vele blijken
van deelneming wij dan ook tot nu toe voor onze instelling mogren onder
vinden, wij moeten voor het loc van zoo vele ongelukkige slagtoffers eener
onregtvaardige aanranding onzer regten, hopen, dat die gëzindh-eid van Va
derlandsliefde en weldadigheid steeds weêrklank blijve vinden in de harten
onzer landgenooten» opdat de gewenschte duurzaamheid aan deze nieuwe
bedeeling kunne verzekerd worden, tot verdere opwekking van welke ge-
Zindheid wij de ijverige medewerking onzer Commissien ten ernstige inroepen."
Nopens het Invalidenhuis te Leiden, wordt, onder anderen, in dit ver
slag gezegd, dat het getal der Invaliden op ultimo December 1837 bedroeg
U7 man; in den loop van het jaar zijn achtervolgens 135 manschappen in
het gesticht verzorgd geworden, zijnde er 30 opgenomen, 7 ontslagen en
I overleden. Onder het hiervoren opgegeven aanwezige getai bevinden
zich 16 uit vroegere oorlogen en 14 ilit den laatsten strijd. Genoemde in-
rigting heeft over 1837 aan de verschillende fondsen gekost 20,042.90.
Dit jaar hebben er geene buitengewone reparatien plaats gevonden, waardoor
de uitgaven dan ook 1,250 minder zijn dan in 1836. Men ontveinst het
evenwel niet, dat deze inrigting kostbaar is; dit wordt veel veroarzaakc
dóór den zwakken eri hulpbehoevenden toestand, waarin vele Invaliden zich
bevinden, die, behalve eene gestadige toediening van wijn en andere ver
sterkende middelen, ook buitengewone oppassing vereischen. Zoo bevinden
2'ich 23 volslagen blinden in hei gesticht. Zoo heeft men dit jaar opgeno
men een ongelukkige, die, door het afgaan van een stuk geschut, beide
armen verloren heeft. Over het bedrag der Invaliden kan met lof worden
gesproken, Deze gunstige uitkomst is men op nieuw verschuldigd aan den
heer <THuzon de Beis Menard, Commandant en Directeur in het gesticht,
Wiens menschenkundig bestuur het voorbeeld geeft aan den Adjudant en
.verdefe onderofficierenom ook van hunne Zijde, voorde handhaving van
ide zoo noodzakelijke orde in het gesticht te waken, en de Invaliden voor
■te gaan in hetgeen goed en betamelijk is; terwijl het godsdienstig onderrigc
en de geregelde bijwoning der openbare godsdienst-oefeningen, gepaard met
hetgeen verder ter -vervulling der zedelijke behoeften der Invaliden kan
strekken, gewisseiijk die goede gezindheid krachtig bevordert.
Bij dit hoofddeel behoort nog te worden berigt. dat onlangs dat gesticht is
'vereerd 'geworden mee een uitmuntend kunstgewrocht van onze met roem
bekende schilders Schotel en Schoumanvoorstellende het bombardement van
Algiers op den 27 Augustus 1816, welke schilderij aan hetzelve geschonken
is door beschikking van denzelfden gever, welke vroeger tot de vestiging
-van het gesticht op zulk eene edelmoedige wijze bijdroeg, maar toen ook
even als nu, verlangde Onbekend te blijven. Tot Commissarissen van hec
Invalidenhuis ziin, in plaats van de in dit jaar aftredende, verkozen de
heeren: Jhr. J. P, Tedinpvan Berkhoutvan Haarlem; F. Bendorp, van Am-
•'sterdam; en Jhr. Mr. J. G. van Oidenbarnevetd gen. lVitte Tullingh, van
Utrécht.
"•*- Het schip de Dortcnaar, van de Oosc-Indien, dat op reis zooveel
onheil heeft door te staan gehad, is eindelijk, gesleept wordende door de
stoomboot de Batavier, den I3den dezer te Hellevoet binnen en ter reede
ten anker gekomen.
Den 12 December is door den Stedelijken Raad van Utrecht, op zijn
daartoe gedaan verzoek, tot Stads-rijdermeester bij de Hoogeschool aldaar
benoemd, de heer Baptiste Loisset, en zulks in plaats van den onlangs over.
leden heer S. Hofmann.
1 Naar men verneemt heeft de heer van der Keileneen exemplaar van
dén laatstelijk door zijn edele vervaardigden gedenkpenning óp de 25jarige
regering van Willem toegezonden aan Z. M. den Koning van Pruissen,
en is hem als een bewijs van Hoogstdeszelfs erkentelijkheid eene gouden
medaille vereerd.
Uii Groningen wordt van 13 December geschreven, dat de Hooggeleer
den heer P. Hofstede de Groot en de we!-eerw> heer G. van SendeX te Zwolle,
tot col responderende leder, van het Bataviaasch Genootschap benoemd waren.
Uit Kaïnpen meldt men van den 12 December:
!n de afgelo.ooene week heeft zich in deze stad en ommestreken, e.ene
zeer besmettelijke ziekte onder het rundvee geopenbaarddie zich door
ontsteking en blaren vooral aan de tong kenmerkt, en hun hec eten mpeije-
lijk, soms ondoenlijk maakt. Geheele stallen zijn er aoor aangetast, eu de
kivaal verspreidt zich met ongeloofelijke snelheid..
Wij.Vernemen van Schokland, dat de algemeene nood aldaar door de milde
giften van hier en elders aanmerkelijk verligt wordt, ofschoon hec groote
aantal der noodlijdende personen en het vooruitzigc op den winter sleciiis
spaarzame de'ellingen veroorloven. De vinschvaugst levert, nog zeer weinig
op, doch men is er nu op bedacht de bevolking zooveel mogelijk door
fabrijkarbeid in staat te stellen, zich het alleinoodigste te verschaften. Reeds
hebben een aantal vrouwen breiwerk ontvangen, en van bestuurstvege wor
den maatregelen genomen, om er de katoenspinnerij in te voeren.
A M E R I K A-
Ook de vernieuwe opstand in Opper-Kanada schijnt van korten duur te
zullen zijn. Den 16 November had de magc der opstandelingen nabij Prescotc
postgevat, doch werd aldaar door 2000 Engelsche soldaten omsingeld en ge
noodzaakt in eenen molen te wijken, welke, nadat aezelve bijna door hec
geschuc der soldaten plat geschoten was, in hunne handen door de opstan
delingen is overgeleverd. Zeer velen hunner zijn gesneuveld, anderen bij
hec bemagtigeu van den molen van kant gemaakt, eenigen echter zouden
gevangen genomen zijn. Men rekende dat hiermede ook deze opstand ge-
bluscbc was.
De Voorzitter der Vereenigde Staten, van Burenhad den 21 Novem
ber eene proclamatie uitgevaardigd, waarin hij ten sterkste afkeurt, dat de
inwoners dier Staten aan den opstand in Kanada de hand hadden geleend hij
waarschuwt hen, dat zij nooit op den bijstand of voorspraak van de Noord-
Amerikaansche Regering zullen te rekenen heoben, maar aan zichzelven zul.
len overgelaten worden.
SPANJE.
Berigt en ever Parijs van den 14 December
Don Ramon Galtmilitaire Gouverneur van Viella, hooidplaats van de
valei van Aran, in Opper-Cacalonie is door de soldaten van eene compagnie
vrijwilligers, die zich aldaar in garnizoen bevinden, vermoord. De aanlei-
dende oorzaak van deze misdaad is, tot nog toe, onbekend.
De Brigadier Hoy osdie onlangs den Pastoor Merit.o noodzaakte terug
te trekken, is tot bevelhebber-Generaal van hec legercorps van Cancabria
benoemd, in plaats van den Generaal O'Donnelly die tot het onder-Koning
schap van Navarre verheven is, welke waardigheid vroeger door den Gene
raal Alaix werd bekleed, welke zich thans naar de hoofdstad heeft begeven,
als tot Minister van Oorlog benoemd. Hoyos bevindt zich thans te San-
Sebastian, en is voorloopig belast met het bevelhebberschap van de divisie
van Cancabria.
Üit Bayonne wordt van den pden dezer gemeld, dat het Carliscisch
opperhoofd Alarottodie zijn hoofdkwartier te Moremin had gevestigd, den
3den had vernomen, dat Don Diego Leon een convooi zou geleiden, hetgeen
door 10 bataljons en 600 ruiters versterkt was daarop hec plan gevormd
hebbende deze magt aan te tasten, had hij die met Baimaseda bewerkt, en
de uitkomst, daarvan zou geweest zijn, dat Don Diego Leon geslagen, en 8co
man èn hec convooi verloren hebbende, naar Lerin, waaruit hij getrokken
was, was wedergekeerd.
Uit Madrid wordt van den 6den dezer gemelddat de Minister van
Oorlog yllaixin de zitting van de Kamer vsn Afgevaardigden, een bulletin
van den Generaal Borso had voorgelezen, waarin deze hem berigtte, dat hij
den 3den Cabrera aangetast en geslagen had 400 Carlisten waren op hec slag*
veld gebleven en hij had 800 geweren bemagtigd. Cabrera had 10,000 man
en 4 stukken in het veld gebragt.
ITALIË.
Z. K. H. de Groot-Vorst Troonopvolger van Rusland is den 4 December,
na een verblijf van 3 weken te Venetie, naar Florence vertrokken.
Den 29 November waren de Fransche schepen-in het gezigt van An-
cona gekomen. Wanneer de inscheping plaats zou hebben, wist men
nog niet. (Over Frankrijk meldt men, dat die den isten December heeft
plaats gehad.)
De Oostenrijksche troepen hebben den 23<cen hunner terugtogt over
Ferrara begonnen. Die troepen worden wegens hunne gehouden krijgstuchc
zeer geprezen.
Men schrijft uit Weenen van den 6 December, dat in het aanstaande jaar
aldaar een Diplomatiek Congres zou gehouden worden, waarin algemeene
maatregelen zouden genomen worden ter daarstelling var een gezondheids
cordon, tot wering van de pest; alle Mogendheden van Europa, die daarin
belang stellen, zouden naar Weenen eene Deputatie zenden. Deze bijeen
komst zou ook uit een handels en staatkundig oogpunt als zeer gewigtig te
beschouwen zijn.
Uit Berlijn verzekert men, dat de werkelijke of schijnbare krijgstoe
rustingen in Belgie het gevo'g zijn der ernstige verklaringen van twee groote
Mogendheden, Pruissen en Rusland, welke op hec spoedig ten einde bren
gen der HoUands'ch-Belgische zaak blijven aandringen. Alleen de tusschen'
komst van Frankrijk en eene veranderde wijze van beschouwing der zaak
door Engelandzou de bedoelde Mogendheden tot hiertoe teruggehouden
hebben, nadruk aan hare verklaringen re geven.
Men schrijfc men Berlijn van den pden, dat in eene menagerie, welke in
die stad staat, een olijfant woedende was geworden. Alle vergiften, die
men had aangewend, om hem van kant te helpen, waren te vergeefs ge
bezigd, tot dat eindelijk 10 oneen Pruissisch zuur, hem ingegeven, zijnen
dood na twee uren had te weeg gebragt. Verscheiden geneeshecren hadden
zich in de menagerie verzameld, om het uitwerksel van die vergift op den
olijfant te zien. Z. M. de Koning heefc her dier voor 1000 chlrs. gekocht
en er een geschenk van gemaakt aan het Zoölogiesch Museum.
Er bevinden zich thans op de Hoogeschool te Götcingen 656 Studenten
van deze zijn 452 Hanoveranen en 204 buicenlanders.
Den 3 December is het huwelijk voltrokken van den Erfprins van Ben.
theim-Bentheim en Sceinfurth, met Prinses Berthadochcer van den Land.
graaf Karei van Hessen-Philipsral-Barchfeld.
Een Katholijk Prelaat, Vrijheer von IVessenbergheeft eene brochure
in het licht gegeven: „Rome tegen over hec Protestantismnswaarin hij
het gedrag van den Aartsbisschop van Keulen geheel, afkeurt en den Paus te
kennen geeft, dat hij slechts partijdige berigten uit Duitschland ontvangt en
dus dikwijls misleid wordt.
Den 30 November is Z. M^de Keizer van Rusland met zijnen aan.
scaandeo schoonzoon uit Moscau ie Petersburg terug gelfeerd.