\v A0. 1838. LEYDSCHE WOENSDAG, 'NEDERLANDEN. t Leyden den 4den December. Meii meldt nit's Gravenhage van den 4den dezer: Z. K. H. de Erfprins van Oranye wordt eerdaags nit Stutgart binnen deze Residénrte terug verwacht. In de zitting van de Tweede Kamer der Scaten-Generaal van heden is een ontwerp van wet ingekomen, houdende.wijzigingen in het munststelsel behelzende de volgende artikelen: i°. De zilveren Nederlandsche gulden zal bevatten 9 wigtjes, 450 duizendsten fijn zilver. Dezelve zal gealloieerd zijn op 945 duizendsten en alzoo houden een gewigt van 10 wigtjes. De meervouden en onderdeden van den gulden zullen met deze bepalingen in evenredigheid moeten staan. z°. In plaats van den Drie-guldenzullen voortaan als veelvoud van den gulden, worden gemunt zilveren scandpen ningen ter waaide van 2-J gulden, welke, behalve de hieruit voortvloeiende veranderingen, de geldswaarde zulien aanduiden 2y G., overigens zullen wór den geslagen naar de bepalingen ten aanzien van den Drie Gulden bestaande. 30. In het gehalte der standpenningen, wordt eene ruimte toegestaan van een 'duizendste voor de gouden standpenningen en van 3 duizendsten voor de zilve ren standpenningen, en beide gevallen verdeeld ter helfte boven en ter helfte heneden de bepalingen van de Wet. 40. De ruimte in het gewigt ögr standpenningen, bij den muntslag veroorloofd, zal hoogstens mogen bedra- gen: Goud: voör de stukken van 10 en 5 gulden, ij- duizendsten; zicver: voor het 2j guldenstuk, 2 duizendstenvoor den gulden, 3 duizendstenvoor de halven gulden, 4 duizendsten; voor het 25 centsstuk, 6 duizendstenvoor de 10 en 5 centsstukken, 10 duizendsten, van het gewigt van ieder stuk, zoowel boven als beneden dat. gewigt. Op de koperen stukken van één en van één halven cent zal deze ruimte hoogstens mogen bedragen van het gewigt van ieder stuk, mede zoowel boven als beneden dat gewigt. 50. Aan den Koning blijft voorbehoudentot daarstelling en uitgifte der volgens deze wet verbeterde zilveren muntspefcig'n, zoodanige maajregelén te nemen, als noodzakelijk zullen wördeb bevonden. Dit ohtweip, met de daarbij behoorende memorie, is aan de afdpëlihggn verzonden. Gelijk besluit word.t genomen ten aanzien vah één' itigekdniett ontwerp Wn ivet, houdende daarstelling van wijzigingen, m .de bestaande bepalingen tot invoe ring van gouden en zilveren werken van buiten 's lands, De centrale afdëeling heefc verslag gedaan op het ontwerp van wet, be. trekkelijk dè tarieven en salarissen van pracrizijns, enz., alsmede over dat tot beteugeling der woelingen. De beraadslagingen daarover zuilen plaats hebben aanstaanden Vrijdag. De vergadering is tot aanstaanden Donderdag ten half 12 ure gescheiden. De Colonel Bake, Directeur der iste artillerie-directie en van 's Rijks gieterij van metalen geschut, is. van wege het Gouvernement met eene bijzöndere zending belast, naar Engeland vertrokken. Z. M. heeft den heer H. E. Dèsmadryl, vroeger aitéht van denjalge. meenen Rijkskassier te Neufchateau, als zoodanig benoemd te Luxemburg, in plaats aan wijlen F. C. Couturier. 1 In hunnen rang en anciënniteit zijn in de Oost-fndie overgeplaatst, bij het wapen der cavalerie, de iste Luitenant van de afdéeling curassiers N°. 1, A. L. Reysterborghde iste Luitenant van herrie bataljon én de 2de Luitenant van het 3de bataljon Nationale Militie, F. IV. H. Knypers en Ai IV van Haeftèn, en voorts bij hëtzelve wapen tiervvüarts tot'sd.è Luite nants benoemd, dé wachtmeester firillair vati hec corps rijdende-artmerigG. R. PUmbgrovedié van het 4de bataljon artilleriè INIationaje Militie, G. Al. van Reedc Van Gudtshobrn, en de Sergéant van hetzelfde laatstgenoemd bataljon, J. JJzenhoed GreveHnkterwijl in hunne betrekkingen naar deWesr- Indië zijn overgeplaatst, de onder-constructeur H. Buyj en de titulaire ori- der-constructeur P. F. Jansen. De Luitenant Op non activiteit H. F. Prins is weder bij de 7de afdëeling 'in active diénst gesteld. In het dagblad de Avondbode van hedefl leest men hét volgende: Men zal zich herinneren,' dat in dér tijd verhield is, dat door den officier van gezondheid SthiUet'die bij de èxpefiirie naar de kust van Guinea, Od der de bevelen van wijlen den Generaal-Majo'or Verveer, tegenwoordig was, het hoofd van den chef der obstkndêlingén Bonzoe, op liquor gezet, is me. degebragt; men schrijft ons thans Uit 's Ha ge. -dat dit hoofd dbor bovenge. noemden officier ten geschenke is gezonden aan het Thêdtrum Anatomicum te Leyden. Wij 'kunnen mede bij de gelegenheid niet afzijn te verwijzen op het laatste nommer van den Militairen Spectator van November, een tijdschrift, dat, onder de hoofd-redactie van den verdienstvollen Kapitein van Rijneveld voortgaat, deszelfs weiverkrégen roem te handhaven, en waar men een belangrijk verslag vindt, betrekkelijk bovenvermelde expeditie, ge put uit de aanteekeningen, gehouden door den Luitenant van Exter, toege voegd Adjudant van den overleden Bevelhebber der expeditie. Het Algemeen Handelsblad van gisteren heeft den navolgenden brief uit Brussel ontvangen, gedagteekend 1 December des middags: Zoo op het oogenblik verneem ik, dat Pruissen eene krachtige nota aan Engeland gerigt heeft, om die Mogendheid uit te noodigen, Belgie tot het aannemen der ihans gewijzigde 24 artikelen te noodzaken. Hierop is door Engeland onmiddellijk aan het Kabinet der Tuilerien te kennen gegeven, dat het voornemens was om zicli tot dat einde bij de Noordsche Hoven te voegen, onverschillig of Frankrijk daartoe zijne verdere toestemming gaf of weigerde. Deze nota heeft het gevolg gehad, dat Frankrijk verklaard heeft, dat het zich niet langer tegen den wensch der vier bij de Conferentie ver tegenwoordigde Mogendheden zou verzetten, en deszelfs algehéele inwilli ging' tot de uitvoering van het genoemde tractaat met de veranderingen ten, opzigte der séhuld en de wijzigingen betreffende de Scheldevaart gegeven beeft. Ons Bestuur tracht deze beslissing voor als nog geheim te houden. 'Voornoemd dagblad voegt er het volgende bij: Ofschoon de echtheid van dit belangrijke berigt door de aanzienlijke rjj- zrng onzer binnenlandsche fondsen schijnt bévestigd te worden, en hoezeer wij aan de geloofwaardigheid des briefschrijvers niet twijfelen, vermeenen wij echter eene nadere bevestiging van deze tijding te moeten afwachten. In eene vergadering van de deelnemers der Rijn- en IJsseistoomboot- Maatschappijden 24sten November te Deventer gehouden, is tot den aan bouw van eene tweede rivierboot besloten. De beide booten, Admiraal van Finsbergen en Drusus, zijn reeds aldaar teruggekeerd, om te overwinteren., Meh meldt 'uit de provincie Zeeland van den isten December:. De werkzaamheden ter uitbreiding der vestingwerken van 'het fort Bath, cn van he; 9de perceel der vesting Neuzen, zullen nog dit saizoen worden aangevangen: Ook vérneemt men, dat het oorlogsgeschut en verder mate. N*. 146. t'i ir*, m vs COURANT, 5 DECEMBER. rieei, tot de behoorlijke wapening der forten te Breskens en Ellewoutsdijk, alsmede ter versterking der vesting Neuzen, dagelijks derwaarts worden ver voerd, om deze sterkten, des noodig-, in geduchten staat van tegenweer te scellen. Men schrijft uit Luik, dat de heer P. J. Malherlc, fabrikant van wa. penen aldaar, van Zijne Maj. den Keizer van Rusland een kostbaren ring ren geschenke bekomen heeft, benevens een brief, waarbij, van wege Zijne Keizerlt Majesteic, Hoogstdeszelfs tevredenheid betuigd wordt over de door hem geleverde wal-geweren. Deze fabrikant heeft ook de eer mogen ge nieten om in 1822 een kostbaren ring van Z. K. H.' Prins Frederik der Ne. der.landen te ontvangen, als een bewijs van Hoogstdeszelfs tevredenheid over de door hem geleverde geweren. A E G Y P T E. Men heeft berigten uit Alexandrie van 3 November, de tijding aanbren gende, datjte Alexandrette in Syrië een ernstige twist tusschen den Britschen Consul en den Aegyptischen Bevelhebber was uitgebroken. De twist was aangekomen door eenen soldaat, die de stoep van den Consul bevuilde en door een zijner bedienden werd weggejaagd; de soldaat riep daarop anderen, die met de bedienden des Consuls handgemeen raakten en den Consul zei. ven- mishandelden. Hij gaf dadelijk daarvan kennis aan den Bevelhebber, doch zonder gevolg; de twist werd al heviger, zoodra de manschap van eenige Engelsche schepen zich in dezelve mengdezelfs het gezin van den Consul werd mishandeld, ook de Franscbe Consul, die zijn gezag wilde toonenwerd beschimpt. Wat de afloop er van geweest iswordt nog niet gemeld. GRIEKENLAND. Athene den 14 November. De 7de dezer was voor ons een vreugdedag door1 de terugkomst van Hunne Majesteiten den Koning en de Koningin. Te Missolunghi hebben Hoogstdezelve eene aandoenlijke plegtigheid bijge woond, namelijk de 'bijzetting van het gebeente van den Grieitschen held Marco Bozzaris, hetwelk, even als van dat Karaiskaki, in een afzonderlijk monument is geplaatst, De familie-leden van deze gesneuvelde helden ont vingen van dén Koning vele bewijzen van genegenheid. In Griekenland heérscht thans rust; alleen de rooverijen nemen in Messe. nien toe. Zoo is voor acht dagen een Koningiijk transport geld van 23,000 drachma's, hetwelk door 16 man geëscorteerd werd, door eene bende Klep ten overvallen; twee gendarmen werden gedood en de overige soldaten op de vlugt gejaagd. De geheele som werd een buit der roovers. Ook zijn eenige reizigers uitgeplunderd en vermoord geworden. RUSLAND. Petersburg den 17 November. Uit deze [plaacs schrijft men dat de Keizer van voornemens was met den Hertog van Leuchtenberg eenen uitstap naar Moskah te doen, om dien Vorst in persoon de merkwaardigheden dier oude hoofdstad aan te wijzen. De overige léden van het Russisch-Keizeriijk gezin maakten zich gereed om Sarskóje-Selo te verlaten en de paleizen te Petersburg te gaan betrekken. De ook in Rusland in het begin van November reeds ingevallen en daar. door vroege winter, is omstreeks de helft van November weder door zacht téeêr vervangen zoodat weer een groot aantal schepen de haven van Odessa in- en uitgèloopen waren. Het Russisch smaldeel uit de Oost-zee was teReval, om aldaar te Overwinterenbinnengeloopen. De natte nazomer had onder de manschappen vele ziekten doen ontstaan. InWothynie, in een dorpChatnia, waren dit jaar twee jonge kinderen, één jongen van 6 jaren en een meisje van een halfjaar, door het overlijden hunner moeder en het zich verwijderen van hunnen vader, in de grootste armoede en behoefte achtergebleven. De jongen, die niet wist, hoe zijn zusje te voeden, legde haar aan den borst van eeiie teef, .die zij bezaten en juist toen jongen had, welke haar te gelijk met hare jongen voedde en tevens genoegzaam koesterde. De knaap haalde voor zich het voedsel bij eenige buren op Weldra werd deze handelwijs aan het Bestuur der plaats bekend, welke er aan Keizer Nikolaas kennis van heeft gegeven, die, znlk een gedrag van dit kind bewonderende, hetzelve in hei Alexander-kaAemen- corps geplaatst en de zorg voor zijn zusje heeft op zich genomen; voor. loopig heeft hij haar een pensioen van 400 roebels toegekend. SPANJE. Berigten ever Parijs van den 2 December. In Sevilie heeft zich het hoofdbestuur van eene onafhankelijke Junta ge vestigd voor geheel Andaluziehet Ministerie schijnt door dezen stap er vooral toegebragc re wezen om zijn ontslag te verzoeken; zooals gemeld is, is hetzelve aangenomen, behalve dat van den eersten Minister, Hertog de Frias, die met de zamenstelling van een nieuw Ministerie is belast geworden. Omtrent den tegenwoordigen toestand in Spanje geeft een brief uit Ma. drid de noodige opheldering; zij is de volgende: Madrid, 24 November. De zaken erlangen van dag tot dag een treuriger aanzien. De Hertog de Frias heeft zijn ontslag als eersten Minister genomen en men heeft dit ontslag wel moeten aannemen. De gebeurtenissen in Andaluzie zijn voor de zaak der Koningin allernoodlottigsc. Hier heerscht daarover bij iedereen ontsteltenis. Cabrera gaat voort met alle gevangenendie hij in handen krijgtdood te schieten. De Generaal van Halen maakt, van het regt van wedervergel- diggebruik. Hij vraagt eiken dag om onderstand, doch men zendt hem niets. Indien de Generaal Narvaez zich bij Generaal Cordova voegt, en het onder-voorzitterschap der Junta van Sevilie aanneemt, is alles verloren. Men gelooft hier niet, dat Cordova aan den hem door de Koningin toegezonden last, om zijn bevelhebberschap neder te leggen, zal gehoorzamen. De zittingen der Afgevaardigden en van den Senaat blijven hoogst onstui mig. Zij vjceiien over van allerlei persoonlijke aanvallen. Geen Ministerie kan zich hier vestigen, alvorens men met den bepaalden afloop der gebeurtenissen te Sevilie bekend is. Mijn brief is verward, maar wie kan bedaard blijven onder zulk een treti. rigen toestand, als waarin wij ons thans bevinden? Naauwelijk bestaat hier een schaduw van geregeld bewind meer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1