Des avonds werden al de pinken, alsmede de meesle woningen, smaakvol én schitterend verlicht. De burgerij nam aan dit ware volksfeest met eene "ongekunstelde vreugde het grootste deel. Op verschillende plaatsen werden vuurwerken afgestoken, en op het strand teertonnen gebrand. Zoo eindigde deze dag, welke de heugelijke gebeurtenis van voor 25 jaren, op eene treffende wijze herinnerde en op nieuw deed zien, dat de geestdrift en liefde,"welke in 1813 voor Vorst en Vaderland bestond, nog heden ten dage onveranderd dezelfde gebleven is. Dank zij der Scheveningsche burgerij, die de herinnering aan dezen dag, als het ware, voor het geheele Vaderland, met luister heeft gevierd, Sineeken wij de Voorzienigheid af, dat Zij de levensdagen van onzen beminden Koning verienge; dat Zij Hoogsideszelfs ijverige pogingen om het welzijn en het gelnk Zijner onderdanen te bevorde ren, ondersteune, en dat Zij Nederland en Oranje, weldra, eene onbezorgde toekomst doe te getnoet gaan. De afdeelingen van de Tweede Kanier der Staten-Generaal hebben zich "heden bezig gehouden met het onderzoek van de ingekomen antwoorden der Regering op de in de sectiën gemaakte bedenkingen, ten aanzien van de voordragten der begrontings-wetten en het ontwerp betrekkelijk de ligting der Nationale Militie voor den jare :839. Aan de leden der Tweede Kamer der Staten-Generaal, is dezer dagen het volgende stuk rondgedeeld; Verbeterd Opstel. ÓNT/VERP VAN tVET nopens de vaststelling der tarieven van justitie-kosten en salarissen van ambtenarenj practizijns en deurwaarders in civiele en criminele zaken. Wij WILLEMenz. Alzoo Wij in overweging genomen hebben de noodzakelijkheid, om het bedrag der justitie-kosten in burgerlijke en strafzaken, mitsgaders de salaris sen en emolumenten der Griffiers bij den Hoogen Raad, de provinciale Ge- regtshoven en arrondis^ements-Regtbankender Kantonregters en derzelver Griffiers, der Advocaten en Procureurs,en der Deurwaarders bij de verschil lende regterlijke collegienalsmede de verschotten, welke aan hen in reke. ning zullen worden geleden, bij bepaalde, en voor een ieder verbindende tarieven, in overeenstemming met de Nederlandsche Wetgeving, te regelen en vast te stéllen. Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen over leg van de Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, zoo als Wij goedvinden en verstaan bij deze: Art. 1. Tot regeling der justitie-kosten, zoo in burgerlijke als in strafza ken, mitsgaders van de saiarissen en emolumenten, welke aan de Griffiers bij den Roogen Raad, de provinciale Geregtshoven en arondissements-Regtban. ken, de Kantonregters en derzelver Griffiers, aan de Advocaten en Procu. reurs, en aan de Deurwaarders bij de verschillende regterlijke coliegien, zullen worden toegelegd voor de verschillende werkzaamheden, welke aan de voorzeide ambtenaren, practizijns en deurwaarders bij de wet zijn opge dragen of door de wet zijn toegelaten gelijk mede van de verschottenwelke aan hen in rekening zullen worden geleden, zullen, in overeenstemming met de Nederlandsche Wetgeving, zoodanige tarieven worden vastgesteld, als daartoe noodig zullen worden geoordeeld. Art. 2. De gemelde tarieven zullen worden ingesteld bij reglementen van openbaar bestuur. De aldus vast te stellen tarieven zullen, tot dat daarom trent nader bij de wet zal zijn beschikt, eene wettelijke verbindende kracht hebben, en zullen de betrokkene ambtenarenpractizijns, deurwaarders en verdere personenin hunne declaratienmitsgaders alle regterlijke autoritei ten in hunne taxatiën en uitspraken, en verder allen, welke znjks mogt aan gaan gehouden zijn dezelve tarieven op te volgen en zich daarnaar te gedragen. Art. 3. Voor zoo verre het noodig mogt geoordeeld worden, om aan de Griffiers bij den Hoogen Raadde provinciale Geregtshoven en de arron- dissements-Regtbanken, in civiele regtszakenandere of meerdere salaris sen of emolumenten toe te leggen, als aan dezelven bij de nog vigerende wetten op de griffie-regten.zijn toegestaan, zullen daarvoor in deopgemelde tarieven de vereischte bepalingen worden gemaakt en zal artikel 23 der wet van den 2tsten Ventóse, Vilde jaar, worden gehouden voor afgeschaft. Bij Zr. Ms. besluit van den 21 November 1838, N°. 81, zijn toe No tarissen benoemd: te Cortgene (Zeeland), J. IV. Vaderen te Dirksland in Over-Flakké, J. A. van JVeel. Naar men verneemt heeft Z, M. goedgdvonden te verklaren, dat de heer R. H. van Somerendoor zijne benoeming tot Burgemeester der ge meente Kralingen, provincie Zuid-Holland, beschouwd zal worden tevens te zijn aangesteld tot Schout van het ambacht van Kralingen. Met den jsten Januarij aanstaande zijn benoemd: tot ontvangers bij 's Rijks belastingen, van het eerste kantoor te Amsterdam, van welk kan. toor de ontvangst der accijnsen op de bieren en azijnen naar het tweede kantoor, onder den ontvanger J. U. van de Graafzal overgaanJ. Schol, thans in die betrekking aan den Helder; tot ontvanger der directe belastin. gen, in- en uitgaande regten en accijnsen aan den Heldere, a., C. deMonye, thans te Muiden; tot ontvanger te Muiden, A. IV. F. van der Hegge Spies, thans ontvanger te Steenbergen; tot ontvanger der directe-belastingen te Breda, J. A. F. Bierhausthans ontvanger te Rijp, en in diens plaats, C. H. Hagen, thans te Naarden; tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Naarden, T. IV. Thorbecke, als zoodanig te Croinmenie; te Cromuenie, J. J. Greidanus, thans te Middelie, en voor laatstgenoemd kantoor, J. de Vries Robbé, 2de Luitenant der Mobiele Zuid-Holiaudsche Schutterij. Voorts meldt men uit 's Gravenhage van den 2 December! Bij Koninglijk besluit is bepaald, dat er over den jare 1839, ten behoeve der gemeenten Kanters, Middelstum, Uithuizen, Usquert, Leers, Ulrum, Wildervank, Zandt en Warffura, géene plaatselijke opcenten op de grondbe. lasting, en, wat de twee laatstgenoemde gemeenten betreft, daarenboven ook geene zoodanige opcenten op de personele belasting, zullen worden geheven. Naar men verneemt, heeft het Zijne Maj. behaagd, aan de ingezetenen van Schokland, die zich in zulke kommervolle omstandigheden bevinden, eene gratificatie toe te staan. Gistereo hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten- Generaal andermaal zich bezig gehouden met het onderzoek van de ancwoor. den der Regering ten opzigte der begrootings- en andere bij de Kamer aan. hangige wetten. De Ridder A. L. D. E. hoard, Hoofd-Administrateur van de Alge. meene Maatschappij der openbare werken te Parijs, is in deze Residentie aangekomen, alwaar hij aan het Hotel de Bellevue is afgestapt. Naar men verneemt, is de gedenkpenning, welke door den heerD.van der Keilen, stempelsnijder aan 's Rijks munt, vervaardigd werd ter gedachte, nis aan het heugelijke feest, dat wij thans vieren, afgewerkt, en heeft die kunstenaar de eer gehad, gisteren een exemplaar van dit fraaije gedenkstuk-, in persoon, aan Zijne Maj. aan te bieden. Deze penning, welke ter groote is van dien op het Noordhollandsche Kanaal, stele aan de eene zijde voor het met eenen eikenkrans versierde hoofd des Konings, met het opschrift: Gulielmus I. per XXV annos Rex Neerlandiae. d. i, Willem I, gedurende 25 jaren Koning van Nederland. Op de keerzijde ziet men het Koningschap, voorgesteld in de gedaante eener op antieke wijs gekleede, met den Koninglijken mantel en kroon ver sierde vrouw, zittende op den achtersteven van een Grieksch of Romeinsch schip, waarop, als zinnebeeld, de horen des overvloeds afgebeeld is, en in de handen houdende een roer, waarmede zij het schip door het water stuurt. Achter haar is opgerigt een vlaggenstok, van welken een wimpel over haar hoofd wappert, in welken het getalmerk XXV staat. Boven aan leest men: Manu tenebo. d. i. Ik zal (het roer) in de hand houden; meer vrij: Ik za! het mij toever trouwde bestuur handhaven; eene toespeling op de zinspreuk der Nassau's: Je maintiendrai. Onder aan staan de jaargetallen MDCCCXIII MDCCCXXXVHI. Ter herinnering aan de treurige gebeurtenis, vóór 2; jaren te Woerden voorgevallen, heeft de bovengenoemde medalleur van der Keilen eenen gedenkpenning vervaardigd, voorstellende, op de eene zijde, eenen cypres, boom, tegen welken het, met een rouwkleed bedekte wapenschild van Woerden rust, en aan welks voet eene brandende toorts en dolk, zinne, beelden der aldaar aangerigte gruwelen, liggen. Onder leest men: Woerden XXIV Nov. MDCCCXIII Op de keerzijde staat binnen eenen krans van eypressen, het volgendé opschrift: XXV Jaarkring der ramp, Godsdienstig herdacht XXV Nov. MDCCCXXXVIII. Den 25November 1838 heeft de weleerwaarde heer van fVaanen, thans Emeritus Predikant, doch in 1813 Predikant te Woerden, in eene gods dienstige leerrede gedachtenis gehouden van het 25 jaar geleden aldaar voor gevallene, bij welke godsdienstoefening tegenwoordig waren eenige leden der in 1813 te 's Gravenhage opgerigte Oranje-garde, die in laatstgemeld jaar vrijwillig de wapenen hadden opgevat, tot verdrijving van het juk def Franschen, en zich tot dat einde naar die stad hadden begeven; na welke godsdienstoefening de leden der Oranje-garde eene uitnoodiging van het edel achtbaar Bestuur der stad hebben gehad, om ten stadhuize te komen, en door hetzelve met de meeste onderscheiding zijn ontvangen geworden. Zr. Ms. brik de Pellekaan, onder bevel van den Luitenant ter zee Zout man is den 28 November van den Helder naar de West-Indien gezeild. De Generaal-Majoor en Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, R. Bruce, is den 28 November in twee-en-tachtig-jarigen ouderdom te Utrecht overleden. Te Kampen is dezer dagen overleden R. van FVijk Jz., Doctor in de Ietteren en Rector aan de Latijnsche school aldaar. Zijn dood wordt als een groot verlies voor de wetenschappen beschouwd. De gedeputeerde Staten der provincie Groningen hebben, ter bevorde ring en instandhouding van het lagere schoolonderwijs, bepaald, dat, te beginnen met het jaar 1839, in al de landelijke gemeenten zal worden ge. heven van elk der daarin wonende kinderen, tusschen de 5 en 13 jaren, cent schoolgeld per week. Dit reglement is voorloopig voor den tijd van twee jaren door Z. M. den Koning bekrachtigd. Uit Smyrna verneemt men, onder dagteekening van den 10November» dat men, in den ochtend van dien dag, op bevel van Husicin-heyeen ver dacht vaartuig had aangehouden, aan boord waarvan zich eene zekere hoe veelheid van wapenen bevond. Er waren op dit vaartuig drie personen, die voor zeeschuimers herkend zijn, en die men in veilige bewaring gesteld heeft; men meent, dat zij een deel van het scheepsvolk hebben uitgemaakt van den zetroover, die laatstelijk de Hollandsche brik Hendrika Elisabeth, Kapitein Riedijck, heeft geplunderd. Ter beurze van Brussel liep den 28 het gerucht, dat het Gouverne. ment daags te voren uit Londen een definitief ontwerp van de Conferentie had ontvangen, waarbij de schuld 101/4,500,000 werd verminderd, en te vens ontheffing van de betaling der vervallen achterstallen werd verleend» onder voorwaarde, dat het bij het tractaat van 15 November aan Holland toegekende grondgebied onmiddellijk wierd ontruimd. Van Brugge meldt men, dac aldaar onderscheiden schepen met bus kruid en krijgsbehoeften uit Ostende waren aangekomenom naar de ver sterkte punten op de Nederlandsche grenzen, zoo als DammeKnokke, het Hazengras enz. verzonden te worden. AMERIKA. Lord Durham had den neen November Quebec nog niet verlaten. Brieven uit New-York bevestigen geenszins het gerucht, dat eenige duizenden Amerikanen zich in die stad zonden vereenigd hebben, om de on tevreden Canadezen te hulp te komen. Nogtans schijnt het zeker, dat deze laatsten eene dreigende houding op de grenzen aannemen; dat talrijke wape nen en oorlogsbehoeften heimelijk in Neder-Canada zijn ingevoerd, en dat een inval uit den staat Ohio beraamd is; ten gevolge van al welke ontdek» kingen reeds een der regimenten, die te Hallifax in Nieuw-Sehotland garni zoen hielden, naar Quebec was op marsch gegaan. De bevolking der beide Canada's hield zich volkomen rustig. De blokkade van de kusten van Mexiko en van Bueno»-Ayres werd door de Franschen nog met dezelfde strengheid voortgezet. PORTUGAL. Lissabon den 18 November. H. M de Koningin, na van hare bevalling hersteld te zijn, was in eene vrij ernstige ziekte gevallen, welke haar nood zaakte het bed te houden. Z. M. de Koning vanFrankrijk had als gevader aan den Jonggeboren Prins onderscheiden kostelijke geschenken gedaan, waarin uitblonk een Aegyptische vaas, uit de porzelein-fabrijk van Sevrès, waarop zich de welgelijkende por. tretten van al de leden der Koningrijke famielje bevinden. De Gezant van bovengenoemden Koning was na den afloop der doopj- jalegtigheid wederom uit Portugal vertrokkeD, De troepen van den jongen Rentechido hadden wederom onderscheiden waagstukken ondernomen, ofschoon door de Koningrijke troepen op de hie len gevolgd. SPANJE. ■Berigten over Parijs van den 30 November. De posten uit Madrid ontbraken te Parijs nog altijd, hetgeen men aan niet: anders kon toeschrijven, dan dat Cabrera met zijn legerden Koninglijken weg naar Bayonne bezet hield. Het hoofdkwartier van Don Carlos is nog altijd te Azcoitia. Marottobevelhebber van het leger van Don Carlos ia Navarrezoo zijn ontslag hebben ingediend. De Junta van Valencia, ter Wedervergelding ingesteld, is wegens het in staat van beleg stellen van de provinciën Arragon, Murcia en Valencia, ontbonden. Uit Saragossa schrijft men van 13 November: De Generaal Espartero heeft aan zijn leger, hetwelk zich te Logrono be vindt, eene proclamatie uitgevaardigd, waarbij hij tevens het bevel geeft om 45 Cariistische krijgsgevangenen te fusilleren, als represaille over het doof Balmaseda uitgevaardigd bevel, om het escorte van den post van Viaua te vermoorden. Volgens bijzondere berigten weet men dat te Madrid den 20 November de verjaardag van de jonge Koningin Isabella met veel luister is gevierd ge worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 2