- Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen mits deze ter ken- nis se van de helangliebbendch, dat bij Hun Eel. Achtb, van den Meer Controleur-der -Djrecte Belastingen, is ontvangen het derde Aanvul lings-Kohier der Persontele Belasting, over den dienst van 1838 en 1839, welke op den eosten dezer maand, door den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, is executoir verklaard, en dat dezelve aan '•"den lieer Ontvanger is verzonden. Leydenden 24 November 1838. J. G. de Me y. Ter ordonnantie van dezelve, Paul du Rieu, WethouderL. S, NEDERLANDEN. Leyden den 25sten November. Den 23sten dezer heeft de installatie van het Stedelijk Gymnasium plaats gehad in een der vertrekken van het daartoe bestemd geboutv. De Presi dent-Curator en Wethouder dezer Stad, de Heer P. G. van Hoorn, heefc daarbij, in eene gepaste toespraak, de bij deze inrigting aangestelde Hee- ren Docenten geliiK gewenscht met deze hunne betrekking, en hen al het gewigt daarvan op het hart gedrukt; terwijl hij de vergaderde Kweekelingeu aanspoorde tot het besef van hetgeen zij aan hunne Leermeesters verschut, digd waren en tot de meest ijverige pligtsbetrachting. Dit werd beantwoord door den Rector van het Gymnasiumde Heer A. J. J. Bake, die tevens zijne Ainbtgenooten en zijne aanstaande Kweekelingen op de hartelijkste wijze begroette. Onze Stad kan zich nu met reden verheugen over eene Stichting, die in geest en strekking volkomen beantwoordt aan de behoeften eener beschaafde en volledige opleiding der jeugd voor het Academisch onderwijs. Niet al leen toch is in het plan van onderwijs alles opgenomen, wat ais volstrekt vereisebte mag beschouwd worden voor die veelzijdige ontwikkeling, die men ihans bij het Hooger Onderwijs medebrengen moet, om daarvan de ge wenschte vruchten te plukken, maar is ook tevens, door de voorloopige verordeningen van Curatoren gezorgd voor het wel inrigten van het onder wijs zelf, zoo door verscheidenheid en afwisseling van Docenten bij ééne en dezelfde klasse en door hunne eenstemmige rigting naar het ëéne hoofd, doel, als door een beter bestuurd gebruik van den tijd, zoowel in de uren van onderwijs, als in die voor den afzonderlijken arbeid der Kweekelingen overgelaten. Met den ijver, die de gunstig bekende Heeren Docenten be. zielt en met de gestadige oplettenheid, die Heeren Curatoren aan den gang van het aldus ingevoerde stelsel zullen wijden, is het te verwachten, dat het Stedelijk Gymnasiumin de plaats komende van de tot hiertoe bestaan hebbende en door verschillende redenen in bloei afgenomene Latijnsche Scholen, zich op eene wijze zal ontwikkelen, die aan de billijke verwach tingen der Ingezetenen en aan den rang van deze, ook door het bezit der vermaarde Hoogeschool, aanzienlijke Stad zal beantwoorden. Wij zijn gemagiigd tot nangt bier bij te voegen, dat de nu te beginnen Gy nnasiaal-cursus zal eindigen met het einde der maand junij des volgenden jaars, en vervolgens, na eene vacantie van zes weken, telkens zal aanvan gen mei half Augustus en van een geheel jaar zal zijn. Men meldt uit 's Gravenhage van den 23 November: Bij Koninglijk besluit is aan Z. D. H. den Luitenant-Generaal Hertog van Saksen-Weimar vergunning verleend tot het aannemen en dragen van de ver sierselen der orde van St. [Andreas, hem in 1837, door Z. M. den Keizer aller Rossen geschonken. Bij- Koninglijk besluit is dezer dagen benoemd tot Militie-Commissaris in het tweede ressort der provincie Noord-Holland, hoofdplaats Haarlemde heer F. K. L. Sluytermanthans Majoor bij het 2de bataljon der 3de afdee- ling Mobiele Noord-Hollandsche Schutterij, en zulks ter vervulling van de vacante plaats, open gevallen door het, in Augustus jl.verleende eervol ontslag, als zoodanig, aan den Generaal-Majoor titulair W. M. van Schmidt. Öp het daartoe door hem gedane verzoek, is er dezer dagen een eer vol ontslhg verleend aan J. Steur, 2den Luitenant bij de compagnie rustbe waarders te Maassluis. Laatstleden Vrijdag zijn bij onze Regering depêches uit Londen ont vangen, welke Zondag en Maandag het onderwerp van gehouden Kabinets raden hebben uitgemaakt. In het Journal de la Haye wordt uit Brussel onder dagtèekening van den rnsten dezer, het volgende geschreven, hetgeen men in dit oogenblik wel der overneming waardig acht: De alhier aangebragte tijding, dat er aan de Hollandsche Regering; op eene officieuse wijze, mededeeling zou gedaan zijn van het antwoord, dat de Con. ferentie te Londen besloten heeft op hare Nota te zenden, inhoudende, dat er, voor zoo veel het grondgebied betreft, geene verandering in het verdrag der 24 artikelen zou gebragt worden, hoezeer er eene vermindering in de schuld ten laste van Belgie zou worden toegestaan, heeft hier veel opzien gebaard. Men hoopte nog altijd, dat de Vertegenwoordigers van onze Re gering bij het Fransche Hof, de bepalingen van het verdrag, welke Luxem burg en Limburg aan Holland toewijzen, zonden doen wijzigen, maar de jongste uit Parijs ontvangene brieven, hebben alle hoop, te. dien aanzien, doen verloren gaan. De bevolking dezer beide landen heeft wel veel on dersteuning in de Kamers en bij een groot deel van het Belgische volk ge vonden, maar de berekenaars hebben in die ondersteuning weinig gedeeld. Men moet zich dan ook niet laten afschrikken door al het gedruisch, dat men tot zelfs in onze wetgevende Kamers hoort; dat alles brengt slechts de oppervlakte van het land in beweging, maar vindt geen weerklank bij de menigte. De schoone dagen van 1830 en 1831 zijn voorbij. Onze pa triotten kunnen zoo hard schreeuwen als zij verkiezen, indien de Conferen tie eenstemmig in hare beslissing is, gelijk men verzekert, zal men wel moeten aannemen, hetgeen zij verlangt; want zij zullen niet meer, gelijk in 1831, de Franschen tot ondersteuning hebben, vermits hunne Regering deel genomen heeft aan de beslissing, welke men ons verzekert, dat onher roepelijk genomen is. Gisteren heeft de Raad van State, onder het Voorzitterschap van Z. K. II. den Prins van Oranje, eene buitengewone vergadering gehouden, welke door Hoogstdenzelve eergisteren met den meesten spoed was belegd ge. worden. De heer MayConsul-Generaal der Nederlanden te Londen, is giste, ren avond uit deze Residentie vertrokken, ten einde zich over Rotterdam op nieuw naar de Britsche hoofdstad te begeven. Naar men wil, zoude dit vertrek in verband staan met de jongst ontvangen depêches uit Londen, welke echter voor als nog geen officieel antwoord der Londensche Con' Terende schijnen te bevatten. Men verzekert, dat de Regering, om onderscheidene redenen, niet kan te gemoet komen, aan het in de afdeelingen van de Tweede Kamer uitgedrukt verlangen, ten einde de tarieven voor de Advocaten, Procureurs, Deurwaarders, enz., slechts bij wijze van besluit en van proefneming voor den tijd van drie jaren vast te stellen, ten einde dit besluit nader, met de veranderingen, welke men door de ondervinding noodzakelijk mogt geoor deeld hebben, in eene wet voor te dragen. Naar men verneemt, zal weldra van Regerings-wege vastgesteld we- zen de regeling van de hypotheken en het kadaster onder een eenigen be. waarder m iedere hoofdplaats van elk arrondissement. Naar men verneemt zal de leerrede, die de Hofprediker Dermout, op Zondag den 18 November, in de Kloosterkerk alhier, in tegenwoordigheid van Z. M. den Koning en Zijn geheele Gezin, ter gedachtenis van de 23ste verjaring van Norlands verlossing, heeft uitgesproken, eerlang, bij S. de Visser en Zoonin het licht verschijnen. Ik verlang hartelijkvoegt de correspondent van den Avondbode er bijom de voortreffelijke echt VaderlarrJ»- sche en tevens godsdienstige leerrede re lezen. Gij kunt u den indruk, dien het uitspreken daarvan door den éënigen Dermout op mij en alle aanwezigen gemaakt "heeft, niet begrijpen. Toen de Redenaar, eenen nadruk en kracht van stem, die der geheele, ongemeen talrijke schare diep toe in de ziel drong, den Koning zeiven aansprak, heerschte er eene doodelijke stilte in liet kerkgebouw, maar blonken er zoete tranen in veler oogen. Wat ik zelf gevoelde, toen ik op dat oogenblik onzen godsdienstigen Vorst aanzag, die, zelf blijkbaar ontroerd, daar, door Zijne Zonen en Kleinzonen, de hoop der natie, omringd, neder zat, laat zich niet beschrijven. Onder het hoo. ren voordragen van deze voortreffelijke rede, kon men zfcli een juist denk beeld vormen van de verrukking, die zich van bodewijk XW en zijn Hof meester maakte, wanneer een Bossnet of een Bourdaloue vour hem sprak." Aan de Hervormde Gemeente van Rozenburg en Blankenburg is door den Koning eene Rijks subsidie van f 3500 verleend, tot vernieuwing en vergrooting van haar kerkgebouw en toe herstel van de pastory-woning. Door Zijne Exc. den Directeur-Generaal van Oorlog zal, op Maandag den 7 Januarij aanstaande, in het openbaar, worden aanbesteed de leverantie van paarden, ten behoeve van elk wapen der kavalerie, te weten: 180 voor het wapen der kurassiers, 150 voor dat der dragonders, 55 voor dat der husaren en po voor dat der lansiers. Bij het Departement van Koloniën ontvangen zijnde eene aanvrage van den Gouverneur-General van Neérlands Indië, om uitzending van een tiental ongehuwde waterstaats ambtenaren, welke bij voorkeur geen hoogeren ouder dom dan vijf en twintig jaren bereikt hebben, die het examen ais aspirant- ingenieur voor den waterstaat en 's lands gebouwen, op eene voldoende wijze kunnen afleggen, en mitsdien zoo wei de civiele bouwkunde, als het land. meten verstaan, die eenigen tijd bij, 'slands werken in Nederland zijn geënt - ploijeerd geweest, en de geprojecteerd wordende werken, zoo mede opna men van steden en landschappen in teekening kunnen brengen, en voorts eene toereikende kennis bezitten van de beginselen der mathematische wetenschap pen, zoo wordt bij deze, elk en een iegelijk, die genegen mogt zijn, zich voor de opgemelde betrekking aan het vastgesteld examen te onderwerpen, uitgenoodigddaartoe zich schriftelijk, met overlegging van bewijzen van ouderdom goed zedelijk gedrag en voldoening aan de wet op de Nationale Militie, bij het vorengenoemd Departement aan te melden, voor of uiterlijk op den 31 December dezes jaars, zullende de uitzending van het bovenge melde getal ambtenaren plaats hebben in den loop van de drie eerst ko. mende jaren, en wel in het eerste jaar, vier en in elk der beide volgende jaren, drie personen; wordende als minimum der vaste bezoldiging, bij de in dienst treding in Indië, toegezegd, aan dengenen, welke bij bet af te leggen examen de meeste blijken van bekwaamheid en geschiktheid zal gege ven hebben, een maandelijks tractement van 300; aan den daarop volgen den 250's maandsaan de beide overigen der gedurende het eerste jaar uit te zenden vier ambtenaren ieder 200's maandsen aan de, in elk der beide volgende jaren, in voege voorschreven, uit te zenden drie ambtenarenƒ250 's maandsaan een derzelven en f 200 's maands aan de beide overigen. Voorts zullen twee van het eerst bedoelde viertal, en in elk der beide volgende jaren een van de benoemden, door den Gouverneur-Generaal vooornoemd, kunnen worden aangesteld, als landmeter van de iste, 2de of 3de klasse, te Batavia, Samarang of Sourabaija aan welke betrekkingen'geene vaste jaar wedden verbonden zijn, doch, wordt aan de zoodanigen gedurende éën jaar, gegarandeerd, dat hunne emolumenten, ten minste de som zullen beloopen, welke hun, bij hunne benoeming hier te lande, als vast tractement is verzekerd. Eindelijk zal aan ieder der benoemden worden verleend, een voorloopig tractement van 70's maands, ingaande met den dag van vertrek naar Batavia, tot op dien der definitive plaatsing in Indië; voorts, des noodig, een voor. schot van f 800 om van het activiteits-tractement in (ndië, in termijnen, ter bepaling van het Bestuur aldaarte worden terug betaald, en overigens vrij transport naar Batavia, als passagier der eerste klasse, met genot van gewone scheepsvoeding, komende het kostende der kajttitstafelvoor rekening van den passagier. De gemeente Besturen dezer provincie zijn dezer dagen door het ge westelijke Bestuur dringend verzocht, om, bijaldien in dezen winter zich eenig gevaar van wacersnood, bij ijsgang of hooge rivier-waterenmogt op doen, alsdan wederom hunne bijzondere zorg te willen aanwenden, tot het naauwkeurig opvolgen en doen opvolgen van de bepalingen, die op dit stuk zijn gemaakt, en inzonderheid van die, welke zijn vermeld in het, door Z. M., bij besluit van den 21 Augustus 1835, gearresteerde nieuw reglement, op de correspondentie bij ijsgang en hoog opper-water op de rivieren, enz. Overigens zullen voor het Departement van Oorlog weder de noodige maat regelen genomen worden, ten einde op de eerste aanvrage van de Direc teuren der artillerie, de gevorderde detachementen arcilleristentot het doen van seinschoten, te Vianen en te Schoonhoven ia marschvaardigen staat te houden. ■-* Een der dagbladen dezer Residentie behelsde-dezer dagen een tarief, gerigt tegen een artikeltje, geplaatst in het Dagblad 'sGravenhage van den I4den dezer, betrekkelijk het uit Frankfort aangekomen tweede oeeld be stemd om den voorgevel van het Akademiesclte gebouw te versieren, het welk te dezer stede op de Prinsengracht wordt opgerigt en waarin gezegd werd, dat het te bejammeren is, dat dergelijke kunstgewrochten buiten 's lands moeten vervaardigd worden, ter zake van een verschil van prijs, hetgeen, wordt daarin gezegd, wel door een particulier, maar geenszins door een stedelijk Bestuur mag worden voorbij gezien. Wij hebben ons beijverd, dienaangaande eenige inlichtingen in te winnen, en meenen in staat te zijn te kunnen verzekeren, dat volstrekt geen zucht, om vreemden ar beid te stellen hoven voortbrengselen van inlandsche kunstenaars, de voor keur heeft doen geven aan den beeldhouwer re Frankfort, maar dat een ver schil van niet minder dan de aanzienlijke som van 10,000, alleen het ste. delijk Bestuur heeft bewogen, hoe ongaarne ook, vreemden arbeid te moe ten verkiezen. Uit Amsterdam schrijft men van-22 November: Door Z. M. is aan den heer J. C. Goldman een eervol ontslag verleend, uit zijne betrekking van Vice-President van oen Raad van Nederlandsch Indië, onder toekenning van pensioen, terwijl hij, als een bewijs van !s Ko- nings tevredenheid over zijne langdurige en getrouwe dienst, door Hoogst- denzelven, tot den Nederlandschen Adelstand is verheven, zoo voor zich als voor zijne wettelijke, mannelijke en vrouwelijke, afstammelingen. Ten gelijken tijde is de heer J. van Sclworlaatstelijk algemeen Secretaris in Indië, doch sedert eenigen tijd met verlof hier re landedoor den Koning tot lid in den Raad van Nederlandsch Indië benoemd geworden. Voorts hebben wij vernomen, dat de heer Mr. P, Merkus, in zijne vo rige betrekking van lid in den genoemden Raad, binnen kort naar Indië zal terugkeeren. Volgens de laatste Indische berigten, zou de beerReijnst, lid in den Raad van Nederlandsch Indië, en vroeger Directeur-Generaal der Financiën aldaar, en de heer van Nes, Resident van Passaroeang, zich al spoedig met verlof naar Nederland begeven. Van den Helder meldt men, dat aldaar den 26 November zou uitzeilen het koopvaardijschip de Stad Utrecht, aan boord hebbende 8 officieren, voor de dienst in de Oost-Indiën. Uit Nijmegen wordt van den 23 November gemeld: Gisteren voormiddag heeft, op den weg van Grave naar Nijmegen, nabij eeritgeaelde stad, het ongeluk plaats gehad, dat een voermans knecht, van den kastelein Verharen, aan het Graafsche Veer, met eene citais, van den weg, die onder water stond, in eene kolk reed en met het paard verdronk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 2