betgeen een gemiddeld getal oplevert van 5115 zielen per vierkante mijl. De geboorten hebben de sterfgevallen mee 9940 jaarlijks overtroffen. Het getal der primaire scholen is in 1837 met 89 toegenomen. Er bestaat in het Hertogdom voor iedere 520 zielen ééne school, en het gemiddeld van het getal kinderen, dat dezelve bezocht, is 88. Berigten uit Alexandrie van 16 October melden,dat onderscheiden hon. derden Druzen, in Syrië, tot het Christendom waren overgegaan, om alzoo van Ibrakim-Pzchz dezelfde regten te veritrijgen, die de Syrische Christenen genieten. GROOT-BRITANNIE. Londen den 14 November. Gisteren morgen is de heer MayConsul- Generaal der Nederlanden, van wegen den Baron Dedel, Nederlandsch Ge zant alhier, met depêches naar 's Gravenhage vertrokken. In sommige Iersche graafschappen Rebben bij het innen van tienden, weder bloedige tooneelen plaats gehad. Onder anderen is te Tipperavy en Limerich, bij het.verkoopen van vee tot dekking van achterstallige tienden, een hevig gevecht voorgevallen, waarvan zes menschen het slagtoffer gewor. den zijn. De Morning-posteene redenering bevattende over den loop der onder handelingen van de Londensche Conferentie in de Hollandsch-Belgische zaak, zegt ten slotte van hetzelve: Op dit oogenblik kan de eindelijke beslissing der Conferentie zoo goed als onbepaald uitgesteld beschouwd worden. In eene voorgaande zinsnede zegt dat blad: Het Belgische vraagstuk, wij hebben reden zulks te gelooven, is voor dit oogenblik zoo verre als ooit van eene schikking verwijderd. De moeijelijk. heden ontstaan ditmaal van de zijde der Fransche Regering. Op het oogen. blik, dat de Londensche Conferentie op het punt scheen, om tot eene be slissing te komen, ontving de Generaal Sebauiani instructienom tot geene schikking toe te treden, welke de Koning der Belgen niet bereid was, vooraf goed te keuren. De welbekende Doctor Bowringdie tegenwoordig voor verscheiden zendingen gebruikt wordt en onlangs in eene zending naar Konstantinopel geweest is, heeft te Londen een stukje uitgegeven over de pest, hetgeen het door jaren bevestigd gevoeien en ondervinding van de besmettelijkheid der pest tegenspreekt; hij wil dus quarantaines en lazaretten afgeschaft heb- hebben, hetgeen echter van zijnen wil niet af zal hangen. De haringvloot van Suffolk heeft vooral door het laatste onstuimige weer veel geleden; behalve onderscheiden bodems hebben 39 vissciiers in de golven hun graf gevonden; deze laten verscheiden weduwen en wee zen achter. FRANKRIJK. Parijs den 16 November. Z. M. de Koning heeft benoemd, den Hertog de Montebèllo tot Ambassadeur te Napels; den Baron Mortier tor Gezant bij het Zwitsersche Eedgenootschap; den Baron de Bots le Comte tot buitenge woon Gezant en gevolmagtigd Minister te 's Gravenhageden Baron de Fa* reniies tot buitengewoon Gezant en gevolmagtigd Minister te Lissabon; den heer E. A. de Tallenay tot Minister-Resident bij de Groothertogen van Mecklenburg-Schwerin, Mecklenburg-Screlitz eu Oldenburg benevens de Vrije- en Hanzee-Steden. Tijdingen uit Algiers van den 3den melden, dat aldaar den isten de Maarschalk Clausel aangekomen en er met bijzondere geestdrift ontvan gen was. MENGELINGEN, Het volgend stukje is ons ter plaatsing toegezonden: Nadat Marsden in zijne History of Sumatraten gevolge der waarnemin gen van Robert Nairne, medegedeeld had, dat de Opbir der Europeanen of Goenong Passaman der Maieijers, op dat eiland gelegen, 4219 Ned. ellen of 13,442 Rhijnl. voeten hoog was en dus de Teneriffa in hoogte overtrof, werd deze opgave in alle werken van Natuurkundige Aardrijksbeschrijving overgenomen. Deze opgave werd onlangs door mijnen ambtgenoot, den heer L. Horner, aan de waarheid getoetst, die, in gunstiger omstandigheden, dau de heer Muller en ik, de binnenlanden van Sumatra onderzoekende, gelegenheid vond om dezen berg te bestegen. Volgens Zijn Eds. schrijven reisde hij van den voet tot den top vier dagen, en ontnam hem toen, door barometrische waarnemingen, zijnen meer dan vijftigjarigen roem van don hoogsten berg van het bekende gedeelte des Archipels te zijn. Hij bezigde tot deze waarnemingen eenen barometer, naar het stelsel van wijlen den heer Horner, reisgenoot van den beroemden Krusenstern, vervaardigd, welken wij dikwerf met Fortinsche en Newmannsche werktuigen vergeleken hebben, en door deze waarnemingen bleek, dat de berg Ophir 2927 Ned. ellen of 9325 Rhijnl. voeren hoogte had, en dus 4117 Rhijnl. voeten bene den de algemeen aangenomen bepaling bleef. Evenmin gelukkig was de heer Raffles in zijne opgave voor de meer zui delijk gelegene bergen van Sumatra's binnenlanden, daar hij ons voor den Merapi 4022 Ned. ellen (12,815 Rhijnl. voeten) en voor den Sago (Mount Kassoemba der Engelschen) 4572 Ned. ellen (14,507 Rhijnl. voeten) op geeft. De berg Sago is echter niet boven de 1911 Ned. ellen (6000 voet Rhijnl.), en de Merapi heeft, naar de waarnemingen van den heer Muller en mij, met Fortinsche en Newmannsche barometers, in 1834 genomen, slechts 2898 Ned. ellen (9234 Rhijnl. voeten); terwijl die van den heer Horner, van 1837, hiervan weinige voeten verschilt. Volgens zijne pgave is de Singalang de hoogste berg, en de op den top gedane waarnemingen geven voor denzelven eene hoogte van 2936 Ned. ellen (9355 Rhijnland- sche voeten). Leiden P. W. KORTHALS, November 1838. Lid der Natuurkundige Commissie. M E X I K O naar. MICHEL CHEVALIER (1). Mexiko is een heerlijk land; de hemel is hier bestendig helder, de drie o vier maanden des regentijds uitgezonderd, als wanneer het hemelwater alle dagen, doch alleen van drie tot acht uren des avonds, nedervalt. Door hare hoogce van 7000 voeten boven de oppervlakte der zee, is de vlakte van Mexiko, hoewel zij geheel in de verzengde luchtstreek ligt, bijna geheel, 'slechts aan eene matige hitte blootgesteld, en de bodem is overal waar men denzelven van water voorziet bij uitstek vruchtbaar. De rotsen, waarop Mexiko, twee wereld-zeeën beheerschende, rust, deze rotsenof liever deze onmetelijke bergen, waarbij Ossa en Pelion molshoopen zouden gelij. keu, zijn in alle rigtingen door zilver-, koper- en ijzer-aderen doortrokken. (1) Nadat zijne brieven over Noord-Amcrika zoo vele belangstelling hadden onder vonden geeft de heer Chevalier gelijke mededeelingcn over Mexiko uit. Her tegenwoordige is de hoofdinhoud des eersten briefs. De helling van den spiegel der beide zeeën af tot aan de hoogte van het plateau, bieden,eene reeks van alle luchtstreken en groeijingen aan, van den Aftikaanschen zomer tot de lente aan de Loire, van de Itoilij, suiker, palmboomen, banille en kakao der heete iuchrstreken tot het koren, de den- neboomen en de varen-kruiden van het noorden. Voornamelijk de middel streek tusschen de beide kustenstreken, en het hooggelegene koude iand tierra friais zeker eenig op aarde te noemen. Deze gematigde streek tierra tcmplada') bezit de geheele rijke, weelderige, duizendvoudige plan ten wereld van de kusten, en blijft van de giftige uitwasemingen en insekten zwermen derzelve verschoond. Het gematigde gedeelte is een waar aardsch paradijs, alwaar alle jaargetijden zich tot eene eeuwige lente vereenigen. De bewoner van die gelukkig land ondervindt dan alleen wat armoede is, wanneer hij letterlijk niets doet. In de heete of gematigde streekrust hij met zijn gezin in eene kooi uit bamboes-stokken gemaakt, zonder zich te bekommeren of de voorbijganger tusschen de wijde tusschenruiuuen nieuws gierige blikken zoude kunnen werpen. Hij slaapt in eene hangmat uit bla deren en lianen daargesteld, of cp eene eenvoudige op den grond uitgestrekte mar. De mantel, welke hij bij dag draagt, dient hem des nachts tot deken. Hij heeft een paard dat in de bosschen naar willekeur graast, en zijn geheel gezin leeft rijkelijk van de Opbrengst eens banaan-booms en van wat chile (2) en maiswelke hij rondom zijne hut geplant heeft. De tijd brengt hij, wan neer hij niet slaapt, door, met geestelijke liederen ter eere der Heilige Maagd van Guadeloupe te zingen, waarbij zijne schreeuwende guitaar hem accom pagneert. De diefstallen en moorden, welke het gouvernement ongestraft op de straatwegen laar begaan, zijn voor hem slechts stof tot onderhoud een thema, waarop hij klaagliederen maakt. Hij zelf vreest geene dieven, want zijn mamei, zijne lans en guitaar, zijn al wat hij bezit, en de dolken der moordenaren zullen hem niet treffen ten zij hij zelf door de pulque of chingerito bedwelmd, den zijnen trokke (3). De omstreeks van Puebla is bijzonder indrukwekkend. Dezelve dreigt de sporen van veel grooteré overstroomingen dan die, waaraan Zwitserland eu Tyrol hunne tegenwoordige gedaante te danken hebben. Vulkanen, waarbij de Etna zelfs een lage berg zoude zijn, en die nu nog eenige roolrende kra. ters vertoonen, doorwoelden voorheen het midden van dit nieuw werelddeel, en gaven het daarzijn aan het enorm plateau, dat zich in de lengte, van de eene keerkring naar de andere uitstrekt. Vreeselijk moer de massa lava eu trachyc geweest zijnwelke werd uitgeworpenen thans rot grondvesten aan Mexiko dient. Die bergen der Anden, welke hunne besneeuwde kruinen van de oppervlakte van bet plateau, tot in de wolken verheffen, werden eens door grooce meren bespoeld. Van het vroeger bestaan dezer meren ge. tuigen alleen nog de volkomen gladde oppervlakte hunner bassins, en de zoiudeelen waarmede de bodem bezwangerd is. Watei hebben zij niet be houden, uitgezonderd bij Mexiko. De aanblik dezer gioeijende savannen mee derzelver driedubbelen gordel van bergspitsen, welke zich links en regts onafzienbaar uitstrekt, en waarin men geen levend wezen ontmoet maakt eenen droevigen indruk, doch dezelve verdwijnt weldra, wanneer men de bebouwde vlakten betreedt, en telkens met eenen ranchero (kleinen grond, bezitter,) eenen muilezel-drijver of eenen armen Indiaan eenen groet wisselt. Hier verheffen zich te gelijker tijd aan de vier hoeken van den horizont onder eenen hoog blaauwen hemel, de popocalepetiieorizaba, de istacihualt en de malinchi met hunne besneeuwde hoofdenwelke men zonde wanen te kunnen aangrijpen, zoo rein en doorzigcig is de dampkring. Daar rust het oog op welige landerijen, waaruit de torenspits van menige dorpskerk te voorschijn komt. Hier leefden de Tlascalteken, Montezuma's vijanden en bondgenooten van Cortez. Nog staat de pyramide van Cholula, maar in plaats van den bloedigen tempel, verheft zich dadr eene Christelijke kerk. Alles heeft in dit land voor den Europeer iets nieuws en oorspronkelijks. Op het plateau beantwoordt het plantenrijk aan de droogte des bodems. De beide planten, welke hier heerschen en in het wild groeijen, beide bladeloos en stijf, zijn de magueyeene soorc van reusachtige aloë, en de nopal, een heilige boom der Azteken, waarop de stichters van Mexiko, midden in het water, eenen rustenden adelaar zagen. Deze adelaar zoudeingevolge eene godspraakbeteekend hebbendat zij het doel hunner lange reis bereikt hadden. Merkwaardiger echter dan alle overige zeldzaamheden, zijn, voor ons Europeërs, de oorspronkelijke bewoners des lauds, voormaals afgodendie naars, en thans arthodox-Katholijke Christenen, een vreedzaam volk dat geenen vreemdeling leed doet, hoewel men het allen buitenlanders, o'ndor de rubiek van Engelschen, Joden of Lutheranen, verdacht maakt. Hun karakter heeft overigens den melancholischen grondtrek, welke allen oor- spronkelijken Amerikanen eigen is. Tot op Humboldt verkeerde men in Enropa in het stellige denkbeeld dat de roode menschen-rassen, door de wreedaardigheid der Spaansche ver- overaars, geheel vernietigd waren. De beroemde Duitsche reizigers kwam echter rot andere resultaten. Van de zes millioen zielen, die Mexico telt bestaat hoogstens een vijfde gedeelte uit blanken, en dezelfde verhouding vindt men in het voormalig Spaanseh-Amerika, waarvan de geheele bevol king, op vijftien millioen zielen berekend kan worden. Toen de Spanjaarden in Mexikó aankwamen, vonden zij een magrig Rijk waarvan de Opperheer of Keizer, eene geestelijke en wereldlijke aristocratie in stand hield. Eene talrijke en (in tegenstrijdigheid met de andere volken van Noord-Amerika) gezeten bevolking, was dppr regelmatige gezelschap pelijke banden verbroederd. De meeste bewoners bebouwden het land kweekten maïs en boomwol en bereidden cochenille; zij konden fijne stoffen vervaardigen, en aan dezelve de levendigste kleuren geven. Ook verston den zij de kunst, de hardste steenen te houwen, goud en zilver te smelten en te modelleren. Zij bezaten zelfs eenige werktuigen uit harde "brons welke de stalen instrumenten bijna korden evenaren. Hunne groote en wel gebouwde steden, bevatten prachtige tuinen, paleizen en tempels van reus achtige gestalte. In de sterrekunde hadden zij het zoo ver gehragt, dat het zonnejaar bij hen volmaakter bekend was, dan bij de oude Romeinen en Grieken. Hunne pijramiden hadden zij even zoo als de oude Egyptenaren gebouwd. Zij hielden hunne jaarboeken in eene soort van hierogiyphen- schrift. De Keizer van Mexjko had zijne policie en siuwe diplomaten. De Tulteken, welke, omstreeks het midden der zevende eeuw, uit het noorden kwamen, bragten voor het eerst kunsten en wetenschappen op het plateau Anahuak (4). Andere noordelijke volken rukten de Tulteken op ver scheidene tijden na, tot eindelijk tegen den aanvang der 13de eeuw, dat is twee honderd jaren vóór de Spaansche invasie, de Azteken, of eigenlijke Mexikanen, verschenen. Uit hec raadselachtige iand Azdan voorgesproten had dit dapper en trotsch volk alle naburige stammen onderworpen, en de grenzen van deszeifs gebied tot aan de landengte van Darie uitgebreid. De Aztekische hoofden maakten eene geduchte aristocratie uit. ITcc lot der talrijkste klasse was treurig. Men bezat noch paarden, noch rundvee, noch eenig ander groot trekdier, en buitendien waren er bijna geene handwerken. De gemeene man moest alzoo, reeds wegens deze behoefte, ais een last. dier arbeiden. Hoewei men het in zaken van weelde tamelijk ver gehragt had, zoo ge tuigden echter de zeden en gebruiken der Azteken van ontzettende ruw. heid en barbiarschheid. Zij offerden hunne krijgsgevangenen aan de goden op, en de Vorsten vierden met menschen-offers hunne troonsbestijging. De Priester rukte den gevangenen,, het nog kloppende hart, uit de geopende (2) Eene soorc van piment, welke de Mexikanen zeer beminnen. (3) Ue pulqae is het 111 gisting overgegane sap des maquey-booms, een zeer goed- koope mlandsclie wijn; de chingeritoeene soort van brandewijn uit suikerriet. (4} inlandsclie naam des plateaus, waarop de stad Mexiko gebouwd is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 3